• No results found

Multatuli in het licht van cultural transfer I Cultural transfer

Cultural transfer is een populair onderwerp. Er verschijnen steeds meer studies over

de culturele betrekkingen tussen verschillende landen, over de receptie van Nederlandse auteurs in het buitenland of buitenlandse schrijvers in Nederland. Onderzoekers willen graag weten welke gemeenschappelijke kenmerken verschillende nationale culturen hebben. Misschien is de populariteit ook te verklaren door de voortschrijdende uitbreiding van Europa, de uitholling van het traditionele zelfbeeld en de daaropvolgende behoefte aan bezinning op de plaats van een nationale cultuur in dat grotere verband. Nationale culturen zijn constructies die altijd staan te wankelen en in sommige tijden meer bewegen. Naarmate ze meer bewegen, krijgen sommige mensen grote behoefte aan stilstand. Die wordt wel aangeduid met het begrip canon. In het buitenland speelt de canon van een andere cultuur overigens bijna geen rol -cultuur moet zich meestal opnieuw bewijzen.

Cultural transfer vindt plaats door individuen en culturele instellingen. Zij vormen

niet alleen twee uitersten op de lijn van bemiddeling maar geven ook de ontwikkeling in de geschiedenis vanaf de zeventiende eeuw weer. De verantwoordelijkheid voor de selectie, het transport en de integratie van literatuur lag eeuwenlang bij vertalers, schrijvers, docenten in het vreemde talenonderwijs en wetenschappelijk personeel aan hogescholen en universiteiten, eventueel journalisten, emigranten, immigranten of reizigers, die ik samenvat onder de noemer bemiddelaars. Aan het eind van de twintigste eeuw is de literaire bemiddeling grotendeels geïnstitutionaliseerd waarbij het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds (NLPVF) en het Vlaams Fonds voor de Letteren (VFL) een invloedrijke rol spelen. Bemiddelaars zijn zelden altruïsten: ze hebben et belang bij dat werken in een andere taal verschijnen. Dat kunnen ideële motieven zijn, maar veel vaker financiële of nationalistische.

Onderzoek naar cultural transfer is verbonden met veel bezoeken aan bibliotheken en archieven. Allereerst moet er veel materiaal worden verzameld. Dat betreft bijvoorbeeld biografieën van vertalers, informatie over uitgeverijen, recensies, het profiel van kranten en tijdschriften waar die recensies zijn verschenen en een zoektocht naar het werk dat aan de basis stond van de vertaling - want dat was bij Multatuli niet altijd de Nederlandse versie. Pas als de elementaire gegevens in kaart zijn gebracht (en vaak, bijvoorbeeld bij biografieën, zijn de gegevens niet meer te achterhalen), kan verder onderzoek beginnen.

Precies daar beginnen de problemen: je hoeft maar in een paar recent verschenen bundels of artikelen over cultural transfer te kijken, of je ziet dat er grote verschillen zijn: enerzijds zijn er bijdragen die alleen over de theorie van cultural transfer gaan zonder dat duidelijk wordt of ze geschikt zijn om

grensoverschrij-dende culturele processen adequaat te beschrijven. Anderzijds verschijnen er veel

case studies waarin nogal eens de theoretische uitgangspunten ontbreken en alleen

een samenvatting van recensies te vinden is. Nadere informatie over de recensent of het profiel van de krant en informatie over de selectie en het transport ontbreken in de meeste gevallen.

Wie besluit dergelijk onderzoek te doen heeft er allereerst veel profijt van als hij niet alleen kennis van twee of meer disciplines (bijvoorbeeld literatuur, geschiedenis en politiek) maar ook van twee of meer culturen heeft. Het gebruik van recente ontwikkelingen binnen de methodologie van cultural transfer, die zich sinds een aantal jaren in een stroomversnelling bevindt, maakt het fundament van het onderzoek steviger en resultaten beter vergelijkbaar. Niet te veronachtzamen voor de onderzoeker is ten slotte de bereidheid zich in studies te verdiepen die al over het onderwerp zijn gepubliceerd.

