• No results found

De positie van de vrouw

In document mv Hoofdredacteur[m/v] Adjunct (pagina 37-41)

Hoofdstuk II. De vrouw in dagbladjournalistiek

1. De positie van de vrouw

1.1 Vrouwen op de Nederlandse arbeidsmarkt

Om de twee jaar brengt het SCP de emancipatiemonitor uit. Deze kijkt naar de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt. De monitor geeft een beeld van de huidige stand van zaken van het emancipatieproces. De meest recente emancipatiemonitor komt uit 2008.94 Hieruit blijkt dat het aantal werkende vrouwen is toegenomen: de arbeidsdeelname van vrouwen nam toe van 53% in 2005, 57% in 2007 tot 59% in 2008. Ter vergelijking: de arbeidsdeelname van mannen bedraagt 75%.95

Op de arbeidsmarkt als geheel zien we dus dat het aandeel werkende vrouwen is toegenomen. Toch luidt de conclusie van het rapport dat de meeste streefcijfers van het emancipatiebeleid van het kabinet (nog) niet worden gehaald. Dit zit hem onder andere in het feit dat de doorstroom van vrouwen naar topfuncties nog altijd traag verloopt. Hoewel het aandeel vrouwen in managementfuncties en in hogere wetenschappelijke beroepen de afgelopen jaren licht steeg, zijn vrouwen in de top van het bedrijfsleven nog steeds sterk ondervertegenwoordigd.96

In 2004 bedroeg het aandeel vrouwen in managementfuncties 21%. In 2007 lag dit percentage op 27%. Wat betreft topfuncties (raden van bestuur en raden van commissarissen) is de positie van vrouwen nog beroerder: slechts 7% van de topfuncties in het bedrijfsleven

94

Ans Merens (SCP) en Birgitte Hermans (CBS), Emancipatiemonitor 2008 (Den Haag, 2008),

http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/DBA567B8-83E9-4BE2-9139-099DA9D25F44/0/Emancipatiemonitor2008.pdf, 11-11-2010

95

Persbericht Emancipatiemonitor 2008, website CBS: http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/arbeid-sociale-zekerheid/publicaties/artikelen/archief/2009/persbericht-emancipatimonitor.htm, 28-01-2010

96

wordt bekleed door vrouwen.97 In vergelijking met andere EU-landen doet Nederland het wat betreft aantal werkende vrouwen gemiddeld: de arbeidsdeelname van vrouwen in de EU ligt gemiddeld op 58%. Wel is het zo dat in Nederland veel meer vrouwen in deeltijd werken dan in andere EU-landen. ‘Nederland blijft kampioen deeltijd’, aldus het SCP.98

1.2 Vrouwen in de journalistiek

Om te achterhalen wat de positie van vrouwen in de journalistiek is, heb je aan de

emancipatiemonitor niet genoeg. De positie van vrouwen verschilt namelijk per bedrijfstak en per beroep. Gemiddeld mag de arbeidsdeelname van vrouwen dan 59% zijn, in de

bouwnijverheid ligt dit onder de tien procent en in de gezondheid- en welzijnszorg boven de tachtig.99 Wat is de positie van vrouwen in de journalistiek?

De gegevens die bestaan over de positie van de vrouw in de journalistiek, komen grotendeels uit twee onderzoeken. Namelijk een telefonische enquête in 2002 onder 1010 journalisten door Mark Deuze100 en een onderzoek van het SCP in 2003 naar de positie van vrouwen in de media.101 De cijfers uit deze twee onderzoeken zijn, hoewel niet de meest recente, voor wat betreft de positie van vrouwen in de journalistiek de beste voorhanden. Ze zijn namelijk zeer specifiek. Ze kijken niet alleen naar het aandeel vrouwen in de media, maar ook naar de kenmerken van die vrouw (leeftijd, opleiding), de verschillende media (radio, tv, dagbladen, magazines) en de verschillende besluitvormende lagen (chef, hoofdredacteur). Daarmee leveren deze twee onderzoeken de meest nuttige informatie op.

Uit het onderzoek van Mark Deuze in 2002 blijkt dat de meerderheid van alle

journalisten man is: 34 procent is vrouw. Volgens Deuze lopen vrouwen vast in de hiërarchie van de mediaorganisatie. Terwijl haar mannelijke collega’s hoger stijgen op de ladder en navenant gaan verdienen, blijft zij hangen op een bepaalde positie en inkomensniveau.102 Voortbordurend op het onderzoek van Deuze publiceerde het SCP in 2003 het onderzoek ‘Midden in de media’, naar de positie van de vrouw in de journalistiek. De belangrijkste resultaten uit dit onderzoek zijn:

• Het aandeel vrouwen in de journalistiek verschilt per medium: bij de landelijke televisie, radio en bij publiekstijdschriften werken relatief veel vrouwen

97

Idem

98

Merens en Hermans, Emancipatiemonitor 2008, http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/DBA567B8-83E9-4BE2-9139-099DA9D25F44/0/Emancipatiemonitor2008.pdf, 11-11-2010, p. 111

99

Ibidem p. 95

100

Mark Deuze, Wat is journalistiek? (Amsterdam: Het Spinhuis, 2004)

101

Merens, Midden in de media. Meer vrouwen in de journalistiek

102

(respectievelijk 50%, 40% en 46%). Bij landelijke en regionale dagbladen is het aandeel vrouwen veel kleiner (respectievelijk 26% en 21%).

• Het aandeel van vrouwen onder alle leidinggevenden bedraagt 22%.

