• No results found

Memberi dan menerima sorok (sorong, soeab, oesoer.)

Dihoekoem:

A. I. sekalian orang jang memberi atau berdjandji

1 pada ambtenaar dengan bermaksoed memboedjoek soepaja dia dalam pekerdjaan pangkatnja melakoekan

• atau mengalpakan soeatoe perboeatan jang diketa-.

hoeinja bahwa perboeatan itoe berlawanan dengan kewadjibannja.

KETERANGAN. Siapa disamakan dengan ambtenaar lihat katja 52.

dan wel —als college met het oogmerk om invloed uit

te oefenen op de beslissing van een aan diens oordeel onderworpen zaak (door het onderzoek in eene bepaalde rich-ting te leiden of op eene bepaalde wij-ze zijne stem uit te brengen)

3. aan een Inlandschen Officier van Justitie, een adviseur (art. 7 R.O.), een der raads-lieden in het Regentschaps- of Districts-gerecht, een raadsman van den Magistraat, een der Inlandsche hoofden bedoeld bij Stb. 1867 no. 10 art. 2 of ander persoon ingevolge wettelijk voorschrift als advi-seur of raadsman aangewezen tot het bijwonen van de terechtzitting, met het oogmerk om invloed uit te oefenen op diens uit te brengen gevoelen betreffende eene aan het oordeel van de rechtbank of van het gerecht onderworpen zaak

N. B. De zaak, welke de rechter heeft te beslissen, behoeft niet juist een burgerlijk- of strafproces te wezen. Ze kan ook zijn een verzoek aan den Landraad om machtiging te ver-kenen aan den voogd tot het vervreemden van onroerende goederen van een minderjarige (Stb. 1896 no. 188). tot be-noeming van een curator (art. 225 I. R.) enz.

Of de gift of belofte is aangenomen, doet niet ter zake.

De gift of het beloofde behoeft niet juist te bestaan in geld of goed. Het kan ook zijn eene vrouw voor den bijsiaap, de praestatie van diensten, enz. Ze behoeft niet vergezeld te wezen van een uitdrukkelijk verzoek. Het is voldoende als uit omstan-digheden, welke de gift voorafgaan, haar vergezellen of volgen, het voor een ander duidelijk is, welke de strekking van de gift is.

Als Inlandsch Officier van Justitie valt o. i. niet aan te merken de Fiscaal-Griffier bij het Landgerecht (art. 116 octies R. O.).

Evenmin als „raadsman" of „adviseur", omdat hij dient van

„requisitoir" (art. 34 L. Q. R.).

II. 1. de ambtenaar of andere persoon hierboven sub 1 t/m 3 vermeld, die de gift of belofte aanneemt, wetende dat ze hem wordt gedaan met het oogmerk als hier-boven uiteengezet (art. 419 1°. en 420 W.v.S.)

2. de ambtenaar, die eene gift of belofte aanneemt, wetende dat ze hem wordt gedaan teneinde hem te bewegen om zonder daardoor in strijd met zijn plicht te handelen in zijne bediening iets te doen of na te laten. (art. 418 id B.I. hij die een gift doet aan een amb- j door den ambtenaar

tenaar, tengevolge of naar aanlei- i n s t r i j d m e t z i j n

d.ng van hetgeen h.j weet dat ( p l i c h t j n z i j n e b J e. II. de ambtenaar, die de gift aanneemt ( diening is gedaan of

wetende dat zij hem wordt gedaan ten- 1 nagelaten, (artt. 209.

gevolge of naar aanleiding van hetgeen / 2°. en 419 2°. id.)

88

pada hakim atau lid pengadilan dengan bermaksoed hendak mempergoenakan koe-wasanja atas poetoesannja dalam perkara jana mesti dipoetoes olëhnja (oepamanja;

kaloe perkara itoe diperiksa olehnja boekan menoeroet semestinja atau kaloe hakim atau lid itoe menimbang perkara itoe menoeroet apa jang ditiminta'kan)

nada (Hoofd) djaksa dan adjunctnja, advi-seur (pasal 7 R. O.), penolong bitjara diri Raad Keboepaten atau Raad-Distnct, nenolons bitjaranja Magistraat, penolong bHjara terseboet dalam Stb. 1867 n«. 10 pasal 2 atau penolong bitjaranja hakim lain jang ditoendjoekkan olëh Wet, dengan bermaksoek mengoewasani atas timbangan-nja dalam hal perkara jang mesti dipoetoes oleh pengadilan itoe.

