• No results found

Strategisch grondwaterbeheer

In document Waterplan Gelderland 2010-2015 (pagina 109-112)

4 Het Gelderse waterbeleid

5.1 Strategisch grondwaterbeheer

Het grondwaterbeleid in dit Waterplan Gelderland is gelijk aan het beleid uit het WHP3, waarbij in dit Waterplan Gelderland extra aandacht wordt besteed aan bodemenergiesystemen.

Voor alle grondwateronttrekkingen geldt dat het grondwater eff ectief en effi ciënt moet worden ingezet (niet meer onttrekken dan noodzakelijk is). Verder dient schade aan andere belangen zoveel mogelijk te worden voorkomen. Als dat niet kan, dient schade zoveel mogelijk te worden beperkt of gecompenseerd en anders te worden vergoed. Bij aanvragen om nieuwe onttrekkingen of uitbreiding van bestaande onttrekkingen is de functiekaart van dit Waterplan Gelderland met bijbehorend beleid, leidend. Ook wordt bij de boordeling van de vergunningaanvraag rekening gehouden met het GGOR.

Met name mogen onttrekkingen het behalen van de natuurdoelen niet in de weg staan. Dit betreft de natte parels, de natte landnatuur, de HEN- en SED-wateren. Tevens dient aandacht te worden besteed aan Natura 2000-gebieden en de Ecologische Hoofdstructuur. Voor de Natura 2000-gebieden worden beheerplannen opgesteld. In deze beheerplannen wordt opgenomen welke ingrepen in en rondom het betreff ende Natura 2000-gebied al dan niet mogelijk zijn. Deze beheerplannen zijn bepalend voor de afweging of een vergunning verleend kan worden. Indien schade kan worden toegebracht aan gebieden die een natte natuurfunctie hebben en indien ernstige zettingsschade kan optreden, zal in het uiterste geval de vergunning worden geweigerd. Dit kan echter veelal worden voorkomen door een goede locatiekeuze, dan wel door toepassing van mitigerende maatregelen. Drinkwatervoorziening en natuur kunnen ruimtelijk goed worden gecombineerd, omdat beide functies extra bescherming behoeven. Een slimme locatiekeuze van de ont-trekkingen moet dan wel voorkomen dat er kwantitatieve problemen voor de natuurfunctie ontstaan. Met de komst van de Waterwet wordt het operationele grondwaterbeheer opgedragen aan de waterschappen en daarmee ook de vergunningverlening voor grondwateronttrekkingen. Alleen voor de onttrekkingen voor de openbare drinkwatervoorziening,

bodemenergiesystemen en industriële onttrekkingen met een vergunningruimte van meer dan 150.000 m3 per jaar blijft de provincie bevoegd gezag. Ter voorbereiding hierop zijn de

vergunningen voor permanente onttrekkingen geactualiseerd. Hierbij is extra aandacht besteed aan de onttrekkingen in optimaliseringsgebieden. Dit betekent dat eventuele overruimte is ingenomen, dat is beoordeeld of sprake is van hoogwaardig gebruik en dat is beoordeeld of de eff ecten van de winningen op hun omgeving niet in strijd zijn met de beleidsdoelstellingen uit het WHP3.

Kaart 15: optimaliseringsgebieden

In onze Waterverordening provincie Gelderland kunnen wij met het oog op een

samenhangend en doelmatig regionaal waterbeheer regels stellen (instructiebepalingen) voor die onttrekkingen die over gaan naar de waterschappen. Wij zijn hierbij uitgegaan van het principe om geen instructiebepalingen op te nemen tenzij provinciale

beleidsdoelstellingen in gevaar kunnen komen. De provincie neemt alleen een instructiebepaling op ten aanzien van de registratie van onttrekkingen. Optimaliseringsgebieden

In het WHP3 zijn zogenaamde optimaliseringsgebieden bepaald op basis van een analyse van de grondwaterbalans, gecombineerd met de in de gebieden gelegen natte natuurfuncties. Er zijn twee optimaliseringsgebieden; ‘Oost- en Zuid-Veluwe’ en ‘de Graafschap’, zie kaart 15. Dit zijn de gebieden die extra gevoelig zijn voor grondwateronttrekkingen.

