• No results found

Sprengen en Beken, wateren van het Hoogste Ecologische Niveau (HEN en wateren met een Specifi eke Ecologische Doelstelling (SED)

In document Waterplan Gelderland 2010-2015 (pagina 81-85)

4 Het Gelderse waterbeleid

4.4 Natte natuur

4.4.2 Sprengen en Beken, wateren van het Hoogste Ecologische Niveau (HEN en wateren met een Specifi eke Ecologische Doelstelling (SED)

Doel HEN- en SED-wateren

Het veiligstellen en ontwikkelen van de HEN- en SED-wateren conform de streefbeelden uit de provinciale Waterwijzers en de Streekplanuitwerking Kernkwaliteiten en omgevingscondities van de Gelderse EHS, rekening houdend met cultuurhistorische waarden.

Termijnen 2027

• Maatregelen voor realisatie ecologische doelen voor SED-wateren zijn uitgevoerd. 2015

• Maatregelen voor realisatie ecologische doelen voor HEN-wateren zijn uitgevoerd. 2013

• Sprengen en Bekenprogramma afgerond. 2015

• Restopgave Sprengen en Bekenprogramma in beeld. Uitvoering

De planperiode van dit Waterplan Gelderland staat in het teken van de uitvoering van de resterende maatregelen voor het herstel van de HEN-wateren en de afronding van het Sprengen en Bekenprogramma. Daar waar zich mogelijkheden voordoen worden ook SED- wateren hersteld.

Voor de uitvoering van acties in de planperiode ziet de provincie de volgende taakverdeling: • de provincie

o stimuleert de sanering van puntlozingen (riooloverstorten, RWZI’s) op SED-wateren via de subsidieregeling Vitaal Gelderland;

o draagt fi nancieel bij aan herstel van de HEN-wateren in Rivierenland en aan beek- herstel, waaronder HEN- en SED-wateren, via het Sprengen en Bekenprogramma; o neemt in de verordening op basis van de Wro de gewenste ruimtelijke bescherming tegen rode ontwikkelingen rondom de HEN-wateren op. Tot dat de verordening in werking is getreden zal daar waar nodig een reactieve aanwijzing op basis van de Wro worden ingezet.

• de waterschappen

o werken, voorzover nog niet gebeurd, de streefbeelden uit de Waterwijzers en de Streek- planuitwerking Kernkwaliteiten en omgevingscondities van de Gelderse EHS uit per watertype voor de kleinere HEN-wateren (niet zijnde waterlichamen), en stellen dit bestuurlijk vast. De uitwerking betreft ecologie, morfologie, hydrologie en water- kwaliteit. De uitgewerkte streefbeelden worden aan de provincie voorgelegd ter instemming;

o stellen voor de nog te herstellen sprengen en beken van het Sprengen en Beken- programma per (cluster van) beken Beheer en Onderhouds Plannen op die in overeen- stemming zijn met de uitgewerkte streefbeelden;

o voeren de benodigde waterhuishoudkundige maatregelen uit voor herstel van de HEN- en SED-wateren, danwel beekherstel vanuit Sprengen en Beken programma o brengen de restopgave voor het Sprengen en Bekenprogramma in beeld.

• de terreinbeheerders

o voeren in voorkomende gevallen hun deel van de werkzaamheden voor herstel van de HEN- en SED-wateren uit.

• de gemeenten

o werken in de bestemmingsplannen het ‘nee, tenzij-principe’ uit voor de HEN-wateren. Toelichting

De HEN- en SED-wateren zijn de meest waardevolle oppervlaktewateren binnen Gelderland. Deze wateren stellen hoge eisen aan met name morfologie, waterkwaliteit, watervoerendheid en stroming. In HEN-wateren komen zeldzame tot zeer zeldzame soorten voor en de ecologische processen zijn er het meest natuurlijk. De SED-wateren kennen enige humane beïnvloeding, maar zijn ecologisch gezien nog steeds veel waardevoller dan wateren van het basisniveau.

Voor de ligging van deze wateren wordt verwezen naar kaart 10. In bijlage 2 is een lijst met namen van deze wateren opgenomen met de bijbehorende watertypen ontleend aan de Waterwijzers en, voor zover van toepassing, de KRW.

