• No results found

46 2. Greep krijgen op de situatie

2.4. Theorie en onderzoek ten aanzien van bidden en coping

2.4.2. Theorievorming en onderzoek naar bidden als vorm van coping

In deze paragraaf geven wij weer wat er bekend is over bidden als vorm van religieuze coping. Zoals al in de inleiding is aangegeven, kan bidden op

verschil-59

lende manieren een rol spelen bij het verminderen van stress. Als er bij bidgedrag sprake is van het om hulp vragen aan een als goddelijk beschouwde kracht door in zichzelf te keren, kan dit vanuit de indeling van Folkman en Lazarus (1988) gezien worden als een intern gerichte copingstrategie. Deze strategie wordt door mensen overal ter wereld toegepast als reactie op problemen of noodsituaties die zijn ontstaan. Zij gaan tot bidden over als hun eigen welzijn, dat van hun dierbaren of hun medemens in het geding is. Veel van hen ervaren bidden daarbij als stressverminderend (Spilka et al. 2003; Levine 2008). Bidden wordt vaak geas-socieerd met een gevoel van ontspanning (Masters & Spielmans 2007; Levine 2008; Spilka & Ladd 2013).

Uit onderzoek van Janssen et al. (1990) en Bänziger et al. (2005; 2008) blijkt dat zelfs in het geseculariseerde Nederland niet-religieus gebonden respondenten spontaan gaan bidden als zij geconfronteerd worden met ziekte en overlijden. De respondenten uit dit onderzoek hopen door te bidden innerlijke rust, hulp, inzicht, steun en kracht te verkrijgen. Omdat volgens Bänziger et al. (2005) deze respondenten vooral de psychologische effecten van bidden noemen, wijst dit er op dat zij bidden gebruiken als copingstrategie, als een vorm van emotiegerichte coping.

Hoe is het te verklaren dat mensen door te bidden hun spanningen kunnen verminderen? Volgens Pargament et al. (2015) blijkt uit onderzoek dat bidden een positief effect kan hebben omdat het verschillende psychologische functies kan vervullen die bijdragen aan stressreductie. Bidden in moeilijke tijden kan volgens onderzoekers echter ook bijdragen aan stress (religious distress). Zo kunnen er door het bidden emoties ontstaan die een negatief effect hebben op het persoonlijke gevoel van welzijn (Exline & Rose 2015).

Bidden kan in het copingproces dezelfde psychologische functies vervullen als religie in het algemeen. Dit betekent dat bidgedag voor de bidder ondersteunend kan zijn bij het hanteren van spanningen en problemen vanuit de verschillende psychologische functies die door Pargament, Koenig & Perez (2000) voor religieuze coping onderscheiden worden.

Bidden helpt bij: (1) to find meaning; (2) mastery and control; (3) comfort and closeness to God; (4) intimacy with others and closeness to God; (5) life transformation. Dit geldt ook voor de functies die Pargament, Feuille & Burdzy (2011: 52, 53) hier later nog aan toevoegen, namelijk identiteit (identity) en het zoeken van het heilige of spiritualiteit op zich (the search for the sacred or spirituality itself). Bidden kan ook lichamelijke ontspanning bevorderen, een fysiologisch effect van bidden dat door Masters & Spielmans (2007) wordt genoemd. Van deze acht te onderscheiden functies kan een stressreducerende werking uitgaan, waardoor men zich ondanks

60

nare gebeurtenissen beter kan gaan voelen. Er kan echter ook sprake zijn van stresstoename.

De functie van angstreductie (anxiety reduction) die Pargament, Feuille & Burdzy (2011: 52, 53) nog noemen, hebben wij niet in deze lijst opgenomen omdat het beheersen van angsten ten grondslag kan liggen aan alle bovenstaande functies. Bidden kan op verschillende manieren een stressverminderende en soms ook een angstreducerende werking hebben. Op welke wijze draagt bidgedrag hier precies aan bij?

1. Bidden en het vinden van betekenis

Ten eerste speelt betekenisgeving een belangrijke rol bij het bidden (functie 1 van Pargament et al. 2000: to find meaning). Bij tegenslag en verdriet vragen bidders tijdens hun gebed naar de bovennatuurlijke reden van een gebeurtenis. Tijdens het bidden kunnen mensen hetgeen hen is overkomen een positieve wending geven. Zij kunnen de gegeven situatie herdefiniëren (reappraisal), waardoor deze minder bedreigend wordt. Volgens Levine (2008) kan een gebed de beoordeling van een situatie zodanig beïnvloeden dat iemand het probleem anders gaat zien of er anders op reageert. Men kan tijdens het bidden een gebeurtenis beschouwen als een uitdaging of test van God, en besluiten om vervolgens meer op God te gaan vertrouwen (Pargament 1997). Tijdens het bidden kan men ook zich zorgen gaan maken over de overtreding van geboden, zonden, de hel, de duivel, of de afkeuring en straf van God.