KETERANGAN. Perkara jang mesti dipoetoes oleh hakim teroesah perkara da'wa (civiel atau cnm.neel) Hal .n. boW*

dioega per'minta'an pada Landraad soepaja wah dikoewasaton mpnHineal d 1 1 barang jang boekan barang angkatan poeenjanja omng jang bl.oim "sampai'oemoer atau soep»]*

mpno-anekat orang mendjadi curator d. I. I. . Tidakpe doeh apa pemberian atau perdjandjian itoe d.ter.manja Pemberian itoe teroesah wang atau barang ,a->toe boleh d i o e a T memberi perampoean akan dipakainja, berboeat djasa kepada hak m d. 1 1. itoe. Dan djoega pemberian doe teroesah diïrinïi den "an perminta'an jang njata. Hal itoe tjoekoep. kaloe îàri hal-ahoealnja pemberian!itoe orang lain boleh mengetahoe»

^ Ä T ^ ^ Ä ; O r f er Landgericht roepanja tidak boleh dihoekoem menoeroet hatoeran j . t. diatas diangka d.

sekalian ambtenaar atau orang2 terseboet diatas di anaka 1 s s. 3 jang memerima pemberian atau perdjan-diian itoe dengan mengetahoei bahwa perboeatan itoe dilakoekannja dengan maksoed jang diterangkan diatas.

sekalian ambtenaar jang menerima pemberian atau perdjandjian dengan mengetahoei bahwa perboeatan itoe dilakoekan oleh jang memberi atau jang ber-djandji dengan niat metnboedjoek dia soepaja me-lakoekan atau mengalpakan soeatoe P l a t a n da-lam pekerdjaannja perboeatan mana tidak berlawa-nan dengan kewadjibannja.

sekalian orang jang memberi pada ambtenaar sebab dia mengeta-hoei bahwa

sekalian ambtenaar jang menerima pemberian dengan mengetahoei bahwa orang, lain memberi sebab

ambtenaar itoe dalam

N. B. In het laatste geval moet degene, die de gift aannam op dat tijdstip dus nog ambtenaar wezen.

C. hij die bij gelegenheid van eene verkiezing, gehouden krachtens algemeene verordening (zooals die van dorps-hoofd op Java en Madoera: art. 71 R. R.),door gift of belofte

I. een kiesgerechtigde beweegt J

en deze dus aan hem zijn I om zijn kiesrecht hetzij woord geeft [ niet, hetzij op bepaalde II. als kiesgerechtigde zich laat [ $ j , V v 1 ï*™" ^

bewegen | ' 'J'

§ 9 . Knevelarij.

Strafbaa r is:

I. de ambtenaar, die in de uitoefening zijner bediening vordert, ontvangt of aanneemt

a. als verschuldigd aan hem, aan een ander, : welke hij weet ambtenaar of aan eene openbare kas niet verschul-gelden of andere roerende goederen, digd te zijn b. als verschuldigd aan onverschillig wien (art. 425 1°. en

persoonlijke diensten of leveringen, ' 2°. W. v. S.).

1 Is de dader ambtenaar?

N. B. Wie onder ambtenaar ( = Landsdienaar) mede

begre-pen zijn, zie blz. 52. / g e

Een authentiek afschrift van het benoemingsbesluit worde zoo mogelijk bij de stukken gevoegd.

2. Heeft hij door misbruik van het gezag, aan zijn ambt verbonden, iemand gedwongen

a. om eenig goed af te geven, door het al of niet te vorderen,

b. om eene betaling te doen,

c. om met eene terughouding bij eene uitbetaling genoe-gen te nemen,

d. om persoonlijke diensten te verrichten, b.v. sawahs bewerken, water halen, het erf aanvegen, verzorgen van paarden en dglke,

e. om zonder vergoeding van vervoerkosten leveringen te doen, b.v. van bouwmaterialen, gras, padi, vruchten e. dglke.?

89

KETERANGAN. Dalam bab II orang jang menerima pem berian itoe mesti masih djadi ambtenaar pada waktoe ltoe.

C sekalian orang jang pada pilihan (verkiezing) jang diadakan menoeroet algemeene verordening (oepamanja: pilihan kepa-la-desa di tanah Djawa dan Madoera) dengan pemberian atau perdjandjian:

'• I Ä Ä Ä I a k a n • - * « » « ,

1.1 berdiang padadja j ^ J ^ J o e d ^ ' S II. dapat diboedjoek, asal orang \ toeroet memilih.

ini

§ 9 .

Penganiajaan (Ngadjepit).

