• No results found

Kekoeasaannja Justitie dan Politie boeat anak-negeri

Kaloe politie mendenger bahwa soeatoe perboeatan jang boleh dihoekoem soedah dilakoekan orang maka dia haroeslah mentjari keterangan selamanja beloem njata siapatah jang melakoekan perboeatan itoe. Dan lagi kaloe soedah njata siapa orangnja itoe tetapi dia boekan Inlander atau disamakan dengan bangsa Inlander maka prijaji politie mesti meneroeskan tjari keterangan itoe sampai perkara itoe oleh Officier atau Hulpofficier van Justitie ditarik kepadanja.

Akan-tetapi kaloe njata bahwa orang lang melakoekan per-boeatan itoe Inlander atau disamakan dengan Inlander maka hanja prijaji2 politie sadja jang liaroes membikin voorloopig onderzoek.

N. B. Inlanders zijn de inboorlingen of landzaten van den Oost-Indischen Archipel voor zooverre deze behooren tot het Ned.-lndische grondgebied, als Javanen, Madoereezen, Dajaks enz. Met hen worden in strafrechtelijken zin — zoo het tegen-deel niet is bepaald — gelijkgesteld Chineezen, Arabieren, en alle andereren, die geen Christenen, Europeanen of Japanners zijn (art. 109 R.R.). Christen-Inlanders zijn onderworpen aan dezelfde wetten als de Mohamedaansche Inlanders (art. 3 Ov.)

De zaken, waarin zij op Java en Madoera dit onderzoek heeft te houden, zijn die welke ter kennisneming staan van den lnlandschen rechter t. w. van den Landraad, den Politie-rechter, het Regentschaps- en het Districtsgerecht alsmede, voorzoover de beklaagden Inlanders of met dezen gelijkgestel-den zijn, het Landgerecht.

De Landraad neemt kennis van (art. 95 R. O.):

I. Alle misdrijven, gepleegd zoowel door eigenlijk gezegde Inlanders als door ojet hen gelijkgestelden, uitgezonderd ') (art. 129 2° R. O.):

a. die aangaande slavenhandel (artt. 324 t/m 327 W. v. S.);

b. benadeeling van schuldeischers in de gevallen van artt.

396 t/m 400 en 402 W. v. S.);

c. zeeroof en de verkder in artt. 438 t/m 447, 450 en 451 W. v. S. vermelde scheepvaartmisdrijven ;

d. de lichte vorm van mishandeling, van diefstal, van ver-duistering, an oplichting, van bedrog door den verkoo-per, van vvnieling of beschadiging van goederen, van begunstiginer artt. 352 al. 1, 364, 373, 379, 384, 407 al. 1

en 482 W.S.).

N. B. Ter zake van de misdrijven sub a, b en c staat de dader terecht voor den Raad van Justitie ongeacht den land-aard van den beklaagde; ter zake van die sub d voor den Po-litie- of den Landrechter, ook wanneer het feit is gepleegd onder omstandigheden, die tot strafverzwaring krachtens art.

52 W. v. S. aanleiding geven.

II. alle door hoogergenoemde personen gepleegde overtredin-gen, uitgezonderd:

1. die welke ter kennisneming staan van:

a. het Districtsgerecht, t. w. overtredingen, waarop ten hoogste ƒ 3 boete (art. 80 R. O.), en

b. het Regentschapsgerecht, t.w. overtredingen, waarop hech-tenis van ten hoogste 6 dagen of boete van ten hoogste ƒ 10 doch meer dan ƒ 3 is gesteld (art. 83 R. O.),

mits gepleegd door eigenlijk gezegde Inlanders en met uitsluiting van tegen Europeanen of met dezen gelijkgestel-den gepleegde klachtdelicten (art. 88 R. O.) en van overtredingen in zaken van pachten en belastingen (artt.

80 en 85 R. O.);

1) Ook drukpersmisdrijven? Onder de comretentie-regeline van Stb. 1856 no. 74 art.

31 vallen ze niet meer, nu de betrekkelijke strafbepaling in het drukpersreglement niet is gehandhaafd. Zulks schijnt evenwel eene omissie, welke ongetwijfeld weldra door den wetgever zal worde.i hersteld.

