• No results found

Transcriptiefocusgroepen 1 en 2 Transcriptie focusgroep1

In document SEE ME FEEL ME TOUCH ME (pagina 92-112)

Interviewer = I

Respondenten: B, IS, E, J, M, IV, JI en D Klas 3C

Leeftijden: 13 -14 jaar.

00 - 01:11 vouwen van papier en geroezemoes over het opschrijven van namen etc.

I: oke, nou, top. Dankjewel. Ehm even zien - krakend geluid van stoel- , je stoel kraakt enorm, dus je moet heel stil gaan zitten. Nee, grapje, dat komt wel goed toch. Ehm, weten jullie ook waarom jullie hier zijn of waar het over gaat?

J: ehm, nee. 

I: nee, oke, prima, dan ga ik het gewoon vertellen. Ik ben een student aan de RUG hier, ik studeer kunsten, cultuur en media en ik doe voor mijn scriptie een onderzoek en het gaat over het museum. Jullie gaan over twee weken naar een tentoonstelling in het museum, naar Rodin. En daar hangt het een beetje mee samen. Ik ga jullie niet echt vragen stellen over Rodin, maar meer over wat jullie eh, wat jullie van

museumbezoeken, eh, wat voor ervaringen daarmee hebben, eh, wat je leuk vind om te doen, wat je niet leuk vind om te doen. Dus je mag gewoon je eigen mening geven in je eigen woorden. We zijn eh, dus met een grote groep, dus we kunnen ook op elkaar reageren. Maar laten we er in ieder geval voor zorgen dat we dan even onze vinger opsteken, ofzo, zodat we in ieder geval een beetje weten (02:00), weten dat we, eh. Dat iemand uit kan praten natuurlijk. Ehm, dus nou, laten we van start gaan. Zit iedereen goed? Ja, oke, nou super.

I : Ehm nou, mijn eerste vraag. Hebben jullie eerder met je klas een museum bezocht? Meerdere respondenten: ja

I: in schoolverband? Ja dus, iedereen? Was dat met elkaar? Meerdere respondenten: Ja

I: Ehm, kan iemand een voorbeeld geven waarnaartoe? J: Het Groninger museum. 

I: Groninger museum, ja. En wat hebben jullie toen gedaan?

J: Het was een, een tentoonstelling met allemaal stoelen enzo. (gelach) Maar ik weet niet meer hoe het heet. M: Zo’n zwart witte puzzelstuk stoel

J: Ja, van een 3D printer I: Joris Laarman volgens mij M en J: Oh ja.

I: Hebben jullie ook nog andere tentoonstellingen bezocht, eerder misschien? J: In Nijmegen.

J: Eh, dat was eh, het romeinse museum toch? (03:00) M: Ja, volgens mij van die munten en iets met scherven. J: Allemaal oude dingen

Meerdere respondenten mompelen door elkaar heen.

M: (onduidelijk)... Ja dat was echt heel interessant. Hij vond het heel interessant. I: Oke, ja, vond je het heel interessant?

J: Nee, onze leraar.

I: Oh, de leraar oke. Ja. Ehm, andere voorbeelden nog die je je kunt herinneren? M: Met de klas niet nee.

I: En wat betreft, met de stoelen he, wat hebben jullie toen gedaan? Wat hebben jullie zeg maar, op welke manier bezochten jullie het toen?

B: Eh, we moesten rondlopen en in een boekje opdrachten maken. I: Oke, ja precies. Wat vonden jullie daarvan?

B: Ik vond het best wel stom. J: Een beetje saai.

M: Ik vind de tentoonstelling dan heel interessant, alleen ik vind het dan, dan krijg je er zo’n boekje bij met van die opdrachten die dan er dan zo w.. dat je dan niet echt denkt ‘oh dit is leuk’. Maar dan is het is meer dat het dan een opdracht is die je verplicht moet doen.

I: Ah, precies. En vind je de opdrachten zelf dan niet leuk om te doen, of dat je überhaupt een opdracht moet maken?

