• No results found

Er zijn nooit simpele lessen te trekken uit het verleden. Toch loont het de moeite om in een woelige tijd als de onze, waarin felle tegenstellingen en wantrouwen het publieke debat tekenen, te kijken naar vergelijkbare tijden, zoals rond 1848. Daarin werd de status quo bevraagd in een verhit publiek debat in kranten en vooral in pamfletten en brochures die in 1848 in aantal flink toenamen (Aerts, 2018, p. 376). Niettemin vond Nederland vreedzame oplossingen in de vorm van gematigde politieke hervormingen zonder revolutionair geweld. Daarbij speelde beslist de eeuwenoude consensus- en vergadercultuur een rol. Zo had het revolutiejaar 1848 voor Nederland geheel andere gevolgen dan voor grote delen van Europa, zoals Frankrijk, Italië, Duitsland en het Habsburgse Rijk, die alle verzand raakten in een dialectiek van revolutie en een daaropvolgende reactie van con- servatieve krachten. Neem de machtsgreep van de autocratische

Napoleon III, die zich eerst tot president liet verkiezen en zich daarna al snel in de geest van zijn beroemde oom tot keizer liet kronen. Nog tekenender is de opmars van de Pruisische ‘ijzeren kanselier’ Otto von Bismarck, die met harde hand Duitsland zou verenigen. Dat deed hij, volgens zijn beroemde rede in 1862, omdat volgens hem uit de verwikkelingen in 1848 te leren viel dat niet door ‘praten of meerderheidsbesluiten’ (parlementaire democratie), maar door ‘ijzer en bloed’ (geweld) de grote kwesties van zijn tijd zouden worden beslecht (Matthias, 2013, p. 200).

Het bijzondere van Nederland in 1848 is dat in de zoektocht naar politieke waarheid – die vooral de vorm aannam van een twist over het belang en de precieze vorm van een meer democratische, constitutionele monarchie – het publieke debat werd uitgeprobeerd om die waarheid te vinden, een poging die verankerd lag in een cultuur waarin waarden als harmonie, kalmte, rust en eendracht centraal stonden. Daarmee werd uiteindelijk relatief vreedzaam een oplossing gevonden voor een kwestie die Nederland gedurende de jaren 40 steeds meer in haar greep begon te krijgen. Dit terwijl het publieke debat in het buitenland juist vaak een bron van wanorde en onrust was en de ‘politieke waarheid’ een speelbal werd van onenigheid, conflict en particuliere belangen. De intenties waren er, bijvoorbeeld bij politiek geëngageerde burgers in Parijs en Berlijn, om de polarisatie te ontstijgen en het publieke debat over de wenselijke gevolgen van de revolutie serieus en ordentelijk te voeren volgens parlementaire conventies. Toch strandden alle initiatieven in die richting in een moeras van vijandige polarisatie, die door reactionairen kon worden aangegrepen om gewapenderhand de orde te herstellen (Waling, 2016, pp. 250-253).

Die situatie doet denken aan Nederland in 2020. Daarin lijkt de eeuwenoude consensus- en vergadercultuur haar kracht te hebben verloren. In een jaar als 1848 bleek het mogelijk om op vreedzame en relatief harmonieuze wijze een oplossing te vinden voor fundamentele disputen, met als gevolg de invoering van een meer democratische constitutionele monarchie. Wat 1848 als spiegelbeeld voor het heden als les te bieden heeft, is dat

zonder een breed gedeelde waardering voor overleg, consensus en harmonie in de Nederlandse samenleving en het politieke bestel, het lastig is om grote impasses te overbruggen. Zonder die gedeelde waardering heeft Nederland een weinig rooskleurig en inspirerend toekomstbeeld: niet alleen een van doormodderen, maar vooral een van moddergooien. Het publieke debat is door internet en sociale media toegankelijker en breder dan ooit, wat in een democratie in principe heuglijk nieuws kan zijn. Maar tegelijk is het debat diffuser, vijandiger en onoverzichtelijker geworden. De balans met het oude streven naar overleg, consen- sus en harmonie in het politieke en maatschappelijke domein is volledig zoek. Tegelijk kan de politieke strijd om fundamentele kwesties – zoals soevereiniteitsoverdracht aan de EU, de verplich- tingen van andere internationale verdragen en oplossingen voor klimaat- en milieuproblematiek en de immigratiekwestie – niet met de mantel der liefde worden bedekt, zonder de principes van democratische besluitvorming geweld aan te doen. De hamvraag voor Nederland in de eenentwintigste eeuw luidt wat ons betreft dan ook: hoe vinden we de balans terug, hoe bereiken we een verhitte consensus?

Literatuur

Aerts, R. (2018). Thorbecke wil het: biografie van een staatsman. Amsterdam: Prometheus.

Aerts, R., De Liagre Böhl, H., De Rooy, P., & Te Velde, H. (2013). Land van kleine

gebaren: een politieke geschiedenis van Nederland 1780-2012. Amsterdam: Boom.

