• No results found

Teruggevonden brieven Multatuli-Funke Inleiding

Sinds enkele jaren wordt er in Nederland werk gemaakt van het conserveren van beschreven en bedrukt papieren erfgoed. In het kader van dit landelijke project, Metamorfoze genaamd, werden eerst papieren literaire collecties en worden thans ook andere cultureel belangrijke collecties vastgelegd op microfilm om de informatie op het kwetsbare materiaal voor het nageslacht te bewaren. Kwetsbaar, want het erfgoed waar we het hier over hebben dateert uit de periode 1840-1950, waarin veelvuldig gebruik werd gemaakt van houthoudend papier. Deze papiersoort blijkt niet tegen de tand des tijds bestand: hij verzuurt, verkruimelt en verdwijnt tenslotte.

Het Multatuli Museum heeft de afgelopen jaren diverse deelcollecties bij het Metamorfozeproject onder kunnen brengen, bijvoorbeeld de brochures en

krantenknipsels. Dit jaar wordt de bruikleencollectie brieven en andere handschriften van Multatuli behandeld. Dit bruikleen berust sinds de jaren dertig van de vorige eeuw bij de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam. Bij voorbereiding van het verfilmingstraject werden alle documenten van het bruikleen stuk voor stuk bekeken en is er een inventaris gemaakt waarin elk document afzonderlijk werd opgenomen. De hoeveelheid blijkt indrukwekkend: het gaat om ongeveer 5000 items. Als leidraad bij de inventarisatie hebben de Volledige werken (VW) gediend. Bij deze inventarisatie bleek dat er vele tientallen documenten nimmer zijn opgenomen in deVW. Nu was het wel bekend dat de bezorgers van deVWbrieven geheel of deels hebben

weggelaten. Maar bij het inventariseren van de als aparte deelcollectie bewaard gebleven correspondentie tussen Multatuli en zijn uitgever George Lodewijk Funke (1836-1885) blijken 21 epistels geheel niet of slechts ten dele gepubliceerd te zijn: in deVW, of in de Briefwisseling tusschen Multatuli en G.L. Funke 1871-1885 (Amsterdam 1947) of in de brievenuitgave (1891-1896) bezorgd door Multatuli's weduwe Mimi Hamminck Schepel. Tijdens het werken aan deel 15 en 16 van deVW, respectievelijk verschenen in 1983 en 1984, waren deze brieven kennelijk niet beschikbaar of zijn ze over het hoofd gezien. Eén brief komt uit 1873, negentien brieven stammen uit 1874 en er is één ongedateerd fragment. De meeste brieven zijn van Multatuli afkomstig; een paar zijn geschreven door Mimi. De inhoud, hoewel niet spectaculair, lijkt voldoende reden te geven om ze voor het publiek beschikbaar te maken. Daarmee worden de leemtes opgevuld die in bovengenoemde Briefwisseling door tekstbezorger Funke (kleinzoon van de uitgever) als volgt werden verantwoord: ‘Voor het grootste deel weggelaten heb ik het heen en weer geschrijf over drukproeven en andere technische details der uitgeverij, over geldelijke regelingen.’ (t.a.p., p. 5-6) We delen echter de mening van Marita Mathijsen die er in haar standaardwerk

Naar de letter (Assen 1995) op wijst dat onbelangrijk lijkende epistels over dagelijkse

beslommeringen, met veel herhalingen in thematiek, juist aandacht verdienen: ze helpen om het innerlijk van de schrijver scherper voor de lezer neer te zetten. Mathijsen noemt de hiaten in de briefwisseling Multatuli-Funke als voorbeeld (p. 370-372).

Wijze van annoteren

De wijze van tekstbezorging en commentaar is ons duidelijk ingegeven door de bescheiden ruimte die een aflevering van Over Multatuli nu eenmaal biedt. Voor een goed begrip van de periode waarin deze correspondentie zich afspeelt moeten we daarom verwijzen naar de inleidingen van en naar (de toelichtingen bij) de teksten zelf in de delen 15 en 16 van deVW, naar de biografie van Dik van der Meulen en naar in sommige noten genoemde secundaire literatuur. Een prominent onderwerp in deze brieven is de portrettenkwestie, waar Hans Rooseboom veel verduidelijkends over heeft geschreven in Over Multatuli 24, nr. 49, 2002, p. 18-37.

