• No results found

Theorievorming en onderzoek met betrekking tot het verschijnsel bidden Een bijzondere vorm van religieus handelen is bidden. In navolging van James

46 2. Greep krijgen op de situatie

2.4. Theorie en onderzoek ten aanzien van bidden en coping

2.4.1. Theorievorming en onderzoek met betrekking tot het verschijnsel bidden Een bijzondere vorm van religieus handelen is bidden. In navolging van James

51

zelfs als één van de belangrijkste vormen van religieus gedrag (Spilka & Ladd 2013). Het gegeven dat mensen overal ter wereld bidden, lijkt er op te duiden dat bidden ontstaat vanuit een oermenselijke behoefte (Bänziger 2007).

Bidden is een complexe vorm van gedrag en de variëteit in bidvormen is heel groot. Psychologisch gezien is bidden een multidimensionaal verschijnsel, er is zowel sprake van handelingen, motivaties, cognities als affecten (Spilka & Ladd 2013). Individuen ontwikkelen vaak een persoonlijke stijl van bidden, waarbij zij vormen van bidden die zij van anderen hebben geleerd of hebben overgenomen al naar gelang hun behoeften combineren (Spilka 2005).

De kenmerken van bidgedrag zijn door diverse onderzoekers verkend en beschreven (Calkins 1911; Heiler 1921; Janssen et al. 1990; Poloma & Gallup 1991; Brown 1994; Faber 2002; Ladd & Spilka 2002, 2006; Zaleski & Zaleski 2005;Hood 2005; Bänziger 2007; Ladd & McIntosh 2008). Veel definities van bidden verwijzen naar de verbinding en conversatie met een spirituele of goddelijke kracht (James: 1902/1958; Levine 2008). Bij deze verbinding gaat het volgens Ladd en Spilka (2002; 2015) om een vorm van communicatie (zie ook Van Baal 1971). Er is vanwege de complexiteit en variëteit in de wijzen waarop mensen bidden nog geen algemeen geaccepteerde definitie van bidden voorhanden.

Bidden als vorm van communicatie

Bidden heeft als het gezien wordt als een speciale vorm van communicatie een sterke sociaal component. Bij bidgedrag spelen de relaties van degene die bidt met anderen vaak mee (Zock 1998; Alma & Zock 2002). Veel mensen bidden immers vanwege gebeurtenissen in hun dagelijks leven waarbij belangrijke anderen zijn betrokken. Zij bidden bijvoorbeeld om de emoties die in sociale interacties met anderen zijn ontstaan beter te kunnen hanteren. Zo bidden mensen vaak voor het welzijn van hun dierbaren of voor hun medemens in het algemeen.

Maar als bidders tijdens het bidden met een hogere macht communiceren, weerspiegelen zich daarin de manieren waarop bidders gewend zijn te communiceren met hun medemens. Dit is terug te zien in de neiging die bidders hebben om de kracht die zij tijdens hun gebed aanspreken allerlei menselijke eigenschappen toe te schrijven (Tremlin 2006). Zij anticiperen tijdens hun gebed op hoe die kracht zal reageren en daarop stellen zij hun manier van communiceren af. Maar daarbij schrijven zij deze goddelijke kracht meer invloed en macht toe dan wanneer zij met mensen te maken hebben. Dit mentale proces, waarbij zowel menselijke als bovennatuurlijke eigenschappen aan een goddelijke kracht worden toegeschreven, is al bij jonge kinderen waargenomen (Richert & Granvist 2015).

Barrett (2002), Boyer (2001; 2003), McCauly (2005) en Tremlin (2006) brengen dit verschijnsel in verband met de “theory of mind”, de wijze waarop in de hersenen

52

tijdens het bidden onbewuste, cognitieve schema’s worden geactiveerd, die ook gebruikt worden bij intermenselijke communicatie. Volgens Tremlin (2006) voelen bidders door deze mentale schema’s op een intuïtieve wijze aan hoe zij een spirituele kracht in hun gebed moeten benaderen en kunnen beïnvloeden. Dit verklaart waarom christenen of moslims in de privacy van hun gebed God menselijke eigen-schappen toeschrijven en Hem ervaren als luisterend, meelevend, betrokken, boos, tevreden en helpend, hoewel dit in tegenspraak kan zijn met hun theologische overtuigingen.