Ecologische doelen

Een aantal HEN- en SED-wateren is tevens waterlichaam in het kader van de KRW. Voor deze wateren zijn ecologische doelen vastgesteld conform de KRW-systematiek. Dit is gebeurd aan de hand van maatlatten voor macrofauna, fytoplankton, vissen en waterplanten. In een aantal gevallen ligt het ecologische doel lager dan de huidige situatie. In de functiebeschrijving van de HEN-wateren is beschreven dat voor de HEN (en SED)-wateren ten minste stand-still van de huidige situatie geldt. Deze beleidslijn wordt vanuit WHP3 doorgetrokken. Dus ondanks dat in een aantal gevallen het KRW-doel reeds (meer dan) gehaald is, is de opgave voor deze wateren het totaalbeeld van de huidige situatie niet te laten verslechteren.

Voor de HEN- en SED-wateren die géén waterlichaam zijn, zijn concrete ecologische doelen conform de KRW-systematiek op dit moment niet goed te bepalen. Wel zijn voor de beschrijving van de optimale situatie streefbeelden te beschrijven. Hiertoe zijn de Waterwijzers6 beschikbaar. De Waterwijzers zijn opgesteld als handreiking voor behoud

en herstel van de HEN- en SED-wateren. De bedoeling van de Waterwijzers is een goede leefomgeving te realiseren waar een gezonde populatie van doelsoorten duurzaam zou kunnen leven. In de Streekplanuitwerking Kernkwaliteiten en omgevingscondities van de Gelderse Ecologische Hoofdstructuur is een beschrijving van de doeltypen voor de HEN- wateren opgenomen.

De Waterwijzers geven op provinciaal niveau streefbeelden voor de gewenste habitat. De regionale verschillen per watertype zijn echter vaak zo groot dat een nadere uitwerking van de Waterwijzers per watertype of zelfs per water nodig is ten behoeve van een verantwoord behoud, herstel, beheer en onderhoud. De provincie verwacht van de waterschappen deze nadere uitwerking van de streefbeelden uit de Waterwijzers voor alle HEN- en SED-wateren. Voor een groot deel is dit reeds gebeurd in het KRW-proces. Voor die wateren waarvoor dit nog niet heeft plaatsgevonden wordt het streefbeeld per watertype of (een deel van een) water nader uitgewerkt in een specifi eke rapportage of als onderdeel van het GGOR-proces. Het resultaat wordt bestuurlijk vastgesteld door het waterschap. In geval van uitwerking via het GGOR-proces wordt de uitwerking vastgelegd in het beheerplan. Het beleid van de provincie voor de HEN- en SED-wateren is de streefbeelden zo dicht mogelijk te benaderen. De streefbeelden dienen als uitgangspunt voor herstelprojecten en beheer en onderhoud.

6 Waterwijzer, Ecologische profi elen van waternatuur in Gelderland. Deel A: Stromende wateren. Provincie

Gelderland, januari 2002 en Waterwijzer, Ecologische profi elen van waternatuur in Gelderland. Deel B: Stilstaande

Kaart 10: waternatuur (HEN- en SED-wateren)

Bij het herstel gaat het om het totaalbeeld. Dit betekent dat zowel herstel van de waterhuis- houdkundige situatie (kwantiteit) wordt nagestreefd, als herstel van de waterkwaliteit en ecologie (kwaliteit). Het is mogelijk dat bij herstelmaatregelen verschuivingen optreden in de biologische groepen macrofauna, waterplanten, fytoplankton en vissen.

In 2015 moeten de maatregelen voor herstel van de HEN-wateren uitgevoerd zijn.

Maatregelen voor herstel van SED-wateren kunnen meeliften met gebiedsontwikkelingen, maar zijn uiterlijk 2027 uitgevoerd.

