• No results found

Snel ingrijpen: bestrijden van kleine of nieuwe infectiehaarden

In document Technisch Vademecum (pagina 36-41)

6. Aanpak van de problemen

6.3 Snel ingrijpen: bestrijden van kleine of nieuwe infectiehaarden

Wanneer één of enkele planten van een IUP aangetroffen worden, en wanneer men er zeker van is dat het effectief om een uitheemse soort gaat, kunnen deze best onmiddellijk verwijderd worden.

De beste werkwijze is dan steeds om de volledige plant (inclusief wortels) volledig te verwijderen, te vernietigen en af te voeren naar een locatie waar de plant geen kans heeft om terug uit te groeien (zie ook hoofdstuk over het natraject afval). Reinig achteraf steeds het gebruikte materieel.

Voor de waterteunisbloem in Groot-Brittannië werd becijferd dat ingrijpen in een vroeg stadium een kost met zich meebrengt van 85.000 euro, maar indien gewacht wordt tot een verder gevorderd invasiestadium de kost is opgelopen tot 280.129.000 euro. Vroegtijdige opsporing en snelle reactie zijn met andere woorden kostenefficiënter dan het ondernemen van actie nadat een soort zich heeft gevestigd. Het is dan ook steeds aan te raden om deze maatregel onmiddellijk uit te voeren wanneer er een nieuwe (nog beperkte en overzichtelijke) en bijgevolg nog gemakkelijk te bestrijden haard ontdekt wordt. Eenmaal een populatie zich sterk uitbreidt, is het vaak praktisch of financieel onmogelijk om deze nog volledig te verwijderen. Daarnaast zal ingrijpen in een gevorderd stadium ook een grotere verstoring betekenen van het ecosysteem dat zich reeds onder grote druk bevindt.

Figuur 14. Een tevergeefse poging tot bestrijding van grote waternavel door afdekking. Eenmaal een populatie zich sterk uitbreidt, is het vaak praktisch of financieel onmogelijk om deze nog volledig te verwijderen. (Foto Koen Van Roeyen)

Een belangrijk aspect wanneer het op invasieve uitheemse soorten aankomt, is dus de snelle detectie van de soort wanneer deze in het wild terecht komt. Hierdoor kunnen immers snel de risico’s in kaart gebracht worden en kan er in een vroeg stadium van het vestigingsproces ingegrepen worden waardoor de kans op volledige eliminatie van de soort verhoogd wordt. Ook het opsporen van de oorsprong van de nieuwe introductie is zeer nuttig om preventief te kunnen optreden. De detectie en het snel ingrijpen gelden in het bijzonder voor soorten waarvoor al een indicatie bestaat dat deze (potentieel) invasief kunnen of zullen zijn.

Voor een kleine infectiehaard kan volgend stappenplan gehanteerd worden:

1. Wees u bewust van de soorten die een probleem kunnen vormen en weet hoe deze kunnen worden herkend. Verstrek deze informatie eveneens aan de terreinwerkers zodat ook zij problemen meteen kunnen detecteren of de reflex ontwikkelen om dit bij twijfel te laten verifiëren.

2. Maak het mogelijk om snel en efficiënt te kunnen ingrijpen:

A. Maak duidelijke afspraken met de mensen die het beheer zullen uitvoeren, zowel met interne medewerkers als met externe aannemers. Eis hierbij het gebruik van gerechtvaardigde bestrijdingsmethoden en correcte afvoer van het plantenmateriaal (zie ook gouden regels voor het beheer van invasieve exoten). Eventueel kunnen aangepaste bestekken of specifieke clausules in het standaardbestek worden gebruikt om een afwijkend beheer mogelijk te maken.

B. Reserveer jaarlijks de nodige tijd en een (beperkt) apart budget voor acute bestrijding. Hierdoor kan er bij nieuwe introducties van exoten snel ingegrepen worden, ook als de precieze omvang van de (mogelijke) impact nog niet duidelijk is. Het beperkte budget dat dient voorzien te worden voor deze kleine ingrepen is vele malen lager dan de kost die ontstaat wanneer de bestrijding uitgesteld wordt omdat de soort op dat moment nog niet voor problemen zorgt.

3. Maak een overzicht van de plaatsen waar deze soorten voorkomen, waar deze een probleem kunnen veroorzaken of reeds een probleem vormen. Hiervoor kan men zich in eerste instantie beroepen op een verhoogde waakzaamheid en snelle melding door de veldwerkers en beheerders. Daarnaast kan er eveneens een beroep worden gedaan op grotere detectienetwerken die specifiek voor dit doel werden ontwikkeld (zie onderstaande box).

