• No results found

Uit onze Takken

In document Neerlandia. Jaargang 13 · dbnl (pagina 102-109)

A a l s t . Letterkundige Afdeding. Op 12 December sprak mejuffrouw Julia van Driessche over de ‘Vacantieleergangen te Leiden’. Het was een flinke opwekking tot het benuttigen van die prachtige gelegenheid die aan de Vlamingen geboden wordt om land, volk en taal van onze Noorderbroeders te leeren kennen.

Gedurende haar verblijf in Holland was ze ook in de gelegenheid de heerlijke werking na te gaan van de A f d e e l i n g S t a m v e r k e e r , en de voordeelen te waardeeren die deze nuttige inrichting aan al de leden van het A.N.V. aanbiedt. Het was tevens een klaar betoog dat men er werkelijk iets en zelfs veel aan heeft lid van het Verbond te zijn en denkelijk zullen de woorden van de voordrachtgeefster wel het beoogde doel getroffen hebben.

In diezelfde vergadering werd besloten opnieuw aan ‘taalpolitie’ te doen. De aanwezige leden hebben eens te meer kunnen vaststellen hoe leerzaam de zittingen zijn.

Op Maandag, 28 Dec., was het feestvergadering. De heer Karel Steppe, uit Geeraardst ergen hield een lezing over Hendrik Conscience, waarin hij het leven van dezen schrijver schetste en zijn beteekenis als volksromanschrijver en opwekker der Vlaamsche Beweging naging. Deze voordracht viel algemeen in den smaak.

veel bijval de gunstig bekende tooneelliefhebber, de heer Emiel van Lierde, die op treffende wijze het fragment ‘Dood van Jakob van Artevelde’, van Conscience, voordroeg.

Het pas gestichte dameskoor voerde op zeer bevredigende wijze ‘Lieve Moeder’, driestemmig koor en solo en het ‘Lied van het Alg. Nederl. Verbond’ uit. De heer Val. d'Hondt behaalde eer met zijn leiding.

Het Kerstfeest van den Tak, voor en door de kinderen van de leden, slaagde naar wensch.

Op 12 Jan. werd voor een vrij talrijk publiek de reeks lessen van Hooger Onderwijs voor het Volk geopend die de Tak hier voor de derde maal inricht. De heer Hipp. Meert hield een voordracht met lichtbeelden over E e n R e i s j e i n

N o o r d -N e d e r l a n d , waarin hij aantoonde hoe men op zeer goedkoope wijze de merkwaardigste plaatsen van Holland kan bezoeken.

Op 19 Jan. sprak de heer J. Libbrecht, secretaris van Tak Lokeren, ‘Over de Aardbevingen en het ontstaan der Bergen’ (met lichtbeelden). In zijn volgende les ‘Over Aardkunde’ handelde hij ‘Over het afvoeren der Bergen’, waarvoor de belangstelling ook groot bleek te zijn.

Op 24 Jan. werd de jaarl. alg. verg. gehouden. Als nieuwe bestuursleden werden gekozen de heeren Gustaaf Pape, Jozef Courteaux en Carlos Moens. Een paar voorstellen werden gedaan om op de alg. verg. van Groep België voorgedragen te worden. Ook werden de middelen beraamd om de werking van het ‘Vlaamsch Handelsverbond’ hier ingang te doen vinden.

In de Lett. Afd. sprak de heer Valery D'Hondt over Van Nouhuys en zijn drama ‘Eerloos’ dat hier verleden jaar in den stadsschouwburg opgevoerd werd.

A n t w e r p e n . De werkzaamheden van de verschillende afdeelingen werden regelmatig voortgezet. In de afdeeling ‘Hooger Onderwijs voor het Volk’ eindigde D r . M i e l e van Gent zijn reeks lessen over ‘Kinderopvoeding’. Hij deelde veel wetenswaardigs aan het overtalrijk gehoor mede, dat steeds met klimmende belangstelling de lessen had bijgewoond en dat hartelijk instemde met de woorden van dank die door den voorzitter van de afdeeling, tot den bekwamen

voordrachthouder werden gericht.

