• No results found

Jaarverslag over 1908 uit Mexico D.F

In document Neerlandia. Jaargang 13 · dbnl (pagina 156-161)

Evenals verleden jaar ben ik voortgegaan met het verstrekken van zoo uitvoerig mogelijke inlichtingen aan allen, die zich op de eene of andere wijze tot mij hebben gewend met aanvragen.

O.a. had ik het genoegen eene der meest bekende Nederlandsche huizen op het gebied van land- en tuinbouwzaden van raad te dienen en verschafte ik deze firma adressen van betrouwbare huizen en personen tot uitbreiding harer verbindingen.

In het bijzonder wil ik een geval vermelden, waarin een Ned. huis zich tot mij wendde met een verzoek om inlichtingen betreffende eene onderneming, die zich hier in Mexico zou bezig houden met opsporing en ontginning van petroleumvelden en kon ik, dank zij goede verbindingen met voldoende uitvoerigheid daarover mededeelingen doen, welke van dien aard geweest zijn, dat het Ned. huis zeker ervan moet hebben afgezien om zich op eenige wijze met de bedoelde onderneming in te laten.

Verschillende jongelui wendden zich tot mij om mij te raadplegen of het voor hen wenschelijk zou zijn hun geluk hier te komen beproeven.

Het is zoo vreemd, dat bijna alle jongelui, die zich in zulke gevallen tot mij richtten en dus een zekeren ondernemingsgeest toonden, niet over voldoende

48

middelen beschikken konden om het hier eens te beproeven en in het uiterste geval terug te keeren naar Nederland of elders opnieuw hun geluk te beproeven. In de meeste gevallen heb ik dan ook de verantwoording niet op mij willen nemen om dadelijk raad te geven, vooral, daar de economische toestand van het land sedert October 1907 zoodanig werd, dat groote slapte in zaken het gevolg was.

Iemand van te voren eene betrekking hier verschaffen zonder dat men hem persoonlijk kent is door het volslagen ontbreken van Ned. Handelshuizen hier te lande eene onmogelijkheid. Ik heb zoodoende velen teleur moeten stellen.

Herhaalde malen vroeg ik mij af hoe het toch komt, dat zoo weinig bemiddelde jongelui ertoe besluiten om hier eens een kijkje te komen nemen en na de toestanden te hebben bestudeerd, òf in den handel òf op nijverheidsgebied eigen zaken te beginnen.

Het klimaat is verrukkelijk, daarover zijn allen het eens en de onbekendheid met de taal is toch maar eene kwestie van betrekkelijk korten tijd.

Mijne bemoeiingen om rechtstreekschen uitvoer van Ned. vee naar Mexico te bevorderen, hebben tot dusverre niet het gewenschte gevolg gehad. Mijn verzoek om inlichtingen ten einde de wenschelijkheid en mogelijkheid te kunnen overwegen, zijn blijkbaar volkomen verkeerd begrepen. Slechts van enkelen heb ik gegevens ontvangen, die mij nuttig waren. Ik ontving minstens vijftig brieven van personen, die zich als tusschenpersoon aanboden of die als begeleider van het vee wilden optreden. Drukke bezigheden hebben mij verhinderd al deze brieven te beantwoorden. Daarvoor mijn verontschuldiging.

Zij, die zich met rechtstreekschen invoer van Ned. vee in Mexico zouden willen bezighouden, moeten tevreden zijn met het verkrijgen van goede, doch niet

buitensporige prijzen. Zij kunnen in dat geval op voldoenden afzet rekenen, doch slechts onder de voorwaarde, dat een en ander op grootere schaal plaats kan hebben en eene stoomvaartmaatschappij ertoe kan worden bewogen om eene verlaging van de vrachtprijzen toe te staan.

Over het verkrijgen van eene verlaging der vrachtprijzen heb ik met de agenten eener stoomvaartmaatschappij in Nederland, die zich tot mij wendden, briefwisseling gevoerd, doch het scheen mij uit hun laatste schrijven toe, alsof zij niet de moeite wilden nemen er bij hun maatschappij op aan te dringen en liever het werk van de zijde van den verzender wilden gedaan zien.

Opmerking verdient nog het feit, dat door een groep vooruitstrevende Hacendados (landgoedbezitters) eene vereeniging van rundveekweekers in het leven is geroepen ‘Sociedad de Granaderos Mexicanos’, welke onder andere heeft ingericht een rundveestantboek. Eene der hoofdrassen, welke door deze vereeniging worden ingeschreven is de ‘raza holandesa’, zonder dat er een grens wordt getrokken tusschen Nederlandsch en Friesch rundvee.

Het is mij bekend, dat hier als de beste exemplaren worden beschouwd, die, welke afkomstig zijn van de bekende Friesche fokkerij ‘Cuperus’, die ik in verbinding bracht met de zuster-vereenigingen in Nederland.

M e t b i j z o n d e r g e n o e g e n v e r o o r l o o f i k m i j e v e n a a n t e s t i p p e n , d e g e l u k k i g e s a m e n w e r k i n g v a n h e t A.N.V. m e t d e a f d e e l i n g H a n d e l v a n h e t D e p a r t e m e n t v a n B u i t e n l a n d s c h e Z a k e n , w a a r d o o r d e v e r t e g e n w o o r d i g e r s v a n h e t A.N.V. z u l k

e e n e s c h o o n e g e l e g e n h e i d i s g e b o d e n o m r e c h t s t r e e k s w e r k z a a m t e k u n n e n z i j n i n h e t b e l a n g v a n N e d . H a n d e l .

