• No results found

Het concept van de liquidity trap komt uit het einde van de jaren dertig van de vorige eeuw en wordt net als de trilemmaproblematiek ondersteunt door het IS-LM model.208 Krugman heeft sinds de jaren negentig het concept van de liquidity trap verder uitgewerkt. Een liquidity trap-situatie doet zich voor wanneer een land in een economische dal zit en de centrale bank de (nominale) korte termijnrente zo laag mogelijk zet: op 0% in theorie, maar om praktische overwegingen vaak iets hoger (op dit moment 0,25% in de VS).209 In de liquidity trap is deze lage rente echter niet laag genoeg om de economie weer te stimuleren. De centrale bank kan de nominale rente niet lager zetten dan 0%, terwijl dat eigenlijk wel gewenst wordt. Deze situatie is in figuur 3.1 grafisch weergegeven. Als de centrale bank een korte termijnrente van onder de 0% zou kunnen zetten, dan is er geen probleem en de IS-lijn vindt de LM-lijn op een niveau van full employment (ȳ). Omdat de centrale bank echter geen negatieve rente kan zetten, kan de LM-lijn niet onder de 0% rente duiken. Vandaar dat de LM-lijn in de praktijk deels horizontaal is, zoals figuur 3.1 rechts laat zien. Daardoor kunnen IS en LM elkaar kruisen op een niveau van inkomen (Y) dat onder het potentiële inkomen ligt. De geldkraan kan worden opengezet (de LM-curve verschuift naar rechts), maar dit heeft geen effect; de economie blijft ver onder haar potentieel steken. De vraag is waarom de situatie is ontstaan waarin mensen hun geld blijven sparen (S) bij een nominale rente van 0%, in plaats van te consumeren (C), terwijl de 0% rente tegelijkertijd te hoog is om het uitgeven van geld te stimuleren (aan investeringen of door te consumeren)?

207 Zie in hoofdstuk 1 de ideologisch verschillende ontwikkelingsmodellen van de liberale democratieën en de kapitalistische autocratieën. Populair ook wel aangeduidt met de ‘Washington Consensus’ en de ‘Beijing Consensus.’ En de breuklijnen die deze twee modellen binnen de open economische orde veroorzaken.

208 Het volgende theoretische gedeelte is gebaseerd op onderstaande bronnen: Paul Krugman, ‘Thinking about the liquidity trap’ (December 1999). Via http://www.princeton.edu/~pkrugman/thinking.pdf Gezien op 09 maart 2011.

Gautti B. Eggertsson en Paul Krugman, ‘Debt, deleveraging, and the liquidity trap: A Fisher-Minsky-Koo approach’ (November 2010) Via http://www.princeton.edu/~pkrugman/debt_deleveraging_ge_pk.pdf Gezien op 09 maart 2011.

Gautti Eggertsson, ‘The paradox of toil’, Federal Reserve Bank of New York staff reports nr. 433 Herziene versie (maart 2010)

Mauro Boianovsky, ‘The IS-LM model and the liquidity trap concept: From Hicks to Krugman’, Universidade de Brasilia, texto para discussao 282 14 (maart 2003)

Roubini en Mihm, Crisis economics, 135-157.

209 United States interest rate, Trading Economics. Via http://www.tradingeconomics.com/Economics/Interest-Rate.aspx?Symbol=USD Gezien op 07 april 2011.

Eerdere voorbeelden van een liquidity trap situatie zijn de Grote Depressie van de jaren dertig en de Japanse economie sinds de jaren negentig. Deze situaties zijn qua oorzaak waarschijnlijk niet te vergelijken met de huidige oorzaak van de liquidity trap in de VS.210 De huidige liquidity trap in de VS is het gevolg van de kredietcrisis en de noodzakelijke afbouw van schulden door consumenten.211

Tot 2007 stegen de huisprijzen in de VS sterk: een huis bracht in 2007 51% meer op dan in 2000.212 Als gevolg hiervan konden de schulden van Amerikaanse huishoudens sterk stijgen, er was immers steeds meer onderpand. Om deze situatie te duiden, creeërde Krugman samen met Gauti B. Eggertsson van de Federal Reserve Bank of New York een model met twee soorten actoren: 1) ‘ongeduldigen’ die nu lenen om direct meer te kunnen consumeren en 2) ‘geduldigen’ die bereidt zijn om hun geld aan de ongeduldige consumenten uit te lenen tegen onderpand.213

