• No results found

Effecten van online informatie op politieke betrokkenheid

Nu duidelijk is geworden welke informatie online wordt gezien en hoe wij nieuwsmedia combineren, is het van belang om uiteen te zetten of het online lezen van informatie leidt tot meer politieke betrokkenheid. Leidt het lezen van online informatie tot een grotere neiging om te stemmen bij verkiezingen? Of mobiliseert online informatie mensen om meer te gaan demonstreren? Het is belangrijk om de effecten van het meer lezen van online informatie te onderzoeken, omdat we – zoals eerder toegelicht – informatie nodig hebben om een zinvolle bijdrage te leveren aan de democratie door bijvoorbeeld politiek actief te worden of een geïnformeerde stem uit te brengen.

Veel wetenschappers verwachten een relatie tussen het lezen van nieuws online (en via sociale media) en politieke

betrokkenheid, maar twijfelen over de richting daarvan (Bou- lianne, 2015). De onderliggende reden dat digitale media een effect hebben op de politieke betrokkenheid van mensen ligt in het netwerk voornamelijk op sociale media. Wanneer we gebruikmaken van online en sociale media, dan is de kans groot dat we nieuws lezen dat vrienden, familie of traditionele nieuwsmedia met ons delen. Verwacht wordt dat de kans op deze incidentele blootstelling aan nieuws groter is online, omdat de netwerken online simpelweg groter zijn. Bovendien ver- trouwen we informatie die van bekenden komt, dus is de kans groter dat we die informatie lezen en dat we erdoor beïnvloed worden. In je online netwerken zitten vaak ook vrienden en familieleden die je minder vaak spreekt. Hierdoor kun je verrast worden door nieuws en wellicht aangespoord worden om actief bij te dragen aan de politiek.

De afgelopen jaren is er veel onderzoek gedaan naar de relatie tussen online media en politieke betrokkenheid. De onderzoeken variëren in methoden (bijvoorbeeld langlopend en kortlopend vragenlijstonderzoek, maar ook experimenten) en focussen zich op verschillende landen (vaak in Noord-Amerika en West-Europa). Shelley Boulianne heeft een aantal overzichtsstudies uitgevoerd naar de relatie tussen online mediagebruik en politieke participa- tie. In haar studie uit 2015 neemt ze vooral eerder onderzoek mee dat zich concentreert op sociaal mediagebruik, zoals Facebook, Twitter en YouTube. Ze vindt vaak dat sociaal mediagebruik kan leiden tot meer politieke betrokkenheid (in bijna de helft van de onderzoeken, de andere helft laat vaak geen significante effecten zien). Toch moeten we ook een grote slag om de arm houden als we dit onderzoek bekijken. Tot 2015 is er (te) vaak alleen gekeken naar de samenhang tussen online mediagebruik en politieke betrokkenheid en niet naar de oorzaak-gevolgrelatie tussen mediagebruik en betrokkenheid. Met andere woorden, we kunnen niet uitsluiten dat veel onderzoekers ook vonden dat politiek betrokken burgers vaker online media gebruikten.

Recentelijk heeft Boulianne haar onderzoek herhaald en uitge- breid samen met Theocharis (2018), maar zij richtten zich volledig

op jongere generaties. Dit is niet verrassend, omdat dit de groep is die juist het vaakst online nieuws consumeert. In hun onderzoek vonden zij, op basis van 106 studies die zijn uitgevoerd tussen 1995 en 2016, dat digitaal mediagebruik een positieve impact heeft op de politieke betrokkenheid van jongeren (bijvoorbeeld politieke e-mails sturen naar vrienden of het doorsturen van een politieke video). De gevonden relatie is zelfs sterker dan bij de volwassen populatie. Jongeren bevinden zich in een belangrijke levensfase, waarin hun politieke interesses en betrokkenheid nog vormbaar zijn. Mogelijk leidt het gebruik van sociale media daarom vaker bij jongeren tot meer politieke betrokkenheid dan bij volwassenen (zeker omdat het zo veelvuldig wordt gebruikt). Een kanttekening bij dit onderzoek is dat het hier niet alleen gaat om nieuwsconsumptie. Het is vooral politiek mediagebruik dat de doorslag geeft en dat leidt tot meer politieke betrokkenheid bij jongeren. Onder politiek mediagebruik wordt onder meer verstaan het consumeren van nieuws over politiek of actuali- teiten, verkiezingsinformatie, het bezoeken van websites van politieke partijen of sociale bewegingen, e-mailen of chatten over politieke onderwerpen, het volgen van politici op sociale media, en andere vormen van online politiek activiteiten (bijvoorbeeld het ondertekenen van online petities).