M: (04:00) ja, het is meer van die vragen dat je er dan naar toe moet lopen en er dan iets over moet zeggen. En dat vind ik eigenlijk minder leuk dat je dan gewoon rondloopt en dan kijkt wat het is.

J: Ja, het was best wel stom. Want dan had je zo’n opdracht van teken zelf een blokjes vaas. En daar was je dan de hele tijd mee bezig en dan kon je niet eigenlijk echt eigenlijk zien wat er was. En dan moesten we snel naar een andere ruimte haasten omdat iemand dan zijn presentatieding ofzo had. Die moest iets vertellen.

- Andere respondenten mompelen instemmend.

J: ja, dat was Jelmer, dat weet ik nog goed. Maar en, toen moesten we ook nog helemaal een kamer overslaan omdat we geen tijd meer hadden. En toen had ik ook nog niet eens de opdracht af dus ja. I: Oke. Hebben jullie toen ook nog een rondleiding gekregen of alleen opdrachten gemaakt?

M: We mochten even, nou, we hebben wel zelf rondgelopen en er was zo’n man die nog wat verteld heeft. Volgens mij, hebben we daarna alleen opdrachten gemaakt volgens mij.

I: oke, en wat vonden anderen daarvan? Ik hoorde jou zeggen, ik vind het saai. D: Ja, het was niet echt heel interessant zeg maar.

I: (05:00) En wat vond je er niet interessant aan?

D: Ja, het was... Ja het was meer inderdaad, zoals M. ook al zei allemaal opdrachten maken en dat dat, ja, dat was gewoon niks.

I: Oke, en de tentoonstelling zelf, vond je die wel interessant? D: Ja, op zich wel.

I: Oke, en anderen, die misschien nog een andere opmerking erover hebben. Je mag alles zeggen hoor, ook wat jullie al zeggen ‘ik vond het helemaal niet leuk’, dat is geen probleem. Gewoon eerlijk zijn. En eh, die andere tentoonstelling waar jullie zijn geweest, die in Nijmegen. Wat hebben jullie daar toen gedaan, op welke manier bezochten jullie die toen?

- Meerdere leerlingen: lachen. Onduidelijk wie het zegt: Likken aan een scherf.

JI: ja, nou, we kregen eerst, nou: De klas werd eerst in twee groepen verdeeld en de eerste groep ging naar boven in het museum en ging daar bezig met allemaal dingen bekijken, gewoon scherven en de andere helft van de klas ging naar beneden en daar lagen allemaal scherven en die moest je dan bij het juiste tijdperk leggen (06:00). En hij wist, de meneer die het verteldel, wist ons ook te vertellen dat als je aan de scherven likte je ook heel goed kon eh bepalen uit welk tijdperk het kwam.

I: Oke, dat is en eh, leuke ervaring. Heeft ook iemand nog gelikt? JI: ja, heel interactief. - lacht.

M: Ja, hij zei ook ‘hoe kun je er nou achterkomen uit welk ja... hoe kun je er nou nog meer achterkomen?’ en toen zei ik ‘oh, dan moet je eraan likken’, want dat had jij me toen verteld (richt zich tot IV). En toen zei hij van ‘oh, wat knap dat je dat weet, wat intelligent, hoe weet je dat?’ ’ja, dat heeft iemand me al verteld’ ‘oh, oh, laat maar’.

- meerdere leerlingen lachen.

I: Maar, dat jullie die scherven daar neer mochten leggen, dat interactieve, wat vonden jullie daar van? M: Nou, het was best een benauwde ruimte.

- Meerdere leerlingen beamen dat.

M: (onduidelijk) ... er vallen ook wel mensen flauw hier.

J: er waren van die hypnotiserende dingen op de muur en het was super klein en het was heel warm en het was onder de grond en ehm,...

I: oke.. maar het het, de opdracht, de opdracht zelf? IV: ja, dat was wel leuk toch? (07:00)

JI: ja een beetje zoeken het zoeken en het erbij leggen. M: Ja.

D: Er waren ook mensen die van die organische dingen, daar hadden ze een gezicht van gemaakt. - leerlingen: ja

I: Wat eh , wat, vertel eens?