Het geregeld lezen van ‘Handelsberichten’, uitgegeven door de afdeeling Handel, is van zeer veel belang voor onze vertegenwoordigers, daar het ons een denkbeeld helpt vormen, wat voor den Handel van belang mag worden geacht. Voorts biedt dit blad plaatsruimte aan die artikelen, welke, hoewel uiterst belangrijk voor den Ned. Handel, voor de meeste lezers van ons maandblad Neerlandia weinig belangrijks zouden hebben. Een woord van waardeering aan onze regeering en aan ons

hoofdbestuur, welke deze uitmuntende samenwerking mogelijk maakten, dunkt mij hier wel geplaatst.

Over den economischen toestand van Mexico wil ik in het kort melden, dat de zaken sedert October 1907 zeer geleden hebben. De mijnbouw begint slechts zeer langzaam op te komen van de bijna volkomen verlamming tengevolge der algemeene crisis en wij kunnen eigenlijk hier eerst dan weer goede tijden verwachten, zoodra de prijzen van zilver en koper en andere uitvoerartikelen van dit land belangrijk stijgen.

Van groot belang wordt geacht de intrekking van Art. 144 van het voorstel voor de nieuwe mijnwet, waarbij aan vreemde maatschappijen het recht werd ontzegd om mijnen te bezitten in Mexico, terwijl vreemdelingen geen mijnen zouden kunnen bezitten in de grens-staten, zonder bijzondere toestemming van het hoofd van het uitvoerend gezag.

Tot onze vreugde hebben wij hier in Mexico eene toenemende belangstelling in Nederland kunnen opmerken voor dit land, niet alleen van officieele zijde o.a. gebleken bij gelegenheid van het bezoek van H.M.'s ‘Gelderland’ ter overbrenging der Kon. onderscheiding van het Grootkruis der orde van den Ned. Leeuw, waarmede President Porferio Diaz werd begiftigd, doch ook van particuliere zijde, o.a. door het bezoek van de heeren Theo de Veer en Simons, Ned. dagbladschrijvers; de eerste verbonden aan ‘Op de Hoogte’, de tweede aan het dagblad ‘De Telegraaf’, en dat van verschillende toeristen.

Het is voor het welzijn van het land zeker te betreuren, dat de uitgestrekte landerijen in het Noorden zich in handen bevinden van een zeer beperkt aantal grootlandbezitters en men een eigenlijken middenstand bijna in het geheel niet kent.

De berichten over de Ned. Kolonie hier ter stede zijn gelukkig volkomen bevredigend. Men is er door het voortdurend toenemen van het aantal leden in geslaagd de Ned. Vereeniging eenigszins uit haar toestand van ‘zorgenkind’ op te heffen, en we vertrouwen, dat de landgenooten die ons in het afgeloopen jaar bezochten, aangename herinneringen van onze club zullen hebben medegenomen.

Twee leden van ons Verbond, beiden leden der Vereeniging, verlieten ons; de heer M. Mierloo, reeds op jaren, die in zijne hoedanigheid als kunstenaar naar Europa vertrok, en met het oog op zijn leeftijd tot ons leedwezen waarschijnlijk niet meer in ons midden zal terug keeren, en de heer W.B. Barbe, lid van het bestuur, die in een der steden van het binnenland eene betrekking aannam, en die als bibliothecaris ook voor de boekerij van het A.N.V. moeilijk te vervangen zal zijn. Door overlijden verloor de Ned. Kolonie een harer leden, den heer F.C. Steffens, lid van het A.N.V. en medeoprichter der Ned. Vereeniging alhier.

Het bestaan der Belgisch-Ned. Club is van korten duur geweest.

Het is een bevredigende omstandigheid, dat de kwesties in der minne geschikt zijn, zoodat nog eenige Vlamingen zich bij ons aansloten.

Met groote opgewektheid werd de verjaardag van H.M. de Koningin gevierd ten huize van den heer Consul-Generaal Kosidowski, alsook in de lokalen onzer vereeniging.

Het Sint-Nicolaasfeest werd dit jaar voor het eerst op echt Holl. wijze gevierd, dank zij de welwillende bemoeiingen van mevr. Grothe, echtgenoote van den voorzitter der Ned. Vereeniging, welke met andere dames de noodige toebereidselen maakte en onze Hollandsche jeugd met hare vriendjes een heerlijken tijd verschafte.

49

door een onzer landgenooten, tot het bevorderen van emigratie van Javanen naar tropisch Mexico; het is zeker, dat voor hen in het tropische gedeelte dezer republiek een ruim arbeidsveld zal gevonden kunnen worden en dat, wat loonen betreft, zij zeer veel meer zullen verdienen dan nu het geval is. Met het oog op de dichte bevolking van Java, zou een emigratie van Javanen op Mexico op groote schaal waarschijnlijk tot verbetering van de economische toestanden in Java leiden.

J. TEN NAPEL, Vert, van het A.N.V. 31 Dec. 1908.

Bovenstaand verslag is eenigszins bekort met het oog op de beperkte plaatsruimte. Red.

In document Neerlandia. Jaargang 13 · dbnl (pagina 156-161)