• No results found

Trends en ontwikkelingen in de transitie naar duurzaamheid

Highlights

Er is een toenemend bewustzijn op het gebied van duurzaamheid en aandacht voor de kwaliteit van de leefomgeving. Een prettige groene, veilige en leefbare woonomgeving ondersteunt

betrokkenheid en sociale cohesie in de buurt. Wanneer de leefomgeving een prettige

verblijfplaats is, stimuleert dit spontane ontmoetingen tussen buurtbewoners die noodzakelijk zijn om sociale cohesie te creëren. Ook ondersteunt het de zelfredzaamheid van ouderen wanneer zij zich veilig voelen op straat en in hun buurt. Lokale burgerinitiatieven op het gebied van duurzaamheid blijken regelmatig een goede basis om ook andere zaken, zoals bijvoorbeeld zorg met elkaar te organiseren.

Het beroep dat de mensheid doet op de opvangcapaciteit en de veerkracht van ecosystemen creëert nieuwe vormen van schaarste: klimaatverandering en biodiversiteitverlies zijn hier bekende gevolgen van. Als de veerkracht van ecosystemen wordt overschreden, kan een omslag plaatsvinden. Op zo’n kantelmoment (‘tipping point’) hebben relatief kleine veranderingen grote gevolgen voor de leefbaarheid op aarde. De exacte gevolgen van klimaatverandering verschillen sterk van regio tot regio, maar vragen veel van het aanpassingsvermogen van samenlevingen en natuur. Klimaatverandering kan negatieve gevolgen hebben voor de gezondheid, bijvoorbeeld in de vorm van hittestress.

De transitie naar een duurzame economie en samenleving is de meest ingrijpende trend en ontwikkeling.

Om de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal twee graden Celsius moeten de emissies van broeikasgassen in 2050 met 80% tot 95% dalen ten opzichte van 1990. Deze transitie, in de relatief korte tijd van drie decennia, verandert op ingrijpende wijze onze manier van leven, wonen, werken,

verplaatsen, recreëren, produceren en consumeren in en rond de stad.

Er zijn drie fundamentele transities nodig: een energietransitie (om het gebruik van fossiele brandstoffen tot bijna nul te reduceren), de transitie naar een meer circulaire economie (om de uitputting van

grondstoffen en de uitstoot van reststoffen te verminderen) en een gedeeltelijke eiwittransitie (minder roodvlees en zuivel produceren en consumeren). De drie transities hangen onderling samen. De drie fundamentele transities stelt de nationale en lokale overheid voor een aantal immense opgaven. Voor een duurzame energievoorziening zijn we aangewezen op een combinatie van biomassa, geothermie, zonne- en winderenergie in combinatie met grootschalige energieopslag voor windstilte en donkere winterse periode. De gemeenten hebben een belangrijke, niet-vrijblijvende rol in deze transitie. De energieproductie verschuift deels van nationaal naar lokaal (zoals het ooit was), huizen en gebouwen gaan van het gas, er worden warmte en koudenetten aangelegd en het elektriciteitsnet wordt verzwaard en slimmer. Daarbij moeten de geherstructureerde bestaande en nieuwe woningen ook nog betaalbaar blijven.

Ondanks de inspanningen om de opwarming van de aarde te bespreken, krijgen we te maken met de effecten van klimaatverandering. Meer en extremere regenbuien vragen om een andere inrichting van de stad. Meer hittegolven zullen leiden tot meer sterfgevallen onder ouderen en een minder aangenaam verblijfsklimaat in onze binnensteden.

De trends en ontwikkelingen gaan niet altijd gepaard met maatschappelijk applaus. De overheid moet burgers en andere belanghebbenden overtuigen van het gezamenlijke publieke belang. De

energietransitie gaat gepaard met een aanzienlijk verbetering van de luchtkwaliteit in de stad op termijn.

De belangrijkste duurzaamheidstrends:

Ingrijpende en snelle transitie in de steden en op alle beleidsterreinen onvermijdelijk de komende jaren om de Parijse afspraken na te komen.

Voor warmte en warmwater gaan de komende dertig jaar (bijna) alle woningen, (publieke) gebouwen en het maatschappelijke vastgoed van het gas af.

Voor de transitie zijn grote investeringen nodig. Maar het wenkend perspectief zijn nieuwe vormen van werkgelegenheid (ook voor de onderkant van de arbeidsmarkt) en een gezondere stad.

En welke vragen roept dit op:

Houd rekening met de energietransitie en de klimaatopgave bij alle investeringen in woningen, wijken, maatschappelijk vastgoed, de ondergrond en openbare ruimte.

De transitie kan niet met één of twee maatregelen, maar moet plaatsvinden met meerdere ingrijpende veranderingen van de economie en de samenleving.

Om de transitie te doen slagen, is leiderschap van het gemeentebestuur noodzakelijk.