Deze bevindingen worden ook bevestigd door eigen onderzoek naar jongeren in Zweden (Moeller, Shehata & Kruikemeier, 2018). Ons eigen onderzoek was echter nog iets uitgebreider en vermijdt tekortkomingen van eerder onderzoek. In dit onderzoek kijken we of politieke interesse (een vorm van politieke betrokkenheid) toeneemt door de jaren heen. De verwachting is namelijk dat – zeker bij jongeren – de interesse in de politiek kan groeien. Om dit te doen hebben we jongeren vijf jaar gevolgd. We vroegen ze elk jaar naar hun online mediagebruik en hun politieke interesse. De verwachting is namelijk dat als je eenmaal geïnteresseerd bent in de politiek, dit ook leidt tot meer online mediagebruik voor politieke doeleinden. Hierdoor komen mensen in een spiraal terecht waarbij je telkens geïnteresseerder raakt in de politiek. Als gevolg gaan die mensen meer online media gebruiken en

vervolgens raken zij nog meer geïnteresseerd in de politiek (dit noemen we een versterkende spiraal). Daartegenover staat dat er ook een negatieve spiraal – of simpelweg geen effect – kan ontstaan, waarbij je kunt achterblijven, zeker als je niet geïnteres- seerd bent in de politiek. Want die mensen gaan geen online media gebruiken voor politieke doeleinden, en kunnen mogelijk daardoor minder geïnteresseerd raken in de politiek. In ons onderzoek vonden we deels bewijs voor deze aannames. We vonden in ons onderzoek dat jongeren door de tijd heen meer geïnteresseerd raakten in de politiek als ze vaker online media gebruiken die politiek georiënteerd zijn (bijvoorbeeld weleens een politieke website bezoeken; of informatie over politiek of maatschappelijke kwesties op internet lezen; of weleens op een blog over politieke onderwerpen lezen; of video’s of filmpjes over maatschappelijke of politieke kwesties bekijken). We vonden deze positieve spiraal niet voor andere vormen van online mediagebruik.

Conclusie

Over online mediagebruik en politieke betrokkenheid is veel maatschappelijke en wetenschappelijke discussie. Met dit hoofdstuk heb ik willen aantonen, op basis van wetenschappelijk bewijs van anderen en van mijzelf, dat online media vaak een positieve bijdrage kunnen leveren aan de democratie. Daarmee heb ik ook twee populaire mythes ontkracht: (a) we zitten te veel in filterbubbels van online nieuws en informatie, en (b) jongeren verdoen hun tijd op sociale media en dragen daardoor niet bij aan de politiek. Tot nu toe vinden we daar geen bewijs voor of vinden we zelfs tegenovergestelde effecten. Een positieve uitkomst.

Hoewel dit een geruststellende boodschap is, wil ik waken voor te veel optimisme over online media en een toenemende mate van digitalisering. Het is belangrijk om de ontwikkelingen rondom digitalisering goed in de gaten te houden om een aantal redenen. Allereerst zien we een duidelijke verschuiving van ons mediagebruik. Jongeren consumeren steeds vaker nieuws online