2. Bidden en het uitoefenen van controle

Ten tweede kan bidden gezien worden als een handeling waarmee men greep probeert te krijgen op de eigen emoties die rondom een gebeurtenis zijn ontstaan (functie 2 van Pargament et al. 2000: mastery and control). Door bij stress tot bidden over te gaan en God om hulp te vragen, wordt het gevoel van controle vergroot. Hierdoor worden onveranderlijke, moeilijke omstandigheden dragelijker. Ook de gedachte dat men het probleem in Gods hand legt, iets aan God overlaat, kan helpen om het probleem los te laten. Hierdoor kan de stress die rondom een situatie speelt, afnemen (Pargament et al. 2000).

Ladd & Spilka (2015) brengen de neiging van mensen om in nood te gaan bidden, in verband met het reduceren van de dissonantie die ontstaat als mensen geen controle hebben over hetgeen hen overkomt. Door rituelen uit te voeren en de hulp in te schakelen van “supernatural agents” (Ladd & Spilka 2015: 448) krijgen zij gevoelens van machteloosheid weer onder controle. Levine (2008) beschouwt bidden daarom als een actieve vorm van coping. Een voorbeeld hiervan zijn de wraakgebeden die door vluchtelingen uit Bosnië of Kosovo in de Verenigde Staten

61

worden uitgevoerd om hun machteloosheid, frustraties en woede naar hun agressor te kunnen hanteren (Ai et al. 2005b).

Zell & Baumeister (2015) wijzen op de functie van bidden als middel om zichzelf te beheersen. Door te bidden kunnen mensen proberen om weerstand tegen hun impulsen te bieden waardoor zij kunnen voorkomen dat zij gedrag vertonen dat zij vanuit hun geloof moreel afkeuren, of dat hun problemen kan vergroten. Bidden is dan een middel om zichzelf en de eigen verlangens en neigingen te controleren, zodat men niet iets doet waar men later spijt van heeft. Men kan zichzelf door te bidden beter in de hand houden en beheersen, zodat men gedrag vertoont dat men wenselijk vindt. Uit het onderzoek van Ben-Ze’ev (2002) blijkt bijvoorbeeld dat orthodoxe joden hun negatieve emoties, zoals woede, verdriet, teleurstelling of haat naar anderen weten te verminderen, doordat zij in hun gebed gericht zijn op vergeving (zie ook McCullough et al. 2005).

Bidden kan functioneren als een middel voor zelfdisciplinering. Als men zich in een moeilijke situatie bevindt, of bloot staat aan “verleidingen”, kan bidgedrag ondersteunen om weerstand te bieden tegen sterke innerlijke verlangens en impulsen. Een dergelijke vorm van zelfbeheersing door te bidden is terug te zien bij bekeerde, voormalige alcohol- en drugsverslaafden (Pargament 1997) die tot God bidden als zij onder druk staan en geneigd zijn om in hun oude verslavingspatroon terug te vallen. Door op dergelijke crisismomenten tot God te bidden, momenten waarop zij worstelen om hun impulsen te beheersen, vinden zij de kracht om innerlijk weerstand te bieden. Ook uit onderzoek onder hiv-patiënten, blijkt dat zij bidden gebruiken om zichzelf op seksueel gebied te beheersen (Des Jarlais et al. 1997; Avants et al. 2005). Op deze wijze proberen zij te voorkomen dat zij in het seksuele contact met anderen risico’s nemen, waardoor zijzelf of anderen geïnfecteerd kunnen worden met hiv. Het tonen van zelfbeheersing draagt bij aan het gevoel van voldoening en zelfwaardering, omdat men dan immers volgens de eigen religieuze idealen leeft en men zwakheden weet te overwinnen. Volgens Zell & Baumeister (2015) werkt het idee dat God helpt ondersteunend, omdat men er niet alleen voor staat. Daarnaast doen gelovigen meer hun best om iets te weerstaan als zij weten dat God dit gedrag afkeurt.

