• No results found

Transcript interview met Marcella Breedeveld

In document mv Hoofdredacteur[m/v] Adjunct (pagina 108-113)

Hoofdstuk III. De vrouwelijke (adjunct)hoofdredacteur anno 2010

Bijlage 4. Transcript interview met Marcella Breedeveld

Datum interview: 20 september 2010 Plaats interview: telefonisch

Tabel algemene kenmerken

Persoon

Naam Marcella Breedeveld Leeftijd 45

Huidige functie Adjunct-hoofdredacteur NRC Handelsblad (sinds 2007)

Voornaamste opleiding Bedrijfseconomie, Rotterdam Eerste baan in de journalistiek Intermediair

Daaropvolgende functie(s) NRC redactie economie ’92, ’00 chef themabijlage Profiel, ’04 chef Binnenland, ’07

adjunct-hoofdredacteur.

Gezinssituatie Getrouwd, twee kinderen (12, 14)

Ambitie: wat wil je absoluut nog bereiken? Functie die ik nu doe zo goed mogelijk doen Sociale netwerken LinkedIn

Dagblad

Concern NRC media Eigenaar Egeria

Oplage Ongeveer 200.000 Verspreidingsgebied Landelijk

Omvang redactie Ongeveer 230

Verhouding m/ v redactie Uit mijn hoofd 60 procent / 40 procent Lid directie? Ja

1. Naar de top

I Op basis van welke kwaliteiten/ eigenschappen ben je voor het adjunct-hoofdredacteurschap geselecteerd?

B Dat vind ik een hele lastige. Ik doe personeel en budget. Nou ik heb als vooropleiding economie, dus ben niet bang voor cijfers. Personeel zal voor een deel te maken hebben met het feit dat ik als redacteur altijd geïnteresseerd ben geweest in waar mensen het best tot hun recht zouden kunnen komen. En dat je af en toe zag dat dat niet het geval was en dat ik het wel prettig vind om in de positie te zitten waar ik in ieder geval meer kan proberen te sturen.

I Heeft je vrouwzijn ook een rol gespeeld?

B Nee, volgens mij niet. Ik heb in ieder geval nooit iemand kunnen betrappen dat dat een argument voor was of tegen.

I Heb je belemmeringen ondervonden in de organisatie van NRC om hogerop te komen? B Nee, nooit.

I Was het altijd al een ambitie van je, adjunct?

B Nee. Ambitie is om een goede journalist te zijn. Er zijn heel veel functies bij deze krant die ik leuk vind. Dit was niet wat als droom boven aan mijn lijstje stond.

I Ben je gevraagd of heb je gesolliciteerd? B Gevraagd.

I Gaat dat altijd zo?

B Ja, adjuncten worden altijd gevraagd. De hoofdredacteur stelt zijn eigen hoofdredactie samen. Het is geen open sollicitatieronde.

I Toen je in de hoofdredactie kwam, zaten er toen al vrouwen in? B Nee, behalve Birgit Donker de hoofdredacteur

B Nee, ik heb niet die indruk 2. Taakopvatting

I Wat zijn kwaliteiten/ eigenschappen die een adjunct moet hebben?

B Dat je in staat bent om het grote geheel te overzien, om de gevolgen van je daden te overzien … Er wordt nu ontzettend hard om mij gelachen door mijn mannelijke collega’s! Haha overzicht hè ja wat ik wel heb en jullie niet! … Nee, dus dat vooral. En altijd in het teken van hoe je de krant beter kunt maken.

I Welke kwaliteiten bezit jij? En speelt je vrouwzijn daar een rol bij?

B Dat ik goed kan luisteren, ja iedereen kan luisteren, dat ik over het algemeen een goed gevoel heb voor wat mensen als onderhuidse boodschap meegeven. Dat ik aardig kan zijn, maar ook streng. In dat opzicht helpt het hebben van een gezin. Wat je als ouder nodig hebt, helpt ook in deze functie. Maar of dat specifiek vrouwelijke eigenschappen zijn dat denk ik niet want mijn voorgangers waren beide mannen en die hebben dat volgens mij net zo gedaan, althans ieder heeft zijn eigen invulling, maar niet beter of slechter dan dat ik het doe. I Hebben mannen en vrouwen verschillende leidinggevende kwaliteiten/ eigenschappen? B Nee, ik denk dat mensen heel verschillende leidinggevende kwaliteiten hebben, althans je

moet over veel kwaliteiten beschikken en in sommige situaties is het belangrijk om a te zijn, in sommige situaties b. Dat hangt heel erg af van fase waarin een bedrijf zit, meer dan de kwaliteiten – je moet meer kijken van wat heeft de organisatie nodig en wat ik heb sluit dat daarbij aan. Je moet gewoon heel erg opletten wat in bepaalde situaties nodig is.

