• No results found

Als het probleem groter wordt

In document Technisch Vademecum (pagina 41-44)

6. Aanpak van de problemen

6.4 Als het probleem groter wordt

Indien de aanwezige planten niet op een eenvoudige en snelle manier (vb. handmatig) te verwijderen zijn omdat ze sterk verspreid voorkomen of omdat de populatie(s) al te groot is (zijn), worden best de kosten/baten afgewogen. Een doordachte benadering zorgt hier immers voor een efficiëntere aanpak.

Hierbij dient steeds gekozen te worden tussen uitroeien, beheersen, beheren of niets doen. In bepaalde gevallen zal het nog mogelijk zijn om een soort, al dan niet lokaal, volledig te elimineren, in andere gevallen zal volledige uitroeiing (op korte termijn) niet haalbaar zijn. Indien dit het geval is, dient er gezocht te worden naar een aanpak die de door de soort veroorzaakte problemen hanteerbaar en controleerbaar maakt. Naast de keuze om een soort effectief uit te roeien dan wel te beheren en te controleren dienen er eveneens keuzes gemaakt te worden over de aan te wenden technieken.

In de meeste gevallen biedt niet één enkele bestrijdingsmethode de beste oplossing, maar zal een combinatie van technieken tot het beste resultaat leiden.

Belangrijk is om vooraf een goed overzicht te krijgen op de specifieke situatie. Dit maakt het eenvoudiger om haalbare doelen te formuleren zodat ook meteen gerichte keuzes gemaakt worden over de methode(s) die aangewend zullen worden. Uiteraard kan het vanuit de praktijk nodig blijken dat het einddoel in een latere fase moet worden bijgesteld.

Figuur 18. Voor en na de bestrijding van grote waternavel in de Kalkense meersen. Met een juiste aanpak kunnen ook grote haarden van IUP succesvol worden bestreden. Foto’s: Koen Van Roeyen.

6.4.1 Uitroeien van grote infectiehaarden

Uitroeien betekent dat men ervoor kiest de IUP volledig te elimineren. Uitroeiing kan men nastreven op een grote schaal en is dan enkel mogelijk voor nieuwe, weinig verspreide soorten. Soms is het mogelijk ook gevestigde soorten lokaal nog uit te roeien.

Bij de keuze van een uitroeiingswijze kan men drie factoren onderscheiden die een uiterst belangrijke rol spelen, namelijk:

1. De aard en omvang van de besmetting en hiermee samen gaande: opportuniteiten om uitroeiing met aanpalende beheerders op succesvolle wijze te realiseren.

2. De beschikbare materialen en technieken.

3. De biologie en ecologie van de uit te roeien plant.

Om op een efficiënte wijze om te gaan met de uitroeiing van IUP wordt aangeraden om een uitroeiings-/

beheerplan op te stellen. Hierin dienen duidelijke doelstellingen vooropgesteld te worden en kan er inzicht verworven worden over elementen zoals uitvoeringstermijn, frequentie en het kostenplaatje van de uitroeiing.

Het is hierbij zinvol om na te gaan of er nog andere invasieve uitheemse plantensoorten aanwezig zijn binnen het te beheren gebied. In sommige gevallen kunnen verschillende soorten IUP immers samen bestreden worden. Denk maar aan abelen, Amerikaanse vogelkers en mahonia in de duinen. Maar omgekeerd kan ook! Het uitroeien van één soort kan soms leiden tot de toename van een andere. Vaak zal het ook noodzakelijk zijn om keuzes te maken. Soms ontbreken immers de financiële middelen of de arbeidskrachten om alle soorten tegelijk aan te pakken. Een goed overzicht van wat waar groeit en kennis van de eigenschappen van de verschillende soorten die aanwezig zijn zorgt ervoor dat het nemen van zulke keuzes een pak eenvoudiger wordt.

6.4.2 Beheersen

Bij beheersen kiest men ervoor de IUP onder controle te houden door maatregelen te nemen die voorkomen dat de soort zich verspreidt zonder deze volledig uit te roeien.

