• No results found

Transcripties interviews Interview Maude Brulard

Naam: Maude Brulard

Leeftijd (op moment van interview): ? Land van herkomst: België

Werkt voor: Agence France Presse (AFP) In Nederland sinds: 2011

Wat is nieuws volgens u?

Maude Brulard: “Iets dat interessant is voor iedereen. Iets dat met politiek en economie te maken heeft, dat zijn de belangrijkste dingen. En iets dat wat met de maatschappij van doen heeft. Iets kleins kan ook nieuws zijn als het iets zegt over de maatschappij.”

Wat zijn over het algemeen de onderwerpen die een gemiddelde lezer interesseren? “Voor mijn vader is het politiek en economie, voor vrienden is het het milieu bijvoorbeeld. Dat verschilt.”

Vindt u dat u een goed nieuwsgevoel heeft?

“Ik zit hier pas een jaar dus het is een beetje moeilijk. Soms lukt het, soms lukt het niet. Het is iets dat je leert. Je moet dat door ervaring leren. Ik werkte eerst als lokale journalist. Ik heb een gevoel, maar het is nooit… Gewoon als ik het gevoel heb dat het nieuws is, is het wel zo. Je hebt wel zelf speciale interesses, dingen die je wel en niet onthoudt, en ook die spelen een rol bij je nieuwsgevoel. Het is moeilijk jezelf in andermans schoenen te verplaatsen. Je moet altijd een stap terugdoen en dat is in het begin heel moeilijk. Nu door de ervaring die ik heb is het natuurlijk die stap te maken, een reflex.”

Bent u bewust bezig met wat nieuws is?

“Soms zeggen ze vanuit Parijs: ‘Reuters heeft dit gedaan, AP heeft dat gedaan…’ Bijvoorbeeld met het blowen op scholen: de burgemeester van Amsterdam zei dat het niet meer mocht. Reuters en AP

hebben daarover vervolgens iets gedaan, maar dat is gewoon geen nieuws. Het wás al verboden. Maar als het om blowen gaat dan is het altijd nieuws voor het buitenland.“

In hoeverre wijkt wat in Nederland op dagelijkse basis speelt (maatschappelijk gezien, politiek gezien) af van uw eigen land?

“Van wat ik gezien heb zijn Nederlandse media een beetje meer agressief dan de Belgische media. Het nieuws is altijd iets wat er gebeurt en daarover berichten de journalisten. Bij politieke partijen bijvoorbeeld: in Belgie zijn ze volgens mij een beetje bang voor de macht van partijen. Dat gebeurt meer in de politiek.”

Over thema’s die in mijn thuisland spelen/in het algemeen nieuws zijn, schrijf ik automatisch ook in Nederland

“Nee. AFP is meestal Frans. Als het speciaal interessant is voor Frankrijk, zou ik het doen, maar als je vervolgens die stap terugdoet en de gebeurtenis blijkt hetzelfde te zijn daar, dan nee. Zoals Sinterklaas: wij hebben dat ook in België, dus voor hen is dat bijvoorbeeld niet interessant om over te lezen.”

Wat ziet u als uw voornaamste rol als correspondent?

“Lastige vraag. Wel als gatekeeper ja, met een specifieke niche van een land. We hebben altijd

informatie, we wonen hier en we kennen het land meer dan de mensen die vanuit Parijs berichten. We moeten de keuze maken en overbrengen wat interessant is en wat niet. Door het internet moet alles sneller en moet je altijd op de hoogte zijn. Je moet sneller zijn dan vroeger, dat is wel lastig. En je moet meer value brengen en hebben.”

Hoe zou u uw beeld van Nederland omschrijven voordat u hier kwam werken en hoe is dat beeld nu?

“Ik vind, maar misschien is dat een beetje cliché: het is een mooi land met een praktische en een pragmatische manier van denken en dat is gewoon goed. Maar in de politiek heb je bijvoorbeeld veel kortere carrières. Het is soms iets té pragmatisch. De Nederlandse humor is voor mij niet altijd grappig. De Nederlandse maatschappij is een beetje zoals de Amerikaanse: het is tegelijkertijd heel tolerant en innovatief, met de drugs en het eerste homohuwelijk, maar ook weer traditioneel en conservatief en de familie is belangrijk. Het is een beetje complex; het is een land met twee extremen. In Wallonie is het misschien eenvoudiger.”