I Heb je wel eens te maken met vooroordelen?

B Nee, kan ik niet zeggen. Die zullen er ongetwijfeld zijn, maar meer persoongerelateerde dan seksegerelateerde. Maar ik heb nooit die indruk gehad.

I Wat zie je als je belangrijkste taak?

B Dat deze krant een gezonde toekomst houdt. Dat het een krant is die urgent is die mensen graag willen lezen waar mensen graag voor willen betalen dus dat de organisatie die dat moet maken zo goed mogelijk uitgerust is, dat betekent dat je mensen moet hebben die …, mensen die …, en mensen die … Zoveel mogelijk van die verschillende mensen op de juiste plek in de organisatie … Je kunt wel proberen mensen van hun pad af te krijgen, maar je moet ze niet iets laten doen wat tegen hun karakter indruist.

I Hoe definieer jij leidinggeven?

B Leidinggeven betekent voor mij wat je een sfeer creëert waarin mensen eigenlijk verder gaan ze denken wat kan. En dat betekent dat je altijd probeert om het verhaal iets mooier te maken, toch nog die ene man te belleb, toch nog die ene dag extra eraan besteden om het iets mooier te maken. Voor mij komt het op een deel neer dat je veiligheid probeert te creëren waarin mensen hun nek uitsteken en meer doen dan ze zelf dachten te kunnen. 3. Taakuitvoering

3.1 Leidinggeven

I Hoe omschrijf je jouw stijl van leidinggeven?

B Heel veel praten, goed luisteren maar ook wel snel besluiten maken. En altijd eerlijk zijn in wat je voor ogen hebt, dus dingen snel zeggen, niet doen alsof je met een redacteur

gezellig een kopje koffie drinkt terwijl je een verborgen agenda hebt. I En zou je jouw stijl van leidinggeven als vrouwelijk typeren?

B Nee. Dat geloof ik in principe niet. Wat ik al zei, het is meer persoonsgerelateerd. Misschien zijn er meer vrouwen die die persoonlijkheid hebben maar zeker weten doe ik het niet.

I Zie je verschillen tussen jou en je mannelijke collega’s? B Ja, met sommige wel. Maar met anderen weer niet I Wat zijn verschillen?

B Nou er zijn mensen die veel meer van het doel uitgaan en dan terug redeneren. Terwijl ik altijd iets meer vanuit de mens redeneer, en kijk hoe ik bij het doel uit kan komen. Maar

beide zijn heel goed. Daarom is het juist zo belangrijk dat leidinggeven in de hoofdredactie – dat je dat met elkaar doet … Die balans is altijd nodig. Je ambities moeten heel hoog zijn en samen probeer je zo veel mogelijk te bereiken. Je kunt niet allemaal hard zijn, je kunt ook niet allemaal zacht zijn.

I Dus een mix van … B Ja, ja.

I Welke beslissingen zijn lastig te nemen?

B De lastigste is het moment waarop je tegen iemand moet zeggen dat er voor hem of haar geen plaats meer in de organisatie is

I Zie je jezelf als een autoritaire leider?

B Nee, nee. Dat niet, maar ik maak wel helder waar de grenzen zijn I Heb je veel belangstelling voor de redacteuren?

B Ja, omdat mensen interessant zijn. Maar in feite zou dat voor iedere journalist een

drijfveer moeten zijn, en dat is het ook voor de meeste. Maar ik vind het wel heel leuk om te kijken naar wat kunnen mensen en op welke plek komen ze met die kwaliteit het beste tot hun recht. En af en toe dus eerlijk tegen iemand zeggen ‘jij denkt wel dat je

onderzoeksjournalist kunt worden, maar om deze en deze en deze redenen gaat dat nooit gebeuren’.

I Ben je emotioneel of rationeel? B Fiftyfifty zou ik zeggen

I Is het een ook belangrijker dan het ander voor jouw functie?

B Het een kan niet zonder het ander. Als je met alleen emotie kom je niet ver. Je moet overal wel een gedachte achter hebben. Zo heb ik een rode draad achter mijn personeelsbeleid, dat is het rationele. Emotionele is dat je ook wel rekening houdt met mensen.

I Hoe komt het volgens jou dat er maar zo weinig vrouwen in hoofdredactie van dagblad zitten?

B Ik kan dat niet helemaal inschatten of dat bij andere kranten anders is. Hier is het in ieder geval niet zo dat de cultuur dat in de weg zit. Er zijn niet veel adjuncten, maar wel heel veel vrouwelijke chefs geweest overal bij economie, ik bedoel er is geen plek waar niet een vrouw heeft gezeten. Dus dat is het probleem niet. Wat ik me kan voorstellen, maar dat is meer algemeen, een klassieker hè die lijst met tien punten (legt die anekdote uit). Dus

vrouwen zijn denk ik wel sneller geneigd om te denken ‘ik weet niet of ik dat wel kan’, terwijl mannen sneller de gok nemen. Dus algemeen in hun loopbaan vrouwen soms wat

risicomijdender zijn, banger zijn om af te gaan, om het niet goed te doen.