D: Er waren dus ook eh, botten enzo bij, en daar hadden ze dan, die moest je dan uitstallen en daar hadden ze dan zo’n gezicht van gemaakt.

I: Oh ja, oke. En dat vond je leuk of vond je ..? D: Dat vond ik wel grappig.

I: Dus, even zien hoor, de opdrachten zelf vonden jullie dus wel leuk.. Wat hebben jullie toen boven gedaan? M: Ja, (onduidelijk) onze Grieks leraar die vindt Grieks heel erg interessant. Dus die ging bij elk ding wat vertellen. Dat was allemaal met munten enzo. Dat was wel weer, dat vond ik eigenlijk best wel saai, ik kon me er ook niet echt dat ik dacht van nou ... dat vond ik ook niet echt interessant om te leren.

I: Oke

JI: Ja, het was weer een beetje dat je gewoon ergens heen liep en dan keek je een beetje rond en dan stonden er bij sommige objecten een docent of een zesde klasser en die vertelde er dan wat over.

J: En het duurde ook best wel lang dat (08:00) ik kreeg echt heel erg pijn in mijn benen, toen moest ik gauw tegen een ding aanleunen.

I: Wat hadden jullie nou, als je dit hebt gedaan, wat hadden jullie dan als je daar was geweest liever willen doen?

- stilte. J: Shoppen I: Wat zei je?

J: Shoppen, maar dat was een grapje. IV: Dat mochten we die middag toch doen? I: Maar in het museum?

IV: Oh daar ehm

M: Nou, ik vond überhaupt het onderwerp niet zo heel interessant.

IV: Ik vind het wel leuk dat als je in een museum bent, dat het allemaal stof van vroeger weer terug komt, zeg maar. Dus eh, met Grieks enzo en cultuur en die dingen.

J: Ik had het allerliefste iets zelf gemaakt zeg maar, zo van ‘maak nu zelf een Romeinse munt’ ofzo. Dat had ik het allerliefste gewild.

JI: In de zandbak een Romeins fort namaken - Gegiechel. - ja (09:00)

I: Maar om te leren zeg maar, als je in een tentoonstelling bent, hoe zou je dat het liefst willen ..

JI: Ik denk dat je het ook gewoon wat, wat J zei, gewoon wat te doen hebt. Dat je niet alleen maar staat te luisteren, maar dat je ook iets moet doen. En dan niet perse een opdracht in een boekje, dat is toch een beetje saai, maar dat je echt wat met je handen moet doen of... zoiets

IS: Het is ook niet erg dat er iets verteld wordt, maar het moet wel worden afgewisseld en nu was het eerst zelf moet je de hele tijd wat doen en daarna werd de hele tijd dingen verteld enzo.

I: ja, en dan bedoel je bij beide. Of bedoel je dan in Nijmegen? Of... IS: Ja, in Nijmegen.

I: In Nijmegen. Oke. Nou, dat is mooi om jullie ervaringen even te horen in elk geval.

Wat vinden jullie van het bezoeken van tentoonstellingen in het algemeen? Het erheen gaan, hoe vind je dat?

M: Ik vind het wel leuk, maar mijn ouders kiezen altijd hele stomme tentoonstellingen uit. (10:00) I: Ja?

M: maar ik vind het wel leuk. I: Oke. En anderen?

JI: Ja, het hangt ook heel erg af van het onderwerp, denk ik . Of het de tentoonstelling nou een onderwerp is wat jij zelf leuk vindt of niet echt.

I: Ja. Heb je ook een voorbeeld van wat je misschien bezocht hebt met je ouders of alleen of met vrienden wat je heel leuk vond

M: Ik vond het Rijksmuseum heel leuk. I: Oke, wat vond je daar eh...

M: Toen we zijn we zeg maar die gewone, zeg maar het hele museum door. Maar er was toen ook zo’n tentoonstelling de vroege rembrandt of de late rembrandt, nou ja weet ik niet meer, maar eh, dan was er zo’n apart tentoonstelling van, dat was ook met zo’n audiotour. Dus zeg maar dan kun je de app downloaden en dan kon je luisteren naar wat, bij elkwerd er wat wat verteld. Dan wordt het wel interessanter dat je dan naar het schilderij kijkt en dat er dan achter komt dat er een heel verhaal achter zit.