In hoeverre is het een grote stap om van uw thuisland in Nederland te komen werken? (schrapwaardig)

“Ik heb ook in de VS gewoond, dus het viel wel mee. Het is wel een stap om naar het buitenland te gaan en daar meerdere jaren te wonen en te werken en de taal te leren. Maar het is toch een beetje hetzelfde. Wat er belangrijk is: het is een Europees land en die landen hebben alle iets gemeen. Ze lijken

maatschappelijk op elkaar: dezelfde manier van denken. Het is het Europese gevoel, het is moeilijk te zeggen. Het is toch niet zo’n grote stap als bijvoorbeeld naar Afrika te gaan.”

In hoeverre is het mogelijk om zonder stereotypen en clichés naar Nederland over Nederland te berichten?

“Dat is toch moeilijk, elk land heeft z’n cliches. Nederland ook. Zelfs voor Belgische mensen, als buren, zijn die er. Als je een goede journalist wil zijn, moet je die stap terug kunnen nemen. De mensen die je berichten lezen hebben ook die clichés. Je moet ze niet vergeten, je moet ermee spelen. Nederland is drugsbeleid en homohuwelijk. Je moet er op verschillende manieren mee spelen en een nieuwe kant laten zien. Niet de clichés versterken, maar wel de waarheid te zeggen over de clichés. (Er niet over schrijven is geen optie, maar de manier waarop je erover schrijft?) Thema’s die over clichés gaan, worden altijd meer gelezen. Maar de manier waarop je erover schrijft is echt belangrijk.”

In hoeverre trekt u bij uw berichtgeving een vergelijking met uw thuisland?

“Bijvoorbeeld: als er een debat is in Frankrijk over het homohuwelijk en het is helemaal geen nieuws in Nederland, dan maken we er toch een bericht van, een analyse of reportage. Het is een vergelijking op de manier dat het in Nederland geen nieuws hoeft te zijn, maar wel voor het buitenland interessant kan zijn. AP bijvoorbeeld schreef veel over de salmonella in de zalm, omdat het daar (in de Verenigde Staten, red.) ook speelde. Of die naalden in de maaltijden van KLM. Die (AP, red.) hebben veel meer gedaan als het over Amerika ging.”

Hoe zou u het belang voor het buitenland om te weten wat er in Nederland gebeurt typeren?

“Nederland is een belangrijk land in de eurozone. Het is een van de belangrijkste landen in Europa. Op economisch vlak is het belangrijk, op politiek vlak is het belangrijk. Ook op maatschappelijk vlak ook en ook qua cultuur. Maatschappelijk zijn ze belangrijk omdat de maatschappij afwijkt van het buitenland, en van die in de hele wereld. Het was de eerste in de wereld die het homohuwelijk legaliseerde. Zelfs de Chinees : als die één ding meekrijgt over Nederland is dat waarschijnlijk het homohuwelijk. Er zijn ook slechte media die gewoon de clichés versterken. Er zijn ook sommige journalisten die de waarheid een beetje sterker maken. Bij de ‘halalwoningen’ bijvoorbeeld: wij hebben er niets mee gedaan. Zo veel buitenlandse media hebben gezegd: ‘dit is echt een controverse’. Maar het kwam alleen in Het Parool voor en twee dagen in andere media. Of wanneer Wilders er iets over zegt. Maar zelfs de BBC deed een groot artikel. Het Parool noemde het echter een halalwoning, niemand anders.”

Over welke onderwerpen schrijft u veel en welke minder?

“Ik schrijf het meest over de politiek, maar vooral een beetje van alles. Meestal wanneer het impact heeft op het buitenland. Bijvoorbeeld wanneer ze de Patriots naar Turkije willen sturen. Dat speelt veel. Maar iets binnenlands dat in het buitenland effect kan hebben, kan ook. De controverse over de

zorgpremie was heel binnenlands, maar het had op een gegeven moment een effect op Rutte II en die kon in het buitenland als zwakker worden gezien, dus dan werd het wel interessant.” (Als het maar weinig impact heeft op het buitenland, kan het dan nieuws zijn?) Ja, zoals de grensrechter: dat heeft geen impact op het buitenland, maar het is wel nieuws. Maar voetbal is natuurlijk sowieso interessant. Ik bekijk soms ook andere media bij het beslissen: als het aankomt op faits divers, een overlijden bijvoorbeeld. Ik denk dat ik over meer onderwerpen belicht, omdat ik voor een persbureau werk. Ik noem mezelf tegenover vrienden ook supreme journalist, want ik doe heel veel. Zo was er dit jaar een week, de week waarin Sylvia Kristel overleed. Toen was er ook economie, er was Rabobank dat stopte met fietssponsoring, een explosie, politiek, op cultuurgebied dingen. Kristel was nieuws, omdat ze internationaal bekend was en vooral in Frankrijk. En iedereen boven de veertig daar heeft weleens een film gezien en over haar gefantaseerd. Ik bericht over alles dat maar interessant is voor het buitenland.”