De belangrijkste personen en zaken die in de brieven voorkomen worden wel in noten toegelicht. Een ‘gemiddelde’ lezer van de correspondentie wordt hiermee geacht een eerste leesronde te kunnen maken zonder al te veel raadpleegwerk van secundaire bronnen. De keuze war wel en wat niet te verklaren, altijd subjectief, komt voor rekening van de redactie. Kenners van Multatuli's werk, zoals de vaste lezers van dit blad, zullen vele annotaties ongetwijfeld kunnen overslaan.

Voor de presentatie conformeren we ons grotendeels aan de annoratiewijze van deVW. Dat wil onder andere zeggen: de brieven zijn op de gebruikelijke wijze getranscribeerd; noten en tekstuele aantekeningen bij de transcriptie (zoals oplossingen van sommige afkortingen of vermelding van doorhalingen) worden vóór de brieftekst gegeven. Onderstreepte woorden zijn gecursiveerd. Woorden die dubbele, driedubbele of meer onderstrepingen hebben staan inKLEIN KAPITAAL. Multatuli's (en Mimi's) y is y gebleven. Aaneenschrijvingen zijn gehandhaafd. Waar achter zinnen punten ontbraken, zijn die stilzwijgend toegevoegd. Kennelijke verschrijvingen zijn ook stilzwijgend verbeterd. Af en toe zette Multatuli bij wijze van ‘witregels’ russen de alinea's lange strepen in de tekst. Deze zijn aangegeven met - De alinea-indeling van de brieven is aangehouden.

De ondertekeningen zijn steeds gelijk: ‘DD’ (Douwes Dekker/Multatuli) en ‘MimiHS’ (Mimi Hamminck Schepel). In de brieven komen nogal eens titels van (herdrukken van) Multatuli's werk voor, zoals Ideen, Minnebrieven, Verspreide

Stukken, Vrije Arbeid, De Bruid daarboven, Max Havelaar. Deze worden niet

toegelicht.

Vindplaats

Zoals hierboven vermeld komen de aangetroffen brieven uit het bezit van de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam. Signaturen zijn niet bekend; voor zover wij hebben kunnen nagaan zijn er geen enveloppen bewaard gebleven.

1. Brief van Funke aan Multatuli, 3-4-1873

Dubbel velletje postpapier met gedrukt kopje, tot onderaan blz. 3 beschreven. Amsterdam, 3 April 18731.

Waarde Vriend!

Ik zit in zeer groote drukte. Allerlei correspondentien, proeven, mijn reis e.t.q.2.

houdt mij zoodanig op dat ik geen tijd vind U behoorlijk op elken brief te antwoorden. Houd mij dus mijn stilzwijgen ten goede.

Hierbij de verlangde f 100.-, alsmede de kwit. van vHelden3.

. Maak U omtrent vH. niet bezorgd. Tot Juni toe kan ik er best komen, maar dan...? Hij slacht de kip met het gouden ei en leeft voor de rest van plannen, waar niets van komen zal.

Hoe kunt Ge in Eltville4.

gaan wonen? Daar immers ziet Ge niets, geen journalen, geen boeken, niemendal, zelfs geen typen. In Eltville zult Ge U énorm vervelen. Ga liever meer zuidelijk maar altijd in een centrum, waar ‘men’ komt en waar Ge leeszalen hebt. Of de proeven daardoor wat langer onder weg zijn, hindert zooveel niet. Begraaf Uzelf in geen geval in zoo'n leelijk duitsch landstadje.

De Thaler5.

kost tegenw. f 1.77 à f 1.78 3% is dus te veel maar 2 à 2% mogen ze nemen. De Thalerberekening neem ik dadelijk aan als Ge dat in ernst verlangt, want Ge hebt gelijk: ‘schatrijk’ zal ik worden, als ik maar geduld en tijd van leven houd!

Dat Max Havelaar herdrukt wordt, is niet waar. In dat geval zou V. Santen6.

mij dat zeker niet verborgen hebben. Hij is ook nog lang niet uitverkocht.

