• No results found

In vele opzichten maakten de etnische zuiveringen en de verdrijvingen, die in de jaren 90 in de Balkan plaats vonden, de Vertriebenen-kwestie weer actueel. In het coalitieverdrag van CDU, CSU en SPD dat in november 2005 werd gesloten, werd bepaald in Berlijn een ‘’zichtbaar teken’’ te plaatsen, om de geschiedenis van gedwongen migratie, vlucht en verdrijving te gedenken. Daarmee werd het initiatief van de politici Erika Steinbach (CDU) en Peter Glotz (SPD) door de coalitie aangegrepen. In maart 2008 werd dit concept verder uitgewerkt, en vervolgens werd in december per wet de oprichting van de onafhankelijke Stiftung Flucht, Vertreibung, Versöhnung (SFVV) vastgelegd, die binnen de eveneens nieuw opgerichte Stitfung Deutsches Historisches Museum (SDHM) kwam te vallen. Vervolgens werd in juli 2009 Prof. Dr. Manfred Kittel als eerste directeur door de raad van toezicht benoemd, die voor het eerst zitting had gehad op 13 mei 2009.75

Deze door de Bondsdag gekozen raad van toezicht bestond sinds haar oprichting uit leden van de Duitse Bondsdag, de Bondsregering, en vertegenwoordigers van de Bund der Vertriebenen (BdV), de Katholieke Kerk, de Protestantse Kerk, en de Centrale Joodse Raad in Duitsland. Ook de voorzitters van de stichtingen ‘’Haus der Geschichte der Bundesrepublik Deutschland’’ en de bovengenoemde SDHM, waren van ambtswege lid van deze raad van toezicht. De organisatie is nog steeds op zoek naar een Pools lid voor de raad van toezicht, aangezien de relatie met Polen door het levend houden van herinnering aan de Vertriebenen- kwestie regelmatig onder druk is komen te staan. De organisatie hoopt door het betrekken van Polen bij haar organisatie, toekomstige spanningen voor te zijn, en de relatie tussen Polen en Duitsland te beschermen. Het feit dat het tot nu toe niet gelukt is een Pools lid te vinden is veelzeggend voor de houding van de Poolse regering ten opzichte van het SFVV (zie hoofdstuk 3).76

74 Langenbacher, ‘Moralpolitik versus Moralpolitik’, aldaar 120-121.

75 https://www.sfvv.de/de/stiftung/chronologie, geraadpleegd op 20-12-2019. 76 Ibidem.

In juni 2011 werd gestart met een wedstrijd tussen architectenbureaus, om het beste ontwerp ter verbouwing van het voormalige Deutschlandhaus in Berlijn te realiseren. Dit zou de toekomstige locatie moeten worden voor het informatie-, documentatie-, en tentoonstellingscentrum van de organisatie moeten worden. Het architectenbureau Marte.Marte werd uiteindelijk de winnaar met haar ontwerp, en op 11 juni 2013 werd in het bijzijn van Angela Merkel officieel begonnen aan de bouw van het documentatiecentrum. Op 6.000 vierkante meter zal in de toekomst ruimte zijn voor een vaste tentoonstelling, wisseltentoonstellingen, een archief, een stilteruimte en een bibliotheek. Ook zal er een ruimte zijn voor ooggetuigenverslagen van mensen, die verdrijving in het verleden hebben moeten ondergaan. Volgens plan zou de opening van het documentatiecentrum in 2019 plaats hebben moeten vinden, maar dat is nog niet gebeurd.77

De kernpuntennota als concept voor de arbeid van de SFVV, en de richtlijnen voor de toekomstige permanente tentoonstellingen werden door de raad van toezicht op 25 juni 2012 uitgegeven. Deze nota werd op 25 oktober 2010 al gepresenteerd, was in de tussentijd verder uitgewerkt, en werd als een goede basis gezien op basis waarvan de organisatie haar doelstellingen na kon streven.78

De SFVV wil er dan ook alles aan doen om de nuance te vinden tussen de Duitse schuld aan genocide, verdrijving en oorlogsmisdaden onder het nationaalsocialisme, en het aan Duitsers aangedane leed. Een uitlating van de Poolse historicus Józef Lipski is daarbij van bijzonder belang, namelijk dat: ‘’We elkaar alles moeten vertellen op voorwaarde dat iedereen praat over zijn eigen schuld. Als we dat niet doen, staat de last van het verleden ons niet toe om in een gemeenschappelijke toekomst door te breken " Deze uitspraak geeft volgens de leiding van het SFVV goed weer hoe de houding zou moeten zijn ten opzichte van het verleden, en de misdaden die het eigen volk heeft begaan. Alleen door zelfreflectie te tonen ten opzichte van de eigen schuld aan verdrijving, oorlogsmisdaden en genocide, kan een gezonde atmosfeer ontstaan waarin het mogelijk wordt om het eigen leed, dat door anderen is aangedaan, te gedenken. Op die manier zou het niet nodig zijn voor andere volken,

