Sturing van de Unie in de Piedmont-regio

Het helpen van deserteurs was de verzetsdaad die ook veelvuldig buiten de kustgebieden gepleegd werd. In de Piedmont-regio weigerde een deel van de bevolking om dienst te nemen in het leger op basis van hun geloof, waardoor er een grote groep deserteurs zich in deze regio bevond. Daarnaast bevond de beruchte gevangenis te Salisbury zich in dit gebied, waardoor er een sterke animo was voor verzet door middel van ondersteuning aan ontsnapte gevangenen en deserteurs. De centrale counties waarin dit verzet plaatsvond, waren Wake, Yadkin, Stokes, Davidson, Forsyth en Guilford. Met uitzondering van Wake (waar de hoofdstad Raleigh zich bevindt) grenzen deze counties aan elkaar in de zogeheten Quaker Belt, dat vlak boven Salisbury lag. In Davidson County gaf Jackson M. Jones hulp aan een groep ontsnapte gevangenen uit Salisbury: ‘At one time, in 1864 the latter part of the year, there was a general escape of federal prisoners from the prison at Salisbury N.C. Three of the prisoners came to my house and stayed there three days and nights. I fed them all that time and gave one of them a pair of sloves as he was barefooted.’219 Jones was lid van de Heroes

of America en kende andere leden in zijn omgeving, zoals Philip Ball en Charles Long. Long had een van zijn zonen geholpen om dienst te nemen in het leger van de Unie en hielp ook ontsnapte gevangenen: ‘(I) Fed union soldiers whenever I had the chance.’220 Phillip Ball droeg ook bij aan de verzorging van gevangenen en deserteurs. Tevens getuigde hij voor zijn buurman Joseph B. Leonard, die uit het Zuidelijke leger deserteerde en vluchtte naar Indiana: ‘I was threatened frequently, abused and threatened with death and punishment from the first of the war until I left and went through the lines.’221 In de Carolina Watchman van 18 juli 1864 stond een artikel van Blair H. Eans, waarin hij zijn voormalige lidmaatschap van de organisatie verwierp en beschreef hoe de Heroes of America werkte. Hij gaf aan dat hij bezoek kreeg van ontsnapte gevangenen: ‘The night that the two escaped yankee prisoners came to my house, they told me that they had heard that I was a good Union man, and that

218 Edwin W. Besch, U.S. Colored Troops Defeat Confederate Cavalry: Action at Wilson’s Wharf, Virginia, 24 May 1864 (Jefferson: McFarland & Co. Inc., 2017), 19.

219 United States National Archives, Southern Claims Commission, North Carolina, Davidson County, Jackson M. Jones, 12.

220 United States National Archives, Southern Claims Commission, North Carolina, Davidson County, Charles Long, 10.

221 United States National Archives, Southern Claims Commission, North Carolina, Davidson County, Joseph B. Leonard, 11.

59

they wanted me to put them in the way to get along.’222 Deze beschrijving doet vermoeden dat ontsnapte gevangenen via een netwerk geleid werden, waarin ze van plaats naar plaats informatie kregen over wie ze konden vertrouwen in de volgende locatie. De eerder genoemde Samuel D. Yokely gaf nader aan hoe hij ontsnapte gevangenen hielp om een vergelijkbare route naar Pennsylvania te maken:

‘I Did, I think in the fall of 1863, some yankee prisoners 2 in number came to my house who had escaped from the can, who had been prisoners in the State of Virginia and were being carried to the Prison at Salisbury N.C. They remained at my house some three days, I kept them concealed and protected them. They were endeavoring to make their escape through the lines to the State of Pennsylvania. I had provisions prepared for them, to eat on their journey. They had on their federal uniform. I told them it would be safer for them to travel in citizens clothes. I had my sons to exchange clothing with them. They were entire strangers.’223

In de anekdoten van de inwoners van Davidson County worden duidelijke voorbeelden gegeven van hoe men deserteurs en ontsnapte gevangenen hielp. Hoewel dit in principe niet in samenwerking ging met de legerleiding van de Unie, zijn er wel degelijk aanwijzingen te vinden dat er sprake was van coördinatie vanuit deze leiding, zij het minder direct als in de kustgebieden. Zo zijn er twee aanwijzingen waaruit blijkt dat leden van de Heroes of

America contact hadden met het leger van de Unie tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog: één in verband met de symboliek van de organisatie en één in verband met de verspreiding van de uit Philadelphia afkomstige Union League.