De brief van Mina Kruseman7.

heb ik aan Betsy Perk8.

ter opzending gestuurd. Noch aan haar hotel, noch aan de Keizerskroon wist men waar zij woonde. Ik

1. 1873: 187 gedrukt in briefhoofd. 2. e. t.q.: e tutti quanti; en alles bij elkaar.

3. vHelden: Christiaan van Helden (18351-1900), uitgever te Amsterdam. 4. Eltville: stadje in Hessen aan de Rijn, vlakbij Wiesbaden.

5. Thaler: Duitse munteenheid.

6. V. Santen: P. van Santen, boekhandelaar te Leiden, compagnon van Funke

7. Mina Kruseman: Wilhelmina Jacoba Pauline Rudolphine (Mina) Krüseman (1839-1922),

geloof dat die jonge dame wat heel hard van stapel is geloopen. Aan moed ontbreekt het haar stellig niet, ook niet aan talent. Ze trekt heel wat publiek, vooral jongelui. Mijn gereis verhinderde mij haar ook eens te gaan hooren.

Van bundelIenII9.stel ik minstens 12 ex tot Uw beschikking. Het maximum moet Ge zelf maar bepalen. In België worden geen 5 ex van elken bundel in een heel jaar verkocht, maar soit!

Aan M: Schook10.

zend ik van bundel v even als aan al de anderen een exemplaar, zooals ik U vroeger verzekerde.

Wat mij betreft mag men Uw V.S.11.

gerust in alle talen overzetten Ik zal nooit lastig wezen.

Aflev. 2 zal ik eerstdaags verzenden. Tot nog toe loopt bundel V erg lui, maar 't zal wel beteren. Stop echter in Gods naam met Bilderdijk, anders noemen ze dezen bundel nog den Floris bundel!12.

Hartelijk groetend tt13.

GLFunke Waar blijft Vrije-Arbeid??

2. Brief van Multatuli aan Funke, 8-4-1874

Enkel velletje postpapier, aan beide zijden beschreven.

Wiesbaden, 8 April 1874

Waarde Funke, ik ben onwel. Vandaar het talmen met kopie. Ik heb voorraad genoeg, maar bij 't verzenden begin ik telkens overtewerken en te veranderen.

Dank voor uwe remise naar Venetie1.

die zeer welkom was. Wilt ge zoo mij ook SVP. f 100 zenden?

Weet ge wel wat de oorzaak is dat ik sedert eenige dagen geen proeven uit Haarlem2.

ontvang? Ik heb schoone vellen t/m 14, maar geen proeven nà dat vel. Hartelyk van ons gegroet

tt DD

Als ge eens de opera omnia van Langendyk3.

tegenkomt, wilt ge ze dan voor my koopen?

9. bundel 1 en 11: herdrukken van de Ideën. Verderop in de correspondentie komen ook andere

delen aan de orde.

10. M. Schook: Willem Ferdinand Schook (1832-1878), advocaat te Utrecht. Harlingen en Balk. 11. V.S.: Vorstenschool, een van M.'s toneelstukken.

12. Bilderdijks toneelstuk Floris v wordt behandeld in de Ideën (zieVW VI:492-593). 13. tt: totus tuus; geheel de uwe.

1. remise naar Venetië: geld voor Multatuli's vrouw Tine en de kinderen.

OP KEERZIJDE, HANDSCHRIFT VAN FUNKE:

B.B.N.

Alweer wat vergeten! Haal lorgnet nummer twee Amiens. Zend terstond zorg-vuldig gepakt adres boekdrukker Boekhoven4.

Utrecht F.

3. Brief van Multatuli aan Funke, 12-4-1874

Dubbel velletje postpapier, waarvan blz.Ibeschreven. Waarde Funke, ingesloten een briefje van den heer Kraft1.

te 's Hage. Wilt gy zoo goed zyn die f 71.30 te betalen. Het schikt my van hier uit, op 't oogenblik zeer slecht, en daarom is 't maar best de zaak aldus te regelen. De heer Kraft heeft me zeer fatsoenlyk behandeld, en ik zou graag 't lange wachten goed. maken. Kàn dat? Ik meen door rente. Ik begryp best dat men geen 4, 5 jaarop z'n geld wachten kan. Het zou U ook niet schikken van Uw debiteuten. Ik ben onwel (neuralgie, geloof ik) en kan haast niet zien. M'n oogen zijn goed, maar 't doet me pyn achter de oogen.