Bidders maken dus gebruik van de geïnternaliseerde schema’s of scripts, die ook worden gebruikt in de communicatie met andere mensen. De relatie met deze door hen als goddelijke beschouwde “Ander” kan voor hen echter zo reëel zijn, dat sommige bidders zelfs spreken van fysiek contact. Ladd & McIntosh (2008) vinden bidden daarom een uniek verschijnsel:

Prayer is unique in that even when practiced in isolation, practitioners commonly claim experiences related to the sense of presence of others and use language related to physical contact (e.g., “feeling the touch of the hand of God”) (Ladd & McIntosh 2008: 31).

De fysieke kant van bidden wordt ook door Masters & Spielmans (2007) genoemd. Bidgedrag kan allerlei fysiologische effecten stimuleren, zoals relaxatie. Bidgedrag kan de zintuigen dusdanig stimuleren, dat er een gevoel van welbevinden ontstaat (zie ook Levine 2008).

Bidden gezien vanuit de hechtingstheorie

Veel bidders richten zich in hun gebed tot een als goddelijke beschouwde kracht. Hoe iemand die bidt deze god ervaart, wordt gezien vanuit de hechtingstheorie beïnvloed door ervaringen met vroegere verzorgers, zoals de eigen ouders (Zock 1998; Richert & Granqvist 2015). Rizutto (2001) brengt deze houding naar God in verband met iemands geïnternaliseerde ervaringen, -de objectrelaties-, die voort-komen uit vroegere hechtingsrelaties, gecombineerd met ideaalbeelden van God die men als kind vanuit de eigen behoefte heeft gevormd. Vanuit deze vroegste relaties kunnen bidders een vertrouwensvolle, ambivalente, of afwachtende houding hebben ontwikkeld, die ook terug te vinden is in de eigenschappen die zij aan God toeschrijven en de wijze waarop zij zich naar God in hun gebed opstellen. Zo kan de grondhouding ten aanzien van God bij de een vertrouwensvol zijn, terwijl bij de ander gevoelens van afstand of angst domineren.

Ook Kirkpatrick (1994; 1999) maakt een onderscheid tussen drie hechtingsstijlen ten opzichte van God, namelijk een vorm van veilige, een vorm van vermijdende en een vorm van van angstige of ambivalente hechting aan God. Bij een veilige hechting aan God is er sprake van een liefdevolle, warme band met God. Men

53

voelt zich dan door God gehoord, beschermd en geholpen. Bij een vermijdende hechting aan God ervaart men God meer als onpersoonlijk en op afstand. God lijkt dan minder betrokken en bereikbaar. Bij een angstige, of ambivalente hechting wordt God zowel als responsief ervaren als onvoorspelbaar, afstandelijk, streng of straffend. Men weet dan eigenlijk niet waar men aan toe is, soms helpt God wel, maar soms niet. Bij deze stijl kan iemand zich onzeker of angstig bij God voelen.

Volgens Kirkpatrick (1994; 1999) hebben de hechtingrelaties die iemand ten opzichte van de eigen ouders heeft ontwikkeld, belangrijke gevolgen voor hoe iemand zich in de volwassenheid opstelt naar God. Een veilige hechting aan de ouders zou dan overeen kunnen komen met een veilige hechting aan God, met als gevolg dat er sprake is van positieve religieuze gevoelens. Bij vermijdende en/of angstige/ambivalente hechtingspatronen ten opzichte van de ouders, kan er sprake zijn vergelijkbare gevoelens voor God.

