• No results found

3 Persoonlijke associaties en herinneringen van de drager en de beschouwer – Bij de twee voorafgaande soorten betekenissen

8.1 Multidisciplinaire benadering

Doel van dit onderzoek was het creëren van een theoretisch kader voor de beschouwing van het sieraad. Dat moet een multidiscipli-nair kader zijn. Sieraden ontlenen hun waarde aan zeer uiteenlo-pende kenmerken, die voor een wetenschappelijk onderbouwde benadering om inzichten uit uiteenlopende disciplines vraagt.

Uit dit betoog is gebleken dat de kunstgeschiedenis een geëi -gende basis is voor de bestudering van het sieraad. Maar er bleek evenzeer uit dat inbreng uit andere disciplines als onderbouwing en uitbreiding van de kunsthistorische discipline uitermate wel-kom is. Voor een betere onderbouwing van de bestudering van

het sieraad is het nuttig om inzicht te putten uit de algemene ge-schiedschrijving, psychologie, sociologie, etnografie, materiële cultuur, modegeschiedenis en theorie van de mode, geneeskun-de, economie, politieke wetenschappen en de theologie.

De specifieke vakkennis die eigen is aan het sieradenvak, zoals de kennis van de vele gebruikte materialen en hun vindplaatsen, inclusief de gemmologie, de hoogwaardige technieken van het goudsmeden en simpele vaardigheden als het rijgen van een goede kralenketting, hebben evenals de wetten van het waarbor-gen en het systeem van keuren altijd deel uitgemaakt van de be-studering van het sieraad en het vellen van een kwaliteitsoordeel. Net als bij de bestudering van andere artefacten is er altijd een ze-kere spanning tussen wetenschappelijke of beschouwende disci-plines en de vakkennis van de makers en de specialisten. In ieder geval maakt ook deze vakkennis deel uit van het hele pakket aan nuttige bouwstenen voor de beschouwing van het sieraad.

Het theoretisch kader voor de beschouwing van het sieraad dat hier is neergezet is ruim – op het eerste gezicht misschien wel te ruim. Op basis van deze optelsom lijken de gevaren van goed-willend amateurisme niet op te wegen tegen een te eenzijdige benadering van het sieraad. Maar de andere en even essentiële conclusie die uit het bovenstaande betoog getrokken kan worden is dat men voor de beschouwing van het sieraad eerst het onder-werp moet definiëren en daaruit de cruciale vragen moet destille-ren, zoals de vraag waarom mensen sieraden dragen, hoe ze die dragen en welke waarden men op die gronden aan sieraden kan toekennen. Waarden die onder meer te maken hebben met het sieraad als middel tot identiteitsmarkering en blijk van sociale mobiliteit. Men hoeft geen volleerd psycholoog, socioloog, eco-noom of politicoloog te zijn om te kunnen beschikken over de be-nodigde inzichten voor de beschouwing van het sieraad. De wijs-heid in het hanteren van dit multidisciplinaire kader zit in het on-derkennen van de beperkingen van het kunsthistorische kader, in het gebruik maken van goede samenvattende studies uit aanver-wante disciplines en een beroep doen op specifieke expertise van deskundigen indien nader inzicht benodigd is. Deze werkwijze kan mede op basis van dit vervolgonderzoek onderkend worden als de essentie van het onderzoek voor Het Nederlandse sieraad.

Een andere optie, die ik als het model voor de eenentwintigste eeuw beschouw, is een effectieve samenwerking van meerdere personen met verschillende achtergronden. Essentieel is het op-bouwen van eigen vaardigheden en inzichten, hoe specialistisch ook, en vanuit die wetenschap de juiste vragen stellen en een dia-loog aangaan met andere bronnen van kennis en inzicht.

