• No results found

Emotionele eenzaamheid ontstaat wanneer men niet seksueel of romantisch intiem kan zijn. Bij de respondenten zien we dat dit soms het geval is. Over dit onderwerp is echter alleen gesproken door respondenten 1, 3, 5, 6 en 7. Dit zijn ook de respondenten die op het moment van het interview geen relatie hadden. De oorzaak voor de emotionele eenzaamheid ligt bij de respondenten niet in het tekort aan seksueel contact. Het seksueel contact lijkt eerder de romantische intimiteit te blokkeren. Respondent 1 geeft aan: “Aan de ene kant hoop ik heel erg een relatie te vinden. Je wil toch een soort van basis, je wil ook huisje boompje beestje, iemand waar je altijd naar terug kunt. Iemand waar je tegen aan kunt kruipen, samen tv kunt kijken. Tegelijkertijd weet je ook dat dit niet gaat gebeuren. […] Ik denk dat bij homo's seks krijgen heel makkelijk gaat, maar ik denk dat relaties krijgen voor ons heel lastig is.” Ook hierbij wordt benoemd door respondent 1, 3, 5, 6 en 7 dat het soms makkelijker zou zijn om hetero te zijn, omdat volgens hen de nadruk in heterorelaties minder ligt op oppervlakkige seks. “Ik denk dat als ik hetero was dat ik gewoon zou zoenen en samen lekker met een meisje op een bank zou hangen en dat het prima is en ik ga gewoon naar huis. Romantiek eigenlijk. Meer ruimte voor de liefde.” Respondent 1 geeft aan dat hij soms ingaat op seksueel contact om de romantische intimiteit te kunnen ervaren. “Ik vind eigenlijk het fijnste dat als je bij iemand geslapen hebt, om ‘s ochtends gewoon lekker koffie te drinken met zijn tweeën. Ja. Daarom blijf ik eigenlijk bij iemand slapen…”

De angst voor de toekomst is voor vijf respondenten een groot onderdeel van de emotionele eenzaamheid. Respondent 3 geeft aan dat hij om deze reden eerder te snel in een relatie is gestapt. “Om me maar veilig te voelen, en samenwonen. Zo van dan zijn we samen en staan we samen sterk. En vast, en dan woon je in een huis en kan je het echte volwassen leven hebben.”

De angst voor de toekomst wordt door respondent 1 als volgt beschreven: “Nou ik denk wel als je vraagt: hoe eindigt je leven? Ik denk wel dat ik alleen eindig ja. Ik denk dat het bij homo’s echt heel erg…eh…dat die kans echt wel meer dan tachtig procent is dat je alleen eindigt.” Voor respondent 5 kwam deze angst voor de toekomst naar voren in confrontatie met zijn heteroseksuele collega’s. “Ik kwam wel eens op kantoor en je ziet dan wel: iedereen is anders dan jou. Iedereen is anders. En ook iedereen heeft een familie of een klassiek

heteroseksueel schema. En natuurlijk was ik dan bang. Je praat tegen je zelf, en ik denk: als ik thuiskom zit ik alleen”. De angst om geen klassiek heteroseksueel schema in het leven te hebben (trouwen, kinderen) zien we ook terug bij respondenten 1, 3, 6 en 7. Respondent 6 vertelt: “Dat gaf, en dat geeft nog steeds die onzekerheid van hoe gaat mijn toekomst eruit zien. Wat brengt het nou precies als ik niet zo’n relatie en kinderen krijg? Waar ga ik dan naar toe?” Hij vertelt hierbij dat hij deze onzekerheid soms naar vindt, maar soms ook wel leuk omdat hij nog niet weet wat de toekomst brengt. Over zijn kinderwens vertelt hij: “Kijk in eerste instantie met mijn hele homoseksualiteit acceptatie ding zit ook een stukje van: ik heb graag kinderen gewild bijvoorbeeld. En dat is ook een stukje wat ik bijvoorbeeld van jongs af aan heb moeten loslaten. Ik ga dat nooit op die natuurlijke manier krijgen dan als ik homo ben. Wat dan toch een soort van voorbeeld heeft gevormd: mijn ouders zijn nog bij elkaar en weet je wel, en dan zie je: dit is goed!”

