• No results found

mijn verhaal,

In document WAT JE ZEGT BEN JE ZELF! (pagina 162-200)

EEN TERUGBLIK

Hoofdstuk 7 mijn verhaal,

de echtgenote Lisa

Ik ben een vrouw van eind in de dertig, die nu vijf jaar gescheiden is van een man, die een psychiatrisch verleden kreeg tijdens onze relatie en uiteindelijk, anderhalf jaar geleden, zelfmoord pleegde vanwege zijn uitzichtloze situatie. Dit is mijn verhaal, zo goed als ik me herinneren kan, aangaande mijn relatie met hem. Het gaat over een periode van ongeveer veertien jaar.

In juni 1983 leerde ik een hele aardige man kennen, Job genaamd, waar het meteen mee klikte. Wij konden over bijna alles praten, ook over mijn niet al te leuke jeugd: mijn ouders waren gescheiden en hadden altijd een slecht huwelijk gehad. Tot overmaat van ramp was ik op dat moment ook “overwerkt/

overspannen” door mijn veeleisende werk in de verpleging. De relatie met Job leek wel een geschenk uit de hemel.

Ik zou kunnen stellen dat Job er voor gezorgd heeft dat ik aan een opname in een psychiatrisch ziekenhuis ontsnapt ben. Dat maakt het hieropvolgende verhaal des te triester.

Het verhaal dat hierop volgt is bijna in z’n geheel overgenomen van het oorspronkelijke verhaal van Lisa, die mij vertelde dat het op schrift stellen een therapeutische functie had gehad: ze had het wat beter kunnen verwerken. De zelfmoord van Job was immers anderhalf

jaar hiervoor gebeurd.

Na een poosje met Job samen te wonen kreeg hij een epileptische-aanval, meteen zo’n grote, ze noemen dat een grand mal*, is mij nu bekend. Ik heb geloof ik heel de stad bij elkaar gegild, want hij zag helemaal blauw en ik dacht dus eerst dat hij een hartaanval kreeg. Ik heb de tegenwoordigheid van geest gehad zijn gebitsprothese te verwijderen en toen was het wachten op hulp. Er kwam een man te hulp die zei dat dit volgens hem een epileptische aanval was en hoe vervelend dit ook was, de wetenschap dat hij niet op dat moment dood zou gaan was een hele geruststelling.

een minuut of tien later -het leek wel een uur- kwam de ambulance en werd Job naar het ziekenhuis gebracht. Uiteraard ben ik meegegaan. In het ziekenhuis werd bevestigd dat het waarschijnlijk een epileptisch insult was. We werden naar huis gestuurd met een kaartje met afspraken voor onderzoeken. En toen brak er een spannende tijd aan met de vraag waar die epileptische-aanval door werd veroorzaakt. En uiteraard hoorde daar ook de vraag bij: heeft hij een hersentumor? Vanwege mijn kennis opgedaan in mijn werk als leerling-verpleegkundige, weet ik namelijk dat dit vaak de reden is van een plotselinge epileptische aanval.

Wij hebben dit samen besproken en ik heb hem toen gezegd dat als hij inderdaad een tumor zou hebben, hij wat mij betreft zelf zou mogen beslissen of hij daaraan behandeld zou willen worden.

Ik was bereid hem daarin te steunen, ook

als zou betekenen dat hij hierdoor eerder zou overlijden.

In onze verhouding werden de rollen nu omgedraaid en moest ik de sterkste zijn. Dit zou de komende jaren niet meer veranderen. De onderzoeken wezen inderdaad uit dat er alleen epilepsie aanwezig was, maar behalve opluchting voelde ik ook angst. Wat betekende dit precies? Hoe zou een leven met een partner met epilepsie zijn? Moesten wij ons aan leefregels houden? Het enige antwoord dat wij hierop kregen was dat Job medicijnen moest slikken, die de aanvallen zouden voorkomen. Verder was er volgens de neuroloog niets aan de hand. Hij zou een volledig normaal leven leiden!!. Wij hadden het er al enige tijd over gehad om onze relatie wat officiëler te maken, vooral omdat we ook graag kinderen wilden.

We besloten dus om te gaan aantekenen voor ons huwelijk. Ik moet inderdaad toegeven dat de periode tot ons huwelijk in augustus 1984 redelijk normaal was.