Dihoekoem :

sekalian ambtenaar jang dalam melakoekan pekerdjaannja meminta' atau menerima

a. wang atau barang angkatan jang dise- i wang mana pertikan mesti dibajar padanja, pada d. 1.1. dia tanoe ambtenaar lain atau pada kas-negen bahwa sebe-b. pertolongan dengan bekerdja atau pem- toelnja tidak

berian jang disepertikan mesti dilakoe- j mesti dibajar,

kan boeat orang siapa poen, dilakoekan.

1. Apa si pesakitan ambtenaar?

KETERANGAN. Siapa terhitoeng ambtenaar lihat katja 52.

Salinan authentiek dari besluit-angkatannja si pesakitan haroeslah disertakan dengan soerat2 peperiksaan.

2. Apa si pesakitan dengan menakoetkan kekoeasaan pangkatnja soedah memaksa orang soepaja

a memberi soeatoe barang padanja dengan diminta -nja atau tidak,

b. memberi pembajaran padanja,

c terima bahwa si pesakitan menahan separonja dan pembajaran jang mesti diterimakan pada orang itoe, d. menolong padanja dengan pekerdjaan, oepamanja:

menanami sawah, mengambil air, menjapoei peka-rangan, mengoeroesi koeda d. 1. 1.,

e. membawa' barang2 dengan tidak mengganti ongkos nja, oepamanja: pekajoe-roemah (tiang, papan, atap), roempoet, padi, boeah2an d. 1. 1.?

N. B. Ook zonder het voorafgaan van een bevel of verzoek is het „ontvangen" reeds strafbaar, zoodat eene verdediging als zou vrijwillig zijn gegeven hetgeen -door den dader ontvangen is of wel als zou het betalen van het geld op eene oude gewoonte - hoe slecht die dan ook is — berusten, den ver-dachte niet kan baten.

3. Was het eene ambtsverrichting van den dader, in ver-band waarmede deze vorderde of ontving?

N. B. Dikwijls is door den rechter uitgemaakt, dat het ontvangen van geld voor de afgifte van een kosteloos te ver-strekken biljet ten bewijze van den eigendomsovergang van een stuk vee (soerat titimongso) door een dsitrictsschriiver wiens bevoegdheid tot afgifte van zulke bewijzen steunt niet

°.p e_,en<; „wettelijke bepaling (gewestelijke keur) maar op eigendunkelijke machtsoverdracht van het Districtshoofd niet strafbaar is, omdat de bevoegheid tot afgifte niet behoort tot de funtiën van een schrijver.

4. Heeft hij bij het vorderen of ontvangen het doen voor-komen of het ontvangene werkelijk verschuldigd was als belasting, belooning, rente (b.v. gevorderd boven het tarief dooreen beambte van een Gouvernementspandhuis) enz. hetzij aan hem zelven hetzij aan een anderen amb-tenaar hetzij aan een openbare kas? of — bij het vor-deren of aannemen van persoonelijk diensten of leveran-ties—aan andere personen (particulieren)?

N B In de woorden „als verschuldigd" ligt het kenmerkend verschil tusschen knevelarij en omkooping besloten.

Is dit punt niet te bewijzen, dan is de ambtenaar, die immers het hem toevertrouwde ambt heeft misbruikt, strafbaar ingevolge art. 421; of, zoo hij heeft gehandeld met het oog-merk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordeelen ingevolge art. 423 W. v. S.

5. Wist hij, toen hij vorderde of ontving, dat hetgeen ge-vorderd of ontvangen werd, niet verschuldigd was?

II. de ambtenaar, die in de uitoefening zijner bediening ten nadeele van den rechthebbende doch ten behoeve van onverschillig wien beschikt over tot het Landsdomein be-hoorende gronden waarop Inlandsche gebruiksrechten worden uitgeoefend als ware hij overeenkomstig de regelingen van wet of adat daartoe gerechtigd, alhoewel hij weet. daardoor in strijd hiermede te handelen (art. 42.~» n°. W. v. S )

90

KETERANGAN. Kaloe si pesakitan soedah menerima, biar noen dia tidak memberi perintah atau meminta', maka si pesakitan dihoekoem. Djadinja kaloe si pesakitan mendjawab bahwa wang atau barang itoe diterimanja sebab orang kasihkan dengan sofka hati kepadanja, atau kaloe dia mendjawab bahwa wang atau barang itoe dikasihkan kepadanja menoeroet kebiasaan koeno, maka dia dihoekoem djoega.

3 Apa si pesakitan meminta' atau menerima olëh-sebab dia mendjalankan pekerdjaan jang terhitoeng dalam kewadjiban pangkatnja?