Volgens Kirkpatrick (1994) zijn sommige personen met een angstige, onzekere hechting toch in staat om een sterkere, veilige band met God op te bouwen. Hij brengt dit in verband met de compenserende functie van God, namelijk dat men de steun, veiligheid en warmte bij God zoekt die men bij de ouders heeft gemist.

In de volgende paragraaf wordt behandeld wat er bekend is over verschillende varianten van bidden.

Diversiteit in varianten van bidden

Poloma & Gallup (1991) en Spilka et al. (2003, 2005, 2013) hebben allerlei vormen van bidden geïnventariseerd die door onderzoekers worden onderscheiden en die mogelijk andere effecten hebben op het persoonlijk welzijn. Daarbij kijkt men bijvoorbeeld naar hoe vaak iemand bidt (de bidfrequentie), maar ook naar de inhoud van de gebeden en de wijze waarop men bidt (Masters & Spielmans 2007). Breslin & Lewis (2008), geven de volgende opsomming van bidvormen die door onderzoekers worden onderscheiden:

Thanksgiving, adoration, contemplation, devotional, confession, sacrificial, invocation, resignation (Heiler, 1932); objective, subjective (Clark, 1958); colloquial, petitionary, ritual, meditative (Poloma & Pendleton 1991); praise, attunement (Richards, 1991); examen, tears, relinquishment, suffering, radical, rest, meditative, contemplative, sacramental (Foster, 1992; Ladd & Spilka 2002); listening (Goethring, 1995); supplication, intercession, reparation ( McKinney & Mckinney, 1999); and lamentation (Ameling 2000) (Breslin & Lewis 2008: 10).

Over de inhoud van dergelijke vormen van bidden en de effecten die deze verschillende bidvormen op het persoonlijke welzijn kunnen hebben, is onder onderzoekers nog geen overeenstemming bereikt (Breslin & Lewis 2008). Uit onder-zoek komt wel naar voren dat bepaalde manieren van bidden van elkaar kunnen

54

verschillen in het effect dat zij resulteren. Het vraaggebed -ook wel “petitionary prayer” genoemd- wordt veel gebruikt in moeilijke tijden. Deze wijze van bidden bestaat uit verzoeken om interventies en hulp bij problemen (Spilka 2005). Soms gaat het daarbij om een kreet om hulp (Bänziger 2007), soms om het uitgebreid vertellen over problemen. Wij komen nog terug op deze vorm van bidden.

In navolging van Foster (1992) onderscheiden Ladd en Spilka (2002; 2015) drie hoofdtypen van bidden, namelijk een vorm die naar boven, een vorm die naar buiten en een vorm die naar binnen gericht is. Als degene die bidt tijdens het bidden verbinding zoekt met een als goddelijk beschouwde “Ander” en daarbij vooral bezig is met deze kracht zelf, die men bijvoorbeeld wil loven en danken, is er sprake van “Upward prayer”. Het kan dan gaan om het uitspreken van dankbaarheid, lofgebeden, of aanroepingen, of om in het stilte verkeren met God. Een andere vorm van bidden heeft meer betrekking op de buitenwereld. Het bidden betreft dan de sociale relaties waarmee men te maken heeft. Dit wordt aangeduid met de term: “Outward prayer”. Daarbij kan men denken aan het doen van verzoeken om problemen die men in het dagelijks leven met anderen heeft op te lossen, zoals in het vraaggebed. Als het bidden echter vooral te maken heeft met een verbinding met het eigen innerlijk, spreekt men van “Inward prayer”. Bij deze vorm van bidden kan het gaan om zelfreflectie in het aangezicht van God, het nadenken over zonden, het uiten van wroeging of het zoeken naar een innerlijk rustpunt in zichzelf door te mediteren. Bij zowel “Outward prayer” als “Inward prayer” kan men de als goddelijke beschouwde “Ander” aanspreken, maar die kracht wordt dan meer om steun gevraagd om zaken in de buitenwereld of binnenwereld te verhelderen. Op basis van deze indeling in drie hoofdtypen van bidden definiëren Ladd & McIntosh (2008) bidden daarom als:

The typically intentional expression of one’s self in an attempt to establish or enhance connectivity with the divine, with others in a religious spiritual framework, and with the self (Ladd & McIntosh 2008: 29).