Herstel maatregelen

In WHP3 is voor het herstel van de waterkwaliteit van de HEN-wateren ingezet op de sanering van de puntbronnen, de resterende riooloverstorten op deze wateren. Deze saneringsoperatie is succesvol verlopen, alle resterende lozingen zijn gesaneerd. Voor de SED-wateren

stimuleert de provincie de sanering van riooloverstorten, voor zover dat een eff ectieve maatregel is. Uit een brede waterkwaliteitsspooranalyse, voorafgaand aan de sanering van de riooloverstort, zal moeten blijken of dit zo is. Het waterschap neemt hiervoor het initiatief. Via de subsidieregeling Vitaal Gelderland komt sanering van dergelijke overstorten voor subsidie in aanmerking. Ook een aantal specifi ek in het PMJP benoemde extra

zuiveringstrappen op RWZI’s komt via Vitaal Gelderland voor subsidie in aanmerking. Voor het herstel van sprengen en beken rond de Veluwe en in de Achterhoek stimuleert de provincie de uitvoering van herstelmaatregelen via het Sprengen en Beken programma, onderdeel van het PMJP. Het betreft voornamelijk HEN- en SED-wateren. Voor dat tot herstel wordt overgegaan, wordt door de waterschappen een beheer- en onderhoudplan (BOP) opgesteld. Op basis van dit BOP wordt subsidie toegekend. Het BOP moet zodanig uitgewerkt zijn dat duidelijk is dat door de uitvoering van de maatregelen uit het BOP het gewenste streefbeeld wordt gerealiseerd.

HEN-SED wateren

HEN-SED wielen, kolken, bronnen en vennen

HEN-SED vennen, plassen en slotenstelsels HEN

SED

SED

HEN, HEN - ven in HENgebied

HEN SED

Het Sprengen en Beken programma loopt nog tot en met 2013. Wij verwachten van de waterschappen dat de nog te herstellen sprengen en beken maximaal worden hersteld, in overeenstemming met de streefbeelden. In een aantal al uitgevoerde projecten zijn de voorgenomen maatregelen uit de BOP’s slechts deels uitgevoerd. Hier ligt dus nog een restopgave voor de toekomst. Wij verwachten van de waterschappen dat zij de restopgave in beeld brengen voor het einde van de planperiode. Deze informatie is nodig om in de volgende planperiode een besluit te nemen over een mogelijk vervolg op het Sprengen en Beken programma.

In een aantal gevallen waar nog een restopgave is, kan deze mogelijk in combinatie met andere ingrepen in het watersysteem worden gerealiseerd, bijvoorbeeld herstel van TOP- lijstgebieden of aanleg natte EVZ. Wij verwachten van de waterschappen dat zij dit dan uitvoeren.

Beschermingszone HEN-wateren

In WHP3 was de functie ‘beschermingszone HEN-wateren’ opgenomen. Deze

beschermingszones blijken niet eff ectief voor het beperken van de eff ecten van mest. Daarbij is in de planperiode van WHP3 het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij van kracht geworden. Naar verwachting biedt dit in de praktijk voldoende bescherming tegen gewasbeschermingsmiddelen. Voor nutriënten volgt de provincie het generieke beleid voor mest. In een aantal gevallen worden innovatieve nutriënten-pilots uitgevoerd. Met de herbegrenzing van de EHS vallen de HEN-wateren volledig binnen de EHS.

Om deze redenen is in het kader van de Streekplanuitwerking ‘Herbegrenzing EHS’ besloten deze beschermingszones te laten vervallen. Van de gemeenten wordt wel gevraagd in het bestemmingsplan uit werken hoe in vulling te geven aan het ‘nee, tenzij-principe’ voor de HEN-wateren. ‘Nee, tenzij’ wil zeggen dat bestemmingswijziging niet mogelijk is als daarmee de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied signifi cicant worden aangetast, tenzij er geen reële alternatieven zijn en sprake is van redenen van groot openbaar belang.

Apeldoorns kanaal

Het zuidelijk pand van het Apeldoorns Kanaal heeft een SED-functie. Ook is vanuit dit pand inzet van oppervlaktewater voor de drinkwatervoorziening in voorbereiding. In WHP3 is daarom voor dat deel van het stroomgebied van het Apeldoorns Kanaal bescherming opgenomen tegen ingrepen die de drinkwaterfunctie onmogelijk zouden maken. Vanwege deze beide kwetsbare waterfuncties van het kanaal worden intensieve recreatieontwikkelingen (gemotoriseerde recreatie toervaart) geweerd.