Wat zijn de laatste drie onderwerpen waarover u schreef?

“De stille tocht in Almere (naar aanleiding van dood grensrechter Richard Nieuwenhuizen, red.). We hebben daarover veel geschreven. Zo had ik al een reportage gemaakt in Almere: ‘wat vinden ze ervan, wat was hun gevoel?’”

“DNB heeft een rapport geschreven over de Nederlandse economie. Daarover heb ik een bericht geschreven. Speciaal eraan was niet de toestand van de economie, maar dat Nederland zich niet houdt aan de drie procent die door de eurozone werd geëist. Dat was het interessantst.“

Zwarte Piet hebben we niet gedaan, omdat er geen controverse is, dus het was geen nieuws. Reuters heeft wat meer gedaan, het nieuws versterkt.”

“Baltic Ace: toen de reddingsactie er kwam, stuurden we een alert, prioriteit 2, rond; dat betekent dat de andere mensen die nog vermist waren toch dood waren. Het waren toch elf mensen, dat is echt veel.”

Welk soort mensen zijn beroemd genoeg om het nieuws te halen?

(Iemand als Piet Römer bijvoorbeeld? Dat was groot nieuws in Nederland.)“Nee. Als er iemand overlijdt, tik je de naam in op Wikipedia. Als de pagina alleen in het Nederlands verkrijgbaar is, is het geen nieuws.” (En wanneer het op cultuur aankomt, kunst?) Over de heropening van het Stedelijk Museum hebben we wel

iets korts gedaan,maar het had geen prioriteit. Ook de opening van een museum in Venlo met de tweede collectie (qua grootte, red.) van Van Gogh. Van Gogh is ook belangrijk genoeg, cliché.”

Laat u zich leiden door de waan van de dag in Nederland bij uw nieuwsselectie? “Als een gebeurtenis veel interesse wekt bij Nederlandse meida, dan betekent het iets voor de Nederlandse maatschappij en Nederlandse cultuur. Dan is het interessant voor ons. Op sommige momenten doen alle media iets over een gebeurtenis, maar heeft het geen impact op of relevantie voor het buitenland. Dan is het niets.”

Stelling: "In mijn achterhoofd bij het kiezen houd ik of het relevantie heeft voor het land waarvoor ik schrijf."

“Ja.”

Stelling: “Een gebeurtenis die niet ook impact heeft op het land waarvoor ik schrijf, kan geen nieuws zijn.”

“Kan wel, maar de onderscheidende factor is dat het iets over de Nederlandse maatschappij als geheel zegt. Of iets over de mensen. Of (als er sprake is van) doden. Eén dode in een auto-ongeluk is geen nieuws.”

Stelling: “Alleen als de impact voor het land waarvoor ik schrijf groot is, schrijf ik erover.”

“Nee, we hebben bijvoorbeeld een reportage gemaakt over een man in Utrecht die oude bomen versnippert en daar weer iets nieuws mee doet. Het is iets typisch voor Nederland, de trend van het recyclen en het respecteren van de natuur. Totaal zacht nieuws, maar als er geen hard nieuws is dan moeten we features maken. En dit was een feature. In China verscheen het verhaal zelfs in de China Post en ook in een krant in Hongkong werd het artikel gepubliceerd. Het is anders dan daar, de trend om te recyclen en de respect voor het hout van de boom, dat maakte het interessant. De nieuwjaarsduik in Scheveningen is ook nieuws. Het is gewoon goed nieuws, maar het is anders. Ook al is het er elk jaar.”

Stelling: “Als een gebeurtenis verrassend of uitzonderlijk is, is het nieuws voor het land waarvoor ik schrijf.”

Is een drempelwaarde voor u wat betreft een criterium waaraan een gebeurtenis moet voldoen om nieuws te kunnen worden?

“Er is geen regel voor. Ik ben meer onbewust bezig met wat nieuws is. Het is een reflex, een gevoel.”

Zijn er barrières voor u met betrekking tot de nieuwsgaring?