77 https://www.sfvv.de/de/stiftung/chronologie, online geraadpleegd op 23-12-2019. 78 https://www.sfvv.de/de/stiftung/chronologie, geraadpleegd op 20-12-2019.

om argwanend te zijn, ten opzichte van het principe van Duits slachtofferschap, omdat het altijd in de context van Duitse schuld wordt beschouwd.79

De stichting doet er dan ook alles aan om de connecties met de BdV, de Stiftung Zentrum gegen Vertreibungen en Erika Steinbach te ontkrachten. Op haar website wordt expliciet vermeld, dat hoewel er representanten van de BdV zitting hebben in de raad van toezicht, er geen directe verbinding is tussen beide organisaties. Ditzelfde geldt voor de SZgV en Erika Steinbach. Gezien alle ophef die in het verleden rond deze organisaties en de voormalige voorzitter van de BdV is ontstaan, is dit niet verwonderlijk. Het is echter wel zo dat het feit dat de organisatie onafhankelijk is, zou moeten blijken uit haar daden, en niet uit het mededelen hiervan. Het feit dat deze zaken zo expliciet vermeld worden, roept misschien juist meer vragen op, dan per se noodzakelijk is.80

Het doel van de stichting is, om in het kader van verzoening de herinnering aan vlucht en verdrijving in de twintigste eeuw, in de historische context van de Tweede Wereldoorlog, en de nationaalsocialistische expansie- en vernietigingspolitiek (en de gevolgen daarvan), levend te houden. De historische context is daarbij van bijzonder belang, omdat in de Bundestag-debatten (zie hoofdstuk 3) dit punt keer op keer naar voren zou komen. De stichting steunt bij deze doelstelling op vijf pijlers. Namelijk het oprichten, onderhouden en ontwikkelen van een permanente tentoonstelling over vlucht en verdrijving, en de historische achtergronden, samenhangen en gevolgen van deze twee binnen de Europese dimensie. Daarnaast wil de stichting tijdelijke tentoonstellingen over specifieke aspecten van de thema’s vlucht en verdrijving houden, en wil zij de onderzoeksresultaten en wetenschappelijke kennis op deze vlakken verspreiden. Daarom heeft de stichting ook als doel om relevante documenten en materialen (in het bijzonder ooggetuigenverslagen) over deze thema’s te verzamelen, te documenteren en de inhoud daarvan wetenschappelijk uit te werken. Als laatste punt wil zij graag met Duitse en internationale musea en onderzoeksinstellingen samenwerken. Daarmee is de organisatie een duidelijke tegenhanger geworden van de SZgV.81

79 https://www.sfvv.de/sites/default/files/downloads/konzeption_2012_sfvv_0.pdf, online geraadpleegd op 02-

01-2020, aldaar pagina 4.

80 https://www.sfvv.de/de/stiftung/faq, geraadpleegd op 28-12-2019. 81 https://www.sfvv.de/de/stiftung, online geraadpleegd op 24-12-2019.

De belangrijkste pijler van de organisatie bij het herinneren aan vlucht en verdrijving is het wakker houden van de herinnering aan miljoenen Duitse Vertriebenen, die tijdens en na de Tweede Wereldoorlog van huis en haard werden verdreven. Deze periode vormt namelijk een belangrijk hoofdstuk in de Duitse geschiedenis, die tot nu toe onderbelicht is gebleven. Zo wil de organisatie ertoe bijdragen dat verdrijvingen als gewelddadig politiek instrument en mensenrechtenschending worden opgemerkt, en als zodanig worden erkend.82

De historische achtergrond van de verdrijvingen, en de oorzaken daarvan dienen in de toekomstige tentoonstellingen duidelijk aan de orde te worden gesteld. Zo wil men voorkomen dat de focus slechts op het onrecht komt te liggen dat de Vertriebenen is aangedaan. Dat Duitsers de misdrijven erkennen, die door het Nationaalsocialistische regime zijn begaan, wordt dan ook niet onder stoelen of banken gestoken. In het concept van de taken van de stichting worden al deze daden ook benoemd, en erkend, en wordt de verantwoordelijkheid van de overheid en de samenleving om deze daden te herinneren vooropgesteld. De stichting is toegewijd aan de herinnering van Duitse oorlogsmisdaden, genocide en volksverdrijving en verwerpt dan ook alle pogingen om deze te rechtvaardigen of te relativeren.83

