• No results found

TWV-plichtige arbeidsmigranten en kennismigranten uit derde landen

In document Arbeidsmigratie naar Nederland (pagina 98-101)

De rechten van gezinsleden en de seksespecifieke instroom van

4.2 TWV-plichtige arbeidsmigranten en kennismigranten uit derde landen

In deze paragraaf gaan we na in hoeverre vrouwelijke van mannelijke arbeidsmigranten uit derde landen verschillen in de mate waarin zij van de KM-regeling gebruikmaken. De KM-regeling, bedoeld voor de toe-lating van arbeidsmigranten die voldoen aan een salariscriterium (zie hoofdstuk 1), is in oktober 2004 ingevoerd en werd feitelijk in 2005 effec-tief. Voordien vond de toelating van arbeidsmigranten uit derde landen uit sluitend plaats via de TWV-procedure. Naar aanleiding van een rappor-tage van de IND over het gebruik van de KM-regeling, zijn in de Tweede Kamer vragen gesteld over het percentage vrouwen dat op grond van deze regeling wordt toegelaten. Uit de rapportage van de IND bleek dat in 2005 zo’n 27% van de personen die op grond van de KM-regeling waren toegelaten vrouw was; in 2006 lag dit percentage op 26% (INDIAC, 2007). Hoewel dit percentage gering lijkt, zagen we in hoofdstuk 3 dat in die jaren van alle arbeidsmigranten een minderheid vrouw was. Voor het onder-zoek naar de instroom van vrouwelijke arbeidsmigranten is dan ook het

99

De rechten van gezinsleden en de seksespecifieke instroom van arbeidsmigranten

percentage vrouwen onder kennismigranten niet zo relevant; van belang om te bezien is welk deel van de vrouwelijke arbeidsmigranten die naar Nederland kwamen op grond van de KM-regeling is toegelaten. Vervolgens is dan de vraag of vrouwelijke arbeidsmigranten minder, of juist vaker dan mannelijke arbeidsmigranten van de KM-regeling gebruikmaakten. Omdat gezinsleden van arbeidsmigranten die op grond van de

KM- regeling worden toegelaten direct mogen overkomen, en de partner van de kennismigrant vrij is om in Nederland te werken, is de veronder-stelling dat voor het verkrijgen van een verblijfsvergunning vrouwelijke arbeidsmigranten (in vergelijking met mannelijke arbeidsmigranten) vaker gebruikmaken van de KM-regeling dan van de TWV-procedure. In het laatste geval wordt immers de partner van de arbeidsmigrant (via de TWV-plicht) beperkt in zijn recht om in Nederland te werken en die beper-king zou vooral voor potentiële vrouwelijke arbeidsmigranten een reden kunnen zijn om niet tot arbeidsmigratie over te gaan (zie hoofdstuk 2). De gepresenteerde resultaten over het gebruik van de KM-regeling en de TWV-procedure zijn gebaseerd op gegevens van de IND en het UWV Werkbedrijf. Voor zowel vrouwelijke als mannelijke arbeidsmigranten wordt de verhouding tussen het aantal verleende verblijfsvergunnin-gen aan kennismigranten en het aantal geldig geworden TWV’s met een geldigheidsduur langer dan 24 weken gepresenteerd.

Uit de figuren 9 en 10 blijkt dat arbeidsmigranten uit derde landen de afgelopen jaren in toenemende mate van de KM-regeling gebruikmaak-ten. Over het geheel genomen steeg het percentage arbeidsmigranten uit derde landen dat als kennismigrant werd toegelaten van 22% in 2005, naar 63% in 2008. De verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke arbeids-migranten zijn echter klein, zowel bij arbeidsarbeids-migranten uit derde landen die zijn vrijgesteld van de MVV-plicht (zie figuur 9), als bij arbeidsmigran-ten uit MVV-plichtige derde landen (zie figuur 10).

Figuur 9 en figuur 10 tonen dat mannelijke en vrouwelijke arbeids-migranten uit derde landen in vrijwel dezelfde mate gebruikmaakten van de KM-regeling. In 2005 werd gemiddeld 23% van de vrouwelijke arbeids-migranten en 22% van de mannelijke arbeidsarbeids-migranten als kennismigrant toegelaten; in 2008 waren beide percentages gestegen tot gemiddeld 64% en 63%.

Het relatief kleine verschil tussen mannelijke en vrouwelijke arbeids-migranten uit derde landen in de mate waarin zij van de KM-regeling gebruikmaakten, doet in zekere zin afbreuk aan de veronderstelling dat vrouwen relatief, ten opzichte van mannen, vaker gebruik zouden maken van de KM-regeling dan van de TWV-procedure. Wellicht is het zo dat de sectoren en functies waar kennismigranten werken voor vrouwen niet even toegankelijk zijn als voor mannen, al zou een andere reden kunnen zijn dat voor de vrouwelijke arbeidsmigranten die naar Nederland

100Arbeidsmigratie naar Nederland

kwamen de keuze voor de KM-regeling boven de TWV-procedure niet van doorslaggevend belang was, aangezien ze over het algemeen relatief jong, en dus zeer waarschijnlijk nog ongebonden zijn. Desalniettemin maakte twee jaar na de introductie van de KM-regeling reeds meer dan de helft van de vrouwelijke arbeidsmigranten uit derde landen van deze regeling gebruik voor het verkrijgen van een verblijfsvergunning.

De constatering dat er nauwelijks tot geen verschil bestaat in de mate waarin mannelijke en vrouwelijke arbeidsmigranten gebruikmaken van de KM-regeling betekent echter niet dat de toelatings- en verblijfsvoor-waarden voor arbeidsmigranten en hun gezinsleden niet van invloed zijn op de instroom van vrouwelijke arbeidsmigranten. In de volgende para-graaf wordt de werking van het arbeidsmigratiebeleid vanuit een andere invalshoek belicht, en daaruit volgt dat het voorbehoud dat wordt gemaakt bij het recht van de partner van TWV-plichtige arbeidsmigranten om in Nederland te werken weldegelijk van invloed kan zijn op de instroom van vrouwelijke arbeidsmigranten.

Figuur 9 Percentage van de arbeidsmigranten dat is toegelaten als kennismigrant, m.b.t. derde landen die zijn vrijgesteld van de MVV-plicht (m/v), 2005 t/m 2008 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 2005 2006 2007 2008

Percentage van vrouwelijke arbeidsmigranten toegelaten als kennismigrant Percentage van mannelijke arbeidsmigranten toegelaten als kennismigrant

101

De rechten van gezinsleden en de seksespecifieke instroom van arbeidsmigranten

Figuur 10 Percentage van de arbeidsmigranten dat is toegelaten als kennismigrant, m.b.t. MVV-plichtige derde landen (m/v), 2005 t/m 2008

2005 2006 2007 2008

Percentage van vrouwelijke arbeidsmigranten toegelaten als kennismigrant Percentage van mannelijke arbeidsmigranten toegelaten als kennismigrant 0% 10% 20% 30%

In document Arbeidsmigratie naar Nederland (pagina 98-101)