I Is het niet ook zo dat vrouwen minder snel worden gevraagd voor de hoofdredactie? B Kijk, in zijn algemeenheid is het natuurlijk zo dat mensen de neiging hebben iemand te

vragen die op hun lijkt. Ik denk wel dat het zo is dat als er overwegend mannen in een hoofdredactie zitten ze de neiging zullen hebben om aan een man te denken maar dat ik niet zozeer dat ze vrouwen niet willen, maar omdat men inderdaad snel geneigd is te kijken naar mensen op wie je zelf lijkt. En daarom is het heel belangrijk dat je een soort kritische massa bereikt qua vrouwen. Zowel in de organisatie zelf als op leidinggevende functies waar dan de vrouwen uitkomen. Om dat effect zo klein mogelijk te maken.

I Kunnen vrouwen daar zelf iets aan doen?

B Ja absoluut. Wel meer lef tonen, en wat meer laten zien wat ze doen. Mannen hebben over het algemeen minder gene om te vertellen wat ze goed gedaan hebben terwijl vrouwen eerder wachten tot iemand het gezien heeft. En dat is in een organisatie, ook als deze, voor een deel kun je zeggen wat je doet staat ik de krant – maar voor een deel hoort daar een verhaal bij: heb je drie weken iemand gevolgd. In de kring van collega’s wordt wel een beetje

bepaald of mensen het een mooi verhaal vinden, daar zijn mannen vaak wel iets beter in. I Zou je het liever evenrediger zien in de hoofdredacties?

B Tuurlijk, evenredigheid is heel goed. Maar ik vind het geen doel. Het doel moet zijn om een zo goed mogelijk samengestelde redactie te hebben en niemand is erbij gebaat als een hele goede kandidaat opzij wordt gezet omdat er een vrouw in moet. Niet voor die kandidaat, maar zeker ook niet voor die vrouw. Die krijgt dan altijd de erfenis over zich heen van, jij was tweede keus. Ik denk wel, bij het cliché van gelijke geschiktheid, dat het goed kan zijn

voor een vrouw te gaan omdat wat ik al zei – je hebt die kritische massa nodig. Ook om als vrouw te laten zien, je moet het gewoon doen. Zij doet het ook … Dat gaat natuurlijk net zo goed, soms wel beter dan bij mannelijke tegenhangers. Dus naja, vrouwen hebben wel sneller de neiging om te denken nou laat deze beurt maar voorbij gaan want wat ik nu doe vind ik ook leuk. Nog een algemeenheid, vrouwen zijn goed in wat ze doen en mannen beter in het

voorbereiden van de volgende functie.

I En wat denk je voor de toekomst, meer vrouwen in hoofdredactie? B Dat denk ik wel alleen al omdat je ziet dat de toestroom van vrouwen op

journalistenopleidingen tegenwoordig ten minste 60 procent vrouw is en veertig mannen. Dus uiteindelijk zal dat zeker gebeuren. Maar ik beschouw het niet als een nadeel omdat ik bedoel, ik werk hier bijna twintig jaar en heb er nog nooit een redactie op kunnen

betrappen dat ze mannen laten voorgaan dan vrouwen. 3.2 Vrouwzijn

I Heb je het lastiger om leiding te geven als vrouwzijnde? B Nee

I Wordt er iets anders van je verwacht? B Nee

I Zitten er voordelen aan je vrouwzijn? B Nee, ook volgens mij is dat karakter.

I Denk je dat stereotyperingen over mannen en vrouwen een rol spelen? B Nee, niet echt. Nee.

I Ben je bescheiden?

B Weet ik niet. Daar kan ik eigenlijk geen eerlijk antwoord op geven. Ik heb geen problemen om mijn stem te laten horen, om te zeggen wat ik ergens van vindt.

I Vind je het belangrijk dat je ondergeschikten je aardig vinden?

B Ik vind het belangrijk dat ze me vertrouwen. Wat dus heel goed kan betekenen dat je heel streng voor ze bent. Maar ze moeten erop kunnen vertrouwen dat ik eerlijk ben.

3.3 Journalistiek

I Zie jij verschillen tussen de mannelijke en de vrouwelijke redacteur, bijvoorbeeld qua selectie van onderwerpen?

B Grosso modo kun je wel zeggen dat vrouwen iets meer op zoek zijn naar de menselijk maat en iets meer kijken hoe pakt dat op individueel niveau uit … Maar ik heb ook een paar mannelijke collega’s die verhalen maken heel erg op persoons niveau. Dus daarmee is niet gezegd dat alle mannen zo zijn en vrouwen heel anders. Het heeft heel erg te maken met de kwaliteit en het karakter van het individu.