Grondwateronttrekkingen in deze gebieden kunnen enerzijds natuurfuncties schaden en anderzijds grondwateroverlast beperken. Door de klimaatsverandering kan de grondwater- stand midden op de Veluwe de komende decennia met enkele meters stijgen. Een toename van grondwateroverlast in de stedelijke gebieden aan de randen van de Veluwe is daarom te verwachten.

De optimaliseringsgebieden blijven in dit Waterplan Gelderland gehandhaafd en daar geldt het volgende aanvullende beleid.

Voor drinkwatervoorziening: netto minder onttrekking en/of verschuiving van onttrekkingen naar andere locaties die minder of geen schade aan natuurfuncties veroorzaken (eventueel ook buiten het optimaliseringsgebied) of naar locaties waar grondwateroverlast kan worden beperkt. Netto toename van onttrekkingshoeveelheden wordt niet toegestaan. In de overeenkomst tussen provincie en Vitens wordt hieraan invulling gegeven.

optimaliseringsgebied basisbeleid

onttrekking openbare drinkwatervoorziening industrieonttrekking >150.000m3 per jaar bodemenergiesysteem

blauwe motor /

Voor industrie: uitbreiding van onttrekkingen en nieuwe onttrekkingen moeten voldoen aan een strengere eis dan in de andere gebieden van Gelderland (bijvoorbeeld ook technieken toepassen die een langere terugverdientijd hebben). Tevens wordt bezien of mitigerende maatregelen mogelijk zijn. Voor nieuwe onttrekkingen wordt bekeken of via een goede locatiekeuze tevens kan worden bijgedragen aan de bestrijding van grondwateroverlast. Uit het voorgaande blijkt dat de optimaliseringsgebieden meer richtinggevend zijn voor de drinkwatervoorziening dan voor de industrie. De reden hiervoor is dat de onttrekkingen voor de drinkwatervoorziening relatief gemakkelijker zijn aan te passen omdat deze veelal via een leidingnet zijn (of kunnen worden) gekoppeld. Industriële onttrekkingen hebben geen onderling leidingnet. Bovendien is het waterbedrijf een semioverheidsinstelling en neemt het wat betreft de drinkwatervoorziening geen concurrerende positie in. Dit betekent niet dat geen rekening wordt gehouden met de kosteneff ectiviteit van het waterbedrijf, maar wel dat het niet uitgesloten is dat het waterbedrijf een onttrekking uit bedrijfsmatig oogpunt niet altijd op de meest optimale locatie zal kunnen plegen.

In de blauwe motoren geldt dat gewaakt moet worden voor cumulatie van eff ecten, waardoor benedenstrooms schade ontstaat door bijvoorbeeld vermindering van de kweldruk. De blauwe motoren zijn daarom ook op kaart 15 aangegeven. Het cumulatieve eff ect is bij de beoordeling van vergunningsaanvragen slechts in beperkte mate mee te nemen, omdat de eff ecten per onttrekking slechts gering zijn. Het cumulatieve eff ect wordt met name meegenomen bij de ontwikkeling van gebiedsvisies en gebiedsprocessen.

Grondwater voor drinkwaterbereiding

Grondwater is de voornaamste bron van drinkwater en mag worden ingezet voor

hoogwaardige industriële toepassingen. Van hoogwaardig gebruik is sprake wanneer het onttrokken grondwater wordt gebruikt voor menselijke consumptie of het water in direct contact komt met producten die bedoeld zijn voor menselijke consumptie. Een criterium hierbij is dat het te benutten water moet voldoen aan de Warenwet of aan Europese richtlijnen over de volksgezondheid.

Gelderland kiest ervoor om ook op lange termijn drinkwater volledig uit grondwater te bereiden. Grondwater is het best te beschermen voor dit doel. Er is -mits zorgvuldig beheerd- ook op lange termijn voldoende van aanwezig. Een zorgvuldige keuze van de plekken waar onttrekkingen plaatsvinden en van de hoeveelheid die per locatie mag worden onttrokken, helpt mee om andere doelen van duurzaam waterbeheer - zoals verdrogingsbestrijding en bestrijding van grondwateroverlast - te realiseren.