Levine (2008) geeft in zijn artikel een dramatisch voorbeeld van het uitoefenen van controle door te bidden. Als een Rwandese vrouw van Tutsi afkomst zich in een schuilplaats voor moordende Hutu bendes verborgen houdt, bidt zij in deze angstwekkende situatie tot Jezus. Dit geeft haar een gevoel van Zijn nabijheid en bescherming. Daardoor weet zij haar angst te beteugelen en kan zij zich zo stil te houden, dat zij niet wordt opgemerkt. Door vele uren biddend in haar schuilplaats door te brengen, is zij in staat om zichzelf af te leiden en kan zij haar angst en wanhoop in bedwang gehouden.

62

Bidden kan echter ook gevoelens van machteloosheid en controleverlies vergroten, bijvoorbeeld als men ervaart dat bidden geen houvast biedt, niet werkt of zinloos is. Minder positief is ook als bidden bijdraagt aan het vermijden van probleemconfrontatie, terwijl dit gezien de omstandigheden adequater zou zijn. In hun kwalitatieve onderzoek onder christelijke respondenten naar de effecten van bidden bij probleemhantering onderscheiden de onderzoekers Bade & Cook (2008) een speciale dimensie die verheldert in hoeverre bidden het benaderen of juist het vermijden van een probleem stimuleert (approach/ avoidance). Een aantal van de respondenten uit hun onderzoek gebruikten hun gebed om de kracht te vinden om problemen aan te pakken: “Pray for the strength to handle difficulties”. Deze vorm van bidden is te beschouwen als een vorm van emotiegerichte coping, die aanzet tot probleemgerichte coping.

3. Bidden en emotionele geborgenheid bij God

Ten derde zoeken veel bidders in tijden van nood naar troost en nabijheid van God (functie 3 van Pargament et al. 2000: comfort and closeness to God). Volgens Levine (2008) kan bidden de angst voor een stressor verminderen, als God voor iemand in nood fungeert als een soort van “hechtingsfiguur” (attachment figure), waarbij men emotionele geborgenheid vindt. Hierdoor nemen angsten en onzekerheden af (McCullough et al. 2005). Volgens Pargament (1997; Pargament et al. 2015) en Levine (2008) treedt er bij bidders ook stressvermindering op als zij zich openstellen voor positieve emoties, zoals liefde en dankbaarheid. Emmons (2005) wijst er op dat vooral vrome gelovigen hiertoe goed in staat zijn, vanwege hun gewenning om in hun gebed sterke positieve emoties te creëren, zoals liefde, ontzag, eerbied, dankbaarheid, verwondering en hoop.

Zoals al eerder is aangegeven, kan bidden ook stressverhogend werken. Bijvoorbeeld als degene die bidt tegen de verwachting in bij God geen geborgenheid, liefde en troost ervaart. Of het gevoel van verbinding uitblijft, men zich door God verlaten voelt, of als schaamte- en schuldgevoelens overheersen en men bang is voor Gods woede of afkeuring. Hierdoor kan het bidden een nare ervaring zijn, waardoor gevoelens van onveiligheid, onzekerheid, wanhoop en eenzaamheid optreden of zich verdiepen.

4. Bidden en de steun van geloofsgenoten in nabijheid van God

Ten vierde kan door te bidden bij problemen de betrokkenheid met geloofsgenoten intensiveren, waardoor spanningen verminderen (functie 4 van Pargament et al. 2000: intimacy with others and closeness to God). Veel mensen bidden samen met anderen, zij bidden voor het welzijn van anderen of er wordt door geloofsgenoten voor hen gebeden. Bidden versterkt zo de sociale relaties met anderen (Durkheim

63

1915/2003). Ook kan men door aan het leed van anderen te denken de eigen problemen beter relativeren door de gedachte dat anderen het moeilijker hebben. Als anderen voor jouw welzijn bidden, staat iemand er minder alleen voor. Geloofsgenoten kunnen ook als rolmodellen fungeren (Alma 1998) en motiveren om in moeilijke tijden door te zetten.

Er kunnen rondom bidden echter ook spanningen optreden met geloofs-genoten, waardoor de steun en de verbondenheid met geloofsgenoten onder druk komt te staan. Bidgedrag kan kritische opmerkingen van geloofsgenoten oproepen. Men kan bijvoorbeeld in de ogen van geloofsgenoten te weinig bidden, bij pro-blemen niet genoeg op bidden vertrouwen of op een verkeerde wijze bidden. Hierdoor kan iemand zich buitengesloten voelen, of menen dat men minder waard is dan geloofsgenoten. Een gevolg hiervan kan zijn dat men geloofsgenoten en religieuze bijeenkomsten gaat mijden, waardoor een kans op steun en het samen delen van religieuze ervaringen verloren gaat.