Volgens Spilka en Ladd (2013; 2015) draagt de theorievorming en het onderzoek naar de psychologie van bidden van de Nederlandse godsdienst-psychologen Janssen, De Hart, & Den Draak (1990) bij aan het verkrijgen van inzicht in de psychologische kenmerken van het verschijnsel bidden.

Structuurkenmerken van varianten van bidden

Janssen et al. (1990; Janssen, Prins, Baerveldt, & Van derLans 1998)) beschouwen bidden als een geïndividualiseerd ritueel, dat procesmatige en structurele ken-merken heeft. Bij bidden is er vaak sprake van een begin-, midden- en eindfase. Vanwege dit procesmatige karakter van bidgedrag spreken Bänziger, Janssen & Van

55

Uden (2005; 2008) liever over “bidden” dan over “het gebed”. Bidden als werkwoord geeft immers beter aan dat het om een dynamisch proces gaat.

Janssen et al. (1990) hebben op basis van onder andere de studie naar bidden van Heiler (1921) een werkmodel ontwikkeld om de structurele eigenschappen van bidden te kunnen vaststellen. Zij onderscheiden daarbij de volgende zevental structuurkenmerken die bij bidden een rol spelen: (1.) de aanleiding om te bidden; (2.) de handeling die wordt verricht; (3.) de richting, dit wil zeggen naar wie en/of voor wie wordt gebeden; (4.) het effect dat na het bidden kan worden waargenomen. Daarnaast is er (5.) een bepaalde tijd waarop wordt gebeden; (6.) een plaats en (7.) een methode die bij het bidden wordt gebruikt. Wij zullen dit nader toelichten.

De “aanleiding” om te bidden geeft inzicht in wat bidders motiveert om tot bidden over te gaan. Het kan daarbij gaan om de behoefte aan vergeving, innerlijke rust, kracht, steun, het uitdrukken van dankbaarheid of de confrontatie met verdriet, ziekte of dood. Bij “handelingen” wordt er gekeken naar de handelingen die bij het bidden worden verricht, zoals knielen, vragen om hulp, situaties overdenken of het uiten van emoties. De “richting” van het bidden geeft aan op wie het gebed gericht is, bijvoorbeeld op God, op anderen of op het eigen innerlijk. Het “effect” van bidden geeft inzicht in de gevolgen die de bidder bij zichzelf na het bidden waarneemt. De “tijd” van bidden verwijst naar de momenten waarop gebeden wordt, zoals vaste tijden, altijd of alleen op moeilijke momenten. De “plaats” van bidden verwijst naar waar men bidt, zoals in bed, in de kerk of in de natuur.

Door dit onderscheid wordt inzichtelijk wat er voor verschillen bestaan tussen verschillende varianten van bidden. Janssen et al. (1998) en Bänziger et al. (2005; 2008) maken op basis van hun onderzoek binnen de Nederlandse context een theoretisch onderscheid tussen vier verschillende bidvarianten, namelijk: (1) het vraaggebed, (2) het religieuze gebed, (3) het meditatieve en (4) het psychologische gebed. De laatste twee vormen zien zij als moderne, individuele vormen van bidden die passen in een seculiere samenleving als Nederland. Omdat wij in onze studie gebruikt hebben gemaakt van het onderzoeksinstrument dat deze onderzoekers voor het vaststellen van bidvarianten hebben ontwikkeld, geven wij een nadere toelichting van de kenmerken van deze vier bidvarianten. In de volgende tabel 1 worden deze gepresenteerd en vervolgens toegelicht.

