• No results found

4 De mens als maat

4.4 Mannen, vrouwen, kinderen

Als het om de mens als maat gaat, gaat het om mannen, vrouwen én kinderen. Bij sieraden wordt de vrouw meestal als eerste ge-noemd omdat verondersteld wordt dat vrouwen de meeste siera-den dragen, dat mannen dat nauwelijks of niet doen en dat kinde-ren er niet mee opgezadeld moeten worden. Dit zijn eigentijdse, westerse noties, die zeer bepalend en daarmee ook belemme-rend kunnen zijn bij de beschouwing van het sieraad.

Graham Hughes, gerenommeerd beschouwer van het sieraad en organisator van één van de meest belangwekkende sieraden-tentoonstellingen van de twintigste eeuw, Modern Jewelry uit 1961, stelt bijvoorbeeld: ‘It is often said that jewels are useless, that un-like chairs or saucepans they have no practical function, which is why their designs can be such fun. This is certainly true, but if jewels do not have a function, they do have a job, and a very

import ant one: the beautification of woman, the conversion from desirable to irresistible, the promotion of the smart to the tremendous.’ (59) Giltay-Nijssen was als Nederlandse vrouw in haar aardige geschiedschrijving van het sieraad uit hetzelfde jaar wat neutraler in haar beschrijving van de verschuiving in mode en sociale conventies waardoor juwelen en andere tooi steeds meer tot het domein van de vrouw gerekend gingen worden. Giltay-Nijssen begint haar geschiedschrijving met de tijd van Lodewijk XIV, zelf een fervent liefhebber van juwelen. In de tweede helft van de achttiende eeuw kwam er volgens haar een einde aan de concurrentie tussen mannen- en vrouwenkleding en hoewel voor beiden nog veelal dezelfde stoffen gebruikt werden, begon de kleding van de man zich geleidelijk te vereenvoudigen. Ook wat betreft het dragen van juwelen werd de vrouw belangrijker dan de man. Aan het eind van haar boek komt zij nog met het volgen-de advies: ‘Juwelen moeten schoonheid van volgen-de vrouw accentue-ren, ze moeten deze niet overschreeuwen.’ (60)

Mannen hebben echter altijd sieraden gedragen. Kostbare sie-raden, ofwel grote juwelen, werden zelfs voornamelijk door man-nen gedragen, als uiterlijk kenmerk van hun macht. Hierdoor wer-den zij tijwer-dens grote bijeenkomsten onmiddellijk herkend; de schittering van hun juwelen was zeer functioneel in een tijd zon-der kranten en anzon-dere nieuwsmedia. Zeker in culturen waarin vrouwen in afzondering leefden of anderszins een ondergeschik-te rol speelden, waren het juist de mannelijke heersers die zich het rijkst tooiden. Dit gold aan het Russische tsarenhof, met name in de tijden vóór Catharina de Grote, en ook voor andere konings-en keizerrijkkonings-en, zoals Perzië, India konings-en China. (61) Hoe dit patroon doorwerkte in lagere sociale strata is een punt voor nader onderzoek. Voor oude Afrikaanse volken en bijvoorbeeld de oude India -nenstammen in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika gold in principe hetzelfde: de mannen waren het rijkst getooid. Als dit verschijnsel wordt onderkend, bijvoorbeeld in sociologische of antropologi-sche studies, wordt vrijwel zonder uitzondering een vergelijking gemaakt met het dierenrijk. Vergelijkingen met leeuwenmanen, de kleuren van vogelveren en termen als haantjesgedrag zijn dan opeens gangbaar.

Desalniettemin gingen mannen in het westen vanaf 1800

steeds minder sieraden dragen, hoewel Napoleon in 1810 tijdens zijn huwelijk met MarieLouise, de dochter van de keizer van Oos -tenrijk, als parvenu-keizer bijna nog rijker behangen was dan zijn hoogadellijke bruid. (62) De trage ontstaansgeschiedenis van het sober getinte, driedelige kostuum is mooi beschreven in de ten-toonstellingscatalogus De ideale man uit 2008. (63) Tot ver in de twintigste eeuw droegen mannen echter nog wel horlogekettin-gen (vaak duidelijk zichtbaar over de buik gedrapeerd), rinhorlogekettin-gen, dasspelden en fraaie knopen, waaronder manchetknopen, kno-pen van edelmetaal en diamanten op het vest van hun jacquet of rokkostuum. Het is eigenlijk maar een zeer korte periode geweest dat mannen in de westerse wereld weinig of geen sieraden droe-gen, op hun trouwring of een functioneel product als een horloge na. Dit betrof vooral de decennia na de Tweede Wereldoorlog. Dat was nu net de periode waarin baanbrekende studies over het sie-raad als onderdeel van de kunstgeschiedenis gepubliceerd wer-den. Hippies, drugsdealers en andere markante mannelijke repre-sentanten van subversieve groeperingen in de westerse wereld droegen wél sieraden en aan het eind van de twintigste eeuw nam de belangstelling van mannen voor sieraden alweer toe.