Gemiddeld wordt per jaar circa 140 miljoen m3 ten behoeve van de drinkwatervoorziening

onttrokken. De industrie onttrekt circa 40 miljoen m3 per jaar. Een wezenlijke toename

van deze hoeveelheden is niet te verwachten omdat tegenover uitbreiding van de bevolking en nieuwe industrie, voldoende waterbesparende innovaties staan. Voor de grondwateronttrekkingen in Gelderland gelden als plafonds 170 miljoen m3 water per jaar

voor de drinkwatervoorziening en 85 miljoen m3 per jaar voor de industrie. Deze plafonds

dienen als graadmeter voor de onttrokken hoeveelheden grondwater in Gelderland. Als meer grondwater wordt onttrokken dan de genoemde plafonds, doet dit te veel schade aan andere belangen. Aangezien er geen verdere groei van de totale onttrekkingen is, zullen de plafonds naar verwachting zelfs voor de lange termijn geen problemen opleveren voor de drinkwatervoorziening of de industrie.

Het drinkwaterbedrijf levert ook water voor industriële doeleinden. De provincie verwacht dat het drinkwaterbedrijf als semioverheid mede bevordert dat het door haar geleverde water eff ectief en effi ciënt door de industrie wordt gebruikt.

In de afgelopen planperiode hebben Gelderland en Vitens gezamenlijk een traject doorlopen om te komen tot een overeenkomst, waarin een lange termijn visie wordt afgesproken voor de drinkwaterwinning in Gelderland. Hierbij is voor elke winning afgesproken of, en zo

ja op welke wijze de betreff ende winning kan worden voortgezet. In de planperiode zullen vergunningen hierop worden aangepast.

Bodemenergiesystemen

Wij willen dat bodemenergiesystemen een maximale bijdrage leveren aan de vermindering van kooldioxide en stikstofoxiden (uitvoering Verdrag van Kyoto). In de afgelopen

planperiode hebben bodemenergiesystemen een grote vlucht genomen. Deze systemen kunnen bijna in heel Gelderland worden toegepast, behalve op locaties waarbij de reistijd van een waterdruppel tussen de lokatie van de bronnen van de bodemenergiesystemen en de drinkwateronttrekkingsputten minder is dan 25 jaar. Voor de drinkwaterwinningen Nieuwe Marktstraat te Nijmegen en Vierakker te Zutphen wordt dit versoepeld tot de 10 jaarszone vanwege de vooorgenomen sluiting van die winningen binnen de planperiode. Om een aanvraag voor vergunning eenvoudiger te maken, zullen wij kaarten maken waarop de gebieden met een reistijd van 25 en 10 jaar zijn weergegeven. Wij stimuleren samenwerking tussen de verschillende marktpartijen om collectieve of geclusterde systemen aan te leggen. Gemeenten stimuleren wij actief om voor gebieden met een grote energievraag via masterplannen de ondergrond dusdanig te ordenen dat zoveel mogelijk energieopslag kan worden toegepast. Daarnaast zal worden nagegaan in hoeverre bodemverontreiniging niet een beperkende factor hoeft te zijn, maar mee kan koppelen met deze initiatieven. Hiertoe wordt in het kader van het Programma Ondergrond een afwegingskader ontwikkeld. Doorlevering van industriewater

Bedrijven die grondwater gebruiken moeten elk afzonderlijk een vergunning hebben. Doorlevering van het ene bedrijf aan het andere, als ware de onttrekker een waterbedrijf, is niet toegestaan omdat een eff ectief en effi ciënt gebruik van het grondwater dan niet te controleren en te handhaven is. De provincie accepteert het beperkte aantal, bestaande, gevallen. Hergebruik van onttrokken grondwater valt niet onder doorlevering. Hergebruik van water kan een zinvolle bijdrage leveren aan waterbesparing.

Procedurele aspecten

Grondwateronttrekkingen die leiden tot verplaatsing van grondwaterverontreinigingen moeten op grond van artikel 28 van de Wet bodembescherming gemeld worden bij het bevoegde gezag (provincie en de gemeenten Arnhem en Nijmegen). Dit geldt ook voor niet- vergunningplichtige onttrekkingen.

In document Waterplan Gelderland 2010-2015 (pagina 109-112)