Hartelijk gegroet tt

DD

Help me SVP aan 'n middel om den heer K schadeloos te stellen. Hy was steeds zeer humaan.

Hebt ge't stuk van Vosmaer in 't Vaderland2.

gelezen?

4. Brief van Multatuli aan Funke, 24-4-1874

Dubbel velletje postpapier, tot onderaan blz. 3 beschreven.

4. Boekhoven: niet geïdentificeerd.

1. Kraft: P.J. Kraft. boekhandelaar te Den Haag.

2. stuk van Vosmaer in 't Vaderland: het feuilleton van 9-4-1874, opgenomen inVW XVI:504-508.

Het feuilleton is later met kleine wijzigingen herdrukt in Een Zaaier (titel van een studie over Multatuli's werken).

Wbaden 24 April 74

Waarde funke, ik ben zeer onwel en byna moedeloos. Ik heb den 16 April de f 100 die de heer W.V. E.1.

zond, behoorlyk ontvangen.

Ik ben zoo zenuwachtig dat ik ternauwernood de pen houden kan. Dat ik u heden schryf is hoofdzakelyk om u te verzoeken my te zenden (p post SVP)

1 Van Pesch Lacroix' goniometrie en Trigonometrie2.

by Brinkman. 1 Nederl. Kunstbode3.

no. 5 waarin volgens 't Nieuws4.

‘Harde maar ware woorden over Mina Krüseman en haar in man, door Cd Busken Huet.’

Ik zal verplicht zyn - neen ik weet niet, maar in allen geval moet u weten wat dit ‘in man’ beduidt, om zoo noodig haar party te trekken. Zou 't 'n drukfout zyn voor ‘roman’?)

Ik zag dat uw Nieuws my (en Vosmaer) onder de illustraties zet van de Regeering van WillemIIIen wel op 't staartje tusschen... Piet Paaltjens5.

en Cremer6.

! Ik verzeker u dat ik er ernstig aan denk - neen, ik weet niet wàt te doen tegen zúlke bestryders. Maar als ik weer wel ben hoop ik 't te weten. 't Is treurig werken op zoo'n wys!

Hartelyk gegroet tt

DD

Ook las ik nu eerst het stuk van v. Vloten7.

in den levensbode8.

. Dat 's 'n infamie9.

! Hij is Q. die in den Arnhemmer10.

- enfin! En dat alleen omdat zyn stuk over Vrye Studie niet11.

geen opgang maakte! Kan ik dat helpen?

5. Brief van Multatuli aan Funke, 26-4-1874

Dubbel velletje postpapier, tot halverwege blz. 2 beschreven.

Wiesbaden 26 April 74

Waarde funke, tot mn schrik zie ik dat de correctie van vel 9 niet geexpedieerd was! Ik had hem, vele dagen geleden reeds voorloopig gereed gemaakt, maar wilde iets

1. W.V. E.: niet geïdentificeerd.

2. Nederlandse vertaling van een standaardwerk van de Franse wiskundige Silvestre François Lacroix (1765-1843).

3. Nederl. Kunstbode: verscheen in de periode 1874-1877 en 1879-1881.

4. 't Nieuws: Het Nieuws van den Dag, dagblad opgericht door Funke en P. van Santen in 1870.

5. Piet Paaltjens: pseudoniem van dichter en dominee François Haverschmidt (1835-1894). 6. Cremer: Jacobus Jan Cremer (1827-1880), prozaschrijver en kunstschilder.

7. v. Vloten: Johannes van Vloten (1818-1883), hoogleraar in de Nederlandse geschiedenis

en letterkunde te Deventer.

8. levensbode: De Levensbode, tijdschrift van Van Vloten, verscheen in 12 delen van 1865-1881.

Het gaat om het stuk ‘A.S. Kok en Bilderdijks Floris v’ (zieVW XVI: 477-479).

