• No results found

Veelomvattendheid, het sublieme en wederkerigheid

3 Persoonlijke associaties en herinneringen van de drager en de beschouwer – Bij de twee voorafgaande soorten betekenissen

7.4 Veelomvattendheid, het sublieme en wederkerigheid

Hoewel er in eerste instantie niets zou mogen afvallen van de aan-tallen sieraden die op dit moment het cultureel erfgoed aan siera-den vormen, kunnen er na het vaststellen van de vijf waarsiera-den toch een paar overkoepelende criteria opgesteld worden, aan de hand waarvan een kwaliteitsoordeel uitgesproken kan worden. Deze criteria wil ik ontlenen aan de beschouwing van de litera-tuur. In paragraaf 6.3 (Herinnering en memento) is de literatuur behandeld als een van de mooiste sleutels tot meer inzicht in alle waarden die een sieraad kan bevatten, vooral als het om emotio-nele en sociale aspecten gaat en om het sieraad als bundeling van herinneringen.

Twee Amerikaanse literatuurwetenschappers, René Wellek en Austin Warren, hebben in 1949 een moedige poging ondernomen om een algemene theorie van de literatuur te ontwikkelen, die in de literatuurwetenschappen nog steeds in hoog aanzien staat. In het hoofdstuk ‘Evaluation’ uit hun boek Theory of Literature stel-len zij allereerst dat een waardeoordeel gebaseerd moet zijn op de aard en het doel van datgene wat men beoordelen wil, in over-eenstemming dus met het citaat op de gevel van het Victoria & Albert Museum in Londen. Het moet doen wat het geacht wordt te doen, ook als het om grandioze noties als kunst of ethiek gaat.

Voorts spreken zij zich uit voor het principe van de veelomvat-tendheid: ‘Our criterion is inclusiveness: “imaginative integration” and “amount (and diversity) of material integrated”.’ De gedach-te dat je bij sieraden altijd weer uitkomt bij de gebruikgedach-te hoeveel-heid goud en stenen spookt heel even door het hoofd, maar ze lichten deze passage als volgt toe: ‘By diversity of materials, we may mean particularly ideas, characters, types of social and psy-chological experience.’ Deze stelling kan moeiteloos doorge-trokken worden naar de vijf belangrijkste waarden van het sie-raad. (215)

Kwaliteit in sieraden kan gevonden worden in de concentratie en het samenspel van de vijf verschillende waarden die aan siera-den toegekend kunnen worsiera-den. Het gaat niet alleen om geldig-heid, trefzekerheid of symboliek op zich, maar ook om de manier waarop die elkaar bevestigen en versterken. En het gaat niet

leen om veelomvattendheid in de zin van ‘hoe meer hoe beter’, maar ook om effectiviteit. Een maatschappelijke waarde wint bij-voorbeeld aan kracht als het om een goedkoop sieraad gaat, dat een grotere verspreiding heeft gekregen of krijgen kan.

Wellek en Warren maken in hun evaluatie ook nog scheid tussen ‘makkelijke’ en ‘moeilijke’ schoonheid, een onder-scheid dat zij terugvoeren tot de achttiende-eeuwse discussie over ‘the beautiful and the sublime’, waarbij het sublieme staat voor het ‘moeilijke’, dat als ware grootheid beschouwd mag wor-den. Hetzelfde onderscheid kan getransporteerd worden naar het sieraad, met een simpele charme en de veiligheid van ver-trouwde vormen en materialen aan de ene kant, en het enigszins afschrikwekkende van extreme uitspraken aan de andere kant. Maar die extremen moeten volgens hen dan wel iets vatten wat dermate complex is dat er een gevoel voor maat en geldigheid uit spreekt.

De wereld van de unica, ofwel de sieraden van ontwerpers die in staat zijn hun eigen ziel en zaligheid in hun werk te leggen, zou gezien kunnen worden als zo’n extreem bastion. Het is in ieder geval een enclave, een eigen territorium dat met hand en tand verdedigd wordt. Maar het probleem hier is eerder dat er te wei-nig mensen zijn die zich binnen die enclave willen begeven, die zich er thuis voelen en die bereid zijn zich met al hun culturele ba-gage als rolmodel voor andere sociale groeperingen te profileren. Het is ook niet waar dat andere ontwerpers en producenten staan te dringen om hun ideeën af te pakken en te commercialiseren. De waarde van dit soort werk ligt in de uitzonderingspositie van dit genre en in de manier waarop de makers invulling geven aan hun gehele oeuvre. Om die reden dient dat steeds bij de beschou-wing van het sieraad betrokken te blijven.

