• No results found

bezitters van de munt. Van een uitgever van de reservemunt wordt feitelijk verwacht dat het

zich gedraagt als een ‘responsible stakeholder’ in de internationale orde.413

Tenslotte rijst door China’s laatste trilemmakeuze (de kapitaalbarrières) de vraag in hoeverre kapitaal in yuan vrij verhandelbaar en liquide is. Landen houden reserves aan om in geval van financiële nood genoeg buitenlandse reserves te hebben om snel en geloofwaardig in te kunnen grijpen op de valutamarkt. Als een land zijn yuans niet snel kan omruilen omdat China barrières opwerpt, dan is het voor landen niet aantrekkelijk om deze munteenheid in de kluizen te leggen.

Waar het Triffin-dilemma een binnenlandse reden geeft voor de Chinese huiverigheid voor een renminbi-reservemunt, zijn de huidige Chinese trilemma-keuzes een obstakel voor de buitenwereld om van de renminbi een nieuwe reservemunt te maken. Pas wanneer de Chinese overheid andere keuzes gaat maken in haar trilemma, wat zij tot nu toe structureel ontwijkt, ligt de route naar een Chinese reservemunt open. Zowel China zelf als de rest van de wereld, lijken voorlopig niet te zitten wachten op de renminbi-reservemunt. Dat laat onverlet dat de wereld nog steeds opzoek is naar een opvolger of compagnon voor de dollar, die een deel van de responsible stakholder-rol overneemt.

China’s alternatief voor de renminbi-reservemunt

Om het Triffin-dilemma te ontlopen - en daarmee te weigeren als een responsible stakeholder een deel van de lasten van de monetaire orde te dragen – en om de tijd te krijgen om de eigen binnenlandse economische problemen op te lossen, lijkt China niet te willen dat zijn renminbi een internationale reservestatus krijgt. In 2009 gaf de gouverneur van de People’s Bank of China, Zhou Xiaochuan, een speech waarin hij aangaf de Special Drawing Rights, de quasi-munteenheid van het IMF (zie hoofdstuk drie) een grotere rol te willen laten vervullen als internationale reservemunt.414 Hiermee zouden individuele landen niet meer ten prooi vallen aan het Triffin-dilemma, maar zou er een werkelijk internationale reservemunt worden gecreëerd. Bij economen die het ‘exorbitante’ deel van het reservemunt-privilege hoger inschatten dan het ‘vergiftigde’ deel ervan heerst echter scepsis over de Chinese oprechtheid om van de SDR een reservemunt te maken.415 Ondanks deze twijfel lijkt China wel degelijk serieus te zijn in zijn voorkeur om op termijn een SDR-reservemunt te creëren.416

413 Zhou Xiaochuan, ‘Zhou Xiaochuan's Statement on Reforming the International Monetary System’ (23 maart 2009). Via Council on Foreign Relations essential documents

http://www.cfr.org/china/zhou-xiaochuans-statement-reforming-international-monetary-system/p18916 Gezien op 26 september 2011. 414 Idem.

415John Williamson, ‘Why SDRs could rival the dollar’ PIIE policy brief 09-20 (September 2009), aldaar 3. 416Idem.

Om van de SDR een reservemunt te maken is veel tijd nodig.417 Vanwege het ‘synthetische’ karakter van de SDR’s (het is geen muntgeld uitgegeven door een staat, maar virtueel waardepapier, uitgegeven door het IMF dat zijn waarde ontleent aan een mandje van munten; een derivaat in feite) worden zij in eerste instantie waarschijnlijk alleen door centrale banken aangehouden. Dit in tegenstelling tot de Chinese hoop dat ook private partijen SDR’s gaan aanhouden en grondstoffen in SDR’s geprijsd zullen gaan worden.418 Op dit moment hebben landen slechts 204 miljard SDR in bezit (328 miljard dollar), dus de SDR’s hebben nog een lange weg te gaan om werkelijk een internationale reservemunt te worden met genoeg omvang.419

