• No results found

Digitalisering en nepnieuws

Onjuiste informatie en onwaarheden in het politieke discours zijn iets van alle tijden, maar lijken de laatste jaren flink te zijn toegenomen (Lazer et al., 2017). Dit heeft te maken met de digitalisering van onze informatievoorziening: in een online nieuwsomgeving is het makkelijker en goedkoper dan ooit tevoren om informatie te creëren en te verspreiden (Lazer et al., 2018; McNair, 2017). Hierdoor vervaagt de scheidslijn tussen professionele en niet-professionele mediaberichtgeving (Stanford History Education Group, 2016). Als een gevolg hiervan komt de evaluatie van de betrouwbaarheid en geloofwaardigheid van de informatie voor een groot deel bij de digitale mediagebruiker te liggen (Metzger, Flanagin, Eyal, Lemus, & Mccann, 2003). En

dit is een zeer lastige opgave: mensen hebben grote moeite met het herkennen van nepnieuws, vooral diegenen die het nieuws voornamelijk via sociale media tot zich krijgen (Silverman & Singer-Vine, 2016).

Daarnaast wordt het creëren en verspreiden van nepnieuws sterk beïnvloed door het veranderende verdienmodel van medi- aorganisaties: waar media van oudsher betalende leden of abon- nees hadden, bieden online nieuwswebsites hun berichtgeving tegenwoordig gratis aan. Het huidige online verdienmodel van mediaorganisaties is bijna uitsluitend gericht op inkomsten uit advertenties. Om zoveel mogelijk mensen naar nieuwssites te lokken, en daardoor geld te verdienen met de advertenties die op die websites staan, wordt soms clickbait gebruikt: nieuws dat gecreëerd is, enkel met het doel om aandacht te genereren, en dat vaak gebruikmaakt van sensationele, misleidende en/of emo- tionele koppen (Bakir & McStay, 2018). Veel van de verspreiders van nepnieuws maken ook gebruik van clickbait, waardoor het onderscheid tussen ‘echte’ nieuwswebsites en nepnieuwswebsites voor burgers nog moeilijker te achterhalen is.

Maar nepnieuwswebsites hebben een relatief klein bereik, en nepnieuws wordt voornamelijk verspreid via sociale media (Guess, Nyhan, & Reifler, 2018). Socialemediagebruikers plaatsen niet alleen zelf regelmatig nepnieuws op hun tijdlijn, maar voor de verspreiding van nepnieuws via sociale media wordt ook veelvuldig gebruikgemaakt van bots (Van Keulen et al., 2018). Een bot (de naam stamt af van robot) is een computer- programma dat taken van mensen overneemt, bijvoorbeeld het plaatsen of generen van nieuwsberichten, chatten en het generen van updates. Bots worden gebruikt bij het verspreiden van nepnieuws door kunstmatig het aantal volgers van (nep) accounts of steunbetuigingen voor politieke opvattingen te verhogen (Van Keulen et al., 2018). Bots zijn van invloed geweest bij de online politieke discussies in de campagnes van de meest recente verkiezingen in de VS, de UK, Frankrijk en Duitsland (Woolley, 2017). Onduidelijk is de impact van bots in de Nederlandse politiek, al weten we wel dat een groot deel

van de volgers van politici op sociale media nep-accounts zijn (Van Keulen et al., 2018).

Een andere manier waarop digitalisering bijdraagt aan de makkelijke verspreiding van nepnieuws is de selectievere blootstelling aan via internet verkregen informatie, dan aan infor- matie, verkregen via traditionele nieuwsmedia. Zo zijn er slimme algoritmes die op basis van iemands digitale voorgeschiedenis een prioritering maken van gezochte informatie. Hierdoor worden de resultaten in een zoekmachine afgestemd op iemands eerdere zoekopdrachten en wordt de informatie waarin de gebruiker het meest waarschijnlijk is geïnteresseerd een hogere prioriteit gegeven. Dit heeft effect op de toegankelijkheid van informatie uit verschillende hoeken en van verschillende bronnen: je moet meer je best doen om informatie te vinden die afwijkt van je digitale voorgeschiedenis, dan om informatie te vinden die in lijn is met deze voorgeschiedenis.

Daarnaast is er de vrees dat mensen steeds meer in aanraking komen met nieuws dat past bij hun ideologische achtergrond via sociale media (Van Aelst et al., 2017). Mensen die hun nieuws voornamelijk vergaren via sociale media, zullen nieuwsberichten onder ogen krijgen die mensen uit hun eigen sociale kringen rondsturen. Meestal hebben mensen in dezelfde sociale kring ook dezelfde ideologische voorkeuren en opvattingen, waardoor het nieuws dat mensen via sociale media tot zich nemen ideologisch selectief is (Spohr, 2017), de zogenoemde filter-bubbel. Het is aanzienlijk makkelijker om nepnieuws te verspreiden onder gelijkgestemden in deze filter-bubbels (Pariser, 2011), aangezien mensen minder kritisch zijn ten opzichte van informatie die aansluit bij hun overtuigingen, vergeleken met informatie die hier tegenin gaat (Taber & Lodge, 2006). Dus, zolang de boodschap van het nepnieuwsbericht aansluit bij de politieke ideologie van een groep, kan het zich relatief makkelijk verspreiden onder mensen in deze filter-bubbels.

Niet alleen nepnieuws als genre, maar ook het gebruik van nepnieuws als label floreert in de hedendaagse digitale omgeving. Ondermijnende beschuldigingen aan het adres van de media

worden bijna altijd op sociale media geuit. En dit is ook logisch, aangezien de politici die deze beschuldigingen uiten op deze manier niet blootgesteld worden aan lastige vragen van journa- listen, bijvoorbeeld naar argumenten die de beschuldigingen staven. Daarnaast is het een politieke strategie van sommige (zeer succesvolle) politici om journalisten grotendeels te omzei- len: zij communiceren bijna uitsluitend via sociale media met hun electoraat. Politici van de PVV, bijvoorbeeld, praten zeer zelden met journalisten en bereiken hun kiezers via tweets en Facebook-posts (Vossen, 2016). Dit maakt het voor politici veel makkelijker om ongefundeerde en/of ondermijnende kritiek op de media in het publieke debat te uiten, en maakt dat ze zich minder publiekelijk hoeven te verantwoorden voor hun kritiek. Maar het uitsluiten van journalisten in het politieke discours heeft mogelijk negatieve gevolgen voor de kwaliteit van de democratie, aangezien journalisten hierdoor minder goed in staat zijn hun politieke ‘waakhond’-functie uit te voeren.