5. Bidden en het bewerkstellingen van transformatie

Ten vijfde kan bidgedrag een onderdeel zijn van het bewerkstellingen van een transformatie (functie 5 van Pargament et al. 2000: life transformation). Bidden kan een middel zijn om een gewenste ingrijpende verandering in levensstijl te stimuleren, bijvoorbeeld als een specifieke wijze van bidden onderdeel uitmaakt van een nieuwe vorm van religiositeit. Dit wordt bijvoorbeeld zichtbaar in het onderzoek onder islamitische vrouwen in Caïro van Mahmood (2001a). Door op gedisciplineerde, intensieve, bewuste wijze tot God te bidden, stimuleren deze moslima’s innerlijke verandering, hetgeen hen afleidt van hun aardse zorgen en stress. Bidden kan aanzetten tot ander gedrag, zoals het vergeven van anderen en het naleven van religieuze geboden, verboden en principes (Zell & Baumeister 2015). Bidden kan als middel worden ingezet om een gewenste innerlijke verandering te bewerkstellingen en vol te houden. Het kan ook echter ook frustrerend zijn als dit niet lukt en men faalt om religieuze idealen na te leven.

6. Bidden en identiteitsversterking

Het streven naar innerlijke verandering door middel van bidden, kan een onderdeel zijn van de sociale identiteit waar iemand voor kiest. Dit verwijst naar de zesde functie van bidden, namelijk dat bidgedrag stress kan verminderen, omdat er van bidgedrag een identiteitsversterkende werking kan uitgaan (functie 6 van Pargament et al. 2011: identity). Bidden en het vervullen van een gebedsplicht kan een belangrijk onderdeel uitmaken van de religieuze en sociale identiteit die iemand nastreeft. Een sterke religieuze identiteit geeft richting aan hoe iemand het eigen leven wil vormgeven, zij maakt deel uit van het ego-ideaal. Als men in staat is om

64

volgens idealen te leven, door bijvoorbeeld een gebedsplicht goed na te leven, bevordert dit volgens Levine (2008) het gevoel dat men een goed mens is. Op deze wijze kan bidden bijdragen aan zelfwaardering. Zo zegt Levine (2008):

Fulfilling a duty or acting in accord with an ideal will result in enhanced self-esteem. “I did the right thing, or I did a good thing, therefore I am a good person”, is the algorithm. People who are socialized in religious belief and practice feel ill at ease if they fail to pray. They feel more comfortable after having fulfilled their religious duty (Levine 2008: 87).

Ook Spilka (2003) en Ozorak (2005) zijn van mening dat een religieuze identiteit die men met anderen deelt, de zelfwaardering (self-esteem) kan versterken. Bidden kan een vorm van gedrag zijn dat binnen de religieuze gemeenschap waartoe men behoren wil, sterk wordt gewaardeerd. Door te bidden in moeilijke tijden en de hoop niet te verliezen, is men een waardig lid van de religieuze gemeenschap. Bidden versterkt het besef verbonden te zijn met andere geloofs-genoten die vanuit hun religieuze identiteit, zowel in het verleden als heden met be-hulp van hun gebed tegenslag hebben overwonnen.

In vergelijking met personen die zich minder sterk op hun religie oriënteren gaan volgens Ben-Ze’ev (2002) en Emmons (2005) vrome gelovigen met een sterke religieuze identiteit beter met stress om. Door het uitvoeren van hun dagelijkse gebedsrituelen en het daarbij in stilte verkeren met God, ontstaan bepaalde fysiologische, affectieve en cognitieve effecten. En geïnspireerd vanuit hun religieuze identiteit zien zij hun eigen leed in een ander daglicht. Het gevolg hiervan is volgens Ben-Ze’ev (2002) dat deze orthodoxe bidders minder snel door ingrijpende gebeurtenissen uit het veld worden geslagen en dat zij minder snel emotioneel geraakt worden door wereldse problemen dan anderen.

Als bidden echter als middel bij stress niet werkt, kan men menen dat men hierdoor geen waardig lid meer is van een religieuze gemeenschap, waardoor de zelfwaardering die men aan de religieuze sociale identiteit kan ontlenen, afneemt. 7. Bidden en geloofsverdieping

Ten zevende kan iemand bidden gebruiken voor geloofsverdieping (functie 7 van Pargament et al. 2011: the search for the sacred or spirituality itself). Bidden kan aangewend worden voor religieuze verdieping, doordat men op deze wijze de verbinding met God versterkt en religieuze ervaringen oproept. Door frequent, intensief en vanuit aandacht te bidden, verblijft de bidder in de sacrale wereld van God, een werkelijkheid die een alternatief biedt voor het wereldse bestaan. Problemen worden zo minder urgent en relevant. Het in het gebed creëren van een sacrale werkelijkheid kan misschien vergeleken worden met wat Pargament (1990) de werking van vermijdende copingstrategieën, zoals dagdromen, noemt

65

(Pargament 1990: 799). Volgens Pargament (1990) kan dergelijk vermijdend gedrag een positief effect hebben, omdat hierdoor negatieve emoties, zoals angst en wanhoop verminderen. Ook Ellison & Taylor (1996) zijn van mening dat bidden negatieve emoties kan reguleren, doordat bidden afleidt van een stressgevende situatie.