KETERANGAN. Menoeroet Wet tjoema Wedana atau Ass.-Wedana sadja jang dikoeasakan akan memberi soerat-ketera-nean hal djoeal-beli teranak (soerat titimongso atau soerat pel) din tentoekan poela bahwa pemberian soera ke erangan itoe tidak dengan bajaran apa'. Kaloe djoeroetoelis Wedana atau djoeroetoelis Assistent-Wedana disoeroeh olëh kepalanja akan memberi soerat' jang demikian dan djoeroetoelis itoe meminta

bajaran dan menerima bajaran dari si pendjoeal atau si pembeli teranak itoe, maka soedah dipoetoes oleh hakim bahwa si djoeroetoelis itoe tidak boleh dihoekoem sebab njata bahwa pemberian soerat-keterangan j . t. boekannja pekerdjaan jang terhitoeng dalam kewadjiban pangkat djoeroetoelis j . t.

4 Apa waktoe si pesakitan meminta' atau menerima wang d 1 1 itoe dia mendjalankan daja-oepaja akan menja-takan seperti wang d. 1. 1. itoe mëmangnja padjeg, oepah, boenga wang (oepamanja: diminta'oleh pegawai roemah-gadai lebih banjak dari pada jang ditentoekan didalam tarip) d. 1.1. jang mesti dibajar padanja atau pada ambtenaar lain atau pada kas-negeri? atau djoega pada orang lain (partikelir) djikà jang diminta atau diterima itoe pertolongan pekerdjaan atau pemberian lain .'

KETERANGAN. Dari perkataan „disepertikan mesti dibajar"

kita boleh lihat bëdanja perkara knevelarij dan perkara omkooping.

Kaloe hal ini (ja-itoe meminta' d. 1. 1. wang d. 1. 1. dengan disepertikan mesti dibajar) tidak dapat dinjatakan maka amb-tenaar jang memang melakoekan djahat dengan pangkatnja itoe dihoekoem menoeroet pasal 421 W. v. S. atau menoeroet pasal 4?3 djika dia melakoekan perboeatan itoe dengan niat mengoentoengkan tidak sah pada dirinja atau orang lain.

5 Apa si pesakitan waktoe dia meminta' atau menerima wang d.1.1. itoe tahoe bahwa itoe sebetoelnja tidaoesahdibajar.'' Sekalian ambtenaar jang dalam mendjalankan kewadjiban pangkatnja mengambil, memakai, memegang atau mela-koekan perboeatan lain2 atas tanah Goepernemen jang ada haknja anak-negeri, perboeatan2 mana meroegikan pada orang jang berhak atas tanah itoe akan-tetapi mengoentoeng-kan pada si pesakitan atau orang lain dan si pesakitan melakoekan perboeatan itoe seperti dia berkoeasa menoeroet wet atau 'adat, meskipoen dia tahoe bahwa perboeatannja berlawanan dengan wet atau 'adat itoe.

§ 10.

Meineed.

Strafbaar is:

hij die onder eede opzettelijk een verklaring in strijd met de waarheid aflegt of doet afleggen in eenig geval, waarin door de wet eene verklaring onder eede wordt gevorderd of daaraan rechtsgevolgen worden verbonden (art. 242 W. v. S.).

1. Heeft de dader eene verklaring afgelegd of doen afleggen in strijd met de waarheid?

N. B. De afgelegde verklaring zal bij valsch getuigenis in strafzaken moeten blijken uit het procesverbaal bedoeld in art. 274 al. 3 I. R., en anders uit een extract procesverbaal van verhoor.

Het' feit worde niet vervolgd, wanneer vóór de sluiting van het verhoor de verklaring door hem is ingetrokken, daar de voltooiing van het misdrijf, door vrijwillig terugtreden is voorkomen.

2. Is die verklaring afgelegd nadat of ook wel vóórdat (b. v.

procesverbaal van een openbaar ambtenaar in eene straf-zaak met eede 'bevestigd als bedoeld in art. 295 I. R.) hij, die verklaard heeft, was beëedigd op de wijze zijner gods-dienstige gezindheid?

N. B. Bij valsch getuigenis voor den rechter afgelegd zal moeten blijken, dat hij gezworen heeft „de geheele waarheid en niet dan de waarheid" te zullen zeggen. Men leide hier-uit evenwel niet af, dat ook ter zake van het opzettelijk ver-zwijgen van een gedeelte zijner wetenschap door een getuige eene strafvervolging wegens meineed tegen hem zoude kunnen worden ingeste'd.

Ingeval de valsche verklaring voorkomt in de in art. 295 I. R. bedoelde ambtseedige processen-verbaal, schriftelijke ver-klaringen en relazen, zal bij de stukken van het voorloopig onderzoek ook moeten worden overgelegd het procesverbaal van beëediging van den betrokken ambtenaar.

91

§ 10.