Het is dus merkwaardig dat in zo’n kortstondige periode in ver-houding tot de hele geschiedenis van het sieraad de notie heeft postgevat dat het voornamelijk vrouwen zijn die sieraden dragen en dat zij dat in principe doen om hun schoonheid te verhogen, puur als decoratie. Vrouwen dragen sieraden echter – net als man-nen – als tekeman-nen van macht en sociale positie, ter decoratie van hun fysieke kwaliteiten, maar evengoed als intieme ornamenten en teken van persoonlijke relaties en herinneringen. Het is een onmiskenbaar feit dat de status van vrouwen vaak gerelateerd is aan hun fysieke aantrekkingskracht, maar de ijdelheid van man-nen mag zeker niet onderschat worden. De redeman-nen waarom man nen in het verleden sieraden droegen, lagen wellicht voor een aardig deel in de symbolische waarde ervan, maar het effect was eveneens decoratief, omdat de sieraden in de meeste geval-len bestemd waren om te imponeren en van flinke afstand gezien te worden. Je zou dus kunnen stellen dat machtige mannen waar-schijnlijk beter op het decoratieve effect van hun sieraden gelet hebben dan veel vrouwen.

Over de geschiedenis van sieraden die gemaakt zijn van one-dele metalen, textiel, porselein of minder kostbare grondstoffen die aan de natuur ontleend zijn, zoals amber, schelpen, botten, fossielen, hout of veren is veel minder bekend dan over de ge-schiedenis van kostbare juwelen. Het is aannemelijk dat er aan dit soort materialen allerlei krachten toegekend werden, maar of die meer door mannen of door vrouwen gedragen werden is on-bekend.

Eigenlijk valt er weinig categorisch te stellen over het verschil tussen mannen en vrouwen als het om het dragen van sieraden gaat. De fysieke verschillen tussen beiden kunnen concreet be-noemd worden, maar zowel mannen als vrouwen hebben halssie-raden, ringen en oorringen gedragen. Ze hebben beiden tekenen gedragen van hun religieuze overtuiging en ornamenten om boze krachten te weren. Dat sieraden voor mannen over het algemeen wat zwaarder en sterker zijn geweest dan die voor vrouwen is een veronderstelling die aannemelijk lijkt op basis van het nu beschik-bare studiemateriaal, maar mannen hebben net zo goed veren op hun hoed gestoken als vrouwen, om een voorbeeld van een licht ornament te noemen. Het zijn voornamelijk tijdgebonden opvat-tingen over sociale verhoudingen en economische posities die maken dat bepaalde sieraden als typisch mannelijk of als typisch vrouwelijk bestempeld worden.

Kinderen zijn kwetsbaarder dan volwassenen; hun persoonlijk-heid moet zich nog voor een aardig deel vormen en hun wel en wee valt in vrijwel elke cultuur onder de verantwoordelijkheid van de ouders of verzorgers. Dat kinderen eigenlijk geen sieraden zouden moeten dragen omdat dat hun bewegingsvrijheid belem-mert is een eigentijdse notie. Eeuwenlang werden baby’s ingeba-kerd. Kinderen vormden bovendien een kwetsbaar bezit omdat de kindersterfte hoog was. Men gaf kinderen allerlei amuletten en materialen met een beschermende of geneeskrachtige werking te dragen. (64) Kinderen vormden als verlengstuk van de ouders ook een ideale kapstok om de sociale positie te markeren. De wijze waarop kinderen tegenwoordig opgetuigd worden met ac-cessoires van dure merken bewijst dat deze gewoonte nog steeds springlevend is.

Een van de meest ingrijpende gebeurtenissen in elk leven is de

overgang van het kind-zijn naar de volwassenheid. Deze heeft na-tuurlijk alles te maken met vruchtbaarheid en seksualiteit. In de ene cultuur wordt dit uitgebreid gevierd met een initiatie-rite en met allerlei lichamelijke tekenen van dien. In een andere cultuur zijn de aanduidingen veel subtieler of wordt het bereiken van de seksuele volwassenheid het liefst genegeerd. Daar besteedt men liever aandacht aan het bereiken van de maatschappelijke vol-wassenheid en alle bijbehorende verantwoordelijkheden, met at-tributen als een parelkettinkje, een zegelring of een mooi horlo-ge. De periode tussen beide overgangen, ofwel de pubertijd met zijn hormonale schommelingen, wordt daardoor nog wat extra geproblematiseerd.

