• No results found

Naar nog betere stemhulpen

Er is bij het electoraat grote behoefte aan stemhulpen: ze worden veel gebruikt en men lijkt ze leuk te vinden. Het feit dat ze digitaal makkelijk voor iedereen te bereiken, interactief en snel zijn, zal hierin zeker een rol spelen. Voor zover de effecten van het gebruik zijn vast te stellen, lijken die voornamelijk positief. Gebruikers voelen een groter politiek zelfvertrouwen na het stemhulpgebruik, en stemhulpen dragen bij aan een hogere opkomst. Alle reden dus om te blijven investeren in de ontwikkeling van stemhulpen bij alle soorten verkiezingen – vooral misschien bij die verkiezingen waaraan traditionele landelijke nieuwsmedia minder aandacht besteden. Met name voor de zogenaamde ‘second order elections’ (zie Reif & Schmitt, 1980), zoals de provinciale statenverkiezingen, de gemeenteraadsverkiezingen en de waterschapsverkiezingen, zijn stemhulpen een relatief belangrijke informatiebron.

Wel lijkt er nog een wereld te winnen in het ontwerp van stemhulpen, zodat die nog beter bijdragen aan de politieke gelet- terdheid van hun gebruikers. Hoe kunnen deze gebruikers beter worden verleid en uitgedaagd om zich echt te verdiepen in de thema’s van de vragen, zodat hun antwoord op werkelijk begrip

van de vraag is gebaseerd? Idealiter zou de stemhulpbouwer semantische problemen voorkomen door moeilijke woorden toe te lichten. En pragmatische problemen verkleinen door meer context en achtergrond bij een thema te bieden. Er zou bijvoorbeeld aangegeven kunnen worden wat overwegingen kunnen zijn voor en tegen het verhogen van de parkeertarieven. Een probleem is echter dat verschillende partijen om verschillende redenen voor of tegen kunnen zijn. Als de stemhulpbouwer alle verschillende politieke redenen vóór en tegen geeft, zal dit het begrip wellicht niet ten goede komen. Maar als de stemhulpbouwer een keuze maakt in de argumenten die hij voor of tegen geeft, is de kans groot dat dit de antwoorden stuurt. Elke toelichting kan politiek geladen zijn, zelfs al is het ‘alleen maar’ een semantische uitleg.

Stemwijzer lost die problemen deels op door per vraag via een klik op een soort ‘verkiezingsbord’ meteen al aan te geven wat partijen over dat issue vinden (en waarom). Een gebruiker die dat allemaal leest, zal beter begrijpen waarover de stelling gaat. Een open vraag is echter in welke mate gebruikers voldoende gemotiveerd zijn om die informatie te lezen; het doorspitten van al die tekst bij elke vraag zal mogelijk afbreuk doen aan het snelle karakter en aan het ‘fun’-element van de stemhulp. Een andere kwestie is in welke mate gebruikers door dit soort toelichting worden geremd in een proces van open deliberatie, en worden gestimuleerd, via een soort autoriteitsargumentatie of via sociale identificatie, om zich aan te sluiten bij het standpunt van de partij met wie ze zich al bij voorbaat het meest verwant voelen.

Een andere vraag die voortvloeit uit ons observatieonderzoek, is hoe gebruikers nog beter kunnen worden verleid het resultaten- scherm niet als eindpunt te zien, maar als beginpunt voor verdere exploratie. Misschien is het mogelijk om met gaming-achtige elementen de gebruiker beter uit te dagen te ‘spelen’ met het eindresultaat. Wat verandert er in mijn resultaat als ik vraag x en y buiten beschouwing laat? Waarom zit ik volgens de stemhulp het dichtste bij 50Plus terwijl ik zelf dacht dat het GroenLinks zou zijn?

Om het ontwerp van stemhulpen op deze twee bovengenoemde punten te verbeteren, is samenwerking nodig tussen stemhulp- bouwers, communicatiekundigen, politieke communicatieweten- schappers, websitebouwers en -ontwerpers, gamingspecialisten. In een cyclus van gebruikersonderzoek, ontwerp en toetsing van de effecten kunnen nog vele mooie nieuwe ontwerpstappen gemaakt worden, waardoor de bijdrage van stemhulpen aan de politieke kennis van hun gebruikers wordt vergroot.

En er zijn nog twee punten, iets meer buiten het concrete ontwerp van de stemhulp, die ook aandacht behoeven: hoe kan duidelijker gemaakt worden aan gebruikers dat de vragen in een stemhulp niet de belangrijkste issues in die betreffende verkie- zing zijn, maar de issues waarover de minste overeenstemming tussen partijen is? De issues dus die het beste onderscheid maken tussen de politieke partijen op dat moment? Het misverstand van gebruikers dat men nu beter weet wat de op te lossen maatschap- pelijke issues van dit moment zijn, bleek tamelijk wijdverbreid. Er kunnen naast de kwesties in de stemhulp heel goed ook nog heel andere dingen spelen die veel belangrijker zijn, maar waarop tussen partijen veel meer overeenstemming is over de aanpak die nodig is. Een voor de hand liggende oplossing zou zijn om ook vragen op te nemen over onderwerpen die momenteel belangrijk zijn maar niet (voldoende) differentiëren tussen partijen. Nadeel is echter dat de vragenlijst hierdoor langer wordt, wat afbreuk kan doen aan het ‘fun’-element.

Een tweede punt, dat in dit essay verder niet aan bod kwam, betreft het bereik van stemhulpen. Stemhulpen zijn als digitale gratis tool voor iedereen beschikbaar, maar lijken in de praktijk toch veelal gebruikt te worden door het wat hoger opgeleide en in politiek geïnteresseerde deel van het electoraat (zie Van de Pol, Holleman, Kamoen, Krouwel, & De Vreese, 2014 en 2019 voor de achtergronden en doelstellingen van stemhulpgebruikers). Toch lijken de positieve effecten op zelfvertrouwen en stem- intentie het grootst bij de wat lageropgeleide en minder in politiek geïnteresseerde burgers. Dit gebruikspatroon is zeker niet uniek voor stemhulpen, want dergelijke mattheuseffecten zijn in vele

maatschappelijke domeinen zichtbaar. Er zou nog veel winst te boeken zijn door te onderzoeken hoe deze lageropgeleide en minder geïnteresseerde groepen beter bereikt kunnen worden met een stemhulp, en hoe het ontwerp van stemhulpen er uit moet zien om deze groepen optimaal te bedienen.