9

KETERANGAN. Jang dinamai Inlander ja-itoe boemi poetera poelau2 jang terhitoeng dalam daerah tanah-Hindia, oepamanja orang Djawa, orang Madoera, orang Dajak d. 1.1. Boeat Strafwet disamakan dengan Inlander orang Tjina, orang Arab dan lain2

bangsa jang boekan orang Serani, orang Eropa atau orang Djepang, asal orang itoe tidak diketjoealikan dalam hal jang dibikin-perkara. Djadinja boeat bangsa jang terhitoeng dalam bagian Inlanders tidak dibedakan orang jang memegang agama Islam daripada orang Serani.

Perkara2 jang voorloopig onderzoeknja di Djawa dan Madoera mesti dibikin olëh prijaji2 politie ja-itoe perkara3 masoek bagian Inlandsche rechter (pengadilan Qoepernemën boeat Inlander dan jang disamakan dengan Inlander) ]a-itoe Landraad, Politierechter, Regentschaps- dan Districtsgerecht, djoega Landgerecht me'ski-poen gerecht ini hakim boeat segala bangsa.

Landraad itoe memoetoeskan :

I. sekalian perkara misdrijf, ketjoealikan : a. perkara perniagaan-boedak;

b. perkara meroegikan orang jang menghoetangkan tne-noeroet pasal 396 s/s 400 dan 402 W. v. S ;

c. perkara pembadjak d. s. b. terseboet dipasal 438 s/s 447, 450 dan 451 W. v. S.;

d. perkara penjiksaan badan, pentjoerian, menghilangkan lain orang poenja barang, penipoean-oplichting, penipoean olëh orang jang mendjoeal barang, peroesakan barang3

orang lain, begunstiging asal perkara jang enteng3.

KETERANGAN. Perkara- terseboet dihoeroef a. s/s c.

dipoetoeskan olêh Raad van Justitie, tidak perdoeli bangsanja si pesakitan; perkara2 terseboet dihoeroef d. dipoetoeskan oleh Politierechter atau Landgerecht.

II. sekalian perkara overtreding, ketjoealikan:

1°. jang dipoetoeskan olëh:

a. Districtsgerecht, ja-itoe, overtreding jang antjamannja tidak lebih dari ƒ 3 denda.

b. Regentschapgerecht ja-itoe overtreding jang antja-mannja tidak lebih dari 6 hari hechtenis atau lebih dari / 3 akan-tetapi tidak lebih dari ƒ 10 denda;

asal perboeatan3 ini dilakoekan olëh Inlander jang sebetoelnja anak-negeri; akan-tetapi diketjoealikan perkara klachtdelict kaloe orang jang mengadoe bang-sa Eropa atau dibang-samakan dengan bangbang-sa Eropa dan lagi perkara overtreding atas hasilnja

negeri-1) Perkara misdrijf jang dilakoekan dalam soerata jang ditjëtak tidak diketjoea-likan, tentoelah sebab keliroe. Boleh dipertjaja bahwa tidak lama lagi diketjoealikan djoega seperti doeloe.

N. B. De Landraad neemt van de in art. 88 R O bedoeld overtreding en kennis alleen in streken waar g e L Landgerecht is gevestigd (art. 95 4" R. O.). J-anagerecnt is De ter kennisneming van het Regentschapsgerecht staande d e neV / v -d e n^e r e C h t T K a n^e a n en S a p o e d f ( S o e r a ) door den Politierechter, op de Karimon-Djawa eilanden (Semarang

™1916W^n6f0 e r a b a i a ) d 0 0 r h e t LatldgereM S b i S l n H S c den Politierechter, t. w. overtredingen waarop geen

zwaar-dere straf staat dan hechtenis van ten hoogste 3 maan-den of boete van ten hoogste ƒ 100 met of zonder verbeurd-verklaring (art. 110 R. O.);

d. het Landgerecht, t. w. overtredingen, die van art. 88 R O inbegrepen, waarop geen zwaardere straf dan hechtenis van ten hoogste 3 maanden of boete van ten hoogste ƒ500 met of zonder verbeurdverklaring is gesteld (art. 116 novies R O ) •

i * ! ^ d 0 0 r Menlijk gezegde Inlanders ge-pleegde overtredingen evenwel met dien verstande dat de bedreigde straf van hechtenis steeds meer dan 6 dagen en die van geldboete steeds meer dan / 10 zij.