De emotionele eenzaamheid is niet alleen verweven met onzekerheid over de toekomst, ook schrikbeelden van een emotioneel eenzaam leven in de gayscene wegen mee voor de

respondenten. Bij de respondenten vallen zowel temporele als existentiële levensvragen te ontwaren. Zo vertellen vijf respondenten dat ze allen bang zijn om oud en alleen in de gayscene te eindigen. Respondent 6 geeft aan: “Als je naar het uitgaansgebied kijkt in ieder geval daar wordt ik wel een beetje treurig van. Je ziet vaak oude mannen, die aan de bar zitten. En ik weet niet of dit een goed referentiekader is, maar het is wel zoals ik de vereenzaamde gayscene op latere leeftijd zie, zeg maar.” Respondent 3 vraagt zich af: “Word ik nou later echt zo’n homo die geen relatie heeft en die dan met 22-jarige jongens op pad gaat, weet je wel. Daar ben ik wel bang voor, of dat ik dan denk, ligt het voor mij nou echt niet in het verschiet om een relatie te hebben met iemand en gewoon een kind te adopteren en een draagmoeder weet ik veel?”

Samenvattend: De emotionele eenzaamheid van de respondenten is niet te verklaren door het tekort aan seksueel contact. De veelheid aan seksueel contact lijkt de romantische intimiteit eerder te blokkeren. Vijf respondenten geven hierbij aan dat ze liever een heteroseksuele relatie zouden hebben, en vier hiervan geven aan dat dit zo is omdat ze dan minder

oppervlakkige seksuele contacten zouden hebben. Eén respondent geeft aan wel eens seksueel contact aan te gaan om zo romantisch contact te hebben.

Bij emotionele eenzaamheid speelt de angst voor de toekomst een grote rol. Hierbij komen temporele en existentiële levensvragen, verschillende gebeurtenissen en emoties aan bod: te snel in een relatie stappen, angst om alleen te eindigen, de confrontatie met het 'klassieke' heteroseksuele schema van samenwonen en kinderen krijgen, en de angst om zelf geen relatie

en kinderen te krijgen. Naast deze angst voor de toekomst, is er ook de angst om alleen te eindigen in de gayscene. In tal van illustraties komt naar voren dat dit een schrikbeeld is.

4.7 Media

Tijdens het Axiaal coderen viel de term Sociale Media onder de code Media. Er is tussen de twee namelijk een grote samenhang te vinden en bijna altijd werden ze samen genoemd in de interviews. Media en Sociale media spelen een grote rol in de omgang met homoseksualiteit van alle respondenten. Hoewel ze overlappende eigenschappen bevatten, zijn er toch ook grote verschillen. Ik behandel ze daarom hier apart.

Media. Om het begrip van media bij de respondenten te verduidelijken maak ik hier een onderscheid tussen homoseksuele en heteroseksuele media.

Homoseksuele media: De respondenten geven allemaal aan regelmatig te kijken naar homo- films, -series, homoboeken te lezen of tijdschriften en artikelen te lezen. Respondent 1 geeft aan dat hij zich enkel richt op deze soort media, omdat hij zich hiermee het best kan

identificeren. Hij stelt “Ik kan geen hetero romantische comedies kijken. Omdat ik me daar gewoon niet mee kan identificeren. […] Ik ben ook zo iemand die alleen maar homo- gerelateerde artikelen, boeken en tijdschriften leest. Redenen die worden genoemd door de respondenten om regelmatig bezig te zijn met de homoseksuele media, zijn dat deze hebben geholpen om de gayscene te leren kennen en hiervan op de hoogte te blijven, ook vinden ze veel herkenning in de media. Daarnaast kunnen de media een uitlaatklep zijn voor de

