• No results found

76 3.2. Uitvoering van het kwantitatieve onderzoek

3.3.2. Kenmerken van religiositeit

3.3.2.3. Een hoge mate van religieus welbevinden

Uit de schaalscores van de 177 respondenten op de Religious Well-Being Scale (RWBS) blijkt dat zij vinden dat God en de islam bijdragen aan hun welzijn. De meeste moslima’s voelen zich prettig bij God en bidden geeft hen voldoening. De resultaten van de antwoorden van onze respondenten op de Religious Well-Being Scale (RWBS) zijn in de volgende tabel 4 zichtbaar:

Tabel 4. Religious Well-Being Scale (RWBS) positieve en negatieve items in percentages N = 171-175 Hele- maal mee eens (1) Mee eens (2) Eens, oneens (3) Mee oneens (4) Hele- maal mee oneens (5) Positief geformuleerde items

1.Ik geloof dat Allah van mij houdt en om

mij geeft 71.3 19.0 5.2 2.3 2.3

2. Mijn contact met Allah zorgt ervoor dat

ik mij niet eenzaam voel 53.1 30.9 10.3 4.6 1.1

3. Mijn relatie tot Allah draagt bij aan mijn

gevoel van welbevinden 50.6 33.9 9.8 4.6 1.1

4. Ik voel me het meest vervuld als ik in

nauw contact met Allah sta 49.4 28.5 12.2 4.7 5.2 5. Ik geloof dat Allah zich betrokken voelt

bij mijn problemen 47.7 35.1 10.9 4.0 2.3

6. Ik heb een persoonlijke relatie met

Allah 46.2 37.6 11.6 2.9 1.7

Negatief geformuleerde items

7. Ik geloof dat Allah niet geïnteresseerd

is in mijn dagelijkse bezigheden 2.9 2.3 2.9 14.0 77.8 8. Mijn relatie tot Allah is niet

bevredigend 2.9 3.5 5.8 12.2 75.6

9. Allah verleent mij weinig persoonlijke

kracht en ondersteuning 6.3 2.9 5.7 14.9 70.1

10. Bidden tot Allah schenkt mij weinig

89

Ongeveer acht tot negen van de tien respondenten zijn het “eens” of “helemaal eens” met de eerste zes positief geformuleerde items van deze schaal. Vijf tot zeven van tien respondenten kiezen daarbij zelfs voor de hoogste antwoordcategorie “helemaal eens” bij de volgende stellingen: dat zij Allah als betrokken en liefdevol ervaren (71.3%), dat zij zich door het contact met Allah minder eenzaam voelen (53.1%), dat hun relatie met Allah bijdraagt bij aan hun gevoel van welbevinden (50.6%) en dat zij zich het meest vervuld voelen als zij in nauw contact met Allah staan (49.4%).

Bij de vier negatief geformuleerde items van de RWBS, de items 7 tot en met 10, valt op dat zes tot acht van de tien respondenten het met deze items helemaal oneens zijn. De antwoorden op de vier negatief gestelde vragen bevestigen dus het beeld dat ook uit de positief gestelde vragen naar voren komt: dat de meeste respondenten God wél als betrokken ervaren. Zij vinden hun relatie met God juist bevredigend. Deze relatie geeft hen persoonlijke kracht en steun. En bidden geeft hen voldoening. Dit betekent dat op basis van de RWBS er bij de meeste respondenten sprake is van “God Affiliation”.

Een aantal respondenten krijgt geen voldoening door te bidden (15.1%). Ook zijn er vrouwen die weinig persoonlijke kracht en ondersteuning van Allah ervaren (9.2%). Dit wijst op vervreemding van God: “God Alienation”. Verder valt op dat bij drie negatief gestelde items 5 tot 6 ‘’missings’’ zijn, dit wil zeggen dat deze vragen niet zijn ingevuld. Dit kan betekenen dat deze respondenten zich niet op een negatieve wijze over God willen uitlaten.