2. de overtredingen van het drukpersreglement bedoeld hii Stb. 1856 n». 74 j«. 1906 n°. 270 artt. 12 13 19 29 en 30

(art. 6 sub 15° Inv. V.). '

A nÀ 5" Ie r ?a k e v a n d e s u b 2 genoemde overtredingen staat de dader terecht voor den Raad van Justitie. e r t r e a ," ge n s t a a t

De Districtsgerechten in Sumatra's Westkust, Tapanoeli Banka ß.ll.ton en Menado en de RegentschapsgerchteT°nAmbofna nemen kennis van overtredingen gepleegd door eigenlijk gezég-f 15 ToS Flda;r?i SHg e S«e , <; %" h° °g S t e 6 dagen heihtSis 5f Hjke5gerechetenE1nttS ' " ^ B u i t e n b e z l t t i« ge" vindt men soortge-Doch overal zijn Magistraten (in Benkoelen, Palembang en Djambi: alleen rechtsprekende over „iet tot de I n h S c h e bevolking behoorende buiten de hoofdplaats wonende Inlanders en met dezen gelijkgestelden) en bijna overal Landnden^S bevoegdheid overeenkomt resp. met die van de Politierechters en van de Landraden op Java en Madoera. Alleen in Zuld-Nieuw-Gumea kent men geen Landraad; daar neemt het Residenüe-Gerechi kennis van de zaken elders aan den Landraad opgedragen

I aîîiwi T e r S u m a t r a's Westkust en in Tapanoeli heet de

voö?gfzeten:X/rVerre ""* ^ e e n rechtsk««*g ambtenaar w e X ^e e Ch.t S m a C h t V a n d e n I n l a n d s c he n rechter zijn even-1°. Inlandsche vorsten, Rijksbestierders, Regenten,

Onderregen-^ t e n Onderregen-^ o o k wanneer zij reeds zijn afgetreden of ontslagen »)

inlL^M1""1 f " a C , i e V e n d i e n S' Z i i n' m a g g e e n ^ v e r v o l g i n g tegen hen worden ingesteld zonder vergunning van den Gouverneur-Generaal, terwijl de b e h a X l i ™ hunner zaak ter terechtzitting geschiedt met gesloten deuren ' behandeling

10

KETERANGAN. Perkara klachtdelict j . t. diatas dipoetoes-kan olëh Landraad tjoema dimana tidak ada Landgerecht.

Di poelau2 Kangean dan Sapoedi iMadoera) overtreding' perkara Regentschapsgerecht dipoetoeskan olëh Politierechter;

di Karimon-Djawa (Semarang) dan Bawean (Soerabaja) olëh Landgerecht.

c. Politierechter ja-itoe overtreding jang antjamannja tidak lebih dari 3 boelan hechtenis atawa ƒ 100 denda dengan atau tidak dengan merampas, barang;

d. Landgerecht ja-itoe overtreding jang antjamannja tidak lebih dari 3 boelan hechtenis a t a u / 5 0 0 denda dengan atau tidak dengan merampas barang (djoega klachtdelict j . t. diatas);

akan-tetapi kaloe pesakitannja Inlander jang sebe-toelnja anak-negeri maka antjamannja selamanja mesti lebih dari 6 hari hechtenis atau ƒ 10 denda.

2. overtreding2 jang diseboet dalam reglement perkara soerat-tjëtak.

KETERANGAN. Perkara terseboet diangka 2 dipoetoeskan olëh Raad van Justitie.

Districtsgerecht di Sumatra's Westkust, Tapanoeli, Banka, Biliton dan Menado dan Regentschapsgerecht di Amboina me-moetoeskan overtreding dilakoekan olëh Inlander jang sebe-toelnja anak-negeri, asal antjamannja tidak lebih dari 6 hari hechtenis atau ƒ 15 denda. Ditempat2 lain di Buitenbezittingen (ja-itoe tanah-sebrang poelau Djawa dan Madoera jang masoek tanah-Hindia Belanda) tidak didapati gerecht jang begitoe roepa.

Akan-tetapi di Seantero Buitenbezittingen diadakan Magi-straat jang kekoeasaan sama dengan Politierechter (di Benkoelen, Palembang dan Djambi tjoema kaloe perboeatan dilakoekan oleh Inlander jang boekan sebetoelnja anak-negeri bertinggal diloear kota dan jang disamakan dengan Inlander), dan Land-raad jang kekoeasaan sama dengan LandLand-raad di Djawa dan Madoera, ketjoealikan di Zuid-Nieuw-Guinea perkara Landraad dipoetoeskan olëh Residentie-Gerecht.

