• No results found

Technologie als actor in de Actor Netwerk Theorie

2. NIEUWE MEDIA & SOCIAL MEDIA PLATFORMS

3.3 Technologie als actor in de Actor Netwerk Theorie

De Actor Netwerk Theorie (ANT) benadert de sociale ruimte als een netwerk. Net als in het model van Boltanski en Thevenot laat de ANT zien dat gebruikers en content uit verschillende netwerken verbindingen met elkaar aangaan en zijn er transmutaties nodig om die verbindingen tot stand te laten komen. De actoren en het kunstobject moeten zich in elke verbinding opnieuw tot elkaar verhouden. In al die verbindingen

55

worden andere waarden aan het object toegeschreven en krijgt het andere betekenissen.

Het voordeel van de benadering vanuit een netwerkstructuur, is dat die overeen komt met de structuur van een platform. Een netwerk is het geheel van knooppunten en verbindingen tussen die knooppunten, die niet vaststaan maar continu in beweging zijn. De positie en het handelen van de actor wordt niet alleen bepaald door het netwerk waarin die zich begeeft, maar vooral door de verbindingen met andere actoren. Actoren met veel verbindingen zijn sterk vernetwerkt en hebben een sterkere positie. Op een platform werkt het precies zo.

Omdat de ANT ruimte biedt om de verbindingen tussen alle aanwezige

actoren op een social media platform te bestuderen, dus zowel gebruiker, content als technologie, lijkt dit de meest geschikte benadering om te onderzoeken hoe

gebruikers waarde toekennen op een platform. Ook volgens Van Dijck is de ANT het juiste analytische instrument om zowel de technologie zelf, als de integratie met menselijke interacties te begrijpen. De ANT kijkt namelijk naar het handelen van zowel personen, als niet-personen (Van Dijck 26-27). De theorie bestudeert welke actoren er betrokken zijn, welke mogelijkheden zij hebben, hoe zij in verbinding staan met andere actoren en welke functie ze hebben in het netwerk. Hoe kan de ANT worden gebruikt om erachter te komen wat er is veranderd in de manier waarop een kunstobject wordt beoordeeld in de nieuwe situatie?

In een online media omgeving zijn andere actoren aanwezig dan in de kunstwereld. Daardoor vernetwerken actoren zich anders en worden de meest stevige posities ingenomen door andere actoren. Het grootste verschil is de toevoeging van technologie als extra factor. De technologie faciliteert niet alleen de verbindingen tussen aanwezige actoren maar heeft een actieve rol in de totstandkoming van die verbindingen. In hoofdstuk 2 is duidelijk geworden dat de mogelijkheden die

gebruikers en content hebben om zich te verplaatsen en relaties met elkaar aan te gaan, zijn vastgelegd en worden gestuurd door de technologische structuur. Daarbij beheerst het platform alle metadata waarin de verbindingen en gebruikersacties zijn opgeslagen. Dat maakt het platform zelf de meest sterke actor binnen het netwerk, die invloed uitoefent op alle andere actoren.

56

In de oude situatie begeeft een kunstobject zich voornamelijk binnen het eigen netwerk. Hier worden de sterkste posities ingenomen door bijvoorbeeld erkende kunstenaars, kunstcritici en kunsthandelaren. Als een kunstenaar exposeert in een vooraanstaande galerie, dan versterkt dat zijn positie. Op een platform kan een kunstenaar of kunstobject zich veel breder vernetwerken. Het vernetwerken lijkt op het proces van consacreren uit de veldtheorie van Bourdieu, alleen kan de actor in een netwerk zelf meer invloed uitoefenen.

Een kunstenaar kan die invloed op een platform uitoefenen door verbindingen aan te gaan met andere actoren in de vorm van likes, reacties of door het delen van content. Al deze verbindingen worden door het platform vertaald en in een andere vorm weergegeven aan gebruikers. De algoritmen berekenen de sterkste posities, en die worden prominenter weergegeven. Zo versterkt de technologie de invloed van actoren.

