• No results found

AFDELING II. ACTUELE WETTELIJKE VOORWAARDEN VOOR EUTHANASIE VAN EEN MINDERJARIGE IN

D. Geen terminaal karakter

129. In tegenstelling tot wat in België het geval is, hoeft een minderjarige in Nederland niet

binnen afzienbare termijn te overlijden vooraleer zijn of haar euthanasieverzoek kan worden ingewilligd. De Nederlandse euthanasiewetgeving vereist niet dat de minderjarige zich in de stervensfase dient te bevinden237, waardoor ook niet-terminale minderjarige patiënten om

euthanasie kunnen verzoeken.

§2. ROL VAN DE OUDERS

130. Zoals reeds in randnrs. 122 en 123 werd aangehaald, spelen de ouders van een

minderjarige patiënt in Nederland in het kader van de euthanasieprocedure een andere rol dan in België. Afhankelijk van de leeftijdscategorie waartoe de minderjarige patiënt behoort, zullen zij op een verschillende wijze in het beslissingsproces worden betrokken.

Indien de minderjarige tot de leeftijdsgroep van 12 tot 15-jarigen behoort, zullen de ouders in principe met het euthanasieverzoek dienen in te stemmen vooraleer het verzoek kan worden ingewilligd238.

Indien de minderjarige zich echter tot de leeftijdsgroep van 16 tot 17-jarigen mag rekenen, beschikken de ouders enkel over het recht om bij de besluitvorming te worden betrokken239. In

236 Nota n.a.v. het verslag van 13 juli 2000, Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding,

Kamerstuk II 1999/2000, 26691, 6, 24 juli 2000, 59; HR 27 november 1984, ECLI:NL:PHR:1984:AC8615, NJ

1985, 106, noot T.W.VAN VEEN.

237 Memorie van antwoord van 23 februari 2001, Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij

zelfdoding, Kamerstuk I 2000/2001, 26691, 137b, 27 februari 2001, 32; HR 21 juni 1994, ECLI:NL:PHR:1994:AD2122, Chabot-arrest, NJ 1994, 656, noot T.M.SCHALKEN; W.DUIJST,“Commentaar op art. 2 Euthanasiewet” in D. ENGBERTS, T. VAN DEN ENDE, L. KALKMAN-BOGERD en J. LINDERS (red.), T&C

Gezondheidsrecht, Deventer, Kluwer, 2019, 2211.

238 Art. 2, lid 4 Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding. 239 Art. 2, lid 3 Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding.

49 dit geval kunnen zij enkel een niet-bindend advies uitbrengen240. Veel minder verregaand dus dan

het vetorecht dat in België aan de ouders wordt toegekend en dat overigens geldt voor alle minderjarigen, los van hun leeftijd.

131. In het uitzonderlijke geval dat de wettelijke vertegenwoordigers niet instemmen met het

euthanasieverzoek van het 12 tot 15-jarige kind, waarbij aan alle zorgvuldigheidseisen werd voldaan, kan toch worden beslist dit verzoek te honoreren, indien de arts ervan overtuigd is dat hiermee ernstig nadeel voor de minderjarige patiënt kan worden vermeden241.

De NVK stipt aan dat dergelijke situatie eerder uitzonderlijk is242. Zo zitten de ouders in het

overgrote deel van de gevallen wel op dezelfde lijn met het ondraaglijk lijdende kind aangaande de euthanasieaanvraag.

132. In dit kader kan ook de zaak van de Nederlandse David worden aangehaald. De in 2017

12-jarige David die reeds werd geopereerd aan een hersentumor en bestraald, weigerde een chemokuur die zijn overlevingskansen zou vergroten, gezien hij vreesde dat zijn levenskwaliteit er te veel op achteruit zou gaan243 en hij zijn zicht helemaal zou kwijtraken244. Zijn vader ging hier

niet mee akkoord en stapte naar de rechter.

Artikel 7: 450, lid 2 BW245 bepaalt dat indien de patiënt minderjarig is en de leeftijd van twaalf

maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, tevens de toestemming van de ouders die het gezag over hem uitoefenen of van zijn voogd is vereist. De verrichting kan evenwel zonder de toestemming van de ouders of de voogd worden uitgevoerd, indien zij kennelijk nodig is teneinde

240 L.VENY en P.GOES, “Een wereldprimeur: de uitbreiding van de Euthanasiewet naar niet-ontvoogde

minderjarigen”, RW 2014-15, 172.