KETERANGAN. Di Sumatra's Westkust dan di Tapanoeli Landraad jang Presidentnja boekan ambtenaar'ilmoe penga-dilan dinamai Rapat.

Biarpoen pengadilan dan. hakim jang terseboet diatas ini mëmangnja pengadilan boeat Inlander tetapi perkara sekalian Inlander jang terseboet dibawah ini tidak dipoetoeskan olëh Inlandsche rechter:

1. Radja '), Rijksbestierder, Regent, Onderregent, biarpoen soedah berhenti atau dilepas dari pangkatnja.

1) Selamanja merika-itoe masih mendjabat pangkatnja. tidak boleh diperkarakan kaloe tidak mendapat idzinnja Gouverneur-Generaal dan peperiksaan perkara itoe dihadapan hakim haroes dengan toetoep pintoe.

(Stb. 1867 no. 10, 1869 nos. 27 en 101, 1882 no. 20, 1901 no. 306, 1915 no. 369.).

Deze regel geldt alleen voor die aanzienlijke Inlanders, die justitiabel zijn voor den Gouvernementsrechter en geldt dus niet voor die Zelfbestuursgebieden, waar de rechtsmacht niet of niet geheel (Vorstenlanden: Stb.

1903 no. 8 art. 2 § 1) aan het Ned.-Indisch Gouver-nement is overgedragen noch voor rechtstreeks bestuurd gebied, waar eigen rechtspleging aan de bevolking is gelaten m. a. w. niet voor die Inlanders, die justitiabel zijn voor den Inheemschen rechter (Bb. no. 7106);

2°. hunne vrouwen, bloedverwanten en aangehuwden tot den vierden graad ingesloten, wettige en onwettige, mits de persoon, met wien zij verwant zijn, nog leeft op het oogenblik dat de strafvervolging wordt ingesteld;

3°. Inlanders, die recht hebben op het voeren van den vorstentitel, ofschoon zelf nooit geregeerd hebbende;

4°. Patihs, Districtshoofden en andere Inlandsche hoofden, die over de eigenlijk gezegde Inlandsche bevolking een gelijk of hobger gezag uitoefenen dan de Districtshoóf-den, voorts Ondercollecteurs, Hoofdpriesters, Hoofddjaksa's, en Djaksa's alsmede Fiscaal-griffiers (Stb. 1915 no. 369), en hune adjuncten, Priesters die als permanente advi-seurs zitting hebben in de Inlandsche rechtbanken door een Europeesch ambtenaar voorgezeten, leden van den Landraad en Inlandsche leden van de Weeskamer te Batavia en van de Wees- en Boedelkamers elders (Stb. 1908 no. 348), mits het feit begaan en de straf-vervolging aangevangen zij toen zij nog in werkelijken dienst waren;

5°. niet-Europeesche leden der Gewestelijke en Plaatselijke Raden, zoolang zij met het lidmaatschap zijn bekleed (Stb. 1905 no.

137.)-6°. door de Regeering aangestelde Hoofden van Vreemde Oosterlingen, effectief en titulair, en Chineesche leden van de Weeskamer te Batavia en van de Wees- en Boe-delkamers elders (Stb. 1908 no. 347.);

AI deze lieden staan wegens het plegen zoowel van misdrij-ven als van overtredingen terecht voor den Europeeschen rechter: de sub 1° genoemden, in actieven dienst zijnde, ter zake van elk strafbaar feit voor den Raad van Justitie, al de anderen voor dezelfde rechters als Europeanen.

N. B. Voor de Buitenbezittingen vindt men ten dezen nog speciale bepalingen:

voor Menado in Stb. 1882 no. 19 Amboina , „ 1896 „ 41 Sumatra's Westkust , „ 1900 „ 324 Z. en O. Afd. Borneo . . . . „ „ 1913 „ 334.

