• No results found

Geen vader, wel politieke goedkeuring

Op 30 maart 2001 voerde de toenmalige minister-president Wim Kok een wet in ter goedkeuring van het koninklijk huwelijk tussen Willem-Alexander en Máxima Zorreguieta.,,Een huwelijksvoornemen als staatszaak, dat blijft wringen in de moderne tijd”, zei toenmalige PvdA-fractievoorzitter Ad Melkert destijds over de Toestemmingswet.282 Op 3 juli 2001 kwamen echter de Eerste en Tweede Kamer bijeen in de Ridderzaal om voor of tegen het huwelijk te stemmen. Andere zaken, zoals de huwelijksdatum, de nationaliteiten van Máxima, het zich mogen onttrekken aan de gewone inburgering en de titulatuur van de Argentijnse kwamen eveneens aan bod. De vergadering verliep zonder veel strubbelingen. Nadat Kok garant had gestaan voor de afwezigheid van Jorge Zorreguieta, was er voor de politieke leiders niet veel reden meer om tegen te stemmen. Van de 225 Kamerleden waren slechts vijftien tegen het huwelijk: vijf PvdA’ers, acht Groenlinksers en twee D66’ers.283

Overigens ontrok de SP zich helemaal van de stemming. Volgens deze politieke partij was een huwelijk een privé-zaak, geen staatszaak.284 Dit was niet de enige kritiek die te horen was tijdens de vergadering. Volgens vele politici leverde een verbintenis met de koninklijke familie te veel restricties op door de schijnwerpers van de media. CDA-voorzitter Jaap de Hoop Scheffer wees op de moeilijkheden die Máxima’s voorgangers, prins Hendrik en prins Claus, toentertijd hadden met de media-aandacht. Dit in combinatie met het functioneren onder ministeriële verantwoording was volgens de fractievoorzitter niet voor iedereen weggelegd. D66-fractievoorzitter Thom de Graaf trok de toenmalige monarchie in twijfel en stelde wederom voor om het Zweedse koningsmodel in te voeren. Hierbij heeft men enkel een ceremoniële koning en eventuele koningin, zonder verder politieke invloed. Kok zei destijds om alle opties te overwegen, maar dat al het gepraat nogal voorbarig was. 285

282 Hoedeman, Jan en Meijer, Remco, Vrouwen van Oranje: De nieuwe prinsessen en de monarchie, p 94

283 Ibidem, p 96

284 Idem

4.4.1 Analyse NRC Handelsblad

,,De Staten-Generaal mag dan vanmiddag gladjes goedkeuring hebben verleend aan het huwelijk van kroonprins Willem-Alexander, daarmee is het politieke debat over de kwestie-Máxima nog niet verstomd”, aldus een nieuwsanalyse geschreven door NRC Handelsblad-redacteur Gijsbert van Es op de binnenlandpagina van de editie van 3 juli 2001. Hiermee werd verwezen naar de moeilijkheden rondom Máxima’s vader. ,,Ondanks vragen uit de Kamer heeft de regering nog niet duidelijk aangegeven wat in de toekomst de plaats van Zorreguieta sr. zal zijn bij officiële gelegenheden, zoals mogelijke doopdiensten of begrafenissen. Die discussie kan keer op keer terugkomen.” Ook Máxima’s titulatuur en haar katholieke achtergrond waren volgens Van Es punten van discussie geweest tijdens de vergadering van de Staten-Generaal. Haar geloof was vooral een struikelblok voor de staatkundig-gereformeerde partij SGP. ,,…De geloofskwestie zal aandacht blijven trekken, waarbij om te beginnen de vraag speelt wat het karakter van de kerkdienst op 2 februari zal zijn.” Ondanks al deze zorgen, zag de toekomst voor Willem-Alexander en Máxima er volgens Van Es een stuk zonniger uit: ,,Wat een kwartaal geleden nog een politiek mijnenveld leek, is vanmiddag in plechtstatige rust geëindigd in de Ridderzaal.”286