Om patronen in de beantwoording vast te kunnen stellen, hebben wij op basis van de tien items van de RWBS een principale componentenanalyse9 uit-gevoerd. Uit deze analyse is naar voren gekomen dat de positief geformuleerde items positief op dezelfde factor laden en de negatief geformuleerde items juist negatief. Op basis hiervan hebben wij van alle tien items van de RWBS één nieuwe schaal gemaakt. De antwoordmogelijkheden van de negatief geformuleerde subschaal zijn daarbij gehercodeerd van 1-5 naar 5-1. De Cronbach’s alpha-coëfficiënt van deze nieuw gevormde RWBS-schaal van 10 items is 0.87. De hoogst mogelijke score op deze schaal is 10, de laagst mogelijke score is 50. De gemiddelde score van de vrouwen uit ons onderzoek op deze schaal is 16.63. De standaarddeviatie is 6.80. Als wij de antwoordmogelijkheden “(1) helemaal mee eens” en “(2) mee eens” als hoog beschouwen, dan is een score van 10-20 op deze schaal van 10 items hoog. Dit komt bij 78.9% van de respondenten voor.

9 Principale componentenalyse met varimax rotatie, missing pairwise, n factors= 1, factorlading: > 0.40, verklaarde variantie: 49.2%.

90

Kortom uit de antwoorden van de 177 respondenten op zowel de DRI, de MRS en de RWBS blijkt dus dat er bij de meeste vrouwen sprake is van een sterke intrinsieke religiositeit, een volwassen vorm van geloof en een hoge mate van religieus welbevinden. Deze drie schalen duiden op een positieve, sterke band met God en de islam. God is voor hen een bron van liefde, vertrouwen en kracht, zowel in hun dagelijks bestaan als in moeilijke tijden. Wat betekenen deze sterke religieuze oriëntatie en “God affiliation” voor de wijze waarop zij bidden?

3.3.2.4. Kenmerken van bidden

Het bidden van de hoogopgeleide respondenten van Marokkaanse afkomst is onderzocht door vragen te stellen over hoe vaak zij twee belangrijke islamitische gebedsvormen gebruiken - de salaat en de smeekbedes- en hoe vaak zij op een andere manier bidden. Vervolgens is de variatie in de wijze waarop zij bidden, vastgesteld met behulp van de bidvariantenitems uit het onderzoek van Janssen & Bänziger (2003) en Bänziger, Janssen & Van Uden (2005). Wat kenmerkt het bidgedrag van de 177 respondenten?

3.3.2.4.1. Een hoge bidfrequentie

De 177 respondenten bidden veel, zoals blijkt uit hun antwoorden op de vragen over de bidfrequentie, die in de volgende tabel 5 zijn weergegeven:

Tabel 5. Bidfrequentie van islamitische gebedsvormen in percentages N = 177 Ja altijd (1) Ja vaak (2) Ja soms (3) Nee nooit (4) 1.Bid je de salaat? 72.3 15.3 11.3 1.1 2.Bid je smeekbedes n.v.t. 47.5 48.0 4.5

3.Bid je buiten de salaat en de

smeekbedes tot Allah? 22.0 30.5 40.1 7.3

Het percentage van onze respondenten dat aangeeft altijd de salaat te bidden, is hoog (72.3%). En bijna negen van de tien vrouwen uit ons onderzoek (87.6%) verrichten dit gebed vaak of altijd. Slechts 11.3% doet dit soms en 1.1% nooit. Dit geeft aan dat voor de respondenten uit ons onderzoek het rituele salaatgebed een grote betekenis heeft. Deze vorm van bidden wordt veel gepraktiseerd. Maar ook andere islamitische gebeden worden veel gebruikt. Ongeveer de helft van de respondenten bidt vaak smeekbedes (47.5%). En iets meer dan de helft van de vrouwen (52.5%) bidt daarnaast ook vaak tot altijd andere gebeden. Sommige vrouwen (namelijk 7.3%) bidden echter nooit op een andere wijze. Gezien hun antwoorden op de

91

vragen van de bidfrequentie van islamitische gebedsvormen bidden de meeste respondenten dus de gebedsvormen die vanuit hun religieuze traditie worden voorgeschreven. In de volgende paragraaf wordt beschreven welke varianten van bidden voor hen belangrijk zijn.

3.3.2.4.2. Vier varianten van bidden

Met behulp van de bidvariantenitems van Bänziger, Janssen & Van Uden (2005) wordt duidelijker wat kenmerkend is voor de wijze waarop deze 177 respondenten precies bidden. Door gebruik te maken van 23 van de 24 bidvariantenitems uit het onderzoek van Bänziger et al. (2005) ontstaat een beeld vanuit welke aanleiding, motivatie, op welke wijze, waar en wanneer zij bidden en welk effect dit op hun welzijn heeft. Daarbij is -zoals in paragraaf 3.2.1. is toegelicht- het item: “ik bid knielend” niet opgenomen in de vragenlijst. In tabel 6 zijn de onderzoekresultaten op de beantwoording van deze 23 bidvariantenitems weergegeven, geordend naar het hoogste percentage “altijd’’:

92

Tabel 6. Overzicht bidvariantenitems van Bänziger et al. (2005) in percentages N = 172-177 Nooit (1) Zelden (2) Af en toe (3) Vaak (4) Altijd (5)

1. Tijdens het bidden vraag ik om

vergeving 2.3 1.1 9.7 25.0 61.9

2. Als ik bid praat ik eigenlijk met een

hogere macht 4.1 5.3 11.1 25.7 53.8

3. Ik bid om steun en/of kracht 1.1 1.1 8.6 37.7 51.4 4. Als ik bid heb ik het gevoel dat ik kracht

en steun krijg 1.1 1.1 12.6 37.1 48.0

5. Als ik bid doe ik dat om Allah te

bedanken 1.1 3.4 15.3 34.7 45.5

6. Tijdens mijn gebed vraag ik dingen aan

Allah 2.8 1.7 17.5 34.5 43.5

7. Ik bid om innerlijke rust 1.1 1.1 11.4 44.0 42.3 8. Tijdens het gebed heb ik het gevoel dat

ik contact heb met Allah 0.6 1.7 13.7 43.4 40.6

9. Tijdens het bidden kan ik mijn hart

luchten 2.8 4.0 17.0 35.8 40.3

10. Als ik geconfronteerd word met ziekte

of dood, ga ik bidden 4.1 2.9 17.4 36.6 39.0

11. Ik bid als ik mij verdrietig voel 6.8 7.4 31.8 31.3 22.7 12. Ik bid 's avonds in bed 15.3 15.3 23.3 24.4 21.6 13. Als ik bid probeer ik mijn gedachten op

een rijtje te zetten 6.3 9.8 21.8 40.8 21.3

14. Moeilijke momenten zijn voor mij

aanleiding om te bidden 5.1 6.3 26.3 41.1 21.1

15. Ik bid eigenlijk om een gewenst

resultaat te bereiken 12.2 18.0 25.0 26.7 18.0

16. Als ik bid, vraag ik iets voor anderen 2.9 4.0 28.0 47.4 17.7 17. Tijdens het bidden keer ik mij in mijzelf 2.9 7.0 33.7 41.9 14.5 18. Ik bid als ik iets nodig heb 9.8 14.4 36.2 25.9 13.8 19. Bidden doe ik overal waar het uitkomt 6.9 23.4 31.4 25.7 12.6 20. Tijdens mijn gebed overdenk ik allerlei

gebeurtenissen 5.7 17.2 30.5 35.6 10.9

21. Ik bid op vaste momenten 2.8 14.8 32.4 40.9 9.1 22. Als ik in de natuur ben ga ik spontaan

bidden 50.0 27.6 12.6 7.5 2.3

23. Als ik bid doe ik dat in de moskee 21.6 39.2 29.5 8.5 1.1

Wat is er over het bidden van deze 177 respondenten te zeggen? Als wij kijken naar de percentages op de items van de bidvarianten bij de antwoord-categorieën “vaak” en “altijd”, komt het volgende beeld naar voren.

93

De overgrote meerderheid van de 177 islamitische respondenten uit ons onderzoek bidt voor steun en kracht (89.1%) en vraagt om vergeving (86.9%). Het effect van bidden ervaren de 177 respondenten overwegend (85.1%) als het ver-krijgen van steun en/of kracht. Tijdens het bidden hebben zij contact met Allah (84%). Zij bidden voor innerlijke rust (83.3%) en om Allah te bedanken (80.2%). Bij het bidden praten zij tegen een hogere macht (79.5%), luchten zij hun hart (79.5%), of vragen zij iets aan God (78.0%). Zij bidden bij ziekte en overlijden (75.6%), voor anderen (65.1%), op moeilijke momenten (62.2%), of vanuit verdriet (54%).

Iets meer dan de helft van deze 177 vrouwen bidt door in zichzelf te keren (56.4%). De helft (50%) van alle respondenten bidt altijd (9.1%) tot vaak (40.9%) op vaste momenten. Omdat 72.3% van de respondenten bij de bidfrequentievragen aangeeft altijd de salaat te bidden, kan dit betekenen dat niet iedereen dit gebed op de vaste gebedstijden verricht. Het inhalen van de gemiste salaatgebeden later op de dag is immers ook mogelijk.