I Neig je meer naar hard of zacht nieuws?

B Ik stel me wel sneller de vraag ook hoe het op persoons niveau uitpakt, maar dat betekent niet dat ik alleen persoons verhalen in de krant wil lezen. Je moet mix hebben.

I Bestaat er iets als vrouwelijk nieuws?

B Ehm … Dat zal er zeker zijn. Er zullen kranten, tijdschriften zijn die daar op letten … Ik vind het lastig generaliseren. Mannen serieus, en vrouwen willen het lichte – dat geloof ik niet. Je wordt wel sneller getriggerd door iets waarmee je je kunt identificeren.

I Verandert de journalistiek nu er meer vrouwen komen te werken?

B Nee, de journalistiek verandert. Omdat de samenleving verandert en we met zijn alleen op een andere manier naar nieuws kijken en waarbij – het persoonlijke is veel belangrijker dan 20 jaar geleden. Dat zit hem in de vraagkant, niet vanuit het aanbod.

4. Organisatiecultuur

B Nou ik heb nu een uitgever en hoofdredacteur die allebei man zijn, maar een voorkeur hebben voor wat over het algemeen als vrouwelijke onderwerpen wordt gezien … Maar ze hebben beide veel oog voor de menselijke maat … Tegelijkertijd zijn het ook mannen waarmee je grappen kunt maken over naar de Ikea gaan – dertig jaar geleden was de NRC echt een meneer en waren het hier mannen die de dienst uitmaakten en kwamen vrouwen hier binnen als secretaressen en soms als een verdwaalde redacteur, maar ik ben hier nu sinds 1992, en ik kan je echt uit eigen ervaring vertellen – ik heb die sfeer al nooit meer

meegemaakt,

I Word je voor vol aangezien? B Ja

I Worden vrouwen in de top extra streng beoordeeld op hun gedrag?

B Niet meer hier. Ik denk bij andere organisaties dat dat best het geval kan zijn. I Nooit te maken gehad met een vorm van discriminatie?

B Nee

I Denk je dat vrouwelijke journalisten harder moeten werken dan mannen om een leidinggevende functie te krijgen?

B Ik praat alleen voor NRC – Nee, daar is hier geen sprake van. I Moeten vrouwen zichzelf meer laten zien?

B Dat is iets anders. Dat is niet harder werken – wat ik al zei – ik bedoel soms wat minder bescheiden zijn en het recht opeisen om te laten zien wat ze doen.

5. Gezin/ privé

I Je kinderen waren relatief jong toen je in de hoofdredactie kwam?

B Ja. Daarvoor toen ik chef binnenland, wat in uren uitgedrukt een zwaardere baan is dan in de hoofdredactie zitten, toen waren mijn kinderen 8 en 6.

I Die functie was lastiger te combineren met je gezin? B Ja, veel meer.

I Denk je dat vrouwen denken dat een functie in de hoofdredactie erg zwaar is, terwijl lagere functies wellicht zwaarder zijn?

B Ja. Dat is veel meer zelf stuurbaar. Terwijl als chef binnenland, wordt je gestuurd door het nieuws en dat is van ’s ochtends vroeg tot rond diep in de nacht.

I Zou je jouw functie parttime kunnen doen? B Nee

I Hoe zijn de opvattingen daar dan over?

B Het kan, mijn collega Bas Blokker is aanvankelijk begonnen met 4,5e dag. Dus het kan, tuurlijk, uiteindelijk kan het. De vraag is of je het moet doen omdat je toch constant gebeld wordt en dan kun je net zo goed gaan werken.

I Jij hebt altijd fulltime gewerkt?

B Ik heb drie jaar vier dagen gewerkt, toen mijn kinderen 1 en 3 waren.

I Belemmert het krijgen van kinderen de doorstroming naar leidinggevende functies? B Het maakt het soms lastiger. Aan de andere kant zie je dat mannen – dat dat bij beide even

zwaar weegt.

I En kan je als hoofdredacteur parttime werken?

B Nee, een gewone werkweek is al veel meer. Parttime zou je dan nog op 60 uur uitkomen. I Hebben mannelijke en vrouwelijke dagbladjournalisten dezelfde carrièremogelijkheden? B Ja

I Vind je een aandeel van 8 procent vrouwen in hoofdredacties niet weinig?

B Het kan meer. Maar er zit geen moedwillig beleid achter. Denk ik dan … Niet factoren die specifiek voor de journalistiek zijn. Wel de meer algemene verklaringen.

In document mv Hoofdredacteur[m/v] Adjunct (pagina 108-113)