De volgende dag, 4 juli 2001, volgde een algemeen nieuwsartikel op de

binnenlandpagina over de verleende goedkeuring van de Staten-Generaal onder de simpele kop ‘Toestemming huwelijk.’ Het artikel, geschreven door de politieke redactie, begon als volgt: ,,De Toestemmingswet voor het huwelijk van prins Willem-Alexander en Máxima Zorreguieta heeft gistermiddag de verwachte brede steun gekregen van de Staten-Generaal. Het debat in de Verenigde Vergadering werd in een termijn, zonder interrupties en zonder stemming, afgehandeld.” Een daadwerkelijke stemming was niet noodzakelijk geweest, omdat de tegenstanders van het huwelijk geen zwaarder politiek signaal wilden afgeven dan door het simpelweg tegen te stemmen. De politieke redactie maakte in het nieuwsartikel een feitelijke opsomming van de voor- en tegenstanders van het huwelijk en hun motivaties. In de derde alinea van het artikel werd aandacht besteed aan de voornemens van de Staten-Generaal om een

286 NRC Handelsblad, 03-0-2001, p 3

fikse beperking van de omvang van het koninklijk huis door te voeren. ,,VVD-leider Dijkstal gaf aan dat de bewegingsvrijheid en privacy van te veel leden van de koninklijke familie nu te zeer wordt beperkt door de werking van de ministeriele verantwoordelijkheid. Premier Kok heeft eerder aangekondigd dat de regering komend najaar een wetsvoorstel wil indienen voor een koninklijk huis van beperkter omvang.” Overigens bleek ook uit dit artikel dat de Staten-Generaal geen hevige discussies had gevoerd over Máxima’s titulatuur. ,,Het parlement gaf gisteren onomwonden aan geen behoefte te hebben aan een discussie over de aanspreektitels ‘prinses van Oranje’ en ‘koningin Máxima.’ […] Premier Kok maakte in zijn antwoord geen probleem van het maatschappelijk gebruik dat Máxima als ‘prinses van Oranje’ kan worden aangesproken. Wel drong hij erop aan pas later bindende uitspraken te doen over de

aanspreektitel ‘koningin’.”287 NRC Handelsblad berichtte in haar papieren editie met slechts deze twee nieuwsartikelen over de uitslag van de Toestemmingswet. Online waren echter voor de liefhebber de complete teksten van de vergadering in de Ridderzaal terug te vinden.

287 NRC Handelsblad, 04-07-2001, p 2

4.5 02-02-02: het huwelijk

,,Ik ben mij er daarbij van bewust dat ik dadelijk bij hamerslag de voorwaarde creëer waardoor u zich niet alleen de prinses van uw prins kunt noemen, maar ook Prinses der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau en mevrouw Van Amsberg. Voor de oppervlakkige beschouwer is dat iets begeerlijks, iets uit sprookjes. Maar u hebt ervaren, dat die positie u ook pijnlijke beperkingen oplegt, ook vandaag”, sprak Job Cohen, burgemeester van Amsterdam, tegen Máxima tijdens haar huwelijk op 2 februari 2002. 288 Hij verwees hiermee naar de pijnlijke afwezigheid van vader Zorreguieta. Cohen voltrok het burgerlijk huwelijk in de Beurs van Berlage in zijn functie als buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand. Wederom waren de Amsterdamse grachten het decor voor een koninklijk huwelijk, net zoals in 1966. Toen werden er rookbommen gegooid naar de Gouden Koets waarin kroonprinses Beatrix zat met haar man Claus von Amsberg. Ook in 2002 werd het gouden rijtuig niet gespaard.

