• No results found

Om de vraag te beantwoorden 'hoe verhouden homoseksuelen zich tot andere typen van eenzaamheid?’, zal ik de andere typen eenzaamheid, die het onderzoek nadrukkelijk wel laat zien eerst verhelderen.

5.2.1 Epistemologische eenzaamheid:

Epistemologische eenzaamheid komt uit dit onderzoek voort als de meest dominante vorm van eenzaamheid onder de respondenten. Bij epistemologische eenzaamheid gaat het erom dat men niet gezien en erkend wordt. Wie niet gezien of erkend wordt, kan het gevoel krijgen niet te bestaan. Bij de respondenten blijkt deze vorm van eenzaamheid zich al te manifesteren voor de Coming Out, doordat in deze periode de respondenten altijd als hetero worden benaderd, en dus een wezenlijk aspect van de identiteit niet gezien of erkend wordt. Daarna zet dit gevoel zich voort en voelen mensen zich voor een deel niet gezien doordat zij als stereotype worden neergezet, doordat zij uitgesloten worden of doordat zij extra positieve of negatieve aandacht krijgen. Ook voelen zij zich niet gezien of erkend omdat hetgeen zij meemaken door de homoseksualiteit niet altijd juist wordt ingeschat of erkend. Daarnaast draagt het feit dat de samenleving met name is ingericht op heteroseksuelen bij aan een gevoel van

epistemologische eenzaamheid. De plek waar de respondenten zich soms toe wenden om wel gezien of erkend te worden in de seksuele identiteit is de gayscene. De gayscene is voor veel homo’s een plaats waarbij vrijheid, feest en het ontmoeten van andere homoseksuelen centraal staat. Echter, de gayscene kent ook veel nadelen. In de mannenscene lijkt het vooral om seks

en oppervlakkig contact te gaan, in de vrouwenscene is er veel weerstand en agressie.

Daarnaast wordt er in de gehele scene veel gelabeld en beoordeeld, iets waar de respondenten zelf ook aan lijken bij te dragen. Dit maakt dat ook in de gayscene homoseksuelen zich niet volledig gezien voelen, of zich niet volledig laten zien. De gayscene zelf is dus niet enkel een oplossing maar ook een bron voor epistemologische eenzaamheid. Dit geldt ook voor de sociale media (door de respondenten beschouwd als een onderdeel van de gayscene). Alle respondenten geven aan wel eens gebruik te hebben gemaakt van de homoseksuele sociale media. Sociale media helpen hen in het uiten en delen van de eenzaamheid, en kan bij ontmoetingen tijdelijk maken dat zij gezien worden en hiermee de epistemologische eenzaamheid wordt opgeheven. Tegelijkertijd helpen de sociale media de respondenten om zich te identificeren met andere homoseksuelen. Ook vormen de sociale media een middel voor de respondenten om zich te distantiëren van de heteroseksueel ingerichte maatschappij. Tegelijkertijd blijkt dat het contact dat men opdoet via sociale media vaak oppervlakkig is, enkel gericht op seks of dat men soms 'vreemde' mensen ontmoet.

5.2.2 Emotionele eenzaamheid

Emotionele eenzaamheid ontstaat wanneer men niet seksueel of romantisch intiem kan zijn, of wanneer men niet in staat is om dergelijke intimiteit als betekenisvol te zien. De emotionele eenzaamheid van homoseksuelen blijkt uit dit onderzoek niet te verklaren door het tekort aan seksueel contact. Integendeel, er is een veelheid aan seksueel contact. Hier speelt ook de gayscene een rol in, waar de nadruk erg op seks blijkt te liggen en de contacten oppervlakkig blijven. Door de nadruk op seks en het oppervlakkige contact vinden de respondenten hier vaak maar in beperkte mate liefde en intimiteit. Een groot deel van de respondenten ervaart dit als dermate storend dat ze aangeven liever heteroseksueel te zijn, omdat ze de indruk hebben dat er onder hetero's minder sprake is van oppervlakkige seksuele contacten.

De emotionele eenzaamheid gaat gepaard met angst voor de toekomst, men is bang om alleen te eindigen, en bang om geen kinderen of relatie te krijgen. De vragen die men zichzelf hier over stelt zijn temporele levensvragen (Rijksen & Van Heijst, 1999, p.36). Ook gaat de emotionele eenzaamheid gepaard met een schrikbeeld: alleen eindigen binnen de gayscene.

5.2.3 Culturele eenzaamheid

Culturele eenzaamheid is een vorm van eenzaamheid die extern wordt afgedwongen doordat men wordt uitgesloten of geïsoleerd om een bepaald identiteitskenmerk, wat

met fysiek of verbaal geweld, ligt deze niet ten grondslag aan de gevoelens van culturele eenzaamheid. Men voelt zich cultureel eenzaam als men uitgesloten wordt op basis van een specifiek kenmerk. Hierbij valt te denken aan anders behandeld worden in de klas, of seksuele toespelingen krijgen op het werk. Deze culturele eenzaamheid maakt dat de respondenten zich soms heel slecht voelen, een enkeling voelt zich fijn in de uitzonderingspositie.

5.2.4 Sociale eenzaamheid

Er is sprake van sociale eenzaamheid in de periode van crisis (zie hiervoor 5.3).

Afbeelding 10.

Om de vormen van eenzaamheid te begrijpen in het kader van de literatuur, draaien we de eerder geïntroduceerde afbeelding 3.0 om. Op afbeelding 10.0 zien we hoe de vormen van eenzaamheid uit het empirische onderzoek samenhangen met twee van de drie vormen van eenzaamheid zoals Yalom (1980) ze beschrijft: inter-persoonlijk isolement en intra-

persoonlijk isolement. Het inter-persoonlijk isolement lijkt sterk op de geschetste sociale definitie van Van Tilburg & De Jong-Gierveld (2007). Als we deze vorm van isolement betrekken op de taxonomie van McGraw (1995) zien we dat er sprake is van drie eenzaamheidsvormen: Culturele eenzaamheid, Emotionele eenzaamheid en Sociale eenzaamheid.

De tweede vorm die Yalom onderscheid is intra-persoonlijk isolement. Als we dit intra- persoonlijk isolement betrekken op McGraw (1995) en het empirische gedeelte van dit onderzoek zien we dat er sprake is van epistemologische eenzaamheid (zie afbeelding 10).