• No results found

Kerntabel en wereldkaarten

4 Ruimte en biodiversiteit

4.3 Opties, maatregelen en instrumenten

4.3.1 Technologie: landbouwproductiviteit

Technologie kan de landbouwproductiviteit doen stijgen, waardoor de voedselproductie kan toenemen zonder dat landbouwareaal moet worden uitgebreid. Om het verlies aan biodiversiteit significant te verminderen moet de uitbreiding van landbouwareaal worden verminderd. Dat betekent dat de landbouwproductiviteit vooral in tropische regio’s fors omhoog moet. Hoe waarschijnlijk is het dat dit lukt? Deze vraag staat centraal in deze subparagraaf. Ruimtegebrek belangrijke stimulans om

landbouwproductiviteit te verbeteren

Technologie is nog niet in alle landen gelijkmatig ingezet. Mede hierdoor zijn er grote verschillen in huidige gewasop- brengsten. Dit is bijvoorbeeld het geval bij graan (Figuur 4.7). Natuurlijk spelen biofysische omstandigheden ook een rol: het klimaat en de bodem zijn niet overal even geschikt voor voedselproductie. Maar de mate waarop technologie wordt ingezet, speelt een vergelijkbare rol. Landen met een ruimtegebrek zoals Nederland en China, hebben al veel geïnvesteerd om hun landbouwtechnologie te verbeteren. Doordat de externe druk op het landbouwsy- steem in deze landen hoog is (landtekorten), worden er meer investeringen in technologie gedaan om de opbrengs- ten per hectare te laten stijgen (Figuur 4.7). De Verenigde Staten, die in principe voldoende kapitaal hebben om hogere opbrengsten te genereren, zien daarentegen nog geen noodzaak in verdergaande investeringen waarmee de gewasopbrengsten in het hele land verhoogd worden, zoals dit wel is gebeurd voor maïs in het zuiden van de VS. Feitelijk is land in de VS nog te goedkoop om verdergaande investeringen in landbouwtechnologie op gang te brengen. In opkomende regio’s als Brazilië is de verwachting dat gewasopbrengsten snel zullen stijgen. Bij soja ligt de gemiddelde opbrengst per hectare in Brazilië op dit moment bijvoorbeeld al hoger dan in de Verenigde Staten: tussen 1970 en 2000 is de sojaopbrengst in Brazilië verdubbeld, terwijl de opbrengst in de VS over dezelfde periode met 40% is toegenomen (FAO, 2006b). De explosief stijgende vraag naar soja in Brazilië zelf heeft hier zeker een rol in gespeeld.

Veel te winnen met productiviteitsstijging

Stijging van productiviteit kan veel verlies van areaal compenseren en daarmee verlies van biodiversiteit. Het is heel lastig om te projecteren hoeveel de gewasopbrengsten moeten stijgen om verlies aan biodiversiteit te voorkomen, omdat de vraag naar producten, de prijs van die producten en de gewasopbrengst met elkaar verweven zijn. In een eenvoudige berekening kan worden aangenomen dat het areaal gewassen niet verder ‘mag’ uitbreiden. De resultaten van een dergelijke berekening staan in figuur 4.8. Tussen 2005 en 2040 zijn de verwachtingen in het Trendscenario (op basis van aannames volgens Bruinsma, 2003 en modelberekeningen in Van Meijl et al., 2006) vergeleken met de gewasopbrengst die nodig is om ervoor te zorgen dat het landbouwareaal niet wordt uitgebreid.

Tussen 2005 en 2040 zijn de verwachtingen in het

Trendscenario dat de gewasopbrengsten minder snel zullen toenemen dan in de afgelopen 35 jaar. Vooral bij rijst is de verwachting dat de opbrengst per hectare niet veel meer zal groeien (Figuur 4.8). Als het landbouwareaal constant wordt gehouden, is er nog een forse stap extra nodig om de gewasopbrengsten omhoog te krijgen. Bij soja moet de stijging de komende 35 jaar zelfs hoger zijn dan de afgelopen 35 jaar om ervoor te zorgen dat het landbouw- areaal niet hoeft te worden uitgebreid. Het is moeilijk te zeggen hoe realistisch dat is. Een goede manier is om te kijken naar de yield gap.

De yield gap is het verschil tussen de gewasopbrengst die bereikt is en de opbrengst die potentieel maximaal bereik- baar is. Dit verschil komt door ziektes, tekort aan nutriën- ten, negatieve prijseffecten en slecht toegepast landbouw- Figuur 4.7 Graanopbrengst per jaar voor

een aantal landen in de wereld (in ton per hectare) (Bron: FAO, 2006a).

1970 1980 1990 2000 2010 0 1 2 3 4 5 6 ton/ha China Nederland Verenigde Staten India Brazilië Graanopbrengst

Figuur 4.8 Procentuele toename van de opbrengst van verschillende gewassen tussen 1970 en 2005 en tussen 2005 en 2040.

Graan Rijst Maïs Soja

0 20 40 60 80 100% 1970-2005 2005-2040 Constant areaal Trendscenario Toename mondiale gewasopbrengst

management. Voor rijst is de yield gap voor een aantal landen weergegeven in Tabel 4.2.