Na het burgerlijke huwelijk stapten Máxima en Willem-Alexander in een Rolls Royce Silver Wraith Limousine Landaulette voor de korte rit naar de Nieuwe Kerk.289 Hier vond de kerkelijke voltrekking van het huwelijk plaats. Onder het toeziend oog van vrienden, familie en alle vertegenwoordigers van de Europese vorstenhuizen gaven Máxima en Willem-Alexander elkaar nogmaals het jawoord. Terwijl zij dit zeiden, klonk er luid gejuich van de aanwezige mensenmassa buiten de kerk.290 De tranen vloeiden openlijk bij Máxima toen pater Rafael Braun aan het woord werd gelaten. De Spanjaard was een persoonlijke vriend van de Zorreguieta’s en sprak een gebed uit. Overigens was er ook tegen de komst van Braun hevige kritiek geuit. De pater zou in het verleden een bewonderaar zijn geweest van Videla en had gezegd dat de ex-dictator opkwam voor de ‘Argentijnse beschaving’.291 Het hoogtepunt van het huwelijk was eveneens een Spaanse aangelegenheid. Na het uitwisselen van de ringen trad bandoneonspeler Carel Kraayenhof op. Hij speelde op speciaal verzoek van de bruid de bekende Argentijnse tango Adios Nonino – wat ‘vaarwel, vadertje’ betekent - van Astor Piazzolla en Bob

288 RVD, Ministerie van Algemene Zaken, 02-02-02, (Den Haag: SDU Uitgevers, 2002), p 77

289 Hoebe, Yvonne, Bruiden van Oranje, p 257

290 Hoedeman, Jan en Meijer, Remco, Vrouwen van Oranje: De nieuwe prinsessen en de monarchie, p 99-100

291 Primaire bron, Trouw, 01-23-2002

Zimmermann.292 Tijdens het muzikale vertier kon Máxima de tranen niet langer bedwingen. Het gemis van haar vader tijdens haar huwelijksdag werd haar te veel. Miljoenen mensen leefden mee met de Argentijnse door de tientallen opgehangen camera’s in de Nieuwe Kerk, waardoor het huwelijk live was te volgen via de televisie.293

Na de kerkdienst, wachtte er nog één struikelblok: de uitzinnige mensenmassa die te wachten stond voor de kerk. Máxima en Willem-Alexander namen plaats in de Gouden Koets en vertrokken, al vrolijk zwaaiend, voor een zegeritje door de Amsterdamse binnenstad. Langs de route stonden duizenden belangstellenden. Op het Koningsplein was er speciaal plaats gemaakt voor demonstranten, met name sympathisanten van de Dwaze Moeders. Een van de demonstranten voegde woord bij daad en gooide een meelbommetje richting de Gouden Koets. Een oplettende lakei veegde echter snel het besmeurde raam schoon.294 Terwijl het gouden rijtuig koers zette naar de Rokin, werd het even overkoepeld door grote, onverwachte en

oranjekleurige rookwolken. Men dacht gelijk terug aan 1966, toen de gegooide rookbommen een openlijk protest waren tegen het huwelijk van kroonprinses Beatrix en haar Claus. Ditmaal was het rooksignaal afkomstig van een groep kunstenaars, die met het gebaar juist het koninklijk paar wilde feliciteren.295 Op wat voor wijze NRC Handelsblad rapporteerde over het huwelijk, zal blijken uit de onderstaande analyse.

4.5.1 Analyse NRC Handelsblad

,,Voor het eerst sinds 35 jaar is een staatkundige plechtigheid in Amsterdam nagenoeg smetteloos verlopen. Dat was bij het huwelijk van prinses Beatrix en prins Claus in 1966 en de inhuldiging van de koningin in 1980 wel anders”, viel te lezen in het hoofdcommentaar van NRC Handelsblad van 4 februari 2002. De hoofdredactie van de krant benutte haar kans om – na het veelbesproken huwelijk dat zich twee dagen eerder had voltrokken – het Amsterdamse politiekorps te prijzen voor de bijna vlekkeloos verlopen bruiloft. ,,…Handhaving van de openbare orde bij grootschalige evenementen is uitgegroeid tot een soort bedrijfstak waarin de