II Vragen met Multatuli

Multatuli en zijn werk zijn bij uitstek geschikt voor onderzoek van cultural transfer. Zijn Volledig Werk is gepubliceerd, inclusief de brieven en documenten. Zijn bekendste roman, Max Havelaar, is in circa veertig talen vertaald, in en buiten Europa. De buitenlandse belangstelling blijft aanhouden: et komen vertalingen bij en verouderde vertalingen worden door nieuwe vervangen. Multatuli is niet meer weg te denken uit de niet-Nederlandse literatuur. Maar om welke Multatuli gaat het en welke rol speelt bijvoorbeeld Max Havelaar in de literatuur van het betreffende taalgebied? Dat zou wel eens een heel andere Multatuli kunnen zijn dan in Nederland - maar daar zijn er vermoedelijk ook meerdere.

Naar de vertalingen en de beeldvorming van Multatuli in het buitenland is incidenteel onderzoek gedaan. De situatie in Duitsland is vrij goed in kaart gebracht (Vanrusselt, Van Uffelen, Grave en Eickmans). Verder zijn er alleen al in Over

Multatuli artikelen verschenen over Multatuli in Spanje (Francisco Carrasquer, nr.

8), Bulgarije (Nina Smeets-Sirakova, nr. 16), Polen (Jerzy Koch, nr. 24 en 28), Indonesië (Kees Snoek en Gerard Termorshuizen, nr. 21 en 26), Estland (Külli Prosa, nr. 32), de Sovjet-Unie (Jan Paul Hinrichs en Petra Couvée, nr. 34 en 57), Korea (Myong-Suk Chi, nr. 37) en Engeland (Oskar Wellens, nr. 48). Ook Diederik Grit, J.J. Oversteegen en Oscar Levertien en Bernt Luger publiceerden over Multatuli in de wereld.

De verleiding is groot om via Multatuli verschillende theoretische modellen uit te proberen. Maar er ontbreken nog teveel gegevens. Pas als die in kaart zijn gebracht, kan het systematische en vergelijkende onderzoek beginnen. Voorlopig gaat het om een paar vragen waarmee het onderzoek gericht wordt gestuurd:

- Allereerst de receptie van Multatuli's werk. Daarbij gaat het om de

literatuuropvatting van de betreffende recensent, zijn andere recensies, zijn status en het profiel van het tijdschrift of de krant waarin de recensies zijn verschenen. Eén

van de vragen die daarbij aansluit, luidt welke impliciete en expliciete

literatuuropvattingen een rol spelen bij de receptie. De aandacht gaat daarbij uit naar thema's, discussiepunten, topoi en eventueel signaalwoorden die in die

literatuuropvatting worden gebruikt;

- Doordat Max Havelaar vaak niet alleen als esthetisch kunstwerk maar vooral ook als aanklacht tegen het Nederlandse kolonialisme werd beschouwd is de wijze van belang waarop binnen de receptie is ingegaan op de verhouding tussen kunst en werkelijkheid (authenticiteit, rol van de verbeelding, echtheid, kunst en leven) en tussen literaire en esthetische categorieën (engagement, morele taak van de schrijver, estheticisme). Deze vraagstelling, die nauw samenhangt met de eerder genoemde literatuuropvatting, geldt voor alle werken van Multatuli;

- Gezien de meer dan honderdjarige geschiedenis van de introductie van Multatuli's werk in het buitenland (dat geldt bijvoorbeeld voor de grote Europese taalgebieden) is inzicht in de verschuiving binnen de receptie een belangrijk punt van onderzoek. Zijn de vragen die nu aan Multatuli's werk worden gesteld andere dan die van vijftig of honderd jaar geleden? Deze vraag doelt op de receptie van het werk in de tijd;

- Ten vierde is in veel landen Max Havelaar de eerste vertaling van Multatuli's werk geweest en omdat dit werk, dat ook in de canon als zijn belangrijkste wordt gezien, nauw samenhangt met de levensloop van de schrijver, is de vraag relevant of het beeld van de schrijver sinds de eerste vertaling veranderingen heeft ondergaan. In een taalgebied waarin verschillende biografieën of biografische schetsen over Multatuli zijn verschenen, kunnen deze bijvoorbeeld ook aan een uitgebreid onderzoek worden onderworpen.