Van alle respondenten bidt 44.7% voor een gewenst resultaat, terwijl 30.2% dit zelden of nooit doet. Vier op de tien moslima’s (39.7%) bidt altijd of vaak als zij iets nodig hebben. Een kwart (24.2%) van alle vrouwen doet dit zelden of nooit. Hun gebed is blijkbaar meer gericht op God dan op hun eigen behoeften.

Meestal bidden deze moslima’s niet spontaan in de natuur, een meerderheid (77.6%) doet dit zelden of nooit. Ook wordt er minder in de moskee gebeden, de meeste vrouwen (61.2%) bidden daar bijna nooit. Sommigen bidden wel vaak en altijd in bed (46%), terwijl anderen dit juist zelden of nooit doen (30.6%).

Naar aanleiding van de principale componentenanalyse uitgevoerd op de 23 items van de bidvarianten van Bänziger et al. (2005), hebben wij op grond van het scree plot gekozen voor een vierfactoren oplossing.10 Deze onderverdeling in vier factoren wordt in de onderstaande tabel 7 gepresenteerd. De items van deze vier factoren komen niet overeen met de items van de vier theorisch onderscheiden vormen van bidden zoals beschreven is in paragraaf 2.4.3. Bij de islamitische respondenten van deze studie is er sprake van een ander patroon in de combinatie van gebedsitems. In tabel 7 worden de items gepresenteerd die in één van de vier factoren vallen. In deze tabel is ook zichtbaar welke items uiteindelijk niet in een factor zijn opgenomen. Deze items zijn in cursief weergegeven. Het betreft items met een lagere factorlading dan 0.40. Ook zijn de items verwijderd die op meerdere factoren boven de 0.40 laden, ook deze items zijn in cursief genoteerd.

10 Principale componentenanalyse met varimax rotatie, n factors = 4, missing pairwise, factorlading >0.40, verklaarde variantie is 31.3% + 8.2% + 7.4% + 5.8%= 52.7%.

94

Tabel 7. Factorladingen van de vier factorenoplossing van de bidvariantenitems Factor 1 Factor 2 Factor 3 Factor 4 Factor 1

Tijdens het bidden vraag ik om vergeving 0.73 Ik bid om steun en/of kracht 0.72 Tijdens het bidden heb ik het gevoel dat ik

contact heb met Allah

0.71 Als ik bid heb ik het gevoel dat ik kracht en steun krijg

0.69 Tijdens het bidden kan ik mijn hart luchten 0.64

Ik bid om innerlijke rust 0.64

Tijdens het bidden keer ik mij in mijzelf 0.57 Als ik bid doe ik dat om Allah te bedanken 0.53 Tijdens het gebed vraag ik dingen aan Allah 0.51

Factor 2

Ik bid als ik mij verdrietig voel 0.78

Moeilijke momenten zijn voor mij aanleiding om te bidden

0.73

Ik bid als ik iets nodig heb 0.67

Als ik bid praat ik eigenlijk met een hogere macht 11 Als ik bid vraag ik iets voor anderen12

Als ik geconfronteerd wordt met ziekte of dood ga ik bidden

0.50

Ik bid ’s avonds in bed13

Factor 3

Bidden doe ik overal waar het uitkomt 0.75

Als ik bid doe ik dat in de moskee 0.74

Als ik in de natuur ben ga ik spontaan bidden 0.68

Ik bid op vaste momenten 0.67

Factor 4

Tijdens mijn gebed overdenk ik allerlei gebeurtenissen

0.83 Als ik bid probeer ik mijn gedachten op een rijtje

te zetten

0.71

Ik bid eigenlijk om een gewenst resultaat te bereiken14

11 Dit item is verwijderd, omdat dit item weliswaar boven de 0.40 laadt, maar op een andere factor bijna even hoog laadt.

12 Dit item is verwijderd, omdat dit item weliswaar boven de 0.40 laadt, maar op een andere factor bijna even hoog laadt.

13 Dit item is verwijderd, in verband met een te lage factorlading, dit wil zeggen lager dan 0.40.

14 Dit item is verwijderd, omdat dit item weliswaar boven de 0.40 laadt, maar op een andere factor bijna even hoog laadt.

95

Uit deze principale componentenanalyse komt dus naar voren dat wij in onze onderzoeksgroep vier factoren in bidvariantenitems onderscheiden. Welke dit zijn en welke kenmerken zij hebben, wordt hieronder toegelicht.