292 Hoedeman, Jan en Meijer, Remco, Vrouwen van Oranje: De nieuwe prinsessen en de monarchie, p 101

293 Ibidem, p 100

294 Ibidem, p 101

hoofdstedelijke politie is gespecialiseerd. […] Alle middelen waren ingezet om problemen te voorkomen. Tegelijkertijd straalden de hoofdstedelijke autoriteiten een verbluffende rust uit, die ook de Rijksvoorlichtingsdienst met haar behoefte aan totale controle niet kon verstoren. […] Het enige smetje werd veroorzaakt door de aanhoudingseenheden van de politie die, oog in oog met een klein groepje lawaaiige, maar op de keper beschouwd kinderlijke demonstranten, naderhand hun zelfbeheersing kortstondig verloren.”296 NRC Handelsblad besteedde de nodige aandacht aan de demonstraties. Met koppen zoals ‘Wordt het nog wat’ leek het haast alsof de krant zat te wachten op de nodige oproerkraaiers in navolging van de beruchte provo’s die van zich lieten horen tijdens het huwelijk van Beatrix en Claus. Maar, zoals columnist H.J.A.

Hofland het verwoordde in diens column, dit ‘is geen 1966’: ,,De vergelijking met het vorig huwelijk in 1966 ligt voor de hand. Maar dit zijn geen jaren zestig. Ook toen was het bestel in beweging. […] Deze keer is er geen verdeelde PvdA, geen verzetstelevisie, er zijn geen provo’s. Nu komt de aanval niet van een links liberale partij als D66, en een grote factie binnen de PvdA, maar van een soort populistisch rechts, dat alles doet om zich met de monarchie zoals die in deze dagen verschijnt, te vereenzelvigen. Het lastige, het balorige Amsterdam, dat zichzelf graag ‘anarchistisch’ wil noemen, dat alles is niet meer dan een flauwe afspiegeling van wat in 1966 te beleven viel.”297

De media deden ditmaal – in tegenstelling tot 1966 – hun uiterste best om de schare oproerkraaiers in Amsterdam te vinden. ,,De pers zoekt naarstig naar actievoerders voor bij het Huwelijk. Maar het geweld in de stad is onvoorspelbaar geworden”, viel aldus te lezen in een nieuwsanalyse van NRC Handelsblad-redacteur Bas Blokker op de binnenlandpagina getiteld ‘Wordt het nog wat? Een kleine geschiedenis van roerig Amsterdam 1966-2002’. Juist voor dit onvoorspelbare geweld waarschuwde Blokker. ,,In ’66 en ’80 was de plechtigheid doelwit van geweld als uiterste middel van een doelbewuste groep ontevredenen. Die wilden hervorming van de samenleving, of op zijn minst van de woningmarkt. Ze hadden zich op de confrontatie van die dag voorbereid, rookbommen gemaakt, motorhelmen opgezet. En de voorbereidingen waren voelbaar in de stad, de maanden voorafgaand aan het huwelijk. In 2002 lijkt van

296 NRC Handelsblad, 04-02-2002, p 7

spanning geen sprake. […] Maar er is geen doelwit meer nodig voor geweldsuitbarstingen. […] Spontaan, ongeorganiseerd geweld is bedreigender voor evenementen dan de officieel

goedgekeurde folklore van het actiewezen.”298 Volgens de krant hadden georganiseerde

actiegroepen plaatsgemaakt voor een ongeorganiseerde bende oproerstokers. Maar het huwelijk verliep zonder al te veel geweld. Aan het einde van de bruiloft sprak de krant alleen van een gegooid meelbommetje op de Gouden Koets. Alhoewel NRC Handelsblad in eerste instantie rapporteerde over een verfbommetje. Redacteur Frits Abrahams zei hierover in diens column op de achterpagina van de krant: ,,De officiële lezing bleef urenlang: een verfbom. Op het einde van de middag vertelde de politie dat het een zakje meel, aangelengd met water, was geweest. Een meelpapje dus. Pa was er niet, papje wel.”299 Het laatste refereerde uiteraard aan de afwezigheid van vader Zorreguieta.

