• No results found

Inzet van oppervlaktewater voor de openbare drinkwatervoorziening In Gelderland wordt ook oppervlaktewater ingezet voor de openbare drinkwatervoorziening.

In document Waterplan Gelderland 2010-2015 (pagina 100-102)

4 Het Gelderse waterbeleid

4.5 Stedelijk gebied Doel stedelijk gebied

4.6.3 Inzet van oppervlaktewater voor de openbare drinkwatervoorziening In Gelderland wordt ook oppervlaktewater ingezet voor de openbare drinkwatervoorziening.

Dit gebeurt op twee manieren:

• ter compensatie van nadelige eff ecten op natte natuur als gevolg van onttrekking van grondwater voor de openbare drinkwatervoorziening;

• winning van water uit de Afgedamde Maas voor de drinkwatervoorziening van grote delen van Zuid-Holland.

Compensatie van eff ecten

Compensatie van nadelige eff ecten gebeurt bij de drinkwaterwinning bij pompstation Epe. Hiertoe wordt het water van de Klaarbeek en Verloren Beek op de Veluwe geïnfi ltreerd. Rekening wordt gehouden met een grotere inzet van oppervlaktewater. Voor pompstation Epe wordt het concept van de “Blauwe Bron” nader uitgewerkt. Het idee is dat meer water uit het stroomgebied van de Grift zal worden ingezet voor de compensatie van nadelige eff ecten. Hiertoe zullen de schoonste beken ten noorden van Apeldoorn op de Grift worden aangesloten en de overige op het Apeldoorns kanaal. Voor de verdere invulling hiervan zal het drinkwaterbedrijf Vitens een mer-studie uitvoeren.

Het Blauwe Bron concept biedt tevens goede kansen voor ontwikkeling van natuur in en langs de Grift.

Voor pompstation Schalterberg is inzet van water uit het 1e pand van het Apeldoorns

Kanaal in voorbereiding. Hiervoor wordt in opdracht van het drinkwaterbedrijf een mer- studie uitgevoerd waarin het nut en mogelijke inrichtingsvarianten voor infi ltratie van oppervlaktewater worden onderzocht.

Ook is inzet van oppervlaktewater vanuit de HEN-wateren in de Havikerwaard in overweging voor compensatie van eff ecten van pompstation Ellecom.

Winning van water voor de drinkwatervoorziening

Bij het innamepunt Brakel wordt water onttrokken uit de Afgedamde Maas voor de

drinkwatervoorziening van grote delen van Zuid-Holland. De Afgedamde Maas wordt gevoed door de Beneden Maas en de Bommelerwaard.

Vanwege de onttrekking van oppervlaktewater voor de drinkwatervoorziening is de Beneden Maas nu aangewezen als oppervlaktewaterlichaam voor menselijke consumptie (NL 94_5) en opgenomen in het register Beschermde gebieden. In het Nationaal Waterplan is aan de Afgedamde Maas de functie “beschermingszone innamepunt” toegekend en deze beschermingszone is in het Beheerplan voor de Rijkswateren (BPRW) vastgelegd. In het BPRW introduceert Rijkswaterstaat de beschermingszones rondom de innamepunten als aanvulling op het bestaande beheer. Deze zones zijn gedefi nieerd als gebieden waar calamiteiten binnen een korte tijd een risico kunnen vormen voor de drinkwaterwinning. In deze 6-uurs beïnvloedingszones worden verscherpte afspraken gemaakt in

calamiteitenplannen.

Net als bij de grondwaterlichamen moet voorkomen worden dat de kwaliteit achteruitgaat van de oppervlaktewaterlichamen waaruit water wordt onttrokken dat bestemd is voor menselijke consumptie. De kwaliteit van het water moet voldoen aan de eisen die daaraan door de KRW zijn gesteld (BKMW 2009, art. 12).

In WHP3 gold beschermingsbeleid voor de Bommelerwaard omdat deze afwatert op de Afgedamde Maas. Het beschermingsbeleid bestond uit het op vrijwillige basis stimuleren van maatregelen om aanwezige emissies te verminderen. In dit Waterplan Gelderland is dit beleid vervallen.