• Er zitten relatief weinig vrouwen in hoofdredacties: bij de landelijke dagbladen is 10% van de hoofdredactie vrouw, bij regionale dagbladen is dit percentage 4.

• Er zitten bijna geen vrouwen in raden van bestuur (1,4%) en slechts enkelen in raden van commissarissen (10,6%).

• In de verschillende besluitvormende lagen zien we dat 34% van de chefs in de media vrouw is, maar dat maar 20% een stapje hoger in de hiërarchie staat, namelijk bij de hoofdredactie.

• Vrouwelijke journalisten hebben over het algemeen minder ervaring dan hun mannelijke collega’s (gemiddeld 10,5 tegenover 16 jaar).

• Vrouwelijke journalisten hebben minder vaak een vast contract (59% tegenover 72%). • Van de vrouwelijke journalisten werkt 26% in deeltijd, terwijl van de mannen 8% dit

doet.

• Ongeveer evenveel vrouwen als mannen werken als freelancer: 20%.

Tot slot geven Claudia Kammer en Jacquelien Nienhuis in hun scriptie ‘Basten in het glazen plafond’ een uitgebreid overzicht van de positie van de vrouw in de journalistiek in de jaren 1885-1996. Aan de hand van dit onderzoek en de onderzoeken van Deuze en Merens geeft tabel 3 de ontwikkeling van de vrouw in de journalistiek weer. Tabel 4 doet hetzelfde voor een aantal verschillende typen media.

Tabel 3. Aantal vrouwelijke journalisten in Nederland in 1899-2005 (in percentage van het totaal aantal journalisten)

Jaar Percentage vrouwen

1899103 3 1909 5,5 1920 5,8 1930 6,3 1984104 10,5 1990 17 1995 20 2000105 34 2005106 27,9

Tabel 4. Aantal vrouwelijke journalisten in Nederland in 1983-2000 in verschillende typen media (in percentage van het totaal aantal journalisten per type media)107

1983 1990 1995 1999/ 2000 Landelijke dagbladen 12 18 22 26 Regionale dagbladen 10 17 21 21 Dagbladen totaal 11 17 21 23 Opinietijdschriften - 34 33 40 Landelijke omroepen - - - 44

Cijfers over leidinggevende vrouwen in de journalistiek zijn zeer gering, in het bijzonder in de dagbladjournalistiek. In de scriptie van Kammer en Nienhuis staat dat in 1996 het percentage leidinggevende vrouwen in de journalistiek 7,3 procent is.108 De enige cijfers over het aantal leidinggevende vrouwen specifiek in de dagbladjournalistiek komen uit het rapport ‘Midden

103

L. Bak, ‘De ontwikkeling van de Nederlandse journalistenstand gedurende de laatste honderd jaar. Een statistische analyse van het toenemende aantal journalisten in de periode 1849-1947’, Mededelingen van de NDP

8 (1955) p. 153-155 104 De Journalist, 18-05-1987, 20-06-1988, 05-06-1989, 02-07-1990, 19-07-1991, 16-12-1994, 03-11-1995 105 DNJ, 1999/ 2000 106

Suzanne van den Eynden, Dames eerst? (Hogeschool journalistiek Tilburg, 2005) bijlage cijfers dagbladen

107

Merens, Midden in de media. Meer vrouwen in de journalistiek p. 29

108

Claudia Kammer en Jacquelien Nienhuis, Barsten in het glazen plafond. Vrouwen in de journalistiek

in de media’ uit 2002. In 2002 bedraagt het percentage leidinggevende vrouwen in de dagbladjournalistiek 6 procent: 10 procent bij de landelijke dagbladen en 4 procent bij de regionale dagbladen.109 De vraag is waarom dit verschil zo relatief groot is. Een verklaring zou kunnen zijn dat de organisatiecultuur bij regionale dagbladen meer masculien is dan bij landelijke kranten, maar dit zou eerst onderzocht moeten worden. Het is in ieder geval een interessante bevinding, die mee wordt genomen in de interviews met de vrouwelijke (adjunct)hoofdredacteuren.

Al met al zeggen de cijfers die er zijn het volgende: vanaf het jaar dat de eerste vrouw de journalistiek betrad in 1885 tot en met 2002 is het de vrouwelijke journalist niet gelukt door te dringen tot de top. Het aantal vrouwelijke journalisten is de loop der jaren

toegenomen. Langzamerhand kregen vrouwelijke journalisten ook meer leidinggevende functies: van geen enkele vrouw werkzaam in hoofdredacties in de eerste helft van de jaren tachtig, tot 6 procent in 2002110 Er zit dus een ontwikkeling van het aandeel leidinggevende vrouwen in de dagbladjournalistiek, maar er is duidelijk sprake van een

ondervertegenwoordiging van vrouwen op het niveau van hoofdredacties.

Gezien de ontwikkeling van het aandeel vrouwen in de dagbladjournalistiek valt te verwachten dat vandaag de dag het aantal vrouwelijke journalisten is toegenomen. Zo luidt ook de voorspelling in de slotbeschouwing van het onderzoek ‘Midden in de media’.111 De vraag is echter, bij gebrek aan recente gegevens, wat de positie van de vrouw in de

dagbladjournalistiek in 2010 is. In het bijzonder wat betreft leidinggevende functies. In welke mate heeft de trend van een toenemend aandeel leidinggevende vrouwen in de

dagbladjournalistiek doorgezet? Is er nog steeds sprake van een ondervertegenwoordiging? In welke mate? De paragraaf hieronder bespreekt de positie van de leidinggevende vrouw in de dagbladjournalistiek in 2010.

In document mv Hoofdredacteur[m/v] Adjunct (pagina 37-41)