Het hoofdcommentaar van NRC Handelsblad van 4 april 2002 sprak eveneens van de afwezigheid van Zorreguieta en het hiermee geleverde offer van Máxima. ,,Willem-Alexander heeft zich afgelopen zaterdag niet alleen met Máxima Zorreguieta verbonden, maar met het hele land. Dit is het voor de betrokken personen haast onmenselijke gevolg van het systeem van erfopvolging waarop de monarchie is gebaseerd. Een stelsel waarmee Willem-Alexander vanaf zijn geboorte is opgegroeid, maar dat voor zijn uit Argentinië afkomstige echtgenote een

onmetelijke overgang moet zijn. Zij leeft vanaf nu een leven vol beperkingen. Dit heeft ze door de van regeringswege gedwongen afwezigheid van haar ouders direct al bij de

huwelijksaankondiging pijnlijk mogen ervaren. Iemand die een dergelijk offer wil brengen voor haar geliefde verdient het volste respect.”300 Overigens wees de krant in haar hoofdcommentaar ook op de veranderingen omtrent het koningshuis. Zoals Hofland al had geschreven: dit is geen 1966 meer. Telelenzen waren niet meer het hipste en modernste technologische snufje. Ten tijde van de eeuwwisseling had men camera’s op hun mobiele telefoons. Dit digitale tijdperk – samen met de veranderde journalistieke mentaliteit ten opzichte van het koningshuis - zorgden er tegelijkertijd voor dat de Oranjes een groot deel van hun privacy verloren. ,,Het koningshuis is inmiddels letterlijk publiek bezit geworden. De indringende televisieregistratie van het huwelijk

298 NRC Handelsblad, 31-01-2002, p 7

299 NRC Handelsblad, 04-02-2002, p 20

(inclusief de tranen) was daarvan een zichtbaar bewijs. Ook het bruidspaar wist wat er van hen verwacht werd. Het volk eiste maandenlang een balkonscène met kus – dus kreeg het afgelopen zaterdag een balkonscène met kus. […] Het is, valt te vrezen, ook symptomatisch voor een veranderende publieke opinie, die van het koningshuis verlangt dat er ook op het terrein van de primaire emotie permanent wordt ‘geleverd’”, aldus het hoofdcommentaar van NRC

Handelsblad.301 De publieke opinie – in de vorm van diverse enquêtes - was een van de hoofdrolspelers in de verslaggeving over het koninklijk huwelijk. Een voorbeeld van zo’n enquête was die van Bureau Intomart. Het deed onderzoek naar de populariteit van de leden van het koninklijk huis onder vijfhonderd Nederlanders. Televisiezender RTL maakte de resultaten bekend en NRC Handelsblad-redacteur Sjoerd de Jong besteedde zijn opiniestuk op de opiniepagina er aan. ,,Bovenaan staat prins Claus, onlangs nog in het nieuws met een

onnavolgbaar verhaspelde toespraak. Hij wordt gevolgd door zijn schoonmoeder [Juliana] […] Dan, op de derde plaats, komt Máxima, de importbruid met een omstreden familie die nog niet weet wat haar te wachten staat. Pas op de zesde plaats en sinds de laatste peiling in november gedaald vanaf de derde komt de voor het eerst onbekommerd stralende Willem-Alexander.” Volgens de redacteur waren de eerste twee plaatsen bestemd voor de zieke, zwakke en misselijke Oranjes. ,,Zo vervult het koningshuis toch nog een maatschappelijke functie.”302