Sieraden van zelfstandige ontwerpers kunnen echter net zo goed onderworpen worden aan eerdergenoemde criteria als elk ander sieraad of soort sieraden. Uit bovenstaand betoog blijkt dat het sublieme in het sieraad gezocht moet worden in het trefzeker symboliseren van wat mensen in hun leven drijft en niet in zelfge-proclameerde enclaves. In zijn analyse van het meesterwerk in de beeldende kunst komt Kenneth Clark uit op het inlevingsvermo-gen van de kunstenaar als beslissende factor: ‘The artist must be

deeply involved in the understanding of his fellow men.’ (216) Dit geldt onverminderd voor de meesterwerken onder de sieraden. De neiging om de hoogste waarde bij het sublieme te leggen is groot, maar het grootste genoegen van de drager ligt eerder bij het sieraad als memento, bij de zelfbevestiging en het simpele plezier in decoraties. Het zijn door de beugel genomen de ont-werpers die zich op een breder publiek richten en die hun ideeën afstemmen op wat er in hun tijd speelt, die het beste in staat zijn om een algemene geldigheid in hun werk te realiseren. Het kan zelfs om stukken gaan die los van de intentie van de maker tot symbool zijn uitgegroeid voor een gebeurtenis, een opvatting, een ontwikkeling in de beeldende kunst of bijvoorbeeld in de mode. (217)

Naar mijn mening is er pas echt sprake van kwaliteit als een sie-raad beantwoordt aan de criteria van veelomvattendheid en tref-zekerheid – als het niet alleen goed vormgegeven is en het een ze-kere mate van representativiteit bezit voor een tijd of stijl, maar ook staat voor een opvatting of een specifieke functie van siera-den en daarmee aanknopingspunt biedt voor de drager om er zijn eigen identiteit en emoties aan te koppelen. Zulke waarden tellen evenzeer voor stukken waaraan men nu de schoonheid of het su-blieme niet meer afziet en die ze misschien ook nooit bezeten hebben.

Een ander criterium dat ik nog aan de studie van Wellek en Warren wil ontlenen is het principe van de reciprociteit of weder-kerigheid, dat men dingen op dezelfde voet behandelt als men zelf behandeld wil worden. (218) Op basis van dit principe wil ik stellen dat als men bereid is sieraden onderwerp te maken van se-rieuze beschouwing, men duidelijk moet maken naar welke kwa-liteiten men op zoek is. Dat kan de financiële waarde zijn, de vormgeving of andere kunsthistorische kwaliteiten, het kan de sleutel zijn tot maatschappelijke verhoudingen of politieke uit-spraken, maar het kan net zo goed een integraal onderdeel zijn van een modebeeld. Een sieraad kan zijn waarde ontlenen aan het feit dat het een aantrekkelijk onderdeel van het lichaam accentu-eert en persoonlijke associaties kunnen een rol spelen. Maar zelfs als men op zoek is naar de cutting edge of het sublieme, mag de lat nooit zo hoog gelegd worden dat het sieraad losgekoppeld

raakt van zijn elementaire functies en dat men de universele vor-men en de onderliggende motieven voor het dragen ervan veron-achtzaamt, want daarin liggen alle kwaliteiten van het sieraad be-sloten.

Criteria zoals uitgewerkt in dit hoofdstuk hebben een rol ge-speeld bij de selectie van de sieraden die beschreven en afge-beeld zijn in Het Nederlandse sieraad, met twee belangrijke kant-tekeningen. Voor de periode van 1900 tot 1967 viel er meestal niet veel te kiezen, bij gebrek aan beschikbare stukken en aan geschreven bronnen. De andere kanttekening is dat ik deze afwe-gingen ten aanzien van een waardeoordeel over sieraden pas ex-pliciet kon maken op basis van het onderzoek voor dit essay en de conclusies die hieruit voortgekomen zijn. Terugblikkend kan echter geconstateerd worden dat ze bepalend zijn geweest voor de opzet van het boek en voor de keuzes die gemaakt zijn, name-lijk door zoveel mogename-lijk kanten van het Nederlandse sieraad te belichten, door daar een context voor aan te geven en door de keu ze voor afgebeelde stukken te maken op basis van zowel artis-tieke als historische, maatschappelijke, emotionele en materiële waarden en de manier waarop deze elkaar verduidelijken en ver-sterken. Het boek bevat voorbeelden van alle waarden en com-binaties van waarden die in dit hoofdstuk benoemd en toege-licht zijn.

8 Conclusie