• No results found

Kerntabel en wereldkaarten

2 Armoede en ontwikkeling

2.2 Mondiale trends in inkomen, opleiding en gezondheid

2.2.4 Gezondheid en oorzaken van gezondheidsverlies

Gezondheid is meer dan alleen levensverwachting; zij kan gedefinieerd worden als een toestand van compleet fysiek, mentaal en sociaal welbevinden. Ziektes zijn vaak het gevolg van blootstelling aan een gezondheidsrisico. Er bestaat een breed scala aan gezondheidsrisico’s en daaraan gerelateerde ziektes. De epidemiologische transitie beschrijft hoe de oorzaken van sterfte verschuiven van

Figuur 2.6 Levensverwachting bij geboorte, 1970 – 2040 (UN, 2004). 1970 1980 1990 2000 2010 2020 2030 2040 2050 40 50 60 70 80 90 jaar Wereld Latijns-Amerika Midden-Oosten en Noord-Afrika Oost-Azië Zuid-Azië Sub-Sahara-Afrika Levensverwachting Duurzaamheidsverkenning 2

infectieziektes zoals diarree, malaria, luchtweginfecties naar chronische ziektes. Deze transitie laat een verschui- ving zien van gezondheidsrisico’s door ondervoeding, luchtverontreiniging door gebruik van traditionele brand- stoffen en gebrek aan schoon drinkwater en sanitaire voorzieningen naar risico’s die gerelateerd zijn aan

gedragsfactoren zoals roken, alcoholgebruik en te veel en te vet eten.

Risicofactoren in ontwikkelingslanden: ondervoeding, milieu en hiv/aids

In Sub-Sahara-Afrika is het aandeel van ondervoeding aan gezondheidsverlies meer dan 40%, en hier ligt vooral een verdelingsvraagstuk aan ten grondslag (zie Tekstbox ‘Voedselvoorziening is een verdelingsvraagstuk’). Dit aandeel wordt gevolgd door hiv/aids (30%) en milieu (15%) (Figuur 2.7). Bij ‘milieu’ gaat het onder andere om toegang tot schoon drinkwater en sanitaire voorzieningen en om luchtverontreiniging. Ook in het Midden-Oosten en Zuid-Azië zijn ondervoeding en milieu belangrijke risicofactoren. Hiv/aids speelt hier minder, hoewel hiv- infecties de laatste jaren ook hier zijn toegenomen. Verder komt de ziektelast vaak bovenproportioneel bij jonge kinderen terecht. Zo dragen in Afrika kinderen jonger dan 5 jaar 45% van de ziektelast, terwijl zij 16% van de bevolking uitmaken. Veel van de kindersterfte komt door ondervoe- ding en infectieziektes (WHO, 2005b). Ruim twee derde van alle kindersterfte is toe te schrijven aan vermijdbare doodsoorzaken zoals malaria, diarree, luchtweginfecties en mazelen.

Risico’s voor gezondheid groter door conflictsituaties Conflictsituaties leiden niet altijd tot een groot direct gezondheidsverlies, maar hebben wel vaak een versterkend effect op andere risicofactoren. In 2000 waren er 310.000 doden te betreuren als direct effect van collectief geweld, het meest in Afrika en Zuidoost-Azië. Het indirecte effect van collectief geweld op sterfte is wellicht nog negen keer groter, hoewel de onzekerheid van deze schatting groot is, doordat registraties wegvallen in conflictsituaties (Garfield en Neugut, 1997; Murray et al., 2002). De kwaliteit van leven wordt in conflictsituaties niet alleen aangetast doordat er infectieziektes uitbreken, door ondervoeding en doordat (basis)gezondheidzorg moeilijker te krijgen is, maar ook doordat allerlei maatschappelijke structuren ineenstorten. Figuur 2.7 Relatief gezondheidsverlies

(in Disability-Adjusted Life Years, DALYs), toewijsbaar aan risicofactoren (WHO, 2002).