9. 'n infamie: schande.

was. Heden ochtend my vermannende om te werken - want ik ben als suf - vond ik de proef onverzonden liggen. Vergeef me dat, ik ben onwel.

Ik heb moeite de eenvoudigste zaken te begrypen, en voel me als gedachteloos. Vandaar dan ook 't verzuim in 't verzenden van die proef. Toch voel ik me althans physiek wat beter en hoop opteknappen. Doch wáár is het dat m'n gemoed zeer ontstemd is. Sedert vele weken, maanden byna, zit ik te wachten op 'n vleugje.

Vergeet niet my goniometrie en trigonometrie van Van Pesch te zenden. Zóó iets is de eenige bezigheid die me weer aan den gang kan helpen om mn denkvermogen optescherpen

De stukken van Vosmaer in 't Vaderland doen my goed. Hartelyk gegroet tt

DD

6. Brief van Multatuli aan Funke, mei 18741.

Dubbel velletje postpapier, tot halverwege blz. 3 beschreven.

Wiesbaden Mei 1874

Waarde funke, Ik heb geld noodig. Wilt u my SVP. f 100 zenden?

Ja, ik zie in dat ge gelyk hebt omtrent de vorm der Ideen. Maar ik zit erg te tobben met de verandering. Nu reeds hok ik met het uitlaten of overwerken van afwykingen, die telkens stof geven zouden tot 'n afzonderlyk stuk, en in den Wouter2.

den bundel bezwaren voor de pleizier lerens. Ik wil inderdaad de inrichting veranderen, maar de uitvoering is moeielyk. Toch zie ik in dat dit moet.

Dank voor goniometrie. Ik wacht het stuk van Huet3.

over Jufvrouw Kruseman. Vosmaer schryft me dat het ‘vuil’ is. Dit verdient ze niet! Zy is 'n nobel meisje.

Hartelyk gegroet tt

DD

Hoor eens, te oordeelen naar 't resumé van t Nieuws zyn die stukken van Keller & TenBrink4.

heel min! Dàn liever vertaalde stukken! Van vertalen gesproken, is niet dat artikel over Victor Hugo's 17935.

eene vertaling? Het riekt naar 'n fransche reclame, waarvoor zn uitgevers schatten betalen. Frederickx6.

(pseudoniem?) kreeg 'n enorm honorarium voor dezelfde stukken in de Indépendance,7.

en ik

1. Gezien het antwoord van Funke op deze brief, gedateerd 18 mei 1874 (vw xvi: 546), moet deze brief kort daarvoor geschreven zijn.

2. Wouter: Woutertje Pieterse.

3. Huet: Conrad Busken Huet (1826-1886), o.a. redacteur van De Gids en literair criticus. 4. Stukken van Keller & TenBrink: ‘Het blauwe lint’ en ‘Familie uit de Oost’ (zieVW XVI:546). 5. Roman uit 1874 van Victor Hugo (1802-1885).

moet zeggen hy verdiende zn geld! Grooter bluf heb ik nooit gezien. 't Was nog mooiet dan de stukken van Hugo zelf.

Nu, dit is zyn en hun zaak. Maar 'n holl. krant moest niet meehelpen aan dat zot in de hoogte steken van zulk werk. 't Boek van V. Hugo is niets dan de gewone

faiserie8.

die (ook in frankryk) haar tyd gehad heeft.

Eilieve, vraag eens of die aanpryzing niet vertaald is? Maar... aan den schryver zelf, en onverwachts. En let op z'n gezicht. Vraagt ge 't door derden, dan heeft-i tyd zich gereed te maken voor liegen.

Doch, let wel, hoe verdacht nu de zaak is, toch varaag ik maar. Bevestigen kan ik 't niet. Toch durf ik wedden 10 tenen 1! De tournure9.

is fransch.

7. Brief van Mimi/Multatuli aan Funke, 22-5-18741.

Twee dubbele velletjes postpapier, geheel beschreven.

Waarde Funke, Dek heeft my opgedragen met een photograaf te gaan spreken, en daarna u rapport te doen. De photograaf tot wien we ons gewend hebben is niet de voornaamste van de stad maat ik geloof dat geen beter werkt dan hy.