Joseph Fisher uit Rowan County was lid geworden van de Heroes of America in 1864 en beschermde samen met andere leden unionisten in de omgeving tegen represailles van vijandige buurtgenoten. Toen generaal Stonemans troepen in 1865 de County binnenvielen en de Zuidelijke rebellen verdreven, werden de huizen van inwoners doorzocht op mogelijke goederen die het leger kon gebruiken. Lastdieren als paarden en ezels, gewassen als

aardappels, rijst en graan en luxegoederen als koffie, tabak en specerijen werden ingenomen door de Noordelijke soldaten. Fisher getuigde dat zijn lidmaatschap van de Heroes of

America effect had op de manier waarop hij behandeld werd door de troepen: ‘I had my sign, the “Red String”, on hand and as soon as I produced it when Gen. Stoneman came into the

222 Blair H. Eans, “For the Watchman,” The Carolina Watchman, juli 18, 1864, 4.

223 United States National Archives, Southern Claims Commission, North Carolina, Davidson County, Samuel D. Yokely, 13.

60

county with his army, I was all right and weary each soldier and officer who stopped at my house treated me and my family very kindly.’224 Hiermee impliceert Fisher dat de symbolen van de Heroes of America, zoals het rode lint, bekend waren bij het leger, wat alleen

mogelijk zou zijn geweest als er voorafgaand aan de komst van Stonemans troepen al contact geweest is tussen leden van de Heroes of America en het leger van de Unie.

Een tweede aanwijzing is te vinden in de verspreiding van de Union League in North Carolina. Deze organisatie was in 1862 opgericht in Philadelphia en diende als een

supportgroep voor het beleid van Lincoln, de Republikeinse Partij, unionisten en de Unie zelf. De Union League verspreidde zich snel in het Noorden en in de Zuidelijke staten met de troepen mee. Inwoners van Zuidelijke staten konden lid worden om in contact met andere unionisten te komen en daarmee elkaar te ondersteunen tegen mogelijk politieke represailles van voormalige rebellen. Zowel zwarte als witte inwoners konden lid worden van de Union League. In Orange County waren Daniel Ferry en jordan Weaver, beiden zwart, lid geworden van deze groep. Weaver gaf dit aan toen hij sprak over waarom hij na de oorlog bedreigd werd: ‘I have never been threatened, except with whipping by the Ku Klux, about two years ago. I was told that was threatened on account of my being a member of the union League of America.’225 Opvallend genoeg was een significant deel van de leden van de Union League in de Piedmont-regio ook lid van de Heroes of America, zoals Tandy Kiser uit Forsyth County en Rueben G. Tilley uit Stokes County. Kiser beschreef beide organisaties in dezelfde zin: ‘I belonged to the “Union League” and the “Red Strings” and talked and did all I could for the union cause.’²²⁶ Tilley benadrukte echter een opmerkelijk aspect van zijn lidmaatschap. Zo gaf een van zijn getuigen het volgende aan: ‘I knew that the claimant did all he could to aid the union cause. During the war, he belonged to the Red Strings and the Union League, I was a member and saw him in the meetings.’227 Zowel de getuige als Tilley waren dus lid van de Union League ”during the war”, waaruit geconcludeerd kan worden dat deze organisatie via de informatielijnen tussen de Heroes of America en de Unie al tot stand gekomen is in de Piedmont-regio. Deze hypothese wordt versterkt door het feit dat op 4 juli 1865 meer dan 2.000 leden van de Union League in Raleigh marcheerden tijdens de

224 United States National Archives, Southern Claims Commission, North Carolina, Rowan County, Joseph Fisher, 17-18.

225 United States National Archives, Southern Claims Commission, North Carolina, Orange County, Jordan Weaver, 24.

226 United States National Archives, Southern Claims Commission, North Carolina, Forsyth County, Tandy Kiser, 9.

227 United States National Archives, Southern Claims Commission, North Carolina, Stokes County, Rueben G. Tilley, 19-20.

61

onafhankelijkheidsviering van het land. Dit was drie maanden na de laatste overgave van de rebellen in North Carolina, wat onwaarschijnlijk weinig tijd is om meer dan 2.000 leden te vergaren voor een organisatie. Een eerdere komst van de Union League tijdens de laatste jaren van de oorlog is daarom een logische conclusie, ondersteund door de eerder genoemde anekdoten, en een aanwijzing voor contact tussen de Unie en de Heroes of America.