Dit pleidooi voor een multidisciplinair kader voor de beschou-wing van het sieraad met de kunstgeschiedenis als uitgangspunt kan ook model staan voor de beschouwing van andere terreinen van vormgeving. De behoefte om daarbij de consumptie van pro-ducten en de gewoontes van bredere lagen van de bevolking te betrekken, wordt ook steeds duidelijker uitgesproken bij de be-studering van grafische vormgeving, interieurs en meubelen en bijvoorbeeld gebruikskeramiek. Dat vormt een breuk met de aan-dacht die traditioneel uitging naar de artistieke hoogstandjes die de ruggengraat vormen van de kunsthistorische discipline. De bestudering van de mode loopt hierin voorop en heeft nuttige bouwstenen geleverd voor mijn betoog.

Dit uitgangspunt sluit ook aan op een veel bredere ontwikke-ling in deze tijd. In zo ongeveer alle takken van wetenschap heb-ben zich in de loop van de vorige eeuw processen van specialisa-tie afgetekend die tot diepgravend onderzoek en interessante in-zichten hebben geleid, wat echter geresulteerd heeft in een ein-deloze archipel van kleine eilandjes, waarop een handvol specia-listen allemaal koning willen zijn. Men zou deze ontwikkeling in de wetenschappen aan het proces van de individualisering kun-nen koppelen, dat in Het Nederlandse sieraad zowel in algemene zin als in specifieke zin met betrekking tot de vormgeving van het Nederlandse sieraad beschreven is. Uit velerlei krantenartikelen en wetenschappelijke publicaties van de afgelopen tien à twintig jaar komt de behoefte naar voren om de specialismen open te gooien en naar het koppelen van inzichten te streven en onderlin-ge verbanden te legonderlin-gen. (219)

Daarmee ben ik beland bij het punt van de kruisbestuiving. De winst van een multidisciplinaire benadering van het sieraad kan eveneens zijn dat deze aanknopingspunten biedt ten aanzien van de studie van de algemene geschiedenis, van menselijke interac-ties, economische processen en religieuze opvattingen, kortom,

alle disciplines die een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan een zinnig theoretisch kader voor het sieraad. Zowel binnen de archeologie als bij de studie van de materiële cultuur zijn zulke in-terferenties benut. Waarom zou dat dan niet bij onderzoek naar andere cultuuruitingen het geval kunnen zijn? (220)

Een andere conclusie uit dit betoog zou kunnen zijn dat men, op basis van de vele invalshoeken die zijn genoemd, met de be-schouwing van het sieraad alle kanten op kan die men maar wil. Dat is gebeurd en laat dat ook maar gebeuren – het sieraad kan wel tegen een stootje. Een persoonsgebonden benadering en zelfs een invalshoek die bedenkelijk is vanuit politieke of morele overwegingen kan toch weer nieuwe feiten en inzichten opleve-ren. Het zou alleen wel nuttig zijn als zo’n eigen invalshoek in de beschouwing van het sieraad voor de lezer kenbaar wordt ge-maakt en niet tussen de regels door afgeleid hoeft te worden.

Het laatste punt dat naar aanleiding van dit pleidooi voor een multidisciplinaire benadering van het sieraad nog nadrukkelijk gesteld moet worden, is dat de kunstgeschiedenis wel degelijk een prachtige basis heeft geleverd voor de beschouwing van het sieraad als ijzersterk en onuitroeibaar cultuurfenomeen, omdat deze discipline gebaseerd is op het onverdeelde genoegen in de studie van zelfstandige voorwerpen. Dat sieraden niet tot de prio-riteiten binnen deze discipline gerekend worden doet daar niets aan af. Uit het directe contact met de sieraden komen ook de juis-te vragen voort juis-ten aanzien van het maken, dragen en beoordelen ervan. De kunstgeschiedenis biedt bovendien een historisch ka -der voor de geschiedenis van het sieraad en het biedt een refe-rentiekader voor andere uitingen van cultuur. Al met al vormt de kunstgeschiedenis een onmisbare basis om de reikwijdte van het sieraad als cultuurfenomeen te doorgronden, met alle materi-ële, maatschappelijke en filosofische implicaties van dien. En als ware liefhebber van deze bundelingen van decoratieve en symbo-lische waarden zal ik voor altijd schatplichtig blijven aan het res-pect voor de artistieke kwaliteiten van artefacten en de fascinatie voor historische ontwikkelingen die mij via deze discipline zijn bijgebracht.