Sub-Sahara-Afrika Midden-Oosten en Noord-Afrika Zuid-Azië Oost-Azië Latijns-Amerika Noord-Amerika West-Europa Wereld 0 20 40 60 80 100 % DALY's Ondervoeding

Reproductie en sexueel gedrag Milieu-gerelateerde risico's Dieet en inactiviteit Alcohol, roken en andere verslavingen Beroepsrisico's Overig Oorzaken gezondheidsverlies 2000

Voedselvoorziening is een verdelingsvraagstuk

Wereldwijd wordt er genoeg voedsel geproduceerd om iedereen te voeden, maar nog steeds hebben 850 miljoen mensen elke dag te weinig te eten, voornamelijk in Azië en Sub-Sahara-Afrika (FAO, 2006). Hierdoor sterven jaarlijks meer dan 6 miljoen mensen (WHO, 2002). Ondervoeding en ondergewicht zijn dodelijk in combinatie met andere gezondheidsrisico’s zoals malaria en diarree. Was voedselzekerheid vroeger nog een aanbod- en productieprobleem, tegenwoordig is zij gerelateerd aan armoede en aan toegang tot de markt. Daarmee is voedselzekerheid meer een verdelingsprobleem geworden.

Hiv/aids desastreus voor ontwikkeling

Hiv/aids heeft een verwoestend effect op gezondheid: in sommige delen van de wereld wordt dertig jaar vooruitgang in levensverwachting tenietgedaan door deze ziekte. Daarnaast worden ook sociale en economische structuren erdoor ondermijnd. Vooral jonge vrouwen en mannen worden namelijk getroffen. Hierdoor vallen de productiefste leeftijdsgroepen weg, waaronder ook veel gezondheidsper- soneel en onderwijzers die belangrijke pijlers voor ontwik- keling zijn (UNAIDS, 2006). Naast het directe effect op de levensverwachting heeft hiv/aids daarom ook indirecte negatieve effecten op opleiding, gezondheid en inkomen. Schoon drinkwater en sanitaire voorzieningen voor steeds meer mensen

Een van de belangrijkste milieufactoren is de gebrekkige toegang tot schoon drinkwater en sanitaire voorzieningen (Figuur 2.8). De afgelopen twintig jaar hebben 2,4 miljard mensen een drinkwateraansluiting gekregen. Hoewel nu 83% van de wereldbevolking toegang tot schoon drinkwa- ter heeft, hebben nog altijd 1,1 miljard mensen dit niet. Dit levert niet alleen gezondheidsproblemen op. In regio’s waar de toegang tot water beperkt is, zijn vooral vrouwen veel tijd kwijt met waterhalen, soms wel 15 tot 17 uren per week (UNDP, 2006). Ook de situatie rond sanitaire voorzienin- gen is nijpend, aangezien wereldwijd 2,4 miljard mensen verstoken zijn van adequate sanitaire voorzieningen. De meerderheid van de mensen zonder deze goede voorzienin- gen woont in Azië en Afrika. Veel van de huidige drinkwa- tervoorzieningen en sanitaire voorzieningen staan onder druk door hoge bevolkingsgroei en urbanisatie.

1,6 miljoen doden per jaar door luchtverontreiniging binnenshuis

Een andere belangrijke milieufactor is luchtverontreiniging binnenshuis. Van de 2,4 miljoen luchtvervuilingsdoden die in 2000 wereldwijd vielen, kunnen er 1,6 miljoen worden toegeschreven aan luchtvervuiling binnenshuis (WHO, 2002). Dit komt doordat er nog veelvuldig gebruik wordt gemaakt van traditionele brandstoffen zoals sprokkelhout, houtskool en mest om huizen te verwarmen en om te koken, zonder dat er adequate ventilatie is. Vrouwen en kinderen worden het meest door deze luchtverontreiniging binnens- huis getroffen. Hierdoor vallen niet alleen veel slachtoffers, maar gaat er ook veel tijd verloren met het verzamelen van brandstoffen, tijd die ook aan onderwijs of ander werk had Figuur 2.8 Bijdrage van specifieke

milieufactoren aan gezondheidsverlies (WHO, 2002). Midden-Oosten en Noord-Afrika Zuid-Azië Sub-Sahara-Afrika Oost-Azië Latijns-Amerika Noord-Amerika West-Europa Wereld 0 10 20 30 % Drinkwater en sanitaire voorzieningen