Job kreeg geen aanvallen en slikte zijn medicijnen nauwlettend. Job kon niet goed tegen alcohol en volgens de neuroloog kon hij dat in verband met zijn epilepsie ook beter niet gebruiken. Verder was er niets aan hem te merken, maar toch moest ik met mijn angstgevoelens leren omgaan. De epilepsie-aanval die ik gezien had, had zo’n indruk gemaakt dat ik overdreven bezorgd was naar Job toe en hij ging daar steeds meer van balen. Het feit was natuurlijk dat als ik zijn gebitsprothese niet verwijderd had, hij hierin gestikt was. Ik ging hem dus

controleren, om maar in de buurt te zijn als hij weer zo’n aanval had. In de latere jaren zou hij inderdaad nog aanvallen krijgen, waarbij ik de enige was die de tegenwoordigheid van geest zou hebben deze prothese te verwijderen: steun van de neuroloog of familie kregen we hier niet bij. De neuroloog vond dat ik maar moest proberen die bezorgdheid af te leren, want als Job zijn medicijnen innam, kon er niets gebeuren. De familie begreep niet eens wat epilepsie is. Bleef het feit dat je niet kon zien hoe hij zich voelde en langzamerhand begon zijn gedrag anders te worden dan ik van hem gewend was. Het ging zo sluipend dat je het bijna niet kon benoemen. Met mijn verstand probeerde ik dit weg te redeneren, wat aardig lukte. Na ons huwelijk kondigde zich al snel gezins-uitbreiding aan, en mede omdat dit door ons gepland was, begonnen we ons er enthousiast op voor te bereiden.

Vanaf het moment dat ik ongeveer zes weken in verwachting was, vond ik dat Job zich behoorlijk vreemd ging gedragen. Toen vond ik hier weer een excuus voor, doordat ik dacht dat hij aan zijn aankomend vaderschap moest wennen. Ik kan me uit die tijd nog heel goed herinneren dat ik was wezen winkelen en een schattig boxpakje had gekocht. Ik kwam hiermee thuis en liet dit aan Job zien. Hij had hier geen belangstelling voor, want hij was met zijn broer bezig onze muren in de woonkamer te isoleren tegen straling.

Hij had zelfs een stralingsmeter gekocht.

Job had namelijk al een poos last van zijn

hoofd en was er van overtuigd dat dit door aardstraling kwam. Zijn broer Piet die ook aanwezig was, bemerkte mijn teleurstelling en voelde zich genoodzaakt het boxpakje te bewonderen.

Langzamerhand veranderde het gedrag van Job van een lieve zorgzame man in iemand die alleen met zichzelf bezig was.

En inplaats van aandacht te krijgen voor mijn zwangerschap, moest ik aandacht opbrengen voor Job en zijn angst om alleen gelaten te worden, zijn angst dat men hem probeerde te manipuleren met straling en zijn overtuiging dat hij bespioneerd werd. Hij was er van overtuigd dat er een complot tegen hem was en: ik had nog steeds niet in de gaten dat dit geen normaal gedrag was! Ik dacht dat het kwam door de problemen die we met een buurman hadden. Ik werd voor een deel wakker geschud toen Job zijn eerste zelfmoord had voorbereid.

Ik vergeet die vrijdag in april niet snel meer. Ik had zin om naar de markt te gaan, maar wilde niet alleen. Ik vroeg Job of hij mee wilde gaan, maar hij had geen zin. En toen ging het hagelen! Ik besloot toen om dan maar de andere dag te gaan, want naar de markt bij slecht weer is niet echt een pretje. Een paar uur later vond ik een afscheidsbriefje van Job. Hij was van plan geweest met zijn pillen zelfmoord te plegen. Als ik naar de markt was gegaan was dit gelukt en was ik een zwangere weduwe geweest.

Ik voelde me op dat moment verdrietig en boos tegelijk en vroeg Job naar het waarom. Hij vertelde me dat hij persé uit dat huis wegwilde. Als ik wilde

mocht ik daar blijven wonen met onze toekomstige baby, maar hij wilde weg.

Toen nam ik een van de moeilijkste beslissingen van mijn leven met pijn in mijn hart: ik koos voor mijn man. Het huis waar ik al mijn spaargeld voor had gebruikt, waar ik apetrots op was en waar ik heel hard voor geknokt had, werd te koop gezet.

Zelfs op dat moment was ik er nog van overtuigd dat het gedrag van Job werd veroorzaakt door de problemen met de buurman en zouden worden opgelost door te verhuizen! Het uur van de waarheid kwam echter al snel daarna. We besloten een paar weken op vakantie te gaan naar Ermelo, voor onze baby geboren zou worden. Al heel snel bleek dat er met Job iets niet in orde was. Tijdens een boswandeling vroeg hij aan mij of ik ook zag dat: “de blaadjes van de bomen verbleekten, als hij er naar keek”? Hij vroeg aan willekeurige voorbijgangers wat zij er van wisten.

Hij doelde dan op het feit dat hij dacht dat er een complot tegen hem was. De mensen keken hem en mij raar aan, want uiteraard wist niemand waar hij het over had. Ik geneerde me, want de mensen keken mij meewarig aan. Wat moet een zwangere vrouw bij iemand die duidelijk psychisch niet in orde is? Job was er ook van overtuigd dat zijn vader die al jaren dood was, niet echt dood was. Hij dacht dat er een heuvel bij de caravan was waar hij nu woonde, maar weggestopt was.