Sommige actoren zijn sterk vernetwerkt en daarom belangrijke knooppunten, of passagepunten. Op een platform zijn dit influentials, die met hun vele volgers de zichtbaarheid van andere actoren een boost kunnen geven. Als een influential een verbinding met een kunstobject aangaat, bijvoorbeeld door het te delen, wordt de positie van het kunstobject versterkt zonder dat er een oordeel van een deskundige aan te pas is gekomen. Zo zijn de influentials een van de nieuwe ‘smaakmakers’ in de nieuwe omgeving. Een groot verschil is dat een influential op een platform geen wortels in de kunstwereld hoeft te hebben. Kunstenaars en kunstobjecten krijgen online dus te maken met andere passagepunten dan in de fysieke wereld. De translaties, de manieren waarop zij zich moeten aanpassen om zich te verplaatsen, veranderen daarmee ook.

Een ander mechanisme dat ten grondslag ligt aan het functioneren van een platform is de like-economy. Via sociale buttons stuurt het platform aan op zoveel mogelijk gebruikersacties, die nieuwe gebruikersdata opleveren en het platform waardevoller maken. Deze social production beïnvloedt de gebruikers in de verbindingen die zij aangaan. Een flauw, maar duidelijk voorbeeld om het verschil met de fysieke wereld aan te geven, is dat mensen op straat niet rondlopen en

hartjes of like-stickers plakken op alles dat ze leuk vinden. Als gevolg hiervan worden er dus andere relaties tussen actoren aangegaan op een platform.

57

De populariteit van actoren wordt digitaal gemeten op basis van deze relaties. Dit zijn kwantitatieve gegevens, in de vorm van het aantal connecties, views, likes en reacties, die voor een groot deel zijn opgeroepen via sociale buttons. In hoeverre geeft dat een realistisch beeld? De beperking van een button is dat het niet duidelijk maakt wat de werkelijke emotie is. Een like kan worden gegeven om tal van redenen, zoals medeleven, omdat iets grappig is of omdat iemand het belangrijk vindt. Een persoonlijke reactie wordt dus geabstraheerd tot een like, waarbij de achterliggende intentie verloren gaat. Op het moment van dit schrijven heeft Facebook net nieuwe buttons geïntroduceerd, waardoor gebruikers via buttons meer uitgesproken emoties, zoals grappig, boos, verbaasd of verdrietig, kunnen uiten. Dit geeft meer informatie, maar het zijn nog steeds geabstraheerde uitingen.

Verder is de technologie een sturend mechanisme omdat het netwerk aan gebruikers wordt getoond als een gepersonaliseerde omgeving, gebaseerd op eerder handelen en waarin bepaalde content wordt gepusht. De gebruiker belandt in een filter bubble en krijgt vooral te zien wat hij al kent en wat daar op lijkt. Daarbij wordt het beschikbare aanbod gestuurd door commerciële belangen, zoals bedrijven die producten aanbieden die passen bij het gebruikersprofiel. Door de invloed van technologie lijkt de wijze waarop gebruikers beoordelen op een platform gevoeliger voor manipulatie dan in een natuurlijk netwerk.

Door de gepersonaliseerde omgeving, hoeven verschillende netwerken helemaal niet met elkaar in aanraking te komen. Er ontstaan niches of sociale subgroepen, die zich binnen hun eigen subnetwerk met elkaar verbinden. Door middel van taste performance kunnen groepen zich onderscheiden en kunnen individuen zich met de subgroep identificeren.

De vraag is in hoeverre gebruikers zich laten sturen door de waardering van anderen. Aan de hand van de onderzochte theorie in deze studie kan daar geen antwoord op worden gegeven. Maar, in wetenschappelijk onderzoek gedaan naar downloadprogramma’s voor muziek vonden onderzoekers een substantiële sociale invloed op basis van wat gebruikers zagen hoe anderen een bepaald muzieknummer hebben gewaardeerd. Dit laat zien hoe culturele uitingen van individuen kunnen resulteren in aanzienlijke veranderingen binnen sociale netwerken waarin andere individuen betrokken zijn (Lizardo 215).

58

De ANT kijkt naar alle aanwezige actoren op een platform, maar heeft geen aandacht voor inhoud van de objecten en de verschijningsvorm, de interface, waarin de

content op het platform aan de gebruiker wordt gepresenteerd. Dit terwijl de context waarin objecten worden getoond juist zo belangrijk is op social media (Van Dijck 27- 28). De vormgeving van technologie kan gebruikers beïnvloeden, zo zijn er studies naar specifieke woorden en de kleur van buttons, waar gebruikers het meest geneigd zijn op te klikken. Ook zegt de ANT niets over de content, terwijl de inhoud een

belangrijke factor kan zijn bij het beoordelen van een object.