Toch kan het snel gaan. Tot augustus 2009 waren er slechts 21,5 miljard SDR in omloop. In die maand werd dit aantal ruim verachtvoudigd om stabiliteit te bieden in de storm van de financiële crisis.420 Een uitbreiding van de SDR’s betekent dat China dollars kan inruilen voor SDR’s en daarmee zijn dollar-risico langzaam vermindert.421 Ondanks de verachtvoudiging van 2009 zal de wereld een lange adem moeten hebben om serieus van de dollar weg te kunnen diversifiseren. De dollar maakt vooralsnog 41,9% uit van het mandje van munten waar de SDR zijn waarde op baseert, en de buitenlandse officiële sector houdt $4.864 miljard aan dollars aan, ongeveer 15 maal zo veel als er aan SDR’s bestaat.422

Voor de VS betekent een grotere rol voor de SDR dat het voor de periferie op termijn steeds minder aantrekkelijk wordt om de eigen munt aan de dollar te koppelen. Daarmee zou Amerika de kans krijgen om eindelijk zijn lopende rekeningtekort terug te brengen.423 Zowel China als de VS hebben dus baat bij een langzame overschakeling op de SDR als (één van) de reservemunt(en). Daarnaast wordt de positie van het IMF versterkt wanneer zij uitgever wordt van een serieuze internationale reservemunt. Daarmee wordt de internationale liberale orde verder versterkt en geïnstitutionaliseerd. Waarschijnlijk valt een deel van het exorbitante privilege dan aan het IMF toe en verdeelt zij dit vervolgens weer over haar deelnemende staten, waardoor China alsnog zijn rechtmatige deel van het privilege tegemoet kan zien.424

In hoofdstukken één en drie werd beargumenteerd dat de internationale orde niet alleen zijn legitimiteit kan verliezen wanneer China hetzelfde machtsniveau als de VS bereikt, maar ook

417 Roubini en Mihm, Crisis economics, 264.

418 Williamson, ‘Why SDRs could rival the dollar’ en Xiaochuan, ‘Zhou Xiaochuan's Statement on Reforming the International Monetary System’

419 Factsheet Special Drawing Rights (SDRs), IMF (13 September 2011). Via

http://www.imf.org/external/np/exr/facts/sdr.htm Gezien op 26 september 2011. 420 Idem.

421 Roubini en Mihm, Crisis economics, 263.

422 Currency Amounts in New Special Drawing Rights (SDR) Basket, IMF (30 december 2010). Via

http://www.imf.org/external/np/tre/sdr/sdrbasket.htm Gezien op 05 oktober 2011 en U.S. Net International Investment Position at Yearend 2010,U.S. department of commerce, BEA.

423 Pettis, ‘The dollar, the rmb and the euro?’

wanneer de orde in Amerikaanse ogen niet meer het nationale eigenbelang dient. Het

consequent Mercantilistische beleid van China sinds 2008 en de Chinese weigering om een responsible stakeholder in de internationale orde te worden kunnen een belangrijke rol spelen in het vormen van een dergelijke Amerikaanse perceptie. Nu China in de richting van een internationale reservemunt stuurt, weg van de dollar, krijgen de Verenigde Staten eindelijk zicht op een China dat zich verantwoordelijk opstelt en dat de lasten van de VS verlicht. Hiermee wordt de open liberale orde niet alleen verder geïnstitutionaliseerd, maar wordt ook de legitimiteit van de orde bij de twee machtigste landen ter wereld verder veiliggesteld. Wellicht dat de orde in de wereld zich daarmee goed genoeg kan aanpassen aan de veranderende machtsverhoudingen in de wereld om langere tijd legitiem te blijven en om – zoals sommige Neorealisten hopen – de liberale waarden van de internationale orde dusdanig in te bedden dat zij ook toekomstige machtsverschuivingen kunnen overleven en een gewelddadige omverwerping van de huidige orde kunnen voorkomen.425

Hoewel het creëren van een internationale reservemunt in de vorm van SDR’s een kwestie van lange adem is, stuurt China hier wel op aan en is daarmee constructief gericht. Dit is een traject dat op termijn zowel China, als de VS baadt en die de internationale liberale orde versterkt. Zoals Zhou Xiaochuan van de People’s Bank of China het zegt: het is een win-win situatie en “licht aan het einde van de tunnel voor hervorming van de internationale monetaire orde.”426 Hier moet natuurlijk wel in het achterhoofd worden gehouden dat China zelf een zero-sum werkelijkheid heeft opgelegd aan de rest van de wereld en zde bestaande Bretton Woods-II-orde aan het wankelen heeft gebracht.