De heer Rombout zette zijn reeks lessen over ‘Sterrekunde’ en Dr. Leo van Puyvelde van Gent zijn leergang over het ‘Tooneel in de middeleeuwen’ voort.

18 Dec. werd, met medewerking van de ‘Vlaamsche Conferentie der Balie’ een voordracht ingericht van Mr. A.J. Levy van Amsterdam die sprak over ‘Aard en grens der rechterlijke bevoegdheid’. De geleerde spreker bewees op de duidelijkste wijze, hetgeen in Vlaamsch-België nog steeds noodzakelijk is, dat men over de meest wetenschappelijke onderwerpen ook in het Nederl. kan handelen.

19 Dec. sprak mej. Dr. C.C. van de Graft, van Utrecht over ‘Middeleeuwsche Marialegenden’ en behaalde met dit onderwerp een zeer grooten bijval, niet slechts door haar wijze van voordragen, maar ook door de mooie manier waarop zij het Nederl. uitspreekt, twee hoedanigheden die door het talrijk publiek zeer op prijs werden gesteld.

Dr. Speyers gaf een tweetal lessen over ‘De nuttelooze organen van den mensch’, die eveneens, veel belangstelling mochten vinden, terwijl op 20 Dec. de heer Pol de Mont in het Museum van Schoone Kunsten zijn verleden jaar begonnen reeks voordrachten over ‘De Vlaamsche Schilderschool in de 18e eeuw’ voortzette. Hij handelde in die les echter over het brandende vraagstuk ‘De Vries of De Vos’, daar

een van de prachtigste schilderijen van het Museum, n.l. het portret van den schilder Simon de Vos, dat tot nog toe steeds gegolden had als zelfportret, door den bevoegden conservator van het Museum, tengevolge van een nauwkeurig onderzoek, als een werk van den Hollandschen schilder Abraham de Vries werd bekend gemaakt. Daar deze ontdekking heel wat opschudding in de kunstwereld had verwekt, had deze voordracht een groot actueel belang en werd zij dan ook met

35

veel belangstelling door de talrijke aanwezigen aangehoord.

De werking van hoogergenoemde afdeeling mag zich in een steeds toenemenden bijval verheugen, hetgeen bewezen wordt door het groot publiek dat over het algemeen de lessen en voordrachten bijwoont. Die bijval werd o.a. ook mogelijk gemaakt door de toelage van 1000 frs. welke de Gemeenteraad van Antwerpen aan de afdeeling heeft geschonken, waarvoor hem hier openlijk dank zij gebracht.

Ook de afdeeling ‘Liederavonden voor het Volk’ gaat geregeld met haar

aanleeringen voort. Tot voorkoming van alle misverstand zij hier vermeld dat deze iederen Woensdagavond plaats hebben in de zaal ‘Tivoli’, Pelikaanstraat 102, en niet meer, zooals voorheen, in de feestzaal van de firma De Beukelaar.

Tijdens de maand Jan. werden de werkzaamheden van de afdeelingen ‘Hooger Onderwijs voor het Volk’ en ‘Liederavonden voor het Volk’, regelmatig voortgezet. In deze laatste kwam de heer Joris de Bom zelf een van zijn liederen aanleeren.

Op 31 Jan. werd de verplichte jaarl. alg. verg. gehouden; uit de lezing van de verschillende verslagen bleek hoeveel werk door den Tak tijdens het afgeloopen jaar werd afgedaan, niet alleen door de bemoeiing van het alg. bestuur, maar ook door de ‘Lett. Afd.’, ‘Hooger Onderwijs voor het Volk’ en de ‘Liederavonden voor het Volk’, terwijl ook de geldelijke toestand gunstig bleek te zijn. Aan allen die daartoe het hunne hebben bijgedragen, als de heeren J. Cox, F. en A. van Laar en E. Schiltz werd een woord van hartelijken dank gebracht.

