• No results found

NRC Handelsblad: van kwaliteitskrant naar populaire krant?

NRC Handelsblad is een van de kwaliteitskranten van Nederland. De krant vond zijn oorsprong door de fusie van twee liberale kranten, het Algemeen Handelsblad en de Nieuwe Rotterdamse Courant, in 1970. Op de voorpagina van de allereerste editie stond een

hoofdredactioneel commentaar waarin de liberale beginselen van de krant duidelijk werden verwoord: ,,Liberaal zijn de Nieuwe Rotterdamse Courant en het Algemeen Handelsblad genoemd. Het is niet een naam waarvoor de nieuwe krant zich geneert. Want in dit woordt [sic] ligt het vrijheidsbeginsel besloten, dat ons vóór alles dierbaar is. […] De vrijheidsgedachte die wij voorstaan, verdraagt zich niet met geloof in enig dogma, aanvaardt niet bij voorbaat enig gezag.

198 Ibidem, p 174

Dat betekent een niet aflatende waakzaamheid, voortdurend onderzoek.” In hetzelfde

commentaar beschreef de hoofdredactie van de krant haar lezers: ,,Wat stijl en inhoud van deze krant betreft: wij komen er eerlijk voor uit dat wij ons richten tot een publiek dat bereid is na te denken. Wij weten dat wij daardoor, vooral in een tijd waarin de aandacht van de lezer toch al door zoveel zaken in beslag wordt genomen, onszelf beperkingen qua lezerstal opleggen. Maar het is ons streven niet om aan een populariteitswedstrijd mee te doen.”200

In 1980 benadrukte de toenmalige hoofdredacteur André Spoor deze koers nogmaals: ,,Toen in 1970 de nieuwe krant met de oude vader en moeder verscheen zagen velen er het zoveelste verontrustende bewijs van toenemende verschraling van de Nederlandse pers in. De praktijk heeft, geloven wij, anders geleerd. Naast een gevarieerde en pluriforme berichtgeving heeft NRC Handelsblad een kleurig tableau van opinies gebracht. […] Daarmee heeft de krant niet aan de verschraling van de Nederlandse pers bijgedragen, zo is onze stellige overtuiging, maar heeft zij eerder aan die pers iets toegevoegd.”201 NRC Handelsblad was trots op zijn product: harde, complete nieuwsfeiten waarbij de redacteuren wel duiding aanbrachten in de artikelen, maar de interpretatie van de feiten volledig werd overgelaten aan de lezer. Hierbij werden de human interest-verhalen, waarin sfeer en emotie en niet feiten de boventoon voeren, en artikelen gebaseerd op speculaties als de pest gemeden. Vanaf 1980 ging het uitermate goed met de krant, vooral in vergelijking met de teleurstellende jaren zeventig. De noodlijdende NRC Handelsblad werd toentertijd zelfs gered door de populaire en winstgevende krant het Algemeen Dagblad. Beide behoorden tot dezelfde dagbladonderneming, de Nederlandse Dagblad Unie (NDU), die de financiële klappen van NRC Handelsblad balanceerde met het winstgevende AD. Ten tijde van de jaren tachtig was NRC Handelsblad niet meer hulpbehoevend. De kwaliteitskrant maakte toen een grote oplagegroei door: van 99.000 exemplaren in 1975 naar 270.000 exemplaren in 1996.202

In 1995 was er wederom sprake van een fusie. Ditmaal van de dagbladondernemingen. De Perscombinatie, de NDU en de boekenuitgeverij Meulenhoff fuseerden tot het concern

200 Rooy, Max van, NRC Handelsblad 1970/1980: een bloemlezing uit de eerste 10 jaar, (Amsterdam: De Bezige Bij, 1980), p 4

201 Ibidem, p 3

PCM.203 De verandering had geen grote impact op NRC Handelsblad. De krant bleef als vanouds de vertrouwde koers varen, ondanks de concurrentie van televisie en internet. Volgens de kwaliteitskrant hadden zij niets te vrezen en vervulde de krant een andere behoefte in

vergelijking met de televisie. ,,Zolang wij niet proberen te wedijveren met televisie als het gaat om drama en entertainment, maar juist met adequate, serieuze informatie, analyse en

achtergrond de lezer bedienen en prikkelen, is een krant juist bij uitstek een coherent

referentiepunt voor iedereen die een bredere belangstelling heeft in de wereld om hem of haar heen. Een krant wint het altijd nog van elk ander medium wanneer de vragen naar het ‘waarom’ der dingen aan de orde worden gesteld”, aldus Ben Knapen, voormalig hoofdredacteur van NRC Handelsblad.204 Maar waarom ging het rond de eeuwwisseling dan ineens een stuk slechter met de krant? NRC Handelsblad was daarin overigens geen uitzondering; de oplages van vele kranten namen af, met uitzondering van enkele - met name populaire - kranten. Zelfs in deze crisistijd voor het dagbladwezen ging Folkert Jensma, toenmalige hoofdredacteur van de kwaliteitskrant, niet twijfelen aan de koers van NRC Handelsblad. Wel benadrukte hij dat de tijden waren veranderd: ,,Je leeft in een nieuwscultuur en die kan er toe leiden dat je zes dagen uit Den Haag over het kunstgebit bericht en de zevende dag een tranentrekkende reportage maakt over een tandarts in een armoedewijk. Ik wil altijd een complete krant. Je moet de straat erin proeven, maar wel terughoudend.”205 In andere woorden, Jensema was zich terdege bewust van het veranderende medialandschap en de nood om ook – net zoals de populaire kranten - in te spelen op de emoties van de mens.

Of NRC Handelsblad ook meer tijd en ruimte ging besteden aan de human interest-verhalen in vergelijking met het Algemeen Handelsblad en de NRC en of de krant ook eerder artikelen plaatste die enkel waren gebaseerd op speculaties, zal blijken uit het volgende

hoofdstuk. Hierin zijn de analyses te vinden van de vijf sleutelgebeurtenissen van het huwelijk van kroonprins Willem-Alexander en Máxima Zorreguieta, te weten de eerste foto van beide, de instelling van een commissie om de achtergrond van Máxima’s vader Jorge Zorreguieta te onderzoeken, de officiële verloving, de Toestemmingswet en ten slotte het huwelijk.

203 Ibidem, p 419

204 Es, Gijsbert van, Door onze redacteuren: NRC Handelsblad 1970-1995, (Amsterdam: Uitgeverij Balans, 1995), p 247