Wat het jong zijn als norm betreft leven wij in het westen nu zo’n vijf decennia met de notie dat jong zijn aantrekkelijk is. Vol -wassenen hebben op allerlei manieren gewoontes en kleding plus accessoires van jongeren overgenomen of geïmiteerd. Hoe dat de kijk op sieraden en andere accessoires heeft beïnvloed is een interessante vraag. Er zijn aardig wat kindersieraden op de markt die ook bestemd zijn om door volwassen gedragen te wor-den, zoals bedelarmbanden en hangertjes in de vorm van speel-goeddieren, maar het aanbod van volwassen stukken is er niet kleiner door geworden.

In andere tijden en in veel andere culturen was de stap naar de volwassenheid iets om trots op te zijn en in lichaamsdecoraties tot uiting te laten komen. Die moeten los gezien worden van onze huidige preoccupatie met een jeugdig uiterlijk.

Conclusies

De hoofdvormen van het sieraad worden bepaald door de plaat-sen van het lichaam waar ze gedragen worden. Hierdoor wegen conventies in de vormgeving van sieraden zwaar. Die plaatsen zijn van alle tijden en zijn over de hele wereld in principe gelijk. Een sieraad dient daarom qua vorm en maat altijd beoordeeld te wor-den in relatie tot het menselijk lichaam.

Sieraden kunnen direct zichtbaar zijn in het dagelijks verkeer, maar het kunnen ook intieme ornamenten zijn, voornamelijk be-stemd voor de drager. Door het sieraad ook te betrekken op het

zelfbeeld van mensen en door het bijvoorbeeld in verband te brengen met hun gezondheid, opent zich een aantal wetenschap-pelijke invalshoeken voor de beschouwing van het sieraad, maar ook een hele wereld aan suggestieve krachten en pure magie. De notie dat stenen, dierlijk materiaal en symbolische vormen zowel de geestelijke als de lichamelijke gezondheid van mensen kunnen beïnvloeden, mag omstreden zijn maar vormt binnen veel cultu-ren een belangrijke drijfveer voor het dragen van sieraden.

Op basis van de bovenstaande analyse van het dragen van sie-raden door mannen, vrouwen en kinderen kan alvast één hard-nekkig vooroordeel in de gangbare beschouwing van het sieraad aan de kaak gesteld worden. De opkomst van het idee dat siera-den in principe voor vrouwen bestemd zijn en als zodanig be-schre ven moeten worden, valt samen met de opkomst van het vak kunstgeschiedenis en de beschouwing van het sieraad in het totale veld van kunst, architectuur en vormgeving, zoals hiervoor beschreven. Auteurs uit de jaren vijftig en zestig, de pioniers in de geschiedschrijving en de beschouwing van het sieraad zoals Flower, Evans, Hughes, Gans, Giltay-Nijssen en Gregorietti, hebben wat dit betreft de toon gezet en volgende auteurs hebben weinig of niet over dit punt nagedacht. De eigentijdse productie van sie-raden was namelijk ook sterk op vrouwen gericht; in catalogus-teksten over tentoonstellingen met eigentijds werk werd hooguit gespeculeerd over de mogelijkheid dat mannen het werk ook zouden kunnen dragen.

Maar deze situatie is geleidelijk aan het veranderen. In Het

Nederlandse sieraad is onder de laatste periode van de twintigste

eeuw nadrukkelijk aandacht besteed aan de groeiende belang-stelling van mannen voor sieraden en hun bereidheid om ze zelf te dragen, een tendens die nu nog marginaal is, maar wel door -zet. (65) Het even hardnekkige als onjuiste idee dat sieraden in principe voor vrouwen bestemd zijn kan dus teruggevoerd wor-den op een samenloop van ontwikkelingen in de beoefening van de kunstgeschiedenis, in de geschiedschrijving van het sieraad en in langzaam gegroeide noties binnen de westerse maatschappij, die enigszins ongelukkig genoemd mag worden. Antropo -logen zijn niet of in ieder geval minder behept met dit vooroor-deel. Daar mee bezitten antropologische studies naar het sieraad

en andere lichaamstooi een nuttige, corrigerende functie. Ook in dit hoofdstuk over de relatie tussen het sieraad en het menselijk lichaam is gebleken dat in de geschiedschrijving van het sieraad voornamelijk heersers en de hoogste maatschappelij-ke klassen en hun juwelen als voorbeeld opgevoerd worden, en dat er in de beschouwing van het sieraad in de westerse wereld weinig of geen aandacht is voor de tooi van andere maatschappe-lijke groeperingen.