Bij de gedeeltelijke hernieuwing van het bestuur werden herkozen de heeren F. Bly, H. Melis, F. Oyen, M. Rooses, F. van Laar, Van Kerckhoven-Donnez, F. van Cuyck, Van der Ouderaa, Van de Perre en E. Wildiers en gekozen, in de plaats van den heer L. Bouchery, de heer Smets, leeraar aan het Koninklijk Athenaeum. C h a r l e r o i . Na den heer H. Meert trad in dezen Tak de heer E. Paumen, leeraar aan het Kon. Athenaeum te Bergen op met een voordracht over Pol de Mont als dichter. Al zijn verzenbundels werden besproken en uit de meeste werden brokstukken of geheele gedichten voorgelezen. En om aan de Waalsche leden nog eens te toonen hoe broos die beruchte ‘Chineesche muur’ der Flaminganten is, las de heer Paumen ‘Les Cloches’ voor, door den grooten Flamingant Pol de Mont zelf in heel schoon Fransch vertaald.

20 Dec. spoorde van Ingelmunster, in West-Vlaanderen, naar 't hartje van 't Walenland de heer G. Vermeersch, de welbekende schrijver. Voor een talrijke vriendenschaar las hij een humoristische novelle, ‘Een onverwacht voorval’, voor.

Voor het afgeloopen jaar moet vooral hulde worden gebracht aan den zoo buitengewoon ijverigen schrijver-penningmeester, den heer Karel Mariën.

Dank ook aan verscheidene andere leden, die door het uitvoeren van liederen de zittingen opvroolijkten.

Met smart moet het overlijden worden meegedeeld van den heer De Bruyn. De heer R. Schmidt, leeraar aan het Athenaeum, opende het jaar 1909 met een schoone voordracht over ‘Maurits Sabbe’.

21 Jan. trad mejuffrouw Verkuyck van Mechelen met een voordracht over ‘Jacques Perk’ op.

Het buitengewoon talrijk opgekomen publiek bracht haar een warme hulde, 't Was de eerste maal dat de Tak het genoegen had een dame in zijn midden te zien optreden.

Hierbij mag niet worden nagelaten den heer De Coster, van Gent, dank te brengen, die reeds verscheidene malen de schoonste Vlaamsche liederen met prachtige stem kwam voordragen.

L i e r . De heer K. de Bosschere, leeraar aan de Staatsnormaalschool te Lier, was zoo bereidwillig om de reeks voordrachten voor dezen Tak te openen. Hij sprak over Italië en al het schoone van dit land. Door zijn eenvoudige en gemoedelijke wijze van spreken wist hij het publiek te boeien.

Na tweemaal uitgesteld te zijn werd het feest Karel van Rijn gehouden op 15 Dec. Onnoodig verder uit te weiden. Iedereen die Van Rijn zag in ‘Brand in de Jonge Jan’ weet dat hij met een kunstenaar te doen heeft in den vollen zin van 't woord. Jammer dat er niet meer publiek was.

L o k e r e n . Sedert November 1908, heeft de Tak zich beijverd om zijn leden op aangename en nuttige feestavonden te onthalen.

Eerst is de heer Louis de Vriendt opgetreden met mevrouw Van de Wiele van het Ned. Tooneel van Gent.

In het gewone lokaal werd door den heer Adv. J. van Winckel een zeer belangwekkende voordracht gehouden over ‘Crimineele Anthropologie’.

De heer Adv. Eggen uit Gent hield een voordracht met lichtbeelden over Congo, die veel bijval verwierf.

Op den 2en Kerstdag werd aan de leden en hun kinderen een Kerstfeest aangeboden; het talrijk publiek juichte de uitvoering warm toe, en de gretige kinderhandjes werden gevuld met de schatten van den goedbeladen Kerstboom.