Eerste factor: het religieus gebed (9 items)

De eerste factor omvat negen items met de volgende kernwoorden: vergeving, steun/kracht wensen, steun/kracht krijgen, het hart luchten, innerlijke rust, in zichzelf keren, contact met Allah, Allah bedanken, dingen vragen aan Allah. Voor de moslima’s uit ons onderzoek verwijst deze vorm van bidden naar het in zichzelf keren, het contact maken met God, waarbij zij God bedanken en om vergeving vragen. Zij vragen Hem ook om innerlijke rust, steun en kracht of hulp en luchten hun hart. Het effect hiervan is het verkrijgen van steun en kracht. Wij noemen deze factor het religieus gebed. Deze term geeft namelijk volgens Bänziger, Van Uden & Janssen (2006) een traditionele vorm van bidden aan. Wij hebben van de 9 items van deze factor één schaal gevormd. Deze schaal heeft een Cronbach’s alpha-coëfficiënt van 0.87. In de volgende tabel 8 staan de percentages van de items van deze bidvariant geordend naar de hoogte van de factorlading:

Tabel 8. Gebedsvariant het religieus gebed geordend naar factorlading en de frequentie per item in percentages

N = 172-177 Factor lading Nooit (1) Zelden (2) Af en toe (3) Vaak (4) Altijd (5)

1. Tijdens het bidden vraag ik om

vergeving 0.73 2.3 1.1 9.7 25.0 61.9

2. Ik bid om steun en/of kracht 0.72 1.1 1.1 8.6 37.7 51.4 3. Tijdens het gebed heb ik het

gevoel dat ik contact heb met Allah

0.71 0.6 1.7 13.7 43.4 40.6 4. Als ik bid heb ik het gevoel dat

ik kracht en steun krijg 0.69 1.1 1.1 12.6 37.1 48.0 5. Ik bid om innerlijke rust 0.64 1.1 1.1 11.4 44.0 42.3 6. Tijdens het bidden kan ik mijn

hart luchten 0.64 2.8 4.0 17.0 35.8 40.3

7. Tijdens het bidden keer ik mij

in mijzelf 0.57 2.9 7.0 33.7 41.9 14.5

8. Als ik bid doe ik dat om Allah

te bedanken 0.53 1.1 3.4 15.3 34.7 45.5

9. Tijdens mijn gebed vraag ik

dingen aan Allah 0.51 2.8 1.7 17.5 34.5 43.5

De hoogst mogelijke positieve score op deze religieuze gebedsschaal van 9 items, met 5 antwoordcategorieën is: 45. De laagst mogelijke score is 9. De vrouwen uit ons onderzoek variëren in hun scores op deze schaal van 9 (laag) tot 45 (hoog). De

96

gemiddelde score op deze schaal is 37.64, de standaarddeviatie is 5.4. Als wij de antwoordcategorieën 4 (dit wil zeggen: vaak) en 5 (dit wil zeggen: altijd) als hoog nemen, dan valt op dat iets meer dan zeven op de tien vrouwen (71.3%) een hoge score hebben op deze gebedsvariant.

Tweede factor: het crisisgebed (4 items)

De tweede factor bestaat uit vier items met de volgende kernwoorden: verdrietig voelen, moeilijke momenten, iets nodig hebben, confrontatie met ziekte en dood. Deze factor verwijst naar het bidden op moeilijke, crisisachtige momenten. Van deze vier items hebben wij één schaal gemaakt, die gezien deze kenmerkende eigenschappen het crisisgebed is genoemd. In de onderstaande tabel 9 wordt deze schaal gepresenteerd met de percentages geordend naar de hoogte van de factorlading per item.

Tabel 9. Gebedsvariant Crisisgebed geordend naar factorlading en de frequentie per item in percentages N = 172-176 Factor lading Nooit (1) Zelden (2) Af en toe (3) Vaak (4) Altijd (5)

1. Ik bid als ik mij verdrietig

voel 0.78 6.8 7.4 31.8 31.3 22.7

2. Moeilijke momenten zijn voor mij aanleiding om te bidden

0.73 5.1 6.3 26.3 41.1 21.1

3. Ik bid als ik iets nodig heb 0.67 9.8 14.4 36.2 25.9 13.8 4. Als ik geconfronteerd word

met ziekte of dood ga ik bidden

0.50 4.1 2.9 17.4 36.6 39.0

De Cronbach’s alpha-coëfficiënt van deze schaal is 0.74. De hoogst mogelijke score op deze schaal met antwoordcategorieën van 1 tot 5 met vier items is: 20. De laagst mogelijke score is 4. Onze onderzoeksgroep van 177 respondenten varieert op deze schaal in een score van 4 tot 20. De gemiddelde score op deze schaal is 14.43, de standaarddeviatie is 3.2. Als wij de scores 4 en 5 als hoog op deze schaal be-schouwen, dan heeft 36.6% van de respondenten een hoge score (dit wil zeggen een score die varieert van 16-20) op deze gebedsvariant.