geaardheid. Ook hebben de media zes respondenten geholpen om uit de kast te komen en om de homoseksualiteit te ontwikkelen. Respondent 9 realiseerde zich door de media dat ze lesbisch is. Respondenten 1, 2 en 3 geven aan dat ze zich regelmatig even afzonderen om zich te ‘voeden’ met deze mediavormen. Zo geeft respondent 2 aan: “Ja ik merk wel dat ik dat nog steeds ontzettend belangrijk vind, hoe stom dat ook klinkt, dat ik me dan...Ik heb het soms nodig, niet dagelijks, maar wel, ik heb het soms nodig om me even te... ja voeden lijkt het wel. Even er aandacht aan besteden. Dan voel ik me op de een of andere manier extra lesbisch”. Door mee te leven met karakters in de media krijgen respondenten het gevoel dat ze niet alleen zijn. Respondent 1 vertelt: “En eigenlijk heb ik dan het gevoel dat mijn gevoel gedeeld is, mijn eenzaamheid… De eenzaamheid...dat zij dat dan ook zo ervaren.” Maar dit heeft ook een keerzijde, wanneer men de negatieve kanten van de homoseksualiteit of de homoscene in de media herkent: “En dat is zo herkenbaar… zo…die levensstijl! Het maakt me dan heel verdrietig want het is heel eenzaam, want je weet dat ze dan na dat weekend uit elkaar gaan en elkaar nooit meer gaan zien.”

Echter, de homomedia schetsen volgens vier respondenten ook een norm waar de respondenten soms niet aan kunnen voldoen. Zo vertelt respondent 1:“Ik denk dat al die beelden en die verhalen, dat dat heel erg de buitengrenzen zijn. Dus helemaal niet realistisch. Of ja, iets waar je naar kunt streven.” En respondent 2 geeft aan: “De films of series geven wel het idee dat als je dat hebt dat je dan 'geslaagd lesbisch' bent”. Deze norm maakt dat de respondenten zich soms niet kunnen herkennen in de media.

De homoseksuele media hebben voor drie respondenten nog een andere rol gespeeld. Door hen is er een periode van bewust verkozen sociale eenzaamheid gecreëerd voor hun Coming Out, waarin ze afstand namen van hun sociale contacten en bezig waren met media en sociale media. Zij geven aan dat ze deze periode nodig hadden om na te denken over ‘existentiële vragen’ en zich te ‘voeden’ met gay media totdat ze de kracht vonden om uit de kast te komen. Zie hiervoor ook de hoofdcode ¨sociale eenzaamheid¨.

Naast de homoseksuele media spreken de respondenten soms ook over de heteroseksuele media. De heteroseksuele media hielpen de respondenten niet. Zo geeft respondent 2 aan dat ze hierdoor langer 'in de kast' bleef. Respondent 5 geeft aan dat hij zich hierdoor nooit normaal heeft gevoeld in de periode voor zijn Coming Out. Respondenten 2 en 5 geven allebei aan dat de heteroseksuele media hen het gevoel gaven dat homoseksualiteit negatief is.

Samenvattend: Voor alle respondenten spelen de media een grote rol. Door de media leerden ze de gayscene kennen, konden ze makkelijker uit de kast komen, vinden ze herkenning, hebben ze een uitlaatklep voor de geaardheid, kunnen ze de geaardheid ontwikkelen of zich even afzonderen. Door de media hebben de respondenten soms het gevoel dat ze niet alleen zijn. Anderzijds scheppen de media ook een norm van de 'ideale' homo. Voor enkele

respondenten speelden de media een grote rol in een periode van sociale eenzaamheid voor de Coming Out.

De heteroseksuele media geven de respondenten soms het gevoel dat ze niet normaal zijn of dat homoseksualiteit negatief is.