11

Hatoeran ini tidak dilakoekan boeat perkaranja orang iang dipoetoeskan oléh Inheemsche rechter (lihat dibawah) maka dari sebab itoe tidak dilakoekan di tanah-Zelfbestuur dimana kekoeasaannja hakim2 boeat memoetoeskan perkara tidak atau tidak semoea (seperti dikeresidënan Solo dan Diocia) diserahkan pada Goepernemen. Begitoe djoega di tanah2 iang diperintah oleh Goepernemen sendiri akan tetapi hak memoetoeskan perkaranja boemi poetera tidak diserahkan pada Goepernemen;

2 isteri keloearga dan periparan orang- ]ang terseboet di angka 1 sampai kepada tjoetjoe dari tjoetjoenja, kakê dan kake nja, tioetioe dari soedaranja jang laki2 atau perampoean, soedara laki2 atau perampoean dari kake'nja, biar poen isteri dan keloearga2 itoe menoeroet adat isteri dan keloearga jang sediati (toelën) atau tidak, asal orang2 j . t. diangka 1 itoe lagi hidoep, ketika si pesakitan dibikin-perkara;

3 Inlander iang berhak akan memakai nama Pangeran, biar poen dia beloem pernah memegang pangkat akan memerintah negeri;

4 Patih Wedana dan lain2 prijaji, jang sama tinggi pangkatnja dengan atau lebih tinggi daripada Wedana dalam hal meme-rintah negeri; Ondercollecteur, Hoofdpenghoeloe, Hoofddjaksa, Djaksa dan Adjunct2-nja, Fiscaal-Griffier, sekalian Penghoeloe iang tetap ditentoekan akan membantoe dipengadilan boeat Inlander, iang dikepalai olëh hakim Belanda, begitoe djoega lid2 Landraad, dan Inlander jang memegang djabatan hd Weeskamer Betawi atau lid Wees- en_ Boedelkamer di-Hindia Belanda, asal perboeatan jang boleh dihoekoem itoe dilakoekannja selagi dia memegang pangkatnja, dan dia beloem dilepas ketika dia dibikin-perkara sebab perboeatan j . t.;

5. Inlander atau orang jang disamakan dengan Inlander jang memegang djabatan lid Gewestelijke atau Plaatselijke Raad, selagi dia memegang pangkat itoe;

6 Kepada2 bangsa jang di samakan dengan Inlander, jang di-angkat oléh Pemerintah Agoeng (selagi dia memegang pangkatnja atau titulair) dan orang Tjina jang memegang djabatan lid Weeskamer di-Betawi atau Wees- en

Boedel-kamer di-Hindia Belanda. . .

Perkara sekalian orang2 jang terseboet diatas ini, biar poen perkara misdrijf atau overtreding, dipoetoeskan olêh pengadilan atau hakim jang dinamai Europeesche rechters (pengadilan atau hakim boeat bangsa Eropa): perkara orang- terseboet di angka 1°. selamanja masih mendjabat pangkatnja dipoetoeskan olëh Raad van Justitie, biarpoen perkara misdrijf atau over-treding. Perkara sekalian orang2 jang lain dipoetoeskan oleh Raad van Justitie atau Residentiegerecht atau Landgerecht.

KETERANGAN. Dalam hal ini di Buitenbezittingen

dia-daMennamdoing!. " ^ T . ' • • • • Stb. 1882 no 19 Ambon » ]S96 „ 41 Sumatra's Westkust . . „ . . „ 1900 „ 324 Z. dan O. Afd. Borneo . . . ,. 1913 „ 334 3

trokken zijn met E u r o o S n Ä ?"i d i e '" d e z e I f d e z a a k be-zij deze b j den aänva„e îan î i ? T " 8eIiikgesteJden, ten-niet meer L l e v e n " " ? ^ " « ^ ^ ^ t e r e C h t z i t t i"g

p l Ï n f ï ^ S onderdanen511111^' -d°0 r h e t W e l k d e « * * • Gouvemement, a l s m e d e ^ r e c h t s t ^ L ' l °t v e rge d r ag ^ aan het uitzondering de bevolWne in h i ^ . b e s^ d gebied, waar bij gelaten, w^rdt in T e " |ue n b e Ü t i n t T ' ' ^ r e c h t sP ' e g ' " g is Jnheemsche rechters Desnie e m i f i g , /e c h t g e sPr o k e n d o° r

feiten in den regel t ? k e n „ T v a l r"*"" b e g a"e S t r a f b a r e

bovenvermeld wannee ze zli"XelTL d e n n G°u v e r"e mentsrechters Oosterlingen, Inlandsche Ä n d S f e n a S ! ^ s T ^ ' V r e e m d e

of andere rechtstreeks nnHPr h ! ( S t b' I 9 0 9 n o- 320) Regeerin, staande pe«o„en of B S *"" H6 h N e d: " ' "d i^ h e het Zelfbestuur wanneerTeîen meî een ir h°O I?g e n V a n