J: Zo’n audiotour is inderdaad echt heel leuk, vond ik altijd.

I: (11:00) Jullie vinden het leuker dan iemand, dan een rondleider die het doet?

M: Ja, kijk, want dan kun je zelf bepalen waar je gaat kijken. En eh, dat was ook, was ik laatst ook in het Fries Museum was ik bij een tentoonstelling en daar was zo’n kastje en dat kun je dan ergens tegenaan houden bij zo’n schilderij en dan wordt er wat over verteld. En ik zag ook bij een schilderij dat zag er heel mooi uit, maar eigenlijk was het, was het gewoon een heel gruwelijk verhaal wat erachter zat.

I: Oke, dus dat je iets nieuws kunt ontdekken eigenlijk. En anderen, hebben jullie ook nog een voorbeeld of ....

B: Nee niet echt eigenlijk I: En jullie?

IS: Nee, het is zo dat als iemand er iets bij verteld dan kun je zelf niet echt bepalen wanneer je weg gaat en wanneer je het niet echt meer interessant vindt en als je zo’n audiotour hebt en je vindt het dan en je hebt wel genoeg gehoord, dan kun je gewoon ergens anders heen gaan. Dus dan is dat wel leuker.

I: Oke. ik kan me voorstellen (12:00) dat als je zeg maar alleen gaat dat je dan makkelijker

kan kiezen waar je gaat kijken en dat als je met een school gaat dat de school dan een soort opdracht geeft van ‘hier moet je naar gaan kijken’. Maar als je nou daar aan denkt dan heb je nog steeds een voorkeur voor een audiotour te doen in plaats van een rondleider?

- leerlingen knikken - onduidelijk

IV: Ja, mij maakt het eigenlijk niet zoveel uit. ik vind het altijd wel leuk en interessant. I: Nee, oke, en jij?

JI: Ja, een beetje met dat audiotour dat ja dat je dan gewoon weg kan als je zelf wil, als je het gewoon niet meer interessant vindt. In plaats van dat je moet blijven luisteren tot iemand zo’n heel verhaal heeft gedaan. I: Oke, en jij.

D: Ja, zo’n audiotour is wel veel handiger. Dan kun je gewoon zelf kiezen waar je naar gaat kijken en wat je interessant vindt.

I: Oke, eigen keuze echt. Nou, ik vroeg het al een beetje, wat vinden jullie van het krijgen van een rondleiding? Want jullie hebben er dus wel een beetje ervaring mee. (13:00)

J: Soms is het wel leuk. Maar naja soms ook niet. Dus het hangt er een beetje vanaf. I: Kun je ook een voorbeeld geven van wat je bijvoorbeeld niet leuk vond?

J: Ehm, ik vond toen gingen we naar die tentoonstelling over die stoel eh toen vond ik het niet heel erg interessant.

I: En waarom, wat vond je er niet interessant aan op dat moment?

J: Nou, het was gewoon een beetje gewoon ‘zo werkt een 3D-printer’, en er werd heel lang verteld en hij liet dingen zien en toen dacht ik ‘ik weet het wel’ van nu, nu wil ik gewoon gaan kijken. Maar ik vond op zich, in Nijmegen de rondleiding, vond ik best wel interessant. Wel een beetje lang maar wel leuk.

I: Oke, en anderen?

E: ehm, nou, soms vind ik ook wel. Hangt ook heel erg af van de persoon die het eh vertelt. Soms is het wel leuk en dan leer je ook veel, maar soms is het ook heel saai vind ik en dan doe ik liever wat anders, dat ik zelf ga kijken.

I: (14:00) oke, precies. Andere mensen die daar nog iets over kunnen zeggen? (stilte)

I: Maar rondleidingen in het algemeen is dus niet iets wat je sowieso stom vindt, maar het kan dus ook best interessant zijn, als ik het zo mag samenvatten.