4. Grijp snel in! Nadat de soort geverifieerd is, kan er bij de ontdekking van kleine nieuwe haarden best ingegrepen worden. Ook beheerders en vrijwilligers kunnen vaak zelf onmiddellijk een bestrijding uitvoeren (bv. plant uittrekken). Uiteraard mogen daarbij geen wetgevingen overtreden worden.

5. Kan u niet snel ingrijpen of zijn de populaties toch te groot, voorkom dan onmiddellijk dat de soort zich verder kan verspreiden. Zoek informatie over de verspreidingswijze van deze soort.

Soms is het nodig het reguliere beheer tijdelijk stop te zetten of plaatselijk op te heffen indien gekend is dat dit voor een verslechtering van de toestand kan zorgen. Sommige exoten zoals Japanse duizendknoop worden immers voornamelijk verspreid via reguliere maaibeurten met de klepelmaaier. Bij waterplanten kan men indien mogelijk de geïnfecteerde zone isoleren door deze af te dammen. Indien er grotere haarden aangetroffen worden of de probleemsoort aanwezig is in een groter gebied, kan een haalbaarheidsanalyse noodzakelijk zijn, op basis waarvan er beslist wordt om al dan niet te bestrijden.

6. Meld steeds uw waarneming (ook als u de plant uitgetrokken hebt), mogelijk zijn er wortelresten of zaden achtergebleven die het volgende jaar kunnen gaan kiemen. Melden kan rechtstreeks aan de beheerder of via het meldingsplatform http://waarnemingen.be/exoten

7. Zorg voor een volgehouden opvolging en monitoring van locaties waar bestrijding reeds werd uitgevoerd. Indien het een plant betreft die zich via zaden verspreidt (éénjarigen zoals reuzenbalsemien of alsemambrosia) en deze in bloei (of uitgebloeid) werd aangetroffen dan dient het daaropvolgende jaar zeker te worden gecontroleerd op nieuwe kiemplanten.

Figuur 15. Kleine haarden kunnen meestal eenvoudig worden bestreden door de planten handmatig te verwijderen. Links: deze stijve zonnebloem in de wegberm kan nog voor de zaadzetting worden uitgetrokken zodat een verdere verspreiding kan worden voorkomen (foto Marc Reynders). Rechts: Handmatige bestrijding van een kleine haard parelvederkruid.

Vroegtijdige detectie maakt het mogelijk snel in te grijpen

In opdracht van het ANB en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek ontwikkelde Natuurpunt Studie een waarschuwingssysteem om meldingen van probleemsoorten sneller tot bij de terreinbeheerders te laten stromen. Een dergelijk signalisatienetwerk laat aan een zo breed mogelijk publiek toe om de aanwezigheid van invasieve uitheemse soorten te melden.

Dit gebeurde via een uitbreiding op www.waarnemingen.be. Terreinbeheerders kunnen zich er gratis inschrijven op een automatische melding via e-mail wanneer er in hun gebied een soort van de lijst met invasieve exoten werd ingevoerd. Niet alle invasieve exoten zijn opgenomen. Er werd gekozen voor een beperkte lijst van goed herkenbare soorten, met een duidelijke impact op biodiversiteit, en die bovendien nog niet of nog maar beperkt aanwezig zijn in Vlaanderen, of al gevestigd zijn maar nog steeds sterk uitbreiden. Voor dergelijke soorten is een snelle actie aangewezen om verergering van problemen en toenemende kosten te vermijden.

Belangrijk en nuttig dus om uw waarnemingen van exoten zo precies mogelijk in te voeren op www.waarnemingen.be en om als beheerder spoedig in te grijpen. Voeg (indien mogelijk) ook een foto toe wanneer u waarnemingen ingeeft. Natuurpunt kijkt deze waarnemingen extra aandachtig na. Als hulp de werden in het project herkenningsfiches uitgewerkt met meer informatie over kenmerken, gelijkende soorten en problematiek. Deze zijn te vinden op http://waarnemingen.be/

exoten. Inschrijven op de automatische mailmeldingen doet u via http://waarnemingen.be/invasive_alert_invoeren.php

Figuur 16. Meldingen van invasieve soorten worden samengebracht op waarnemingen.be

Figuur 17. In een goed ontwikkelde biotoop hebben invasieve exoten het moeilijk om voet aan wal te krijgen.

Na introductie is een kleine populatie hier vaak lange tijd aanwezig zonder sterk te gaan woekeren (a). Bij een sterke verstoring van de vegetatie zoals bij uitvoer van reguliere ruimingwerken (b) kan de exoot door de vrijgekomen ruimte en voedingsstoffen plots de volledige habitat gaan innemen (c). Door preventief kleine nieuwe haarden te verwijderen (d) voor de uitvoer van het reguliere beheer (e) kan men problemen en oplopende kosten gemakkelijk vermijden (f ).

a.

b.

a.

a.

c.

d.

e.

f.

a.

In document Technisch Vademecum (pagina 36-41)