• No results found

DEEL 3: PROCESANALYSE MET GEBRUIKERSINZICHTEN

4. Resultaten

4.1. Proces bestandpleegzorg

4.1.4. Stap 4: Screeningstraject

Na het invullen van de vragenlijst start het screeningstraject met een telefoontje van de pleegzorgdienst. Daarna vinden intakegesprekken plaats bij de kandidaten thuis en worden ze uitgenodigd voor een gesprek bij een ervaren pleeggezin.

4.1.4.1. Gebruikerservaringen

Alle respondenten hadden vijf intakegesprekken met twee medewerkers van pleegzorg bij hun thuis. Over het algemeen gaven de respondenten aan voorbereid te zijn op wat ging komen. Desalniettemin hebben verscheidene respondenten enkele knelpunten ervaren.

Diepe intakegesprekken (2+, 5-)

Het grootste knelpunt ging om de inhoud van de gesprekken. Isabel, Marleen en Chris vonden de gesprekken heftig en emotioneel, An, Koen, Evelien en Tom vonden het zeer intensief en ook Michiel vond de gesprekken confronterend. Het heeft ertoe geleid dat respondenten Marleen en Chris op een gegeven moment getwijfeld hebben of ze ermee zouden doorgaan.

“Dat was echt met een vergrootglas niet naar het functioneren van je eigen gezin en naar het functioneren van je persoon maar ook naar je voorgeschiedenis, naar je familie, dat was zeer intensief en op een bepaald ogenblik heb je zoiets van ja: dat komt wel heel dichtbij of die vragen gaan wel heel ver.” (Tom)

De respondenten gaven wel aan hierbij niet aan hun lot overgelaten te zijn. Isabel, Marleen en Evelien vermeldden dan ook dat zij hierbij goed begeleid en ondersteund werden. An, Koen, Isabel, Marleen en Chris haalden eveneens aan dat zij wel begrepen waarom dergelijke vragen gesteld werden.

Tot slot vond Isabel vooral het laatste gesprek, waarin de screeningsmedewerkers overlopen aan welke kenmerken het kindje moet voldoen, het raarste gesprek.

“Dan wordt er alles eigenlijk overlopen van oké wat wil je, wat wil je niet. Dat vonden wij een beetje raar. Mag het iemand van een andere cultuur, mag het iemand van ja, heb je liever een kindje die stiller is, heb je liever een kindje die ja, welke leeftijd, welk geslacht. Alé dat is echt een kindje uit een boekje kiezen.” (Isabel)

In tegenstelling tot deze respondenten hadden Elias, Matteo, Louise en Frederik een zeer positief gevoel bij de intakegesprekken. Deze jonge koppels gaven beiden aan zelf zeer open te zijn en hebben dan ook veel geleerd over zichzelf tijdens deze gesprekken.

Aanpak begeleiders (5-)

Naast de diepte van de intakegesprekken doken er ook negatieve ervaringen op met de screeningsmedewerkers bij de intakegesprekken. Respondent Chris vond het bijvoorbeeld niet gepast dat de screeningsmedewerkers zeer jong waren. Als 61-jarige had hij zelf reeds enkele kinderen opgevoed. Hij vond het dan ook moeilijk om te moeten horen van jonge mensen hoe hij kinderen moet opvoeden. Daarnaast gaf hij ook aan dat één van de screeningsmedewerkers zeer administratief ingesteld was. De medewerker gebruikte heel wat geleerde woorden en nam een bepaalde houding aan waardoor hij en zijn vrouw zich niet op hun gemak voelden. Ook Michiel had het moeilijk met de screeningsmedewerkers die zich sterk houden aan hun theorieën.

“Bij X was dat weer veel te veel van haar blad dat ze aan het aflezen was en ook al die geleerde woorden dat is ook al niet voor mij bedoeld. Ze was zo meer iemand van op de bureautjes. Ze gaf ons meer het gevoel van oei ik moet hier opletten wat ik zeg, dat. Je weet wel zo dat vlotte kwam er zo niet uit, een beetje meer terughoudend van mag ik dat hier zeggen of hoe moet ik dat hier zeggen.” (Marleen)

Verder zorgden ook bij Isabel de screeningsmedewerkers voor frustraties. Bij haar bleven ze namelijk maar doordrammen over bepaalde dingen die ze niet wisten van hun ouders en grootouders. Isabel werd hier ambetant van.