Veiligheidstrends

De voor burgers ingrijpende criminaliteit (straatroof, inbraken, overvallen, geweldsmisdrijven) neemt al jaren af. Dat is niet alleen in Nederland zo, maar ook in andere landen. Betere beveiligingsmaatregelen en steviger overheidsoptreden verklaren deze trend. En daarmee kan deze trend doorzetten. Daar staat tegenover dat belangrijke vormen van criminaliteit niet of niet goed worden gemeten (onder andere fraude, milieucriminaliteit, cybercriminaliteit, omkoping en corruptie). Dit kan mede verklaren dat, ondanks de daling van de geregistreerde criminaliteit, de onveiligheidsgevoelens van de stedelingen op hoog niveau blijven. Een onderschatte ontwikkeling is de toename van de ondermijning. Met fraude (uitkeringen, zorg, toeslagen, faillissementen), hennepteelt, synthetische drugs, cocaïnehandel, illegaal gokken en illegale prostitutie wordt 16 miljard euro “verdiend”. Dit ondermijnt de sociale zekerheid, zorgt er voor dat “normaal werken” niet meer loont en leidt tot omkoping, intimidatie en geweld waar ook ambtenaren en bestuurders het slachtoffer van worden. Deze studie schetst ook als trend en ontwikkeling dat de cybercriminaliteit toeneemt en dat de cybersecurity daar geen gelijke tred mee houdt.

De belangrijkste veiligheidstrends:

De ingrijpende, geregistreerde criminaliteit voor burgers (straatroven, woninginbraken, overvallen, geweldsmisdrijven) neemt af.

De minder zichtbare criminaliteit (cybercriminaliteit, fraude, oplichting, ondermijning) neemt toe.

Cybersecurity (ook bij de overheid) houdt geen gelijke tred met de cybercriminaliteit.

En welke vragen roept dit op:

Mede in overleg en afstemming met de veiligheidsregio kunnen de gemeenten eigen keuzes maken in hun veiligheidsbeleid.

Betrokkenheid van burgers bij veiligheid is van belang om veiligheid te vergroten en om onveiligheidsgevoelens te verminderen.

Nieuwe technologische mogelijkheden maken keuzes noodzakelijk op het gebied van privacy, bescherming burgers, vertrouwen, gebruik en toegang tot data.

3. Gesprek met en over de stad

Inwoners maken de stad. Zo ook in Zoetermeer. In 2018 en 2019 is het gesprek gevoerd over hoe de stad aantrekkelijk blijft om te wonen, werken en te leven. Deze waardevolle uitkomsten zeggen veel over hoe inwoners de toekomst van Zoetermeer zien. Daarnaast zijn er ook een aantal reflecties op de stad te geven.

Elke stad ontwikkelt zich en verandert. Zo ook Zoetermeer. De meeste steden groeien geleidelijk, maar Zoetermeer groeide én groeit in grote sprongen. In 1962 was Zoetermeer een dorp met minder dan 10.000 inwoners. In korte tijd ontwikkelde Zoetermeer zich tot een stad. Nu wonen er bijna 125.000 inwoners. Met deze groei wil de gemeente ook een kwaliteitsimpuls aan Zoetermeer geven. Want de stad moet aantrekkelijk blijven om te wonen, werken en te leven. Maar wat is daar voor nodig? Welke

kwaliteiten moeten er aan de stad worden toegevoegd? En net zo belangrijk: wat kan beter en wat moeten we beslist behouden als we groeien?

Met deze vragen is de gemeente het gesprek met de stad aan gegaan. Dit gesprek is gevoerd met mensen op straat, bijeenkomsten, online onderzoek, waarbij gebruik is gemaakt van verschillende gespreks- en spelvormen. In totaal hebben naar schatting meer dan 2.200 mensen één of meerdere keren aan deze samenspraak Schaalsprong deelgenomen. Hier zijn acht aanbevelingen uitgekomen.

De 8 aanbevelingen

1. Sociale stad: Stad voor iedereen met woningen en voorzieningen voor alle leeftijden, opleidingsniveaus en achtergronden;

2. Groene stad: Groei en groen gaan samen, in balans;

3. Mooie stad: Kwaliteit, lef en diversiteit in openbare ruimte, architectuur en evenementen;

4. Stad van wijken: Krachtige wijken met sterke sociale structuren, veel voorzieningen en nieuwe plekken voor ontmoeting;

5. Aantrekkelijk stad: Sterke identiteit uitgaande van cultuurhistorisch verleden, kracht van mensen, initiatieven uit de stad en gezellige activiteiten;

6. Stad van keuzes: Positieve keuze voor incompleet zijn: niet alles hoeft, de sterke regio biedt veel;

7. Sterke stad: Vernieuw in duurzaamheid en openbaar vervoer en koester werkgelegenheid, onderwijs en sport;

8. Stad van samen: Samen maken we de stad, met de gemeente als regisseur en actieve inwoners, bedrijven en maatschappelijke instellingen.

Deze aanbevelingen worden meegenomen als bouwstenen voor de omgevingsvisie.