• No results found

het feest

In document WAT JE ZEGT BEN JE ZELF! (pagina 145-148)

over het werk te staan uit zelf- over het werk te staan uit zelf-behoud!

Hoofdstuk 5 het derde leerjaar

7: het feest

Er werden wel eens feesten voor de patiënten, vooral de verblijfspatiënten, georganiseerd. Hierbij bepaalde het personeel in overleg met de “patiën-tenraad”, die net ingesteld was, wat de patiënten het liefst deden om het feest zo geslaagd mogelijk te maken. Zo’n feest kwam ongeveer eenmaal per jaar voor, dus werd er veel aandacht aan besteed. Voor elke afdeling/paviljoen werd iets anders georganiseerd.

Voor de verblijfsafdeling van de het mannenpaviljoen werd, in overleg, een busje vol prostituees besteld en voor de vrouwenafdeling werd een hele lading jurken, jarretels, speciale Bh en zo besteld, om de mannen van andere afdelingen uit te nodigen voor een dans-avond op hun paviljoen.

Het feest op beide paviljoens was een groot succes en er werd besloten elk jaar zo’n feest op beide paviljoens te organiseren en geld te reserveren voor de kosten die toch wel hoog op konden lopen als, gevolg van de vele (dure) prostituees en damesgoed...

8: koopziekte

Er werd een patiënt opgenomen op het mannen-paviljoen, Jacob, die leed aan manische* fases als hij psychotisch*

werd en dit placht nog wel eens te

gebeuren. Meestal toch wel een of twee keer per jaar.

Dan werd er besloten tot (her)opname van Jacob omdat hij dan door zijn over-moed en almachtsgevoelens door de manie, de vreemdste dingen uithaalde of kocht, desnoods op afbetaling.

Deze keer uitte zich dat weer in een

“koopziekte”, naast een niet te stuiten onderhandelingsvermogen, waarbij Jacob het had gepresteerd om een huis van f.150.000, een auto van f.30.000 en meubels ter waarde van zo’n slordige f.10.000 op krediet te kopen. Dit alle-maal in twee dagen tijd!

Jacob werd door de nieuwe buurman van het huis dat hij gekocht had, aan-gegeven bij de politie omdat hij arg-waan begon te krijgen naar Jacob toe:

deze zag er immers uit als een patiënt:

verwaarloosd en wel en toch zo’n duur huis kopen?

De maatschappelijk werker van de inrichting heeft alle zeilen bij moeten zetten om al deze aankopen terug te draaien, want Jacob had goed weten te onderhandelen en terugdraaien bleek vaak niet mogelijk. De maatschappelijk werker, die ik goed kende, vertelde mij dat haar werk voor 80% bestond uit het saneren van financiële problemen bij patiënten…..

9: scheermesjes

Er werden veel (geslaagde) zelfmoord-pogingen gedaan binnen en buiten de instelling, een ervan is mij bijgeble-ven vanwege het uitzonderlijk lugubere ervan.

Omdat verschillende

zelfmoordpogin-gen mislukt waren, besloot deze vrouw van midden in de twintig er nu defini-tief een eind aan te maken door scheer-mesjes in te slikken, wat ze toch nog overleefde, waarna ze in allerijl naar een algemeen ziekenhuis gebracht moest worden en de scheermesjes operatief verwijderd konden worden...

10: kattenkwaad

Veel mannen van het mannenpaviljoen mochten gewoon over het terrein rond-lopen, als ze mensen niet tot hinder waren. Vaak maakte ik mee dat als ik over het terrein liep, ik bekeken of begluurd werd vanuit de bosjes, want vaak hadden de heren niets beters te doen dan de hele dag over het terrein heen en weer te lopen en kattenkwaad uit te halen.

Men hield zich ook op bij de par-keerplaats van het terrein, waarbij ze bezig waren met “zelfbevrediging” of iets dergelijks, zonder zich om wie dan ook te bekommeren. Hierna kwamen er terecht veel klachten van personeel en/of bezoek van patiënten over het gedrag van de heren.

Na verloop van tijd werd deze vrijheid van bewegen door de directie opge-heven, om te voorkomen dat er geen bezoek meer zou komen, er bleven teveel klachten binnen komen van mensen die zich “begluurd” voelden.