241 Memorie van toelichting van 17 augustus 1999, Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij

zelfdoding, Kamerstuk II 1998/1999, 26691, 3, 17 augustus 1999, 3; H.WEYERS, Euthanasie: het proces van

rechtsverandering, Amsterdam, Amsterdam University Press, 2004, 225; S. OOSTERHOF, Euthanasie bij

minderjarigen: een onderzoek naar de mogelijkheden van euthanasie bij minderjarigen onder de 12 jaar oud,

onuitg. masterthesis Rechten Tilburg University, 2017, http://arno.uvt.nl/show.cgi?fid=143340, 19.

242 Verslag van 17 februari 2000, Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding,

Kamerstuk II 1999/2000, 26691, 5, 29 februari 2000, 68.

243 M.DE ROEST, Kan een 12-jarige beslissen over leven en dood?, https://www.demorgen.be/nieuws/kan-

een-12-jarige-beslissen-over-leven-en-dood~bf1e8ca5/ (geraadpleegd op 24 juli 2020).

244 X, David heeft nog maar een paar maanden te leven. Klasgenoten van Mavo aan Zee zamelen geld in voor

een speciale behandeling in Duitsland,

https://www.noordhollandsdagblad.nl/cnt/dmf20190916_8004419/david-heeft-nog-maar-een-paar- maanden-te-leven-klasgenoten-van-mavo-aan-zee-zamelen-geld-in-voor-een-speciale-behandeling-in- duitsland?utm_source=google&utm_medium=organic (geraadpleegd op 24 juli 2020).

245 De Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) is het Nederlandse equivalent van de

Belgische Wet Patiëntenrechten. De bepalingen van de WGBO zijn opgenomen in boek 7, titel 7, afd. 5 BW als art. 7: 446 t.e.m. 7: 468 BW.

50 ernstig nadeel voor de patiënt te voorkomen, alsmede indien de patiënt ook na de weigering van de toestemming, de verrichting weloverwogen blijft wensen246.

133. De rechtbank van Noord-Holland heeft in kort geding geoordeeld dat indien de

wilsbekwame minderjarige en diens wettelijke vertegenwoordiger van opvatting verschillen, de opvatting van de minderjarige leidend is. Niet enkel in het geval de minderjarige toestemt en de wettelijke vertegenwoordiger niet, maar ook wanneer de minderjarige weigert. Indien de minderjarige zijn toestemming onthoudt, kan de wettelijke vertegenwoordiger door het verlenen van zijn toestemming niet bewerkstelligen dat de minderjarige toch wordt behandeld247.

De rechter stelde dat wilsbekwame kinderen boven de twaalf jaar het recht hebben een behandeling te weigeren, welke een uitoefening is van het grondwettelijke recht op fysieke integriteit. Bijgevolg kan aan de weigering van het wilsbekwame kind niet worden voorbijgegaan248.

134. Deze uitspraak werd in hoger beroep bevestigd249, waardoor de 12-jarige David de

chemokuur niet diende te ondergaan.

Bijgevolg is ook uit de rechtspraak aangaande levensverlengende behandelingen gebleken dat in geval van conflict tussen de wil van de ouders en die van de minderjarige, de wil van de wilsbekwame minderjarige patiënt de doorslag geeft.

§3. VORM VAN HET VERZOEK

135. In Nederland kan een wilsbekwame minderjarige vanaf de leeftijd van 12 jaar een

euthanasieverklaring opstellen, voor het geval dat hij of zij niet langer in staat is zijn of haar wil te uiten250.Op deze schriftelijke wilsverklaring zijn dezelfde zorgvuldigheidseisen251 van toepassing

als bij een actueel euthanasieverzoek.

246 H.NYS, “De weigering van een levensverlengende behandeling door een wilsbekwame minderjarige in

het Belgisch en Nederlands gezondheidsrecht”, TJK 2017, 360.

247 Rechtbank Noord-Holland (KG) 12 mei 2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:3955, § 4.2, RFR 2017/122, 947; H.

NYS, “De weigering van een levensverlengende behandeling door een wilsbekwame minderjarige in het

Belgisch en Nederlands gezondheidsrecht”, TJK 2017, 361.

248F.DE KIEVIT, “Wie beslist? De autonomie van minderjarigen in het geven van toestemming voor een

medische behandeling”, FJR 2018/16, 68.

249 Hof Amsterdam 11 juli 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:2668, JPF 2017/132, noot J.H. DE GRAAF.

250 Art. 2, lid 2 en lid 4 in fine Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding; E.DELBEKE,

“Euthanasie bij minderjarigen”, T.Gez. 2014-15, 171.

51 In het geval dat de – intussen wilsonbekwaam geworden – minderjarige jonger is dan 16 jaar, is in principe wel nog steeds de instemming van de ouders vereist vooraleer de arts gevolg kan geven aan de euthanasieverklaring252.