Meerdere leerlingen: Ja

I: Oke. Ehm, even zien, ehm, wat vind je het leukste aan het museumbezoek? Want jullie hebben al wat dingetjes genoemd, maar als je nou daarover nadenkt. Wat vind je nou het allerleukste?

B: Gewoon om te kijken denk ik, van, als je eh, zeg maar een bepaald eh een bepaald stuk heel interessant vind dat je daar gewoon zo lang kan kijken als je wil en dat je niet ergens aan vast zit ofzo.

I: uhu, oke.

M: Ik vind het ook wel dat je er van te voren al iets over gelezen hebt ofzo en dat je er dan, ik vind het vooral met foto’s of schilderijen vind ik eigenlijk het leukste om naar zo’n tentoonstelling te gaan (15:00). Want dat was ook nog in Nijmegen, dan was er ook nog zo’n fototentoonstelling en dat vond ik eigenlijk leuker dan dat je al die voorwerpen zo zag liggen in een glazen kast.

I: Oke. Maar als je nou wel eens wel naar een tentoonstelling gaat waar bijvoorbeeld, Rodin, waar je bijvoorbeeld beelden hebt. Eh, wat vind je daar van, of hoe zou je dan het leukste vinden om dat te bekijken?

J: Gewoon de beelden zelf bekijken met zo’n audioding, dat zou echt super leuk zijn ja. I: Met zo’n audiotour, oke. Nee verder niks meer?

J: Nou, gewoon het bekijken.

I: Gewoon het bekijken van de beelden, ja, en dan ook zelfstandig dus eigenlijk?

J: Zoals M ook al zei is het leuk dat als ze iets vertellen dat je dan ‘hee dat wist ik al’, en dan ben je blij. - Gelach door andere leerlingen

M ja klopt.

J:(16:00) We gingen naar een museum, ergens in Frankrijk en toen gingen ze iets vertellen over (onduidelijk), ofzoiets maar toen wist ik het al half en toen voelde ik me echt heel goed.

I: Dat kan ik me voorstellen dat er een soort herkenning is, ja J: Ja

I: Oke, even denken hoor, want we hebben het ook over opdrachten in het museum. Kun je je ook voorstellen dat er, dat je een bepaalde opdracht in het museum doet, dat je dat misschien... ja eh. Ik weet niet of jullie dat leuk vinden of dat jullie daar eh...

IV: Ja, op zich wel. Je leert er wel wat van, uiteindelijk. Het is niet altijd even leuk, de opdracht maar het hangt er ook een beetje vanaf wat voor opdracht het is.

M: Misschien zelf een beeld maken, dat is wel leuk.

J: Ik vind opdrachten waar je echt iets moet doen leuker dan dat je moet opschrijven wat je ziet. Enkelen: Ja

M: Dat is net zoals bij de dierentuin weet je nog. (17:00). Ja toen met die apen, die moesten we driekwartier naar die apen kijken.

JI: Ohja

I: Vond je dat wel of niet leuk?

M: Ook niet leuk, toen moest je om de vijf seconden opschrijven waar de aap was. I: Oke.

B: Die apen deden ook alleen maar vlooien en voor de rest niks, dan moest je steeds weer opschrijven wat ze nu weer deden, maar ze deden gewoon steeds hetzelfde.

- Gelach.

M: Dat was ook weer zo’n boekje. Dat waren ook weer opdrachten

I: Je wil dus echt iets doen eigenlijk he. En als je nou denkt over de tentoonstellingen waar jullie geweest zijn met school, hoe zou je dat nou kunnen doen. Jullie hebben al wat dingetjes genoemd, een beeld maken bijvoorbeeld. Maar als je nou denkt aan de tentoonstelling met die stoelen, wat zou je dan doen dat je denkt ‘goh dat vind ik...’

J: Zelf een stukje uitprinten.

I: Zelf een stukje uitprinten, oke. Dat kon nu niet? J: Nee

I: Nee, oke. J: ... mocht niet I: Mocht het niet?

In document SEE ME FEEL ME TOUCH ME (pagina 92-112)