Derde factor: onvoorwaardelijk bidden (4 items)

De derde factor bestaat uit vier items met de volgende kenmerkende woorden: overal waar het uitkomt, in de moskee, spontaan in de natuur, op vaste momenten. Deze items verwijzen naar bidgedrag dat niet gebonden is aan de plaats waar en de tijden waarop gebeden wordt. Het gaat hierbij om een voorkeur om te bidden

97

ongeacht de plaatselijke omstandigheden, er wordt namelijk overal, in de moskee en in de natuur gebeden. Ook is deze manier van bidden niet gebonden aan een specifieke tijd, het kan immers zowel spontaan als op vaste tijden plaatsvinden. Het lijkt er dus op dat deze vorm van bidden niet gebonden is aan plaats en tijd. Of anders gezegd, deze factor verwijst naar een vorm van bidden die zich van andere vormen onderscheidt, omdat er geen tijd-ruimtelijke voorwaarden aan worden gesteld. Het lijkt hier om een manier van bidden te gaan waarbij er geen voorwaarden worden gesteld, men wil bidden om het bidden zelf. Wij hebben de schaal die op deze factor is gebaseerd, daarom “onvoorwaardelijk bidden” genoemd. De items van deze schaal worden naar de hoogste waarden van de factorlading per item geordend en gepresenteerd in percentages in tabel 10.

Tabel 10. Gebedsvariant Onvoorwaardelijk bidden geordend naar factorlading en de frequentie per item in percentages

N = 174 -176 Factor Lading Nooit (1) Zelden (2) Af en toe (3) Vaak (4) Altijd (5)

1. Bidden doe ik overal waar

het uitkomt 0.75 6.9 23.4 31.4 25.7 12.6

2. Als ik bid doe ik dat in de

moskee 0.74 21.6 39.2 29.5 8.5 1.1

3. Als ik in de natuur ben, ga

ik spontaan bidden 0.68 50.0 27.6 12.6 7.5 2.3

4. Ik bid op vaste momenten 0.67 2.8 14.8 32.4 40.9 9.1 De Cronbach’s alpha-coëfficiënt van deze schaal is 0.73. De hoogst mogelijke positieve score op deze schaal die bestaat uit vier items, waarvan de antwoordcategorieën variëren van 1 tot 5, is 20. De laagst mogelijke score is 4. De laagste score van onze respondenten op deze schaal is 4 en de hoogste is 18. De gemiddelde score op deze schaal is 10.61, de standaarddeviatie is 3.00. Als wij de antwoordcategorieën 4 (dit wil zeggen vaak) en 5 (dit wil zeggen altijd) als hoog nemen, dan heeft slechts 5.3% van de respondenten een hoge score (van 16-20) op deze gebedsvariant. Niemand van de 177 respondenten bereikt de maximale score op deze schaal.

Vierde factor: het reflectief gebed (2 items)

De vierde factor die wij kunnen onderscheiden, verwijst naar denkactiviteiten. Bij deze factor gaat het om twee items, namelijk het overdenken van gebeurtenissen en het gedachten op een rijtje zetten. Deze factor verwijst dus naar een vorm van bidden waarbij reflecteren een rol speelt. Wij hebben van deze factor een schaal gemaakt met deze twee items. Omdat de items van deze schaal betrekking hebben op

98

denkactiviteiten, wordt deze schaal aangeduid met de term reflectief gebed. De factorlading en de percentages van de twee items van deze schaal worden in de volgende tabel 11 weergegeven:

Tabel 11. Gebedsvariant Reflectief gebed geordend naar factorlading en de frequentie per item in percentages

N = 174 Factor-lading Nooit (1) Zelden (2) Af en toe (3) Vaak (4) Altijd (5)

1.Tijdens mijn gebed overdenk ik allerlei gebeurtenissen

0.83 5.7 17.2 30.5 35.6 10.9

2. Als ik bid, probeer ik mijn gedachten op een rijtje te zetten

0.71 6.3 9.8 21.8 40.8 21.3

De Cronbach’s alpha-coëfficiënt van deze schaal is 0.60, dit is relatief laag. Dit is