136. De arts die de euthanasie uitvoert, dient dit steeds te melden aan de gemeentelijke

lijkschouwer door de invulling van een meldingsformulier met in bijlage een beredeneerd verslag. In dit verslag dient de arts de concrete situatie uiteen te zetten en aan te tonen dat aan alle zorgvuldigheidseisen werd voldaan253.

De gemeentelijke lijkschouwer stuurt op zijn beurt dit meldingsformulier met beredeneerd verslag door naar een van de vijf regionale toetsingscommissies euthanasie254. Indien deze

commissie oordeelt dat de arts aan alle zorgvuldigheidseisen heeft voldaan, is de zaak afgehandeld. In dat geval zal het OM ook niet over de zaak worden ingelicht255.

AFDELING III. TUSSENTIJDS BESLUIT

137. De Nederlandse Euthanasiewet – de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp

bij zelfdoding – die al op 1 april 2002 in werking trad, is op veel vlakken anders dan de Belgische euthanasiewetgeving. Hoewel er bij velen de perceptie heerst dat de Belgische Euthanasiewet liberaler is dan die van onze noorderburen, blijkt dat in realiteit toch niet het geval te zijn.

Vooreerst kan het euthanasieverzoek van een minderjarige in Nederland worden ingewilligd zowel bij fysiek als psychisch lijden. Bijgevolg hoeft de minderjarige niet terminaal te zijn, opdat zijn verzoek tot euthanasie zou kunnen worden ingewilligd.

Verder kan de minderjarige zowel een actueel verzoek tot euthanasie doen als een euthanasieverklaring (laten) opstellen. Een mogelijkheid waar (niet-ontvoogde) minderjarigen in België niet over beschikken.

138. In de Nederlandse euthanasiewetgeving wordt gewerkt met een leeftijdsgrens van 12 jaar.

Minderjarigen onder die leeftijd bevinden zich in een rechtsvacuüm, tenzij ze behoren tot de

252 E.DELBEKE, “Euthanasie bij minderjarigen”, T.Gez. 2014-15, 171.

253 Art. 7, lid 2 Wet op de lijkbezorging j° art. 8, lid 1 Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij

zelfdoding.

254 Art. 10, lid 2 Wet op de lijkbezorging; J. DORSCHEIDT, “Wetgeving en praktijk van euthanasie bij

minderjarigen in Nederland”, TJK 2018, 349.

52 leeftijdscategorie van de pasgeborenen (van 0 tot 1 jaar). Zo werd er ook voor hen een regeling uitgewerkt, weliswaar buiten de Euthanasiewet.

139. Louter de leeftijd van 12 jaar bereikt hebben, volstaat niet. Zo moet de minderjarige ook

wilsbekwaam zijn, vooraleer zijn of haar euthanasieverzoek zou kunnen worden ingewilligd.

Verder is het de behandelende arts die oordeelt over de wilsbekwaamheid. Een zogenaamde ‘wilsbekwaamheidsverklaring’ door een onafhankelijk psycholoog of jeugdpsychiater is niet vereist256.

140. Tot slot wordt de inbreng of het zeggenschap van de ouders afhankelijk gesteld van de

leeftijdscategorie waartoe de minderjarige behoort. Indien de minderjarige jonger is dan 16 jaar, dienen de ouders normaliter in te stemmen met de euthanasieaanvraag, vooraleer deze zou kunnen worden ingewilligd. Wanneer de minderjarige daarentegen ouder is dan 16 jaar, hebben de ouders alleen het recht om bij de besluitvorming te worden betrokken. In deze laatste situatie beschikt de minderjarige dus over veel meer autonomie dan eenzelfde 16-jarige in België, onder dezelfde omstandigheden.

141. Om een duidelijk overzicht tussen de gelijkenissen en de verschilpunten van de

Nederlandse en de Belgische euthanasiewetgeving met betrekking tot minderjarigen te bewaren, worden deze in onderstaand schema nog eens opgelijst.

BELGIË NEDERLAND

Vereisten in hoofde van de

minderjarige Oordeelsbekwaamheid Leeftijdsgrens: 12 jaar

Bewust Wilsbekwaam

Fysiek lijden Fysiek én psychisch lijden

Terminaal Niet-terminaal

Rol van de ouders Vetorecht

12-15 jaar: instemming vereist

16-17 jaar: dienen bij besluitvorming te worden

betrokken

Vorm van het verzoek Actueel euthanasieverzoek Actueel euthanasieverzoek OF euthanasieverklaring

Schema i: Gelijkenissen en verschilpunten tussen NL en BE op vlak van euthanasiewetgeving

53