Ook voor graan is er nog een yield gap in veel landen. Zelfs een land als Frankrijk kan zijn huidige graanopbrengst van 8,7 ton per hectare theoretisch nog verhogen naar 11,6 ton per hectare (Fischer et al., 2000). Bij deze berekeningen is rekening gehouden met verschillende klimatologische omstandigheden per land. Theoretisch maximaal haalbare opbrengsten gaan ervan uit dat beschikbare technieken optimaal worden benut bij zaaien, groei en oogst. Voor sommige landen is het theoretisch mogelijk om het landbouwareaal constant te houden. Een voorbeeld: de graanopbrengsten in de Verenigde Staten liggen op dit moment op ongeveer 2,8 ton graan per hectare. Theoretisch is een opbrengst van bijna 6 ton per hectare mogelijk (Fischer et al., 2000). In het Trendscenario stijgt de graanproductiviteit in de Verenigde Staten met zo’n 30%. Dit is echter niet voldoende om het graanareaal constant te houden; hiervoor zou de opbrengst met zo’n 60% moeten toenemen. Dit is theoretisch mogelijk, maar vereist dus wel dat de VS veel meer uit de kast halen dan in het

Trendscenario verondersteld wordt (op basis van Bruinsma, 2003).

Voor een land als Brazilië is het daarentegen niet mogelijk om het landbouwareaal constant te houden. Theoretisch is een groei in de graanopbrengst van 70% nog mogelijk (Fischer et al., 2000). In het Trendscenario wordt al verondersteld dat de graanopbrengst tot 2040 met ruim 50% toeneemt. Om het graanareaal in Brazilië constant te houden zou de opbrengst echter moeten toenemen met ruim 180%. Dit lijkt onmogelijk, tenzij nieuwe technologische doorbraken worden gevonden. Op een termijn van 40 jaar is het dus onvermijdelijk dat het landbouwareaal in Brazilië wordt uitgebreid ten koste van de overige natuur. Een zelfde conclusie geldt voor Sub-Sahara-Afrika: bij tropische granen (zoals sorghum) gaat het Trendscenario ervan uit dat de opbrengst verdubbelt, terwijl een ruime verdrievou- diging is vereist om het areaal constant te houden.

Overigens wordt er hierbij niet van uitgegaan dat de handel verder verschuift, dat ook soelaas kan bieden voor landen waar technologie niet meer voldoende vooruit kan om het areaal constant te houden. Mondiaal is het echter onvermij- delijk dat het landbouwareaal moet uitbreiden.

GMO’s noodzakelijk voor nodige productiviteitsstijging? Volgens de Food and Agriculture Organization (FAO) zijn er verschillende manieren om de yield gap te verkleinen: • geïntegreerd gewasmanagement promoten;

• nieuwe technologieën toepassen, waaronder genetisch gemodificeerde organismen (GMO);

• oogstverliezen reduceren;

• de effecten van landbouwkundig onderzoek praktisch toepasbaar maken voor boeren;

• efficiënte regeringssteun bieden (FAO, 2004). Bij GMO’s worden specifieke niet-natuurlijke eiwitten geïntroduceerd in planten. GMO’s worden meestal geïntroduceerd om planten resistent tegen bepaalde ziektes te maken en daardoor oogstverliezen te beperken. Het grootste risico hierbij is dat niet-natuurlijke eiwitten in de natuur worden geïntroduceerd. Voor de mens zijn de effecten hiervan onzeker. Tot nu toe lijkt het grootste risico dat de mens in een later stadium allergisch voor deze eiwitten blijkt te zijn (FDA, 1996). Voor de natuur zijn de gevolgen van GMO’s nog zeer onzeker. Daarnaast kunnen specifieke bedrijven die de GMO’s produceren, een monopoliepositie verwerven.

De vraag is dus wanneer het 100% zeker is dat iets wat in de natuur geïntroduceerd wordt, niet gevaarlijk is voor de gezondheid. Organisaties als Greenpeace zijn er uit voorzorg tegen dat GMO’s worden ingezet. Het FAO stelt daartegenover dat GMO’s essentieel zijn om de landbouw- opbrengst verder op te schroeven (Bruinsma, 2003). Het is nog onzeker welke directe gevolgen GMO’s hebben op de biodiversiteit. Overigens bestaat in de Verenigde Staten al circa 55 miljoen hectare GMO-landbouw, en in Argentinië en Brazilië bedraagt dit respectievelijk 18 en 11,5 miljoen Tabel 4.2 Yield gap bij geïrrigeerd rijst in verschillende landen (Bron: FAO, 2004).

Rijstopbrengst bij oogst (ton/ha)

Potentieel haalbare rijstopbrengst (ton/ha)

Yield gap (ton/ha)

India 4,0 6,8 2,8 Zuid-Korea 7,0 7,6 0,6 Filippijnen 5,5 7,5 2,0 Vietnam 6,5 8,5 2,0 Egypte 8,5 10,4 1,9 Madagaskar 4,1 6,0 2,1 Italië 6,0 9,0 3,0 Brazilië 5,5 8,5 3,0 Duurzaamheidsverkenning 2

hectare. In die zin is GMO dus al in de maatschappij binnengedrongen.

Technologie compenseert biodiversiteitsverlies niet volledig

De conclusie is dat er steeds meer landbouwgebied bijkomt, ondanks de verbetering van gewasopbrengsten die voorzien is in het Trendscenario. Om het verlies aan biodiversiteit via landbouwuitbreiding significant te verminderen, moet deze uitbreiding tegengegaan worden. Daartoe zal in veel regio’s de yield gap volledig moeten worden gedicht. Alhoewel er nog veel biodiversiteitswinst te behalen is door meer technologie in te zetten, is land- bouwuitbreiding onmogelijk te voorkomen via technologie alleen. Kortom, technologie zal een essentieel onderdeel zijn van het landbouwpalet om verlies aan biodiversiteit te verminderen, maar kan niet de enige manier zijn om het verlies significant te verminderen (CBD-doel), laat staan om dit verlies te stoppen (EU-doel) op de langere termijn (2040).