Ook is het de bedoeling van de stichting om de principes van Duitse schuld en slachtofferschap, nadrukkelijk in een breder kader te plaatsen, namelijk het Europese kader van de twintigste eeuw. Verdrijvingen en genocide zijn een fenomeen dat zich in het Europa van de twintigste eeuw regelmatig voordeed, en de geschiedenis daarvan dient dan ook uitvoerig getoond te worden, om de gebeurtenissen die tijdens de verdrijving van Duitsers plaatsvonden in de context te kunnen plaatsen. Alleen zo kan men de historische oorzaken herkennen, de schending van mensenrechten erkennen, en voor de toekomst dit soort onrecht proberen te voorkomen. Daarbij dienen alle pogingen om bepaalde vormen van leed en verdrijvingen aan elkaar gelijk te stellen te worden ontzenuwd, aangezien verdrijving wel een principe is binnen het Europa van de twintigste eeuw, maar elke verdrijving zijn specifieke achtergrond heeft. Ook daarom is het van belang om een onderscheid te maken tussen

82 https://www.sfvv.de/sites/default/files/downloads/konzeption_2012_sfvv_0.pdf, online geraadpleegd op 02-

01-2020, aldaar pagina 6.

etnische zuiveringen en verdrijvingen die tot genocide leidden. In beide gevallen is oorlog veelal de katalysator, maar zijn de doelen zeer verschillend.84

Bovengenoemde doelstellingen zijn een duidelijke reactie op de doelstelling die de SZgV voor ogen had. Die stichting wekte volgens velen, door haar nauwe banden met de BdV, namelijk de indruk het thema vooral vanuit Duits perspectief, en zonder de historische context, te willen uitwerken.

Toch werd door de stichting ook benoemd, dat hoewel de Duitse schuld aan de Tweede Wereldoorlog, en de misdaden die door hen waren begaan, buiten kijf stonden, het door de Duitsers aangedane onrecht geen reden mocht zijn om aan Duitsers onrecht aan te doen. Met andere woorden was er geen excuus om na de Tweede Wereldoorlog zoveel mensen te verdrijven, waarbij velen omkwamen, omdat dat in principe ook een schending van mensenrechten betrof. Wat dat betreft mocht het nooit zou zijn dat onrecht tot nieuw onrecht zou leiden.85

Het belangrijkste doel van de stichting is om mensen te laten leren, met het oogmerk om verzoening tussen mensen te bewerkstelligen. Om dat te bereiken wil de stichting trachten te realiseren dat mensen de verschillende menselijke motieven tot handelen gaan begrijpen en accepteren. Op die manier wil de stichting mensen nader tot elkaar brengen. Verzoening is in deze context meer dan het simpelweg veroordelen van wat er in het verleden gebeurd is. Het vraagt volgens de stichting ook om het zoeken naar oorzaken, het in twijfel trekken van de eigen gezichtspunten, en de realisatie dat men met andere mensen de dialoog moet aangaan. In dat opzicht wil de stichting door middel van vele perspectieven het probleem in kaart brengen, en zo de tegenstrijdige nationale verhalen en verschillende waarnemingen met elkaar verzoenen.86 De stichting wil dan ook vooral een educatieve functie hebben, zodat het

een plaats kan creëren waar een levendige nagedachtenis aan de verdrijvingen kan plaatsvinden, maar tegelijkertijd ook een waarschuwende, verhelderende en tot begrip tussen landen leidende functie kan uitoefenen.87

Om het doel van verzoening te bereiken (in tegenstelling tot de polariserende werking van de SZgV in de buitenlandse relaties), is het van wezenlijk belang dat verschillende

84 https://www.sfvv.de/sites/default/files/downloads/konzeption_2012_sfvv_0.pdf, online geraadpleegd op 02-

01-2020, aldaar pagina 11-12.

85 Ibidem, aldaar pagina 4-5. 86 Ibidem, aldaar pagina 6-7. 87 Ibidem, 14.

perspectieven worden belicht. Aangezien conflicterende verhalen lang het zicht op het verleden vertroebelden, en er verschillen in perceptie en verschillende historische ervaringen bestaan, maakt dat de interpretatie van de geschiedenis in veel gevallen controversieel en onderhevig aan manipulatie voor politieke doeleinden. Dus waar het de kwestie van gedwongen migratie betreft, is het vooral van belang om met meerdere perspectieven rekening te houden, om conflicterende historische perspectieven te presenteren, kritisch te benaderen, en te onderzoeken hoe deze zijn geconstrueerd. Het uitbeelden van diverse ervaringen en manieren om de realiteit in en tussen verschillende Europese landen weer te geven, maken het mogelijk om het verleden vanuit verschillende invalshoeken te onderzoeken, en onafhankelijke oordelen over deze kwestie te vormen. Dit proces van nadenken over nationale, bilaterale en Europese verhandelingen over etnische zuivering en uitwijzing kan leiden tot meer onderling begrip.