In bepaalde gevallen, wanneer het gaat om grote populaties van sterk verspreide of moeilijk uit te roeien soorten, lopen de kosten voor uitroeiing zeer sterk op. Daarnaast dient de vraag te worden gesteld of een volledige uitroeiing nog zinvol is als de soort blijft terugkomen vanuit de omgeving. In andere gevallen is het uitvoeren van massale uitroeiing schadelijker dan de kwaal. In deze gevallen kan overwogen worden om de populatie niet uit te roeien maar te beheersen om zo te voorkomen dat deze populatie zich verder kan verspreiden.

• Beheersing kan men enerzijds bereiken via een aangepast beheer, waarbij alle mogelijke voorzorgsmaatregelen worden genomen inzake het voorkomen van fragmentatie, natraject van het groenafval en reiniging van het materieel. Met maaibeheer vóór de bloei kan men bijvoorbeeld voorkomen dat bepaalde soorten zaad vormen en zich nog verder verspreiden.

• Anderzijds kan men, indien de manier van verspreiding gekend is, de populatie eveneens isoleren.

Bij waterplanten kan men bijvoorbeeld een besmet kanaaltje fysisch afdammen zodat de invasieve soort zich niet via het water naar nabijgelegen wateren kan verspreiden. Japanse duizendknoop in een wegberm kan men isoleren door er niet meer met de klepelmaaier overheen te rijden.

Figuur 19. Soms wegen de kosten of nadelige effecten van het beheer niet op tegen de baten. Beheersen is dan de volgende keuze om te voorkomen dat invasieve soorten zich verder verspreiden. Dit kan in eerste instantie door de populatie te isoleren zodat verdere verspreiding wordt tegengegaan.

6.4.3 Beheren

Concreet betekent dit dat men door het voeren van het reguliere beheer of door onderhoudsbeheer kan verwezenlijken dat de exoot plaatselijk niet uitgroeit tot een groter probleem of voor overlast zorgt. Dit kan enkel voor soorten waarvoor geen risico bestaat dat de uitvoer van het reguliere beheer, zonder extra preventieve maatregelen, bijdraagt tot de verspreiding van de soort.

Door middel van beheer kan men verschillende doelen nastreven:

• overlast tot een aanvaardbaar niveau beperken

• ervoor zorgen dat de exoot zijn plaats heeft zonder te escaleren tot een monocultuur

• geen specifieke aandacht besteden aan de exoot (gewoon mee beheren met de rest)

6.4.4 Niets doen

Ook de keuze om niets te doen kan bewust genomen worden. Dit betekent ook dat het reguliere beheer op die locaties wordt opgeheven. Deze keuze wordt vooral genomen indien de schade aan het ecosysteem groter is ten gevolge van de ingrepen dan wanneer men niet ingrijpt. Anderzijds kan men met nietsdoen soms voorkomen dat soorten zich door toedoen van het beheer sterker zouden verspreiden of worden gestimuleerd om sterk invasief te reageren. Robinia is bijvoorbeeld een soort die zeer ruim verspreid is en niet overal voor overlast zorgt. Indien men deze echter omhakt zal de plant zeer sterk reageren door de vorming van worteluitlopers die kunnen uitgroeien tot een dichter bestand.

6.4.5 Beheerdoelstellingen aanpassen

Sommige beheerdoelstellingen werken de verspreiding van IUP in de hand. Is de doelstelling bijvoorbeeld om een open plek of open corridor te creëren in een versnipperd bosgebied dat vol staat met Amerikaanse vogelkers, dan werkt u de verbreiding van Amerikaanse vogelkers in de hand. Dit impliceert dus dat uw beheerkosten de volgende decennia zeer hoog zullen blijven. U moet ofwel om de paar jaar terugkomen om exoten te verwijderen of overschakelen naar het zeer dure maai- en begrazingsbeheer. Is het niet zeker dat het budget voor het beheer van de exoot de volgende decennia gegarandeerd blijft, dan rest als enige logische conclusie om uw beheerdoelstellingen aan te passen.

In document Technisch Vademecum (pagina 41-44)