Maar als bidden niet helpt om geloofsverdieping, verbinding met God en het religieuze, sacrale domein te creëren, verlies men een belangrijke toevlucht. Er is dan geen waardevolle afleiding meer voor problemen. Hierdoor kunnen gevoelens van verlatenheid en wanhoop toenemen.

8. Bidden en relaxatie

De achtste functie van bidden die wij op basis van Masters & Spielmans (2007) onderscheiden, is bidden bij stress om lichamelijk te ontspannen. Volgens Levine (2008) kan iemand door te bidden fysiologische veranderingen bij zichzelf bewerkstellingen, waardoor er een ander bewustzijn en een andere emotionele toestand ontstaat. Bidden kan zo functioneren als middel voor stressontlading, als een geconditioneerde stimulus, waarmee geoefende bidders zichzelf tot rust weten te brengen. Als het lichaam tot rust komt, verminderen de fysiologische reacties op stress, waardoor ook angst- en stressreacties afnemen en het gevoel van welbevinden kan toenemen (Breslin & Lewis 2008). Levine (2008) brengt dit in verband met een meditatieve, contemplatieve wijze van bidden. Iemand kan dan tijdens het gebed “in stilte” verkeren. Hij geeft ook het voorbeeld van het Joodse gebed, dat volgens Ariel (1995) door de fysieke effecten van het zingen, de aanwezigheid van rituele symbolen, de signalen tijdens de dienst en het oproepen van religieuze concepten een ander bewustzijn creëert (Ariel 1995: 187, bij Levine 2008: 89).

Er kunnen echter ook nadelige lichamelijke effecten door bidgedrag ontstaan. Zo kunnen bidders die te veel nadruk leggen op het op juiste wijze uitvoeren van bidrituelen, ook fysiologische klachten en spanningen bij zichzelf veroorzaken, doordat men te weinig rekening houdt met de eigen fysieke beperkingen en men over de eigen grenzen heen gaat.

Op basis van het bovenstaande zijn er dus acht functies van bidden te formuleren, die bij kunnen dragen aan zowel het verminderen als het vergroten van stress. In de volgende paragraaf behandelen wij de theorievorming en het onderzoek naar de religieuze coping van moslims. In hoeverre is het hierboven beschreven theoretische kader toepasbaar op de situatie van islamitische respondenten in Nederland?

66

2.5. Over de religieuze coping en het bidden van moslims

Volgens het onderzoek van Abu Raiya, Pargament, Mahoney & Stein (2008) maken moslims net als andere gelovigen in tijden van nood en spanningen gebruik van religieuze coping, waaronder bidden. Ook islamitische respondenten putten in tijden van nood veel kracht uit hun geloof, hun geloofsgemeenschap en het contact met God (Abu Raiya & Pargament 2010). Zij vinden in hun geloof emotionele geborgenheid, betekenis, een sterke identiteit, spiritualiteit en verbondenheid en steun vanuit hun geloofsgemeenschap. Abu Raiya & Pargament (2010) noemen de volgende functie die de islam voor moslims kan vervullen:

Islam plays a central role in the well-being of Muslims as it is linked to every domain in their lives (…) Similar to other faiths (Pargament, 1997), Islam serves a variety of functions, such as the provision of comfort, meaning, identity, spirituality, and community. For instance, Abu Raiya et al. (2008) found that the different subscales of the PMIR5 were associated with diverse indices of well-being including Satisfaction with Life, Positive Relations with Others, Purpose in Life, Physical Health, Alcohol Use, Depressed Mood, and Angry Feelings (Abu Raiya & Pargament 2010: 183).

Abu Raiya & Pargament (2010) geven echter ook aan dat er verschillen zijn tussen moslims en degenen met een andere geloofsovertuiging. Daarom hebben zij aparte schalen ontworpen voor het meten van religieuze coping onder islamitische respondenten. Bij de items van deze schalen wordt verwezen naar islamitische begrippen en praktijken, zoals de onderwerping aan God, het