Het gehele Apeldoorns Kanaal is een KRW-oppervlaktewaterlichaam. Het ecologisch doel, het GEP, voor dit waterlichaam is gebaseerd op de typering “grote ondiepe kanalen zonder scheepvaart”.

In dit Waterplan Gelderland worden de functies voor het zuidelijk pand gehandhaafd. Dit is wel verenigbaar met bevaarbaarheid van dit deel van het Apeldoorns Kanaal.

Functiebeschrijving

HEN- en SED-wateren zijn als functie op de functiekaart opgenomen. Onderstaand volgt de functiebeschrijving.

Functie: Wateren van het hoogste ecologisch niveau (HEN) Functie: Wateren met een specifi ek ecologische doelstelling (SED)

De functie ‘HEN-water’ en ‘SED-water’ geldt voor wateren met een (zeer) hoge ecologische waarde. Deze wateren stellen hoge eisen aan met name morfologie, waterkwaliteit, watervoerendheid en stroming.

De inrichting en het beheer van het waterhuishoudkundige systeem zijn voor HEN- en SED- wateren gericht op:

• het veiligstellen en ontwikkelen van de HEN- en SED-wateren conform de streefbeelden uit de Waterwijzers en de doeltypen uit de Streekplanuitwerking Kernkwaliteiten en omgevingscondities van de Gelderse EHS;

• het minstens handhaven van de huidige waterhuishoudkundige situatie. Dit betekent ten minste ‘standstill’ van het totaalbeeld van de huidige situatie;

• het uitsluiten van nadelige eff ecten op de HEN- en SED-wateren van het

oppervlaktewaterbeheer en het grondwaterbeheer bovenstrooms en in de omgeving van de aangewezen wateren;

• het afstemmen van het oppervlaktewaterbeheer in en bovenstrooms van deze waardevolle wateren en in de omgeving daarvan op de natuurwaarden en doelen;

• het bewerkstelligen van een minimale nadelige invloed van menselijk handelen op de ecologie, kwaliteit en kwantiteit van het oppervlaktewater en grondwater (voor zover relevant);

• het realiseren van de waterkwaliteit in de HEN-wateren behorend bij het streefbeeld of doeltype;

• het herstel met aandacht voor behoud van aanwezige cultuurhistorische waarden in en/of directe nabijheid van deze wateren.

Het gewenste oppervlaktewater- en grondwaterbeheer in deze gebieden kan van geval tot geval verschillen en zal in het GGOR-traject worden vastgesteld.

In een aantal gebieden is de ruimtelijke (ecologische) verbondenheid tussen de ecologisch waardevolle wateren (vooral HEN-wateren) onderling van zeer essentieel belang voor hun kwaliteit (bijvoorbeeld Havikerwaard, beken bij Winterswijk en Lichtenvoorde, op de Veluwe en bij Beek-Ubbergen). Het is van belang deze samenhang tussen landschap, grondgebruik en de wateren te behouden. Verstorende ruimtelijke ontwikkelingen zoals verstedelijking of verblijfs- en/of intensieve dagrecreatie zijn ongewenst. Waar mogelijk moeten de onderlinge relaties versterkt worden. Uit vroegtijdig overleg tussen waterbeheerder(s) en gemeente zal blijken welke activiteiten een bedreiging vormen. Het bestemmingsplan moet hiervoor waarborgen bieden.

De gemeenten regelen de bescherming van de HEN-wateren in de planvoorschriften van hun bestemmingsplannen. Dit had voor 1 januari 2008 geregeld moeten zijn. Dit is niet in alle bestemmingsplannen gebeurd. In de Wro-agenda 2008-2009 is bestemming van de HEN- wateren een zaak is van provinciaal belang. In de verordening behorend bij de (nieuwe) Wet Ruimtelijke Ordening wordt de gewenste bescherming geregeld.

4.4.3 Natte ecologische verbindingszones

In document Waterplan Gelderland 2010-2015 (pagina 81-85)