Het was zelfs al een keer voorgeko-men, dat een bezoekster van het vrou-wen-paviljoen aangerand werd door twee zichzelf bevredigende mannen:

ze konden de verleiding niet weer-staan…..

11: de spuit

Op een avond werd een manische*

patiënt opgenomen, Jan genaamd, die door de politie in handboeien binnen was gebracht vanwege verzet en agres-sie.

Jan schreeuwde onophoudelijk dat hij naar huis wilde en een “spychiater”

wilde spreken. Samen met een collega moest ik hem bij opname op de opname-afdeling een kalmerende cocktail- injec-tie geven, waarbij mijn collega met de politie de man vasthield en ik hem zou injecteren. Op het moment dat ik de spuit in z’n bovenbeen had en op het punt stond de vloeistof in te spuiten, trok hij dat been los en gaf mij een opla-waai met dat been dat ik achterover viel, de spuit de lucht in vloog en vlak naast mij terechtkwam, met de punt in het zeil en helemaal krom gebogen.

De nog aanwezige politie en de collega moesten hem nog een tijd in bedwang houden, omdat ik een hele nieuwe spuit moest gaan klaarmaken, waarna de hele geschiedenis zich herhaalde, waarbij de naald tijdens het spuiten deze keer door Jan krom getrokken werd, omdat hij zijn been niet stil kon houden. Pas na de derde poging lukte het mij Jan de beno-digde vloeistof toe te dienen.

We waren uitgeput na deze pogingen.

Jan lag een uur later onder het spanzeil te slapen en we hebben nooit meer last van hem gehad…..

12: successievelijk

Er was een oude “baas” vanuit een algemeen ziekenhuis opgenomen, Joop,

omdat hij te onrustig was om daar te kunnen handhaven. Als men in een algemeen ziekenhuis geen raad wist met het gedrag van een patiënt, dan vond er al gauw een overplaatsing plaats naar een psychiatrisch zieken-huis. Hiernaast was Joop al een bekende binnen de inrichting: hij was al meer-dere malen opgenomen geweest voor manisch* gedrag.

Tijdens een late dienst werd Joop opge-nomen en het enige dat mijn collega en ik konden doen was hem kalmeren, in bed leggen en een rustgevende spuit geven. Nadat dit gebeurd was zetten we de hekken van het bed omhoog om te voorkomen dat hij uit bed zou vallen.

We gingen in het kantoortje zitten, waarna ik een doffe dreun hoorde. Bij controle van het geluid bleek Joop uit bed te zijn gevallen op zijn hoofd en was nauwelijks meer aanspreekbaar: hij was half bewusteloos en er kwam bloed uit zijn oren: waarschijnlijk een sche-delbasis-fractuur, dacht ik.

Toen Joop wat tot zijn positieven kwam na onze aandacht en verzorging, vroeg ik hem hoe dit nu gekomen was, ondanks de hekken. Joop zei eenvou-digweg: “successievelijk” en verloor weer het bewustzijn. Hierna kon Joop terug geplaatst worden naar het alge-meen ziekenhuis, omdat er nu iets licha-melijks met hem aan de hand was…..

13: de karper

Er bevond zich een vijver vlak voor het sanatorium waar ik mijn eerste stage gedaan had. In die vijver bevonden zich

“monsters” van karpers.

Een geliefde bezigheid van sommige patiënten was de hele dag bij de vijver te zitten en dan op de karpers te vissen. Uit het raam van de kamer waar ik intern woonde, zie ik op een dag vele mensen naar de vijver toelopen en besluit ook poolshoogte te gaan nemen. Het leek wel of de helft van de patiënten en personeelsbezetting van de inrichting stond te kijken naar een patiënt, die bezig was een “reusachtige” karper binnen te halen.

Zelfs de directeur was komen kijken en met de hulp van velen werd de karper aan wal gehesen: hij was werke-lijk van een enorme omvang en er werd ter plekke besloten deze vis te bewaren en op te zetten: als reclame voor deze vijver, waar blijkbaar reusachtige kar-pers rondzwommen. Dit bleek te komen omdat er in de buurt van de vijver een centrale was, die verwarmd water afstootte, waarin zulke “reusachtige”

karpers zich konden ontwikkelen…..

In document WAT JE ZEGT BEN JE ZELF! (pagina 145-148)