“Ja, de taal is een barrière. Soms is het ook een voordeel, want dan vraag je of bijvoorbeeld een interview in het Engels gedaan mag. Dan is voor de mensen de druk om in een andere taal te praten. Het is gemakkelijker informatie te krijgen dan, ze zijn minder bewust van wat ze zeggen. Maar het is wel meer een nadeel dan een voordeel.”

Heeft u dezelfde bronnen tot uw beschikking als een binnenlandse journalist?

“Nederlandse media zijn onze belangrijkste bron. En nee. Ik geef het voorbeeld van een persconferentie: daar waren maar drie plekken voor buitenlandse media. Dan moet je echt zeggen: ‘ik ben van een internationaal persbureau. Als je een iemand moet hebben, dan moet je mij hebben.’ De prioriteit gaat uit naar Nederlandse media. Het heeft een beetje invloed op de nieuwsselectie: als we niet veel eigen nieuws hebben bijvoorbeeld, of we niet kunnen bevestigen wat er in Nederlandse media staat.”

In hoeverre speelt een netwerk een rol bij uw nieuwsselectie?

“We hebben natuurlijk onze bronnen, de politie en zo. Maar echt mensen die anoniem bellen, die hebben we niet. Behalve als het gaat om het Internationaal Strafhof. Ik moet nog werken aan mijn netwerk. (Heeft de beschikbaarheid van bronnen invloed op de nieuwsselectie?) Als het nieuws interessant is, dan doen we het. Je bent geen journalist omdat het makkelijk is om nieuws te halen.”

Wat zijn uw belangrijkste nieuwsbronnen?

(Zijn dat alleen Nederlandse media of ook Nederlandse journalisten en medecorrespondenten?) “Als het een specifiek thema is, dan vragen we soms Nederlandse journalisten om contactgegevens van bronnen. Andere buitenlandse correspondenten vragen me nooit om hulp. Reuters en AP zijn daarnaast ‘de vijand’.”

In hoeverre worden er door u bij de nieuwsselectie afwegingen gemaakt met betrekking tot:

Het publiek: “Een beetje, maar ons publiek is iedereen. Als je voor een krant schrijft als Le Monde of Le Parisien, dan is de stijl heel anders. Hier moet je neutraal schrijven. Het is de balans vinden. Voor AFP is het nieuws neutraal en algemeen.”

Het format: “We hebben ook analyses gemaakt. Eerst het nieuws, dan pas de vorm. Meestal moet je eerst een nieuwsbericht doen en dan kun je iets doen gebaseerd op dat nieuws.”

Mix in het nieuws: “Nieuws is nieuws. Alleen als er geen ander hard nieuws is.”

Financiën: “We zijn in Nederland, dus het is nooit erg.”

Welke afwegingen wegen voor u zwaarder: de klassieke nieuwswaardencriteria of praktische criteria?

“De klassieke nieuwscriteria.”

Wie bepaalt er bij de nieuwsselectie, u of het medium in het land waarvoor u schrijft? “Meestal bepalen wij en wij hebben de laatste keus. Soms is er een controverse in Parijs, want dan hebben ze iets gezien op de BBC bijvoorbeeld en dan vragen ze: waarom hebben jullie dat niet gedaan? Over de halalwoningen bijvoorbeeld. Wij weten het meest over de thema’s en over Nederland. En als ze echt, echt iets willen dan is het moeilijk om nee te zeggen. (Moet u zich steeds verdedigen?). Ik bel ze soms ook om te vragen: is dit een alert, is dit een nieuwsbericht, is dit…? In het begin als je zelf moet beslissen is het heel frustrerend. Ik heb meer het gevoel dat we nu op een lijn zitten. Je bent nooit zeker, je moet altijd die stap nemen bij het beslissen.”

Welk van deze in Nederland grote gebeurtenissen in 2012 waren nieuws voor het land waarvoor u schrijft en waarom wel of niet?

Catshuisoverleg: ja. En hetzelfde treinongeluk, was een mooi weekend. Enorm belang, als het kabinet zou vallen.

Proces Robert M.: “Nee, maar de veroordeling wel.”

Wietpas: Ja. Het is een cliché. We hebben veel demonstraties gedaan. Demonstratie in Maastricht, eerste dag van de wietpas. We hebben ook iets gedaan over het schrappen van de wietpas in Amsterdam.

Project X-feest Haren: ja, de dag zelf. Wanneer we zagen dat er veel mensen zouden komen, en dan