Arnhemsche Courant. (1848a, 6 januari). Nederland en Duitschland. V. Arnhem-

sche Courant. Geraadpleegd op 6 november 2018, van: https://resolver.kb.nl/

resolve?urn=ddd:010151281

Arnhemsche Courant. (1848b, 4 maart). Frankrijk’s beweging. Wat zal Europa, wat zal Nederland doen? Arnhemsche Courant. Geraadpleegd op 7 november 2018, van: https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010151323

Bos, D. (2001). Waarachtige volksvrienden: de vroege socialistische beweging in

Amsterdam, 1848-1894. Amsterdam: Bert Bakker.

De Rooy, P. (2014). Ons stipje op de waereldkaart: de politieke cultuur van Nederland

Ham, L. (2011). Verbroken familiebanden. Negentiende-eeuwse consensuscultuur in liefdadigheidsuitgaven rond 1861. Neerlandica Wratislaviensia, 20, 113-127. Kneppelhout, J. (1848). Landgenooten! Utrecht: Van Heyningen en Post Uiterweer. Krüger, R. (1979). Biedermeier: eine Lebenshaltung zwischen 1815 und 1848. Wenen:

Edition Tusch.

Lademacher, K. (1998). Niederlande und Belgien. Bemerkungen zu den Ursachen revolutionärer Abstinenz. In D. Dowe, H-G. Haupt en D. Langewiesche (Red.),

Europa 1848: Revolution und Reform (pp. 351-388). Bonn: J.H.W. Dietz Verlag.

Lauret, L. (2018). Respecting the Order and Liberty of Deliberations. Continuity of Meeting Practices in the Dutch States General (c. 1750-1830). BMGN – Low

Countries Historical Review, 3(188), 122-145.

Lion, I.J. (1848). Wat moet het volk van Nederland doen, in deze tijden van beroerten? Amsterdam: J.M.E. Meijer.

Matthias, A. (2013). Otto von Bismarck: sein Leben und sein Werk. Hamburg: Severus Verlag.

Nationaal Archief. (1848a, 6 maart). Kopie van brief 6 maart 1848, van de referendaris-direct van politie aan de procureur-generaal van Zuid-Holland (nummer toegang 2.09.01, inventarisnummer 4670), Den Haag.

Nationaal Archief. (1848b, 10 maart). Brief van de procureur-generaal van het provinciaal gerechtshof te Groningen aan de minister van Justitie (nummer toegang 2.09.01, inventarisnummer 4670), Den Haag.

Nationaal Archief. (1848c, 11 april). Missive van de minister van Binnenlandse Zaken aan de gouverneurs van alle provincies (nummer toegang 2.04.01, inventarisnummer 2628), Den Haag.

Nieuwe Rotterdamsche Courant. (1848, 29 februari). De Gebeurtenissen van den Dag. Nieuwe Rotterdamsche Courant. Geraadpleegd op 8 november 2018, van: https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010081472

Oddens, J. (2012). Pioniers in schaduwbeeld: het eerste parlement van Nederland

1796-1798 (Proefschrift). Universiteit van Amsterdam, Amsterdam.

Robijns, M.J.F. (1967). Radicalen in Nederland, 1840-1851. Leiden: Universitaire Pers. Rutjes, M. (2014). Onderdrukt onbehagen. Het ontstaan van de repressieve staat in Nederland, 1780-1815. In B. Mellink, P. van Dam en J. Turpijn (Red.), Onbehagen

in de polder. Nederland in conflict sinds 1815 (pp. 23-42). Amsterdam: Amsterdam

University Press.

Slijkerman, D. (2011). Het geheim van de ministeriële verantwoordelijkheid: de

verhouding tussen koning, kabinet, kamer en kiezer, 1848-1905. Amsterdam:

Bert Bakker.

Sperber, J. (2005). The European Revolutions 1848-1851. Cambridge: Cambridge University Press.

Te Velde, H. (2010). Van regentenmentaliteit tot populisme: politieke tradities in

Nederland. Amsterdam: Bert Bakker.

Van de Waardt, M. (2019). De man van 1848: Dirk Donker Curtius. Nijmegen: Vantilt. Van Sas, N. (2005). De metamorfose van Nederland: van oude orde naar moderniteit,

Van Vree, W. (1994). Nederland als vergaderland. Opkomst en verbreiding van een

vergaderregime. Groningen: Wolters-Noordhoff.

Van Zanten, J. (2013). Willem II, 1792-1849. Amsterdam: Boom.

Vreede, G.W. (1848, 28 februari), zonder titel. Utrechtse Provinciale en Stads-

courant, geraadpleegd op 8 november 2018, van: https://resolver.kb.nl/

resolve?urn=ddd:010779064

Waling, G. (2016). 1848 – Clubkoorts en revolutie: Democratische experimenten in

2. Consensusvorming en gedeelde

waarheid in de verzuilde en

ontzuilde samenleving