in vereeniging eenig strafbaar M?l uu d e r e e r s tgemelden wanneer zij hebben begaan h £« ' " g e p'e e g d d a n w e l

aanzien van het G o u v e S m L H J e,e-1l g s t r a f b aa r feit ten

no. 24 a r , H e„ Ä Ä . S ^ ^

bulten diens rechtïïehieH ï.- J ' ^ f « " fei' Sepleegd

•ree^en-n,; g e b Ä ^ d A Z7, „ml s tS,,l ef" >»'1«

Afdeeling van BoraeoV W ™ " ? ! ? * « ,1 8 9 6 n o" 2 2 0 W e s t"

en Lomffok). Zi!T voorts' art , 9 I n v v ' ^ " °S , 8 5' 1 8 6 <B a l i

alsmede i n g e v a l ' e e f b g e f e n " e ™ m S ^ ' b ^ T ^ d i , , g e n

de schepeling der K r f M - m l l l t a i r' ~ "n i e r° n d e r begrepen

niet wa„P„e ?8de bUreer^„m1dde",<;T/0 0 r,h e,, n ' « o n t s l a a n (dus

ontslagen of dn LÜ'J' u " a c t i e v e n dienst dan wel eervo

12

Kaloe Inlander atau orang jang disamakan dengan Inlander melakoekan misdrijf atau overtreding bersama"- dengan orang Eropa atau orang jang disamakan dengan bangsa Eropa atau dia tertjampoer dalam perkara itoe maka perkara j . t. dipoe-toeskan djcega olêh Europeesche rechter, ketjoealikan kaioe si pesakitan bangsa Eropa itoe soedah mati atau tidak ada, ketika perkara, j . t. mesti dipoetoeskan.

Di tanah2 Zelfbestuur di Buitenbezittingen jang hak memoe-toeskan perkara rajatnja tidak diserahkan pada Goepernemen per-kara2 dipoetoeskan olêh hakim boemi poetera Inheemsche rechters.

Begitoe djoega ditanah2 jang diperintah oleh Goepernemen tetapi haknja memoetoeskan perkara ditetapkan padanja.

Akan-telapi tidak semoeanja perkara dipoetoes olêh Inheem-sche rechter, ja-itoe perboeatan2 jang dilakoekan di tanah2

terseboet itoe seringkali dipoetoes olêh hakim Goepernemen, kaloe pesakitannja bangsa Eropa, bangsa asing, prijaji2 atau orang2 jang di bawah perintah Goepernemen atau kaloe dia rajatnja Zelfbestuur jang berboeat kelakoeannja bersama2

dengan seorang dari pada j . t. diatas ini atau kaloe boemi poetera itoe melakoekan perboeatan jang boleh dihoekoem pada Goepernemen (kepoenjaannja atau kehasilannja) atau melanggar oendang2nja Goepernemen jang sah di tanah Zelfbestuur itoe.

KETERANGAN. Kaloe orang jang dibawah kekoeasaan Inheemsche rechter melakoekan soeatoe perboeatan diloear daërahnja maka perkaranja dipoetoes oleh hakim Goepernemen.

Misdrijf atau overtreding jang dilakoekan olêh orang-militair selagi dia orang-militair maka dipoetoeskan oleh hakim-militair.

Begitoe djoega kaloe dilakoekan sebeloemnja dia mendjadi orang-militair, asal sadja misdrijf atau overtreding itoe baroe didja-dikan perkara ketika dia soedah memegang djabatan militair.

Akan-tetapi overtreding dalem hal hasil-negeri selaloe dipoe-toeskan olêh hakim biasa {burgerlijke rechter). Begitoe djoega perkara orang-militair — disini terhitoeng djoega orang kapal-perang dari K. N. Marine — kaloe dia dengan orang jang boekan militair (burger) dipanggil dihadapan hakim itoe dari sebab dia melakoekan soeatoe perboeatan bersama*. Kaloe orang-burger soedah meninggal atau tidak ada maka perkara itoe dipoetoes olêh hakim militair.

Kaloe orang militair jang mesti menghadap dimoek burger-lijke rechter seorang lnlandsch Officier didalam pangkat atau dilepas dengan hormat atau seorang aspirant-officier O. I. L.

maka perkaranja itoe dipoetoeskan oleh Europeesche rechter.