Luchtvervuiling stad Luchtvervuiling binnen

Blootstellingen aan lood Klimaat

Milieuoorzaken gezondheidsverlies 2000

Verbeterde toegang tot energie belangrijk voor ontwikkeling

In ontwikkelingslanden ontberen veel mensen de toegang tot moderne vormen van energie en elektriciteit. In 2030 hebben nog steeds 1,4 miljard mensen geen toegang tot stroom in hun huis, vooral in Sub-Sahara-Afrika en Zuid-Azië (OESO/IEA, 2004). Het aantal mensen dat afhankelijk is van traditioneel gebruik van biomassa om te koken en hun huis te verwarmen, neemt naar verwachting toe van de 2,4 miljard in 2000 tot 2,7 miljard in 2030 (OESO/IEA, 2004). Een belangrijke voorwaarde voor ontwikkeling is dat de toegang tot energie wordt verbeterd. Zo leidt het gebruik van moderne energie tot minder gezondheidsverlies bij het koken en verwarmen, en biedt een betrouwbare toegang tot elektriciteit en energie in de vorm van mechanische kracht nieuwe mogelijkheden voor lokale bedrijvigheid en levert bovendien tijdwinst op.

kunnen worden besteed. Toegang tot moderne energie is dan ook een relevante factor voor ontwikkeling (zie Tekstbox ‘Verbeterde toegang tot energie belangrijk voor ontwikkeling’). De resterende 800 duizend luchtvervui- lingsdoden worden vooral veroorzaakt door luchtverontrei- niging in de grote steden, vooral in de economieën in Azië die zich snel ontwikkelen.

Gezondheidseffecten van klimaatverandering kunnen groot zijn

Klimaat heeft langs verscheidene wegen een directe of indirecte relatie met gezondheid (Epstein en Mills, 2006). Extreme weersomstandigheden zoals droogte en overstro- mingen eisen jaarlijks hun tol, maar ook de geleidelijke opwarming van de aarde vormt een bedreiging. Daarnaast worden infectieziektes sneller verspreid als temperaturen hoger worden. Momenteel is het wereldwijde gezondheids- verlies als gevolg van het klimaat minder dan 1% (WHO, 2002). De gezondheidseffecten zullen echter groter worden, als de aarde verder opwarmt en neerslagpatronen verder veranderen (IPCC, 2007).

Chronische ziektes winnen terrein, ook in ontwikkelingslanden

Voor een regio als Europa is het beeld heel anders dan voor ontwikkelingslanden. De ziektelast bij kinderen is 6% van de totale ziektelast, wat overeen komt met hun omvang van de totale bevolking. Hier is de ziektelast boven de 45 jaar juist weer prominenter. Dit is grotendeels toe te schrijven aan de achterliggende risicofactoren als verslavingen (bijvoorbeeld roken en alcoholgebruik) en dieet en inactivi- teit (overgewicht). Overgewicht werd altijd sterk geassoci- eerd met ontwikkelde landen, maar doet zich als probleem ook steeds meer voor in ontwikkelingslanden. Inmiddels heeft meer dan anderhalf miljard mensen te maken met overgewicht, wat meer is dan het aantal dat lijdt aan ondervoeding. In 2030 zullen volgens het Trendscenario

naar verwachting chronische aandoeningen zoals cardio- vasculaire aandoeningen, kanker en diabetes wereldwijd de helft van alle sterfte veroorzaken (Mathers en Loncar, 2006). Ook in Afrika hebben deze ziektes dan met ruim 20% een prominente plaats ingenomen, naast de meer traditionele infectieziektes. Het voorkomen van zowel infectie als chronische ziektes staat ook wel bekend als de dubbele ziektelast (Gaziano, 2007).