56

Tabel 1. Kenmerken Bidvarianten Bänziger, Janssen, & Van Uden (2005) Religieuze

gebed Vraaggebed Meditatieve gebed Psycholo-gische gebed Aanleiding Dank, schuld,

vragen om vergeving Concreet probleem kracht/steun nodig hebben

Innerlijke rust Verdriet

Ziekte/dood Kracht/steun

(als wens om te bereiken)

Richting Contact met God

Voor anderen In mijzelf Hogere macht

Gebedshande-lingen Knielen Vragen om hulp Beschouwen/ reflecteren Hart luchten Bedanken

Vergeving Iets nodig hebben

Denken/ inzicht

Plaats In de kerk Overal; natuur In bed

Tijd Vaste momenten Op allerlei momenten Moeilijke momenten

Effect Geloof Resultaten Constante verbetering van het zelfbewustzijn Kracht/steun verkrijgen 1. Het vraaggebed

Volgens Janssen et al. (1998: 69) en Bänziger et al. (2005) is het “vraaggebed” op grond van de kenmerkende elementen van bidden als volgt te beschrijven. De aanleiding om het vraaggebed te bidden is vaak een concreet probleem. Men bidt dus vanuit een reële behoefte aan steun. De handelingen bestaan uit het vragen om hulp omdat men iets nodig heeft van God. Bij deze gebedsvariant staat het effect van het bidden centraal, men wil door te bidden een resultaat bereiken. Het is een manier van bidden die overeenkomt met wat Ladd & Spilka (2002; 2006; 2015) “Outward Prayer” noemen, omdat men in het vraaggebed vaak vanuit een behoefte bidt die betrekking heeft op de buitenwereld. Men bidt immers naar aanleiding van er-varingen en behoeftes, zoals bijvoorbeeld materiële wensen, conflicten, het welzijn van dierbaren, of de medemens in het algemeen. Deze vorm van bidden wordt vaak bij het hanteren van problemen gebruikt.

Op basis van de onderzoeksresultaten naar “petionairy prayer” kan volgens Spilka (2005) geconcludeerd worden dat deze vorm van bidden niet altijd een uitgesproken positief effect op het psychisch welzijn uitoefent. Dit kan in verband staan met het feit dat mensen die bij problemen tot God bidden om hen te helpen, zich eerder passief dan actief opstellen ten aanzien van hun problemen. Dit zou net als de afwachtende religieuze copingstijl van Pargament (1997) minder gezond zijn.

57

Vooral als bidders concrete hulp wensen en hun verlangens in hun ogen vervolgens niet worden ingewilligd, kunnen zij daardoor teleurgesteld of boos worden. Bij vragen aan God die een meer algemeen karakter hebben, is de kans op teleurstelling kleiner, hetgeen een gunstiger effect kan hebben op het psychische welbevinden, omdat een dergelijk gebed gevoelens van optimisme en hoop kan stimuleren (Ai, Tice, Huang, Rodgers & Bolling 2008). Een voorbeeld hiervan is als iemand in meer algemene zin vraagt om kracht of steun in moeilijke tijden (Dein & Littlewood 2008). 2. Het religieuze gebed

Een tweede vorm van bidden die een traditioneel karakter heeft, wordt door Janssen et al. (1998) en Bänziger et al. (2005) aangeduid met de term het “religieuze gebed”. De aanleiding voor dit gebed is bijvoorbeeld het bedanken en eren van God, of het vragen om vergeving. Daarbij verwacht degene die bidt meestal dat God luistert en vergeeft. Bij deze vorm van bidden richt degene die bidt zich conform de religieuze tradities waartoe men behoort op een daarvoor kenmerkende wijze tot een goddelijke kracht.

De handelingen tijdens het bidden van het religieuze gebed kunnen bestaan uit het innemen van een gebedshouding, zoals buigen of knielen en het hardop of in zichzelf bedanken van God. Men kan wroeging over zonden uiten en vervolgens om vergeving vragen. De plaats waar men bidt kan zijn in een gebedsruimte, zoals een kerk, moskee of tempel. Er kan sprake zijn van het bidden op vaste momenten. Het effect van een dergelijke manier van bidden is volgens Janssen et al. (1998) een versterking van geloof. Deze bidvorm kan gevoelens van hoop, vertrouwen en innerlijke rust bevorderen door de verbondenheid en gevoelens van nabijheid met God (Bänziger et al. 2005). Volgens het onderzoek van Maltby et al. (2008) heeft het religieuze gebed bij gelovigen die regelmatig bidden en die daarbij een diepe, positieve verbondenheid met God ervaren, een positief effect op hun persoonlijke welbevinden.