en minder vaak offline. En hoewel we ons nu nog blootstellen aan verschillende media, kan dit wel veranderen. Wat zal er gebeuren als wij ons enkel nog blootstellen aan digitale media? Eerder noemde ik al dat een groot deel van de Nederlanders maar een beetje nieuws consumeert. Wat gebeurt er als we vaker nieuws ontwijken? Welke gevolgen heeft dat voor onze participatie in de politiek? Daarnaast zien we dat een groot gedeelte van de Nederlandse bevolking niet in een informatiecocon leeft. Maar een belangrijke zorg is wellicht dat een kleine groep mensen wel in een dergelijke informatiecocon leeft, waardoor zij zich meer afzonderen. Mijn collega Judith Möller doet hier de komende jaren meer onderzoek naar (zie ook Filterbubbel podcast van Stuk Rood Vlees). Een derde zorg die ik wil uiten is dat we door een toenemende mate van digitalisering controle en privacy verliezen. Het wordt steeds onduidelijker hoe een website of platform nieuws voor consumenten selecteert. Als je daar als individuele burger controle op wilt uitoefen is dat moeilijk. Dit vraagt veel mediawijsheid van de individuele burger. Ik vraag mij af of mensen op dit moment wel de juiste kennis in huis hebben om hiermee om te gaan. Eigen onderzoek laat bijvoorbeeld zien dat mensen het lastig vinden om hun privacy en persoonlijke gegevens online te beschermen. Mijn vierde zorg is dat we nog steeds weinig weten over de kwetsbaarheid van individuele mensen. Zoals we in eerder onderzoek zagen, leidt meer online mediagebruik tot meer politieke interesse, maar vooral voor de jongeren die meekomen (dus al politiek geïnteresseerd zijn) en mogelijk dus minder voor de mensen die niet meekomen. We zouden ons onderzoek wellicht vaker moeten richten op mensen die minder geïnteresseerd zijn in de politiek en daardoor minder profiteren van een vergaande digitalisering. En mijn laatste zorg is dat we nog steeds weinig weten van de effecten in verschillende landen. In hoeverre speelt personalisering een rol in landen waar minder vrijheden zijn, bijvoorbeeld landen waar de persvrijheid in gevaar is? Kan personalisering ook als propagandamiddel worden ingezet? Deze open vragen zijn vooralsnog onbeantwoord.

Literatuur

Bos, L., Kruikemeier, S., & De Vreese, C.H. (2014). Gescheiden media? sociaal- culturele verschillen in mediaconsumptie. In M. Bovens, P. Dekker en W.L. Tiemeijer (Red.), Gescheiden werelden?: Een verkenning van sociaal-culturele

tegenstellingen in nederland (pp. 235-254). Den Haag: SCP, WRR.

Boulianne, S. (2015). Social media use and participation: A meta-analysis of current research. Information, Communication & Society, 18(5), 524-538. doi:10.1080/1 369118X.2015.1008542

Boulianne, S., & Theocharis, Y. (2018). Young people, digital media, and engagement: A meta-analysis of research. Social Science Computer Review, 0894439318814190. Moeller, J., Shehata, A., & Kruikemeier, S. (2018). Internet use and political interest: Growth curves, reinforcing spirals, and causal effects during adolescence. Journal of Communication, 68(6), 1052-1078. doi:10.1093/joc/jqy062

Newman, N., Fletcher, R., Kalogeropoulos, A., Levy, D.A., & Nielsen, R.K. (2018).

Reuters institute digital news report 2018. Reuters Institute for the Study of

Journalism.

Pariser, E. (2011). The filter bubble: How the new personalized web is changing what

we read and how we think. New York: The Penguin Press.

Schudson, M. (1998). The good citizen: A history of american civic life. New York: Free Press.

Sunstein, C.R. (2001). Republic.com. Princeton: Princeton University Press. Vīķe-Freiberga, V., Däubler-Gmelin, H., Hammersley, B., & Maduro, Luís Miguel

Poiares Pessoa (2013). A free and pluralistic media to sustain european demo-

cracy. Report, High Level Group on Media Freedom and Media Pluralism.

Geraadpleegd van http://dropbox.curry.com/ShowNotesArchive/2013/01/ NA-482-2013-01-27/Assets/EUROLand/hlg_final_report.pdf

Wolfsfeld, G., Segev, E., & Sheafer, T. (2013). Social media and the arab spring. The

International Journal of Press/Politics, 18(2), 115-137. doi:10.1177/1940161212471716

Zuiderveen Borgesius, F.J., Trilling, D., Moeller, J., Bodó, B., De Vreese, C.H., & Helberger, N. (2016). Should we worry about filter bubbles? Internet Policy

Review, 5(1) doi:10.14763/2016.1.401

Zuiderveen Borgesius, F.J., Trilling, D., Möller, J., Eskens, S., Bodó, B., de Vreese, C.H., & Helberger, N. (2016). Algoritmische verzuiling en filter bubbles: een bedreiging voor de democratie? Computerrecht, 5, 255-262.

7. Jongeren, media en democratie:

Wat adolescenten vinden en

onderwijs kan bijdragen