6 Jan. verwelkomde de voorzitter de leden op een gezellige bijeenkomst, waar een bespreking door den heer O. Bentinck werd ingeleid. Er werd gesproken, vooral door den heer H.J. Libbrecht, over de aardbevingen, haar ontstaan en haar betrekking met andere verschijnsels, o.a. het ontstaan der bergen en vuurbergen.

M e c h e l e n . De eerste reeks van de werkzaamheden voor den winter, werd gesloten op 21 Dec., met een voordracht over het eiland Curaçao, een onderwerp van groote actualiteit, dat de heer De Sadeleer, van Brussel, voor een uitgelezen en zeer weetgierig publiek behandelde met begeleiding van lichtbeelden.

In de afdeeling ‘Hooger Onderwijs voor het Volk’, zette Dr. O. van Doorsselaer zijn klare, methodische lessen over ‘Duitsche klassieke schrijvers’ voort en deed aan zijn steeds talrijke toehoorders Schiller en zijn ‘Wilhelm Tell’, Goethe en zijn ‘Faust’ kennen.

Het bestuur van den Tak ging voort met te werken voor de afdeeling

‘Vreemdelingenverkeer’ en zond op 15 December een verzoekschrift naar den Gemeenteraad tot het bekomen eener stadstoelage voor de bekendmaking der M e c h e l s c h e b e i a a r d c o n c e r t e n ; de bespreking, die daarover in de eerstvolgende Raadszitting ontstond, bewees dat op de medewerking van de

gemeenteoverheid mag worden gerekend en dat een milde geldelijke ondersteuning mag worden verwacht. Die uitslag is te danken in de eerste plaats aan den heer Hertsens, die de vraag zoo krachtig verdedigde in den Raad, alsook aan zijn collega's, den volksvertegenwoordiger Van de Walle en Mr. Van Hoorenbeeck, leden van den Tak.

Bijna gansch de maand Januari werd besteed aan het voorbereiden der vertooning van ‘Kaatje’ welke door den Tak ingericht werd, met medewerking van het Kon.

Ned. Tooneel uit Antwerpen. Die vertooning, op Dinsdag 26 Jan., was een ware triomf.

Het stuk van Paul Spaak, alhoewel oorspronkelijk in het Fransch geschreven, is een warm pleidooi voor het grondbeginsel der Vlaamsche Beweging: ‘Geen rijker kroon dan eigen schoon’. Niet alleen door zijn innerlijke waarde, maar ook door de uitnemende wijze waarop het gespeeld werd en ook door de goed verzorgde

tooneelschikking - waartoe de Mechelsche firma Ardouillie het hare bijdroeg door het afstaan van de mooie meubels - maakte het stuk op het talrijk en uitgelezen publiek een grooten indruk.

36

geeft thans Adv. Lodewijk Dosfel zeer practische lessen over de ‘Belgische Ongevallenwet’, welke vooral onzen trouwen leden der arbeidende klasse uiterst welkom zijn.

Op Zaterdag 26 Dec. had alhier een samenkomst plaats van bestuursleden der Takken Antwerpen, Brussel en Mechelen, waarop gesproken werd over het inrichten van p l e i z i e r t r e i n e n tusschen Nederland en België, alsook over de middelen die dienen in 't werk gesteld te worden tot het verkrijgen van b e t e r

s p o o r w e g v e r k e e r op de lijn Antwerpen - Mechelen - Brussel.

De heer Meert, alg. secretaris van Groep België, leidde deze vergadering. O o s t e n d e . De Tak heeft zich deze maand gekenmerkt door een zeer groote bedrijvigheid. Verschillende vergaderingen met de afgevaardigden der Vlaamsche Tooneelkringen werden belegd, ten einde een leergang in de Ned. dramatische kunst aan de stedelijke muziekschool te bekomen. Een verzoekschrift door al de

afgevaardigden onderteekend werd aan den Gemeenteraad gezonden. Nu is men druk in de weer om een algemeen verbond der Vlaamsche

maatschappijen tot stand te brengen en weldra zullen de voorloopige grondslagen aan een algemeene bespreking onderworpen worden.