Hoewel dit model zich in een enkel land afspeelt, doet het denken aan Ferguson’s beschrijving van het Chinees-Amerikaanse ‘huwelijk’ zoals aangehaald in de inleiding: De VS als ongeduldige, gelduitgevende partner van een geduldig, geldsparend China.214 Maar terwijl het kapitaal nog steeds van China naar de VS stroomt, zijn de Amerikaanse geduldigen (o.a. de banken als de tussenpersoon) gestopt hun ongeduldige landgenoten geld te lenen. Met slinkend onderpand (de

210 Krugman vermoedt dat de Japanse liquidity trap zijn oorzaak heeft in de demografische ontwikkelingen van het land. Bron: Paul Krugman, ‘Japan’s trap’ (mei 1998) Via www.princeton.edu/~krugman/japans_trap.pdf Gezien op 21 maart 2011.

211 Paul Krugman, ‘When consumers capitulate’ The New York Times (31 oktober 2008, online gepubliceerd op 31 oktober 2008)

212 Median and average sales prices of new homes sold in United States, U.S.census bureau . Via http://www.census.gov/const/uspriceann.pdf Gezien op 07 april 2011.

213 Eggertsson en Krugman, ‘Debt, deleveraging and the liquidity trap’, aldaar 3. 214 Ferguson, The ascent of money, 335.

Figuur 3.1. Twee maal het IS-LM model, met ȳ = volledige werkgelegenheid. Links de (theoretische)

situatie van IS=LM bij een negatieve rente. Rechts IS=LM in een liquidity trap situatie, waarbij het feitelijke inkomen (y) kleiner is dan ȳ (y < ȳ) en een monetaire verruiming (verschuiving van de LM-lijn naar rechts) geen effect heeft.

prijs die mensen in 2010 voor hun huis kregen is ruim 13% lager dan in 2007) is de geaccepteerde schuldenlimiet, ofwel ‘schuldenplafond’ van de Amerikaanse consument drastisch gedaald. Zij zien zich daardoor genoodzaakt om in snel tempo hun schulden af te lossen. Alle Amerikaanse consumenten tezamen vertonen alle kenmerken van ‘ongeduldigen’ die plotseling geconfronteerd worden met een verlaagd schuldenplafond: hypotheekschulden namen tussen 2008 en het derde kwartaal van 2010 met 671 miljard dollar af tot 13.947 miljard dollar (een afname van 4,8%).215 Het totaal aan uitstaand consumentenkrediet nam in dezelfde periode af met 167 miljard dollar tot 2.394 miljard dollar (een daling van 6,6%).216 Stephen Roach van zakenbank Morgan Stanley noemt de Amerikaanse consumenten dan ook ‘zombieconsumenten.’217

Dit is een belangrijk kenmerk van de liquidity trap: de rente is op de laagst mogelijke stand gezet en zou in een normale situatie de uitgaven moeten aanjagen, maar in dit geval kunnen de ongeduldigen simpelweg niet meer lenen om te consumeren. Er is ‘deleveraging’ gaande; degenen met een te hoge schuldenlast zijn deze aan het aflossen. Dit is het moment waarop volgens Krugman de economie langzaamaan in een ‘Alice in Wonderland’ belandt waarin bestaande economische wijsheden op hun kop worden gezet en mercantilisme werkt.

De prioriteit van de ongeduldigen ligt inmiddels niet meer bij consumeren maar bij het afbouwen van hun schuldenlast. De consumptiemotor van de Amerikaanse economie koelt af: de vraag valt weg in de economie en het gat tussen vraag en aanbod wordt groter: er ontstaat een output gap (het verschil tussen daadwerkelijk BBP en potentieel BBP: zie in figuur 3.1 rechts het verschil tussen IS=LM en ȳ, full employment). De industriële productie van de VS daalde in 2008 en 2009 tot 68,2% van het potentieel, tegen een dertigjarig gemiddelde van 80,5%.218 Een productiecapaciteit die de vraag ver overstijgt en dalende huizenprijzen, dat zijn de ingrediënten voor dalende prijzen: deflatie.