4.7.1 Sociale Media

Onder sociale media vallen in dit geval de online platforms die gericht zijn op homoseksuelen, hierbij valt te denken aan (dating)apps, forums, weblogs, en sociale

netwerken. Alle respondenten geven aan gebruik gemaakt te hebben van deze sociale media. Zes respondenten geven hierbij aan dat ze er nog steeds gebruik van maken. Sociale media brengen de respondenten uiteenlopende dingen, en de respondenten gebruiken het om verschillende redenen. Een reden die genoemd werd is bijvoorbeeld om de scene en de

subgroepen binnen de scene te leren kennen. Respondent 1 geeft bijvoorbeeld aan: “Dat kan qua lichaam zijn of kleding. Maar ook de groep waar je in valt, dus of je een bear bent of een ding, dat je juist een sixpack hebt, of een twink”. Respondent 9 geeft aan dat ze haar identiteit via deze sociale media heeft ontdekt. Andere redenen voor respondenten om sociale media te gebruiken zijn om met anderen in contact te komen, om buiten de uitgaansscene te blijven die door alle respondenten als negatief wordt bestempeld (hoewel ze zich er ook allemaal in begeven).

Ook geven de respondenten aan dat ze sociale media gebruiken om feestjes te vinden, om seks te hebben of om te daten. Het heeft hen geholpen om de gay community te leren kennen voor de Coming Out, en om de eigen homoseksuele identiteit te ontwikkelen. Binnen de sociale media kunnen zij tevens de gevoelens van eenzaamheid delen. Respondent 1 geeft aan: “Ik heb ook wel eens dat het midden in de nacht is, zes uur, na het stappen, en dat ik dan gewoon op Grindr zeg van ‘He ik wil bij iemand slapen, gewoon lekker knuffelen’. En dat je dan een berichtje krijgt van 'Je mag wel bij mij slapen'. En dat je dan gewoon hand in hand in slaap valt, en gewoon niet eens iets doet. Tsja dan weet je heus wel dat anderen echt eenzaam zijn”. Daarnaast helpen de sociale media de respondenten om zich te identificeren met andere homoseksuelen en zich te distantiëren van de heteroseksueel ingerichte maatschappij.

Daarnaast kunnen sociale media maken dat zij zich gezien voelen. Zo geeft respondent 6 aan: “dat (online) daten geeft me juist, dat helpt, dan voel ik me juist wel weer even gezien.

Gewoon het feit dat iemand je appt. En ook al heb je elke keer die standaard zelfde gesprekken en is het na de derde date wel weer klaar, ja zijn die apps daarin wel fijn”.

Nadelen van sociale media worden ook genoemd. Zo geven vier respondenten aan dat ze rare afspraakjes hebben gehad of foute mensen hebben ontmoet via de sociale media. Ook wordt door vier respondenten benoemd dat veel contact enkel gericht is op seks. Het contact dat via de sociale media wordt gelegd, wordt soms ervaren als zeer oppervlakkig. Daarbij wordt aangegeven dat het soms erg is dat mensen via de sociale media soms daten om het daten en “niet omdat jij het bent”.

Samenvattend: Alle respondenten geven aan wel eens gebruik te hebben gemaakt van de homoseksuele sociale media, zes van de respondenten geven aan dit nog wel eens te doen. Men gebruikt de sociale media om de gayscene en de subgroepen binnen de scene te leren kennen (zowel voor als na de Coming Out) of om juist buiten de gayscene te blijven.

Daarnaast worden de sociale media gebruikt om met anderen in contact te komen, om feestjes te vinden, te daten, seks te hebben, of de eenzaamheid te delen. Daarnaast helpen de sociale

media de respondenten om zich te identificeren met andere homoseksuelen en zich te distantiëren van de heteroseksueel ingerichte maatschappij. Ook kunnen de sociale media maken dat zij zich gezien voelen. Nadelen van sociale media voor de respondenten zijn, dat het contact te oppervlakkig is, men soms vreemde mensen ontmoet, of het contact enkel is gericht op seks.