Want wat voor functie had het koningshuis nog in de democratische samenleving aan het einde van de eenentwintigste eeuw? Deze vraag stelde NRC Handelsblad zichzelf in haar hoofdcommentaar van 4 februari 2002. ,,Als modernisering van het koningschap inhoudt dat leden van het koninklijk huis in het vervolg als ‘soapsterren’ door het leven gaan, zal de monarchie vermoedelijk geen lang leven zijn beschoren. Hoe bizar het ook klinkt, een

koningshuis dient omwille van zijn voorbestaan als ‘neutrale entiteit’ boven het volk te staan.” Hoe zou dit volgens de krant moeten? Daar had de hoofdredactie van NRC Handelsblad een duidelijk antwoord op: ,,De regering kan hieraan bijdragen door omvang en bevoegdheden van het koninklijk huis in elk geval zo beperkt mogelijk te houden. Het is de hoogste tijd dat, nu het huwelijk achter de rug is, minister-president Kok met zijn al vaker beloofde wetsvoorstel voor

301 NRC Handelsblad, 04-02-2002, p 7

een kleinere omvang van het koninklijk huis komt. Het meest wenselijke is een zodanige inkrimping dat het lidmaatschap van het koninklijk huis beperkt wordt tot de directe lijn van erfopvolging. Wat betreft de bevoegdheden is een logische modernisering dat het staatshoofd, conform het Zweedse model, buiten de regering wordt geplaatst. Dat schept heldere

verhoudingen.”303 Uit de ingezonden brievenrubriek bleek dat niet alle lezers van NRC Handelsblad het eens waren met deze conclusie. Zoals H. Burger uit Dordrecht: ,,In uw

hoofdartikel ‘Gouden kooi’ noemt u het Zweeds monarchiemodel een logische modernisering. Dat nu lijkt mij een effectieve methode om het koningschap een lege dop te maken. Onze constitutionele monarchie heeft, niet zonder moeite, goed gefunctioneerd en dat is meer dan gezegd kan worden van een aantal republieken veraf en dichtbij.”304 Mevrouw B. Pisters uit Amsterdam had in haar ingezonden brief aan NRC Handelsblad ook een geheel andere kijk op de Oranjes: ,,Draaien we de zaken in het hoofdartikel ‘Gouden kooi’ niet een beetje om? Eist het volk wel dat er ‘geleverd’ wordt? Mijns inziens wordt het volk op bijzonder intense wijze emotioneel bespeeld. […] De media gebruiken de Oranjes niet, de Oranjes gebruiken de media, laten we daar dan op zijn minst eerlijk over zijn. Of nog beter: sluit de boel en laten we een respectabele intelligente moderne republiek worden vertegenwoordigd door iemand van ons.”305 Monarchie of republiek? Deze discussie stond vaak centraal in de ingezonden brievenrubriek.

De verslaggeving van NRC Handelsblad was intensief te noemen: 86 artikelen - waarvan 24 commentaren - waren te vinden in de krant. Het officiële programma van het huwelijk, uitgegeven door de RVD, was ook in de krant opgenomen. De toespraken van toenmalige minister-president Kok en dominee Carel ter Linden waren eveneens terug te vinden in NRC Handelsblad. Alhoewel, het relaas van Kok was slechts gedeeltelijk opgenomen. Ter Linden werd zelfs nog uitvoerig geïnterviewd door NRC Handelsblad-redactrice Rinskje Koelewijn voor een sfeerinterview op de binnenlandpagina van de editie van 28 januari 2002. Dit artikel was in zijn geheel besteed aan Ter Linden en diens visie op het geloof.306 Opvallend was het artikel in het

303 NRC Handelsblad, 04-02-2002, p 7

304 NRC Handelsblad, 09-02-2002, p 8

305 NRC Handelsblad, 09-02-2002, p 8

zaterdags bijvoegsel van 9 februari 2002 dat helemaal gewijd was aan – en geschreven door - royaltyverslaggeefster Wilma Nanninga, hoofdredactrice van het weekblad Privé. In het desbetreffende artikel was Nanninga’s dagboek te lezen ten tijde van de huwelijksdag en de omringende dagen: ,,Om half zes weg. Het is DE DAG van HET HUWELIJK en ik wil beginnen. Neefje Frank van 12 staat met gewassen haartjes voor de deur, videocamera in de aanslag. Hij