Slotsom

De Chinese kapitaalbarrieres nemen een unieke positie in bij China’s trilemma-beslissingen. Waar het wisselkoersbeleid en het monetaire (non-)beleid ernstige gevolgen hebben voor de Chinese economie en voor de wereld als geheel, zijn de obstructies juist wél gunstig. Zij zijn het die de negatieve gevolgen van het wisselkoersbeleid en het monetaire beleid enigszins tegengaan door de instroom van buitenlands geld te beperken. De barrières geven China daarnaast de mogelijkheid om de renminbi sneller op te waarderen en ontnemen Amerika de kans om extra opwaartse druk op de renminbi te genereren. Hoewel deze Chinese ‘muur’ niet statisch is en aan veranderingen onderhevig is, blijft zij waarschijnlijk overeind staan.

425 Viotti en Kauppi, International Relations theory, 82.

426

Hoewel China zijn rol als ‘scheidsrechter’ op de kapitaalrekening naar alle waarschijnlijkheid zal behouden en het land wellicht zelfs strenger zal worden, valt te verwachten dat de Chinese overheid steeds minder ‘speler’ zal gaan zijn op de kapitaalrekening. Het langzaam ontmantelen van de Bretton Woods orde en de gevolgen daarvan voor het lopende rekeningoverschot, in combinatie met de noodzaak om in verband met de financiële repressie de netto kapitaalinstroom te beperken, betekent dat China waarschijnlijk steeds minder officiële reserves zal opbouwen. Waar de andere twee trilemma-onderdelen de Chinese economie schade toebrengen en daarmee op termijn wellicht de soft power van de Beijing Consensus aantasten, tasten paradoxaal genoeg ook de succesvolle kapitaalbarrières de invloed van de Beijing Consensus in het buitenland aan; dit maal gaat het echter om de meetbare, ‘harde munt,’ variant van de Beijng Consensus die zich aan het Westen opdringt. Ook al was (en is) deze invloed op het wereldtoneel nooit heel groot; Als crediteur van de Amerikaanse staatsschuld kan China de VS niet als gelijke in de ogen kijken en het land zal dit in de toekomst waarschijnlijk ook niet kunnen.

Om extra druk op zijn kapitaalmuur te beperken, probeert China van de renminbi géén internationale reservemunt te maken, maar de SDR uit te breiden tot een werkelijk internationale reservemunt. In een tijd dat de Chinese deur naar een duurzaam economisch pad langzaamaan steeds verder dicht gaat door zijn wisselkoers- en monetaire beleid, is dit het welkome licht aan het einde van een lange tunnel. Het betreft hier een win-win-win situatie; voor China, voor de VS, én voor de liberale wereldorde. Of en hoe de ontwrichte Bretton Woods-orde kan wWoods-orden omgevormd tot een dergelijke, nieuwe en verstevigde economische Woods-orde, hangt in grote mate af van China en de andere landen in de Bretton Woods-periferie. Als China zijn wisselkoersbeleid niet verandert en daarmee het wankelende BW-II tegen elke prijs in stand houdt, dan blijft ook de mercantilistische zero-sum wereld voortmodderen en neemt de kans toe dat Amerika de legitimiteit van de internationale orde in twijfel gaat trekken. Als China daadwerkelijk een win-win situatie wenst, dan zal het zijn trilemmabeleid moeten aanpassen. Het zou daarbij echter onverstandig en ook onnodig zijn om het principe van de ‘Chinese muur’ op de kapitaalrekening aan te tasten.

Conclusie