3. Het meditatieve gebed

Een derde vorm van bidden die Janssen et al. (1999) en Bänziger et al. (2005) onderscheiden heeft meditatieve kenmerken. Centraal bij deze vorm van meditatief bidden staat het zich concentreren op de eigen binnenwereld. Het is een manier om het zelf te doorgronden of te verbeteren. Het kan bij deze vorm van bidden bijvoorbeeld gaan om het in stilte verkeren met God of het zelf. De aanleiding om mediterend te bidden is de behoefte aan innerlijke rust. Bij een meditatieve vorm van bidden zijn volgens Bänziger (2007) de handelingen, net als de behoefte en het effect van bidden abstracter en cognitiever van aard dan bij de andere gebedsvarianten. De handelingen bij deze vorm van bidden kunnen bestaan uit

58

zelfonderzoek en het reflecteren of mediteren om zo de eigen innerlijke ontwikkeling te stimuleren. Het is dus meer een vorm van bidden, waarbij beschouwen, reflecteren, denken en inzicht centraal staan. Bij deze gebedsvorm kan er op allerlei momenten gebeden worden. Het bidden kan overal plaatsvinden, ook in de natuur. Het effect van het meditatieve gebed beschrijven Janssen et al. (1998) als een constante verbetering van zelfbewustzijn.

Het meditatieve gebed dat Bänziger et al. (2005) onderscheiden komt meer overeen met wat Ladd en Spilka (2002; 2015) een vorm van “Inward prayer” noemen. Bij het meditatieve gebed staat de behoefte centraal om in zichzelf te keren en te reflecteren over het zelf en de eigen persoonlijke motieven, doelen, waarden, normen en keuzes (Ladd & McIntosh 2008). Omdat deze vorm van bidden niet gericht hoeft te zijn op God of een specifiek kracht, kan deze vorm van bidden volgens Bänziger et al. (2005) ook door niet religieus gebonden personen worden gebruikt. In het seculiere Nederland is deze vorm van bidden daardoor te beschouwen als een modernere, geïndividualiseerde gebedsvorm. Maar over deze vorm van bidden bestaat nog onduidelijkheid. Sommige onderzoekers beschouwen meditatie zonder verbinding met een goddelijke of spirituele kracht niet als een vorm van bidden (Ladd & McIntosh 2008), anderen wel (Janssen et al. 1998; Bänziger 2007).

4. Het psychologische gebed

Een vierde vorm van bidden die onderscheiden wordt door Janssen et al. (1998) en Bänziger, Janssen & Van Uden (2005) is het “psychologische gebed”. Theoretisch gezien zijn de aanleidingen voor deze vorm van bidden verdrieten de behoefte aan steun. Men richt zich bij deze vorm van bidden tot een hogere macht. De handelingen die worden verricht zijn het hart luchten. De plaats van bidden is bijvoorbeeld in bed en het tijdstip verwijst naar moeilijke momenten. Het effect van het “psychologische gebed” is het verkrijgen van kracht en steun. Deze psychologische gebedsvariant wordt echter door onderzoek onder jongeren en volwassenen door Bänziger, Janssen & Van Uden (2005) niet bevestigd. De kenmerkende elementen van het psychologische gebed blijken bij deze onderzoekspopulatie onderdeel uit te maken van de drie andere bidvarianten, namelijk het vraaggebed, het religieuze gebed en het meditatieve gebed.

Bidden wordt vaak ingezet als copingstrategie. De rol van bidden bij coping wordt in de volgende paragraaf behandeld.