Op het stadhuis werden de lessen van Dr. Van Oye over bacteriën voortgezet. De laatste les handelde over de voorbehoedmiddelen te nemen door de openbare overheid en de particulieren tegen de verspreiding der bacteriën. De Nederlandsche en Fransche pers sprak met den grootsten lof over deze belangwekkende lessen.

Op de gewone vergaderingen voerden Dr. Verdeyen en de heer Moerman het woord. De eerste had het over de geschiedenis van het tooneel en de tweede over muziek. Er werden twee gezellige avonden ingericht met de welwillende medewerking van begaafde kunstenaressen en kunstenaars zooals de juffrouwen Goffin en De Cloedt, de heeren Wittenberg (een even bekwaam officier als talentvol zanger en fijn muzikant), Dispersijn en Simon.

Aan allen hartelijk dank voor al het genotene.

Op de eerste zitting der Vlaamsche tooneelkringen, kern van het verbond der Vlaamsche maatschappijen, hield Dr. Verdeyen een zeer belangwekkende voordracht over de geschiedenis der tooneelletterkunde.

Dr. E. van Oye sprak op de gewone Maandagvergadering over de Blinden in de kunst, namelijk in de schilder- en beeldhouwkunst. Onder de talrijke platen en voorstellingen bevonden zich twee prachtige houtskoolteekeningen, opzettelijk vervaardigd door een kunstenaar der stad, den schilder V. Keulen.

Op het stadhuis eindigde Dr. Eug. van Oye zijn reeks lessen over ‘Bacterienkunde’, welke met de grootste belangstelling door een zeer talrijk publiek bijgewoond werden. Daarna hield de heer ingenieur Van Loy een zeer belangwekkende voordracht ‘Over luchtschepen en vliegtoestellen’.

Met vreugde werd vastgesteld dat het publiek steeds talrijker wordt, vooral wat de dames betreft. Die belangstelling is de beste belooning voor al degenen die zich met steeds grooteren ijver toeleggen op den vooruitgang van het Verbond en van de voordrachten voor het volk.

Neerlandia kan voor afdeelingsnieuws niet veel plaats beschikbaar stellen. Red.

Zuid-Afrika.

Th. Schonken. †

Te Leipzig, waar hij in de letteren studeerde, na eerst de Amsterdamsche Hoogeschool te hebben bezocht, is na een langdurige ziekte, maar toch nog onverwacht overleden, de heer Th Schonken, van Stellenbosch (de Kaap).

Schonken was een oprechte, warm voelende Afrikaner, geestdriftig minnaar van zijn land, zijn volk en zijn taal, maar met een breeden kijk op het nationale leven. Hij begreep, dat de Zuid-Afrikaners veel voordeel hadden in hun strijd voor het behoud der Hollandsche taal, wanneer zij steun zochten bij de andere Hollandsch sprekenden over heel de wereld. Hij was dus een werkzaam lid van het Verbond. In den eersten jaargang van het Z.-Afr. tijdschrift De Goede Hoop schreef hij een reeks zeer lezenswaardige opstellen over hetgeen Nederland voor de wereldbeschaving had gedaan, uit welke artikelen Neerlandia meermalen aanhalingen heeft gedaan. Zijn ideaal was het met de meest mogelijk volledige kennis naar zijn land terug te keeren en ze daar dienstbaar te maken aan de ontwikkeling van zijn volk. Hij heeft helaas zijn ideaal niet mogen bereiken. In hem verliest Zuid-Afrika een zijner nobele zonen, sympathiek naar hart en geest, een man die zijn land eenmaal zeker ten zegen zou zijn geweest.

Aan de ouders en verwanten van dezen Z.-Afr. medestrijder voor het Verbondsdenkbeeld betuigen ook wij onze innige deelneming.

In document Neerlandia. Jaargang 13 · dbnl (pagina 102-109)