In 2009 sloeg die deflatie inderdaad toe, het Amerikaanse prijspeil daalde dat jaar met 0,34%.219 De rente stond vanaf januari 2009 echter al op 0,25% en kon in de praktijk dus niet

215 Mortgage debt outstanding, The Federal Reserve (maart 2011) Via

http://www.federalreserve.gov/econresdata/releases/mortoutstand/current.htm Gezien op 19 april 2011. 216 Consumer credit, The Federal Reserve, Federal Reserve Statistical Release (7 april 2011) Via

http://www.federalreserve.gov/releases/g19/current/g19.htm Gezien op 19 april 2011.

217 Stephen S. Roach, ‘How Asia copes with America’s zombie consumers’ Project Syndicate (27 april 2011) Via http://www.project-syndicate.org/commentary/roach4/English Gezien op 29 april 2011.

218 Industrial production and capacity utilization, The Federal Reserve (15 april 2011) Via http://www.federalreserve.gov/releases/G17/Current/default.htm Gezien op 19 april 2011. 219 Current inflation. Inflation rate in percent for jan 2000-present, InflationData.Com. Via

meer worden verlaagd om inflatie(verwachtingen) aan te wakkeren.220 In 2010 was de inflatie

wel positief (1,64%),221 maar de inflatieverwachtingen zijn net zo goed van belang. Als er namelijk deflatie, of eigenlijk negatieve inflatie wordt verwacht, dan is dat sterk van invloed op de afweging om nu geld te lenen om te consumeren en dit later (bij deflatie) terug te moeten betalen in ‘duur geld;’ met één dollar koop je met deflatie in de toekomst namelijk meer dan op dit moment. Met een zwakke woningmarkt en een groot output gap ontkomt de Amerikaanse economie op middellange termijn niet aan deflationaire druk en de negatieve gevolgen daarvan op de consumptie.

In die omstandigheden van deflatie zetten Krugman en Eggertsson de conventionele economische wijsheid op hun kop: de simpele vraagcurve van de ongeduldigen (de Amerikaanse consument in dit geval) die normaal schuin naar beneden loopt (hoe hoger de prijs hoe minder vraag) loopt nu de andere kant op: omhoog, net zoals de aanbodcurve. Of zoals zij zelf zeggen, de vraagcurve helt naar achteren. Bij deflatie geldt namelijk dat de reële schuldenlast groeit. Dit terwijl de ongeduldigen al tegen hun schuldenplafond aanzitten en hun schuldenlast juist aan het terugbrengen zijn. Als de reële schuldenlast echter toe blijft nemen, zullen de ongeduldigen genoodzaakt zijn nóg meer af te lossen en nog minder te consumeren. Oftewel: hoe lager de prijzen, hoe groter de noodzaak om schulden af te lossen in plaats van te consumeren.

In figuur 3.2 is dit grafisch weergegeven: de vraag van ongeduldigen (de Amerikaanse consument) is weergegeven met V’. Hoe groter de deflatie, hoe lager de prijs van producten. Tegelijkertijd zorgt deze situatie voor de ongeduldigen voor een toenemende reële schuldenlast en daarmee een afnemende mogelijkheid tot consumeren, vandaar de stijgende V’-lijn. In die stijgende V’-lijn zit de mercantilistische werkelijkheid verborgen, zoals hierna uiteengezet zal worden. Na de theoretische uitleg van de liquidity trap en het praktische voorbeeld daarvan in de huidige Amerikaanse

220 United States interest rate, Trading Economics. Via http://www.tradingeconomics.com/Economics/Interest-Rate.aspx?Symbol=USD Gezien op 19 april 2011. De Amerikaanse centrale bank heeft wel andere mogelijkheden om de inflatieverwachtingen aan te wakkeren, quantitive easing.

economie, worden hieronder de mercantilistische gevolgen van het Chinese wisselkoersbeleid uiteengezet.