In uwe brief over deze zaak spreekt ge van afdrukken voor de postoctavo2.

uitgave der Ideen èn over afdrukken in salonformaat.3.

Ik nam dus een bundel Ideen mee, en zie, 't kwam den photograaf en my voor, dat juist de salon of cabinetformaat4.

in dien bundel passen zou. dit is de grootte van het inliggende damesportret.

Er bleef dus slechts naar ééne grootte te informeeren over. Per duizend exempl zou den prys per stuk op dun karton 5 à 6 Silbergroschen zyn. In dezelfde pose zou hy eenige clichés moeten nemen, daar het anders te lang duren zou. De heer Wagner5.

scheen de platte niet gaarne te verkoopen, hy zeide dit zou ook veel duurder zyn, maar hy verzekerde plechtig dat van den 1000 portretten het laatste even goed zou zyn als het eerste.

My viel den prys tegen. Wilt ge dat ik by een ander informeer?

Wagner werkt overigens schoon, niet waar? Het inliggende damesportret heeft hy onlangs gemaakt W. gaf het my om u te toonen en om de grootte. Het

jongs-8. faiserie: maakwerk. 9. tournure: vorm.

1. Deze brief is gedeeltelijk opgenomen in Briefwisseling tusschen Multatuli en G.L. Funke

1871-1885, Amsterdam 1947, p. 145-146. Het eerste gedeelte is geschreven door Mimi, het

Tweede deel door Multatuli.

2. postoctavo: boekformaat. 3. salonformaat: 18 × 24 cm. 4. cabinet-formaat: 11 × 16 cm.

ke dat ik er by doe is Riekje Anderson.6.

Mooi, niet waar? Wat ziet men dat blonde goed. Wagner zou dek natuurlyk eenige malen moeten nemen om daarna uit te kiezen.

Dezer dagen ontving D. uw brief met dien kostelyken ingeslotenen. Ook met den f 10.- dank u zeer. Wy stellen er ons veel genoegen van voor weldra persoonlyk kennis met den heer Vosmaer te maken. Ja, wat zyn diens stukken in het Vaderland schoon! Op 't oogenblik is Jufvr. Kruseman hier op haar terugreis uit Italie. Ik maak met zooveel genoegen kennis met haar - Een en ander noopt D. u door my te laten verzoeken ons wat van het ééne noodige te zenden. Maar hy moet het zelf bescheinigen.7.

Ik groet u zeer hartelyk Mimi HS

Wiesbaden 22 Mei 74.

Waarde funke, ja, we hebben geld noodig, al vind ik het komiek dat Mimi 't my bescheinigen laat. Wat het me kost aan die portretzaak te beginnen! 't Is nog erger dan haarsnyden! Niemand weet hoeveel moeite 't my kost om te poseeren. Vandaar dan ook dat Mimi 't heeft dóórgedreven vreezende dat gy ongeduldig zoudt worden. Ik weet niet8.

of Neen, 5 a 6 groschen (en wel per duizend) is bespottelyk duur. Het is 30 à 36 cents! Ik begryp niet dat het zóó duur kan zyn. En hy gaat niet door voor de voornaamste! Vraag in Holland eens naar den prys.

Hartelyk gegroet tt

DD M. Kr.9.

zegt me daar dat men te Londen 'n eigenaardig toestel heeft om goedkoop kopien te maken. Is dat zoo? En kan dit niet in Holland ook geschieden? In dat geval zou ik hier kunnen volstaan met een dozyn.

Ik vind den prys van 30, 36 cents bespottelyk.

8. Brief van Multatuli aan Funke, 29-5-1874

Twee dubbele velletjes postpapier, tot en met blz. 5 beschreven.

6. Riekje Anderson: Friedrich Anderson (geb. 1870), zoon van Marie Anderson en jhr. F.A.

Hartsen.

Wiesbaden 29 Mei 74

Waarde funke, ik kom van den fotograaf, en ben doodmoe van 't poseeren. Voor visite- en salon formaat beide heb ik - maal gezeten, en 't slot was dat-i me verzocht