De provincie geeft samen met de gemeenten Zaltbommel en Maasdriel en het Waterschap Rivierenland uitvoering aan de reconstructie van de glastuinbouw en de paddenstoelenteelt in de Bommelerwaard. Bij die reconstructie zijn de eff ecten van de glastuinbouw op de oppervlaktewaterkwaliteit een belangrijke sturende factor. De provincie zet daarom binnen haar mogelijkheden het ruimtelijke spoor in om te bereiken dat nieuwe glastuin- bouwgebieden op die locaties geplaatst worden waar deze het minste eff ect op de waterkwaliteit hebben.

Deze aanpak via het ruimtelijke spoor zal echter naar verwachting geen volledige oplossing kunnen bieden voor het behalen van een voldoende oppervlaktewaterkwaliteit in de Bommelerwaard. Voor het behalen van de gewenste oppervlaktewaterkwaliteit in de Bommelerwaard en de Afgedamde Maas is ook de inzet van de waterbeheerders, Rijkswaterstaat en Waterschap Rivierenland, noodzakelijk. Deze hebben daarvoor een eff ectiever waterinstrumentarium.

Voor de bestaande glastuinbouw of herstructurering daarvan zijn aanvullende en meer directere eff ecten te verwachten van het Besluit Glastuinbouw. Vanaf 2010 zal het Besluit glastuinbouw gefaseerd worden aangescherpt. In 2027 dient de emissie van schadelijke stoff en vanuit glastuinbouwbedrijven tot vrijwel nul te zijn gereduceerd.

Voor het innamepunt Brakel zal een zogenoemd gebiedsdossier worden opgesteld. Over de rolverdeling bij het opstellen en onderhouden van gebiedsdossiers in brede zin worden, zoals aangegeven in het Nationaal Waterplan, voor het eind van 2009 afspraken gemaakt tussen Rijk, provincies, gemeenten, waterbeheerders en drinkwaterbedrijven. Het voortouw

hiervoor ligt bij VROM. Bij het opstellen van het gebiedsdossier zullen de belanghebbende partijen (gemeenten, waterbeheerders, provincies, drinkwaterbedrijf) betrokken moeten zijn.

Functiebeschrijving

Voor het onderwerp drinkwatervoorziening is op de functiekaart de functie ‘oppervlaktewater voor drinkwater’ opgenomen. Onderstaand volgt de beschrijving van deze functie.

Functie: Oppervlaktewater voor drinkwater

De functie ‘oppervlaktewater voor drinkwater’ geldt voor die regionale wateren van waaruit oppervlaktewater (indirect) wordt ingezet voor de drinkwaterproductie. Het betreft de wateren in het stroomgebied van de Klaarbeek op de Oost-Veluwe, het 1e pand

van het Apeldoorns Kanaal, de watergangen in het stroomgebied van de Grift en de oppervlaktewateren van de Havikerwaard, zie kaart 11.

De bescherming van oppervlaktewater dat (indirect) wordt benut voor de openbare drinkwatervoorziening wordt via twee sporen vorm gegeven:

• planologische bescherming waarbij ruimtelijke ontwikkelingen met een hoog vervuilingsrisico worden geweerd of slechts onder strikte voorwaarden mogen

plaatsvinden. Dit is aan de orde in het stroomgebied van de Klaarbeek. De bescherming valt samen met de bescherming als HEN-water;

• op vrijwillige basis worden maatregelen gestimuleerd om aanwezige emissies te

verminderen. In het stroomgebied van de Klaarbeek is de huidige milieudruk acceptabel. De inrichting en het beheer van het watersysteem is gericht op:

• de realisatie van de streefwaarden uit het BKMW 2009, art. 12, als aanvulling op de normenset conform het Infi ltratiebesluit (indien sprake is van infi ltratieterugwinning); • realisatie van voldoende en constante toevoer van oppervlaktewater.

Voor het 1e pand van het Apeldoorns Kanaal, de watergangen in het stroomgebied van

de Grift en de oppervlaktewateren van de Havikerwaard wil de provincie samen met de betreff ende gemeenten, waterschappen en het drinkwaterbedrijf Vitens uitwerken op welke wijze de bescherming van deze wateren vormgegeven kan worden. Wij willen dit in 2011 afgerond hebben.

4.7 Zwemwater

In document Waterplan Gelderland 2010-2015 (pagina 100-102)