KETERANGAN. Prijaji' politie haroes djoega melakoekan kewadjibannja kaloe orang2-militair berboeat kedjahatan atau pelanggaran jang mesti dipoetoes oleh hakim-militair. Merika-itoe olêh politie dengan segera mesti diserahkan pada Pem-besar orang-militair dari Land- atau Zeemacht ja-itoe pada

N. B. De politie is intusschen gehouden op te treden tegen eiken militair, die een strafbaar feit begaat, ook al staat dit feit ter kennisneming van den militairen rechter. Zij levert hem evenwel met een procesverbaal van hetgeen door haar is gedaan ten spoedigste over aan de militaire autoriteit van de Land- of Zeemacht d.. i. aan den Garnizoenscommandant (art. 19 R. L.) of aan den Commandant van het oorlogsschip.

Is boven behandeld de bevoegdheid van den Inlandschen rechter en de Inlandsche politie in algemeenen zin, thans dient te worden besproken hunne competentie in het concrete geval, b.v. er is ergens door een Inlander ƒ 100 gestolen. De Landraad neemt dan kennis van zijne zaak. Maar welke Landraad? Binnen het ressort van welken Landraad zal de daar functioneerende politie de zaak voorloopig hebben te onderzoeken ? Bij voorkeur zal het zijn de Landraad en dus ook de politie welke gevestigd is in de afdeeling of het regentschap, binnen welke het strafbaar feit is gepleegd (art. 241 I. R. j°. art. 89 R. O.)- Is de diefstal dus gepleegd in de afdeeling Soerabaja, alsdan de Landraad van Soerabaja.

Is hij gepleegd in de haven van Soerabaja of in de territoriale zee langs de kust van die afdeeling, alsdan dezelfde Landraad.

Had het feit plaats aan boord van een Ned.-Indisch schip in volle zee, alsdan de Landraad, binnen welks ressort de plaats is gelegen, waar het schip tehuis behoort, d.i. de woon-plaats van den eigenaar van het vaartuig of de woon-plaats waar de reederij is gevestigd.

Werd het gepleegd op grondgebied buiten Ned.-Indië maar is de Ned.-Indische strafwet' op den dader toepasselijk, dan heeft zijne terechtstelling plaats voor den Landraad, binnen wiens ressort de verdachte woont of in hechtenis is genomen, en, zoo hij in Ned.-Indië geen verblijf hield, voor den Landraad, van Gouvernementswege aangewezen, daar geen Landraad als-dan onbevoegd zou zijn van de zaak kennis te nemen.

Intusschen mag ook in de andere hooger genoemde gevallen de Landraad, binnen wiens ressort de beklaagde woont, verblijf houdt of in hechtenis is genomen, de zaak aan zich trekken, mits de woonplaats van het grootste aantal der op te roepen getuigen nader bij deszelfs zetel is gelegen dan bij dien van den Landraad, binnen wiens ressort het feit is gepleegd.

Zal in den regel de hoofdleiding van het voorloopig onder-zoek berusten bij de politie van het rechtsgebied waarbinnen het feit is begaan, en zal dus de politie uit het ressort van een anderen rechter enkel op hare uitnoodiging in beweging worden gesteld, dit neemt niet weg, dat de politie ter plaatse, waar een verdachte wordt aangehouden of een stuk van over-tuiging wordt in beslag genomen, eigener autoriteit nauwgezet zal hebben te onderzoeken de omstandigheden waaronder

zulks is geschied en de resultaten van dit onderzoek ten spoedigste ter kennis zal hebben te brengen van de politie, die de hoofdleiding in handen heeft.

13

Garnizoenscommandant atau pada Commandant Japal-^rang dengan disertainja procesverbaal dan apa jang soedah diperiksa.

Diatas ini soedah diterangkan bagimana akan mengetahoei oencadilan iang mana mesti memoetoeskan perkara ini atau Roe dan bagimana kekoeasaannja prijaji* politie dalam hal ini.

Sekarang kita terangkan: kaloe seandainjaada soeatoe perkara — oepamanja si Kromo mentjoeri wang ƒ I O C [ b a n i a k n j a - ^ k a matalah menoeroet keterangan ang terseboet d atas ini perkara

"toe diadi perkara Landraad. Tetapi Landraad jang mana mesti memoioes&n perkara itoe? Dan prijaji politie da am daerah Landraad jang mana mesti mengoeroeskan perkara? Mestinja.

Landraad dan prijaji politie jang ada di afdeehng atau

Landraad dan prijaji politie jang ada di afdeehng atau