Verder kan ik me nog herinneren dat toen we nog maar een of twee dagen in Ermelo waren Job me ‘s-morgens

om 6 uur wakker maakte. Hij dacht dat hij iemand in het bos om hulp hoorde roepen en vond dat hij daar naar toe moest. Ik kon hem hier niet van weerhouden en hij ging. Ik probeerde nog wat te slapen, maar toen ik om een uur of acht uit bed ging en het bed opmaakte vond ik Job zijn portemonnee, sleutels en pillendoosje met medicijnen.

Gezien zijn epilepsie schrok ik hiervan en ben naar de beheerder van het park gegaan om de politie te vragen hem op te sporen. Net toen ik de politie aan de lijn had kwam Job aanlopen met het ver-haal dat hij lang gezocht had, maar het meisje dat om hulp riep niet kon vinden, maar mij ook niet in de steek wilde laten.

Toen durfde ik Job dus helemaal niet meer alleen te laten.

Ik kan me nog een zeer vervelende bevrijdingsdag herinneren met een militaire optocht en Job’ interpretatie hiervan. Het is meer een gevoel dat is blijven hangen, want er is zoveel gebeurd in die tijd dat het onmogelijk is dat allemaal weer boven te halen. Na onze vakantie was ik in ieder geval, wel overtuigd van het feit dat Job hulp nodig had.

We zijn gaan praten met onze huisarts, maar hij zag er de ernst niet van in.

Het was ons zelfs gelukt mij van mijn

“overspannenheid” te genezen dus dit zou ook wel lukken. Hij schreef Job alleen valeriaan voor, wat onze kat erg prettig vond. Katten zijn gek op valeriaan, dus ze was niet meer bij hem weg te slaan.

Job begon me steeds meer te claimen en ik begon steeds meer taken op me

te nemen, want hij werd ook lichamelijk steeds zieker. Hij verdroeg geen eten meer, en om ervoor te zorgen dat hij de hoogstnoodzakelijke voedingsstoffen binnen zou krijgen, probeerden we zelfs dieetvoeding, maar alles braakte hij uit.

Ik kan me nog herinneren dat ik boodschappen was gaan doen op de fiets. Job was met de buurvrouw gaan praten, omdat hij bang was dat mij iets was overkomen. Hij wilde mij daarom gaan zoeken. De buurvrouw heeft echt geprobeerd het uit zijn hoofd te praten, maar dit lukte niet. Toen ik dus even later doodmoe, hoogzwanger en bepakt met boodschappen thuis kwam moest ik hem weer gaan zoeken.

We hebben meermalen geprobeerd het RIAGG te bellen, maar we hadden zelf geen telefoon en je kon alleen op bepaalde tijden bellen. Niemand kwam op het idee dat het ook wel eens nodig zou kunnen zijn buiten de afspraaktijden!

Ik begon me steeds meer zorgen te maken, want Job was steeds vaker bezig een zelfmoord voor te bereiden. Ik durfde niet meer te slapen als hij niet sliep, maar ik was wel zes maanden zwanger!

Langzamerhand vroeg ik me af of we ooit uit deze beroerde situatie zouden komen? De laatste twee maanden voor de geboorte van onze zoon, die een maand te vroeg geboren werd, heb ik hopend en biddend doorgebracht. Ik was er op dat moment van overtuigd, dat wanneer de hel zou bestaan ik hem daar op aarde had!! Ik leefde van dag tot dag en hield mezelf zoet met: morgen gaat het beter!! Buiten de buren was mijn

vader de enige die in de gaten had dat er iets niet goed zat. Maar hoe blij ik ook was als hij kwam (toch een beetje steun), hoe meer ik daarna baalde, want Job had ook daar fantasieën (wanen) omheen geweven.

Omstreeks die tijd zijn we een paar dagen gaan logeren bij een zus van Job en konden we mee naar een barbecue op een legerbasis. Job vond dat er iemand teveel naar me keek en trok een mes.

Hij werd door mannen in bedwang gehouden, de boel werd gesust en wij werden naar het huis van zijn zus gebracht, waar we logeerden. Op dat moment had nog steeds niemand van zijn familie in de gaten dat hij ziek was.

Enkele weken later, of misschien wel iets eerder, dat kan ik me niet meer precies herinneren, waren we op een verjaardagsfeestje bij een broer van Job.

Daar vroeg Job toen aan zijn zus, of zij ook geloofde dat hij de wedergeboren Jezus was? Uiteraard keek zijn zus hier raar van op, maar wist niet wat ze hiermee aanmoest!