Tevens stelde Annick, die voor de netwerkplaatsing ook de procedure voor bestandpleegzorg deels doorliep, vast dat de screeningsmedewerkers sommige zaken verkeerd interpreteerden waardoor ze besloot om het traject stop te zetten.

“We zijn daar uiteindelijk mee gestopt omdat, in die gesprekken kwam dan een van die begeleiders van pleegzorg en zij vroeg dan zo van met hoeveel kinderen zijt ge. En ik zeg twee kinderen uit mijn vorig huwelijk. "En heeft u samen kinderen?" Ja neen, wij hebben dat geprobeerd maar dat lukte niet. En dan was het van "Ahn ja, dus gij wilt eigenlijk een pleegkind ter vervanging van het kind dat ge niet kunt krijgen. En ik had zoiets van euh neen dat is niet het idee." (Annick)

Gesprek met ervaren pleeggezin (1+,3-)

Naast de verplichte intakegesprekken kregen sommige kandidaten ook de kans om met een ervaren pleeggezin te kunnen spreken. De ervaringen hierbij zijn echter verdeeld. Marleen en Chris hebben enorm veel bijgeleerd van dit gesprek waar respondenten Isabel, Evelien en Louise aangaven dat zij hier geen behoefte meer aan hadden. Zij meenden al voldoende zicht te hebben op hoe pleegzorg er in de praktijk aan toe gaat. Daarenboven vond respondent twee de situatie te gelijkend aan hun eigen situatie. Voor haar mocht dit een totaal andere situatie geweest zijn.

Elias, Matteo, Louise en Frederik hebben als ervaren pleegzorgers al een gesprek gehad met kandidaten. Vanuit hun ervaringen menen zij dan ook dat een één-op-één gesprek veel interessanter is dan een getuigenis op een infoavond. Kandidaten moeten eerst de nodige informatie vergaard hebben waardoor zij gerichte en praktische vragen kunnen stellen. Daarom mag dit niet te vroeg plaatsvinden.

4.1.4.2. Wat zeggen de experten?

Bij Pleegzorg West-Vlaanderen merken ze dat vooral de zogenaamde genogram bespreking tijdens de intakegesprekken voor veel mensen niet evident is. Bij een genogram bespreking wordt er immers uitgebreid gekeken naar de voorgeschiedenis, opvoeding en de jeugd van beide pleegzorgers. Vanuit Pleegzorg West-Vlaanderen proberen ze dan ook aan te geven waarom zij dit bevragen. Iedereen wordt immers gekleurd door zijn of haar opvoeding. Door hierbij stil te staan kunnen zowel de kandidaten als de screeningsmedewerkers inzicht verwerven in hoe de kandidaten zich als pleegzorgers zullen gedragen. Door inzicht te krijgen in de persoonlijkheid en het reflectief vermogen van de kandidaten, kunnen de screeningsmedewerkers inschatten of ze geschikt zijn om pleegzorgers te worden. Deze bevindingen zijn echter niet doorslaggevend. Op het einde stelt de dienst een balans van krachten en aandachtspunten op waarin deze bevindingen worden voorgesteld. Dankzij deze balans weten de matchingmedewerkers en pleegzorgbegeleiders op wat ze moeten letten. Het is dan ook belangrijk dat de screeningsmedewerkers hier dieper op ingaan. Het is echter in elke situatie zoeken naar een evenwicht tussen administratie, regelgeving, professionele kaders en persoonlijke begeleiding (Elien Desender, intakemedewerker en Amber, pleegzorgbegeleider Pleegzorg West-Vlaanderen).

Daarnaast is het niet zo dat bij iedere kandidaat een gesprek met een ervaren pleegzorger wordt geregeld. De screeningsmedewerkers gaan dit enkel organiseren als ze merken dat de kandidaten nog over bepaalde zaken twijfelen. Vaak is dit bij mensen met een kinderwens (Elien Desender, intakemedewerker Pleegzorg West-Vlaanderen).