Voor enkele van deze punten geldt bovendien dat bemiddeling van literatuur nauw samenhangt met de waardering ervan. Dat is voor André Lefevere, een prominent vertegenwoordiger van de ‘Manipulation School’, aanleiding geweest te betogen dat er door rewriting van teksten of een auteur door het bemiddelingsproces (bijvoorbeeld in literatuurgeschiedenissen, wetenschappelijke artikelen, encyclopedieën en naslagwerken) een ‘gemanipuleerd’ imago van de tekst of de auteur ontstaat dat een groter publiek bereikt dan de tekst zelf. Kan deze continuïteit in het imago van Multatuli en diens werk (of een van diens werken) worden vastgesteld? Geldt dat ook voor landen met sterk wisselende politieke ideologieën - bijvoorbeeld de tot

1989 communistische staten? Het zou voor de hand liggen dat de opvattingen over

Multatuli's werk en zijn biografie juist daar grote wijzigingen hebben ondergaan. Onderzoeksresultaten uit die landen kunnen ook verhelderen welke rol zijn werk in theorieën over het imperialisme, racisme en kolonialisme heeft gespeeld (te denken valt aan opvattingen van Hannah Arendts The Origins of Totalitarianism en Frantz Fanon die binnen de ‘Postcolonial Studies’ een opmerkelijke revival beleven).

Verder kan worden vastgesteld dat onderzoek naar bemiddeling zich vaak richt op het resultaat van het bemiddelingsproces (vertaalde werken,

antholo-gieën en recensies). Maar over de oorzaak van het bemiddelingsproces, de aanleiding van de belangstelling voor het werk van Multatuli en de pogingen zijn werk voor het eigen literaire systeem toegankelijk te maken, is weinig bekend. Daarbij is de rol van bemiddelaars belangrijk: zij introduceren auteurs en thema's in hun land en onderzoek moet uitwijzen welke betekenis ze in de nieuwe context - de context van de vertaalde literatuur - krijgen. Daarbij wordt uitgegaan van de volgende elementaire vragen:

- wie waren de vertalers van Multatuli's werk?

- waren zij zich bewust van de verschillen tussen hun eigen cultuur en de Nederlandse? Indien dit het geval is geweest: op welke wijze werden ze gethematiseerd?

- ten slotte is het antwoord op de vraag met welke ‘eigen’ auteurs Multatuli bij de introductie van zijn werk werd vergeleken belangrijk voor het beeld dat lezers in de nieuwe cultuur van hem krijgen.

Een laatste punt betreft de vraag welke rol imago's bij de receptie een rol spelen en welke specifieke opvattingen er binnen de receptie vast te stellen zijn over Multatuli's Nederlandse achtergrond en de Nederlandse literatuur in het bijzonder. De verwachting luidt dat naarmate een literair werk sterker verankerd is binnen een andere cultuur, buitenliteraire factoren, zoals de herkomst van de auteur, een steeds geringere rol spelen.

III Antwoorden met Multatuli

Cultural transfer is populair, schreef ik in de inleiding. Elke filologie buiten de

context van de moedertaal is daar mee bezig. Dat geldt ook voor de neerlandici buitengaats, onafhankelijk van hun nationaliteit: zij zullen in veel gevallen

gebruikmaken van het culturele kader van hun studenten waardoor ze automatisch vergelijkend werkzaam zijn. Bovendien zijn zij door hun talenkennis de enigen die onderzoek kunnen doen naar de basiselementen van cultural transfer, zoals recensies en vertalers. Er valt, kortom, nog veel te verwachten van het onderzoek naar Multatuli.