Ik stond zelf van het feit verbaasd, dat een van zijn broers, één van de zes, aan mij vroeg hoe het met mij ging en wanneer het kind kwam. Ik was al maanden zo bezig Job te verzorgen, dat ik die zwangerschap als een “bijkomstigheid”

beschouwde: een zwangerschap is immers geen ziekte. In die tijd had Job zich ook in zijn hoofd gezet dat het jongste kind van een van zijn broers, zijn kind was. Hij had mij ooit verteld met de inmiddels ex- vrouw van die broer een relatie te hebben gehad, dus theoretisch

gezien zou het mogelijk zijn. Ik heb toen zelf die broer van Job gebeld, om een waan uit zijn hoofd te proberen te krijgen. Het stak mij wel dat hij zo met dat kind bezig was, terwijl hij voor ons komend kind absoluut geen aandacht had.

In diezelfde periode heeft Job me wel eens voorgesteld samen zelfmoord te plegen, door het huis met de geiser op te blazen. Dat kon ik gelukkig wel uit zijn hoofd praten. Toen ik een maand of zeven zwanger was kregen we eindelijk een koper voor ons huis. Ik had de hele dag schoon gemaakt toen Job begon te smijten met alles wat voor zijn handen kwam. Ik was doodmoe en kon dit er niet meer bij hebben en heb daardoor zo’n zenuwhuilbui gekregen dat mijn buurvrouw kwam kijken, omdat ze dacht dat ik alleen lag te bevallen. Ik heb haar verteld wat er gebeurd was en gevraagd mijn huisarts te bellen. Deze was met vakantie, en nog steeds kwam er geen hulp!

Drie weken later kwamen we thuis nadat we ergens waren gaan eten, omdat we geen puf hadden om te koken. Toen ontstond er door een klein binnenbrandje rook door het hele huis. Het brandje was snel geblust, maar het roet en rookschade was enorm. En of dat nog niet genoeg was: het opruimen van de rommel mocht ik doen, begon Job te denken dat ik ook bij het complot hoorde. Het maakte niet uit wat ik zei, of waar ik naar keek, nooit was het goed. Toen begon ik pas echt bang voor hem te worden. Ik was niet alleen bang voor mezelf, maar vooral

voor mijn ongeboren kind.

Toen het huis na een week bijna schoon was, had ik een maand te vroeg gebroken vliezen. Job was gelukkig bereid om bij de buren -door Job zijn wanen hadden wij de telefoon opgezegd- de verloskundige te bellen. Het was nog maar vijf uur in de ochtend, dus na een controle van de verloskundige konden we proberen nog wat te slapen. Zij zou ‘s avonds om een uur of vijf terugkomen, want ook al had ik dan nog geen weeën, ik moest dan toch naar het ziekenhuis. We hadden al gepland om in het ziekenhuis te bevallen, maar nu werd het op medische indicatie.

Ik ben ‘s morgens rond acht uur Job zijn familie gaan bellen, omdat ik Job niet alleen durfde te laten Hij was erg in de war en suïcidaal. Zijn familie zou proberen iemand te sturen, maar wist niet of er iemand kon. Toen heb ik mijn vader gebeld. Hij was niet thuis, maar zijn buren hebben een briefje in zijn bus gedaan wat hij na thuiskomst zou vinden. Hij heeft het briefje gevonden en is meteen op zijn motor gesprongen en met roekeloze vaart van zijn verblijfplaats naar onze stad gereden. Hij kwam rond twee uur binnenstappen, zo bleek als een lijk en zo gespannen als een veer:

het was net of hij zelf moest bevallen.

Twee broers van Job, waren inmiddels ook gearriveerd, dus waren er drie man aanwezig toen de verloskundige rond vijf uur kwam. Ze kreeg niet eens de kans mij te onderzoeken, want op dat moment dacht Job dat de baby en ik gevaar liepen en stak haar neer. Eén der broers wilde dat we haar man belden,

maar deze was gelukkig niet thuis. Een buikwond en dan zeker een steekwond vereist altijd medische zorg en die zou ze dan niet krijgen. Na overleg tussen de broer, mijn vader -hij had eerste hulp verleend- en mij werd een ambulance gebeld. En de politie kwam mee. Job werd door de politie afgevoerd en ik kon met de verloskundige en de ambulance mee om te gaan bevallen.

Mijn vader wilde me niet alleen mee laten gaan, dus hij ging ook mee, maar gek genoeg was het enige waar ik me op dat moment druk om maakte toch weer Job: ik had hem tenslotte toch ruim een half jaar verzorgd zonder hulp.

‘S-avonds kwam de wijkagent van het politiebureau van mijn woonplaats bij

‘S-avonds kwam de wijkagent van het politiebureau van mijn woonplaats bij

In document WAT JE ZEGT BEN JE ZELF! (pagina 162-200)