‘Wie is dat naast je vader?’
‘Dat is Frits, het vriendje, je weet wel. Dit is geloof ik de enige foto waar hij nog
op staat. De rest heb ik weggedaan. Er waren foto's bij, waar de ondeugende die ik
van jou nam nog maar kinderspel bij waren’.
‘Knappe jongen. Nee zeg, om je gek te lachen, dat stel aan de dijk. En hier. Jô,
gek! En wat hangt er aan de schoen van dat meisje? Haar broek!! O, idioot, kijk nou
eens.... hoe durf je! Is dat nou eigenlijk niet gemeen?’
‘Waarom? Iedereen, die door die bosjes liep had hetzelfde gezien en de herinnering
aan hetgeen hij zag bewaard. Ik deed dat op het gevoelige filmpje. Als ik die foto nu
tentoongesteld had in de trouwzaal van het raadhuis, of aan de beide ouderparen had
gestuurd....’.
Zij keek tamelijk lang, voor ze het blad omsloeg. De vingers van zijn linkerhand
speelden met de zoom langs de halsopening van haar hemdje. Hij keek over haar
schouder op zijn horloge, voor hij de halszoom van het hemdje heel ver vooruit trok
en met zijn mond op haar schouder gedrukt naar beneden keek.
‘Hoeveel tijd hebben we nog, voor de telefoon kan rinkelen?’ vroeg Daphne en
sloeg snel de laatste bladen om.
‘Minstens twintig minuten.... waarschijnlijk langer. Da-ag, tweelingheuvelzusjes’.
Daphne deed het album dicht en legde het naast de fauteuil op de grond. ‘Wacht,
ik draai me om.... je hebt nu lang genoeg tegen m'n rug aangekeken’.
‘Tegen je rug? Als je eens wist wat een prachtig uitzicht ik hier aldoor had, in je
hemdje en op het fraaie landschap van broekje en benen. Draai je toch maar om. Ik
heb zin je een zoen te geven waar je van ontploft’.
Zij draaide zich om en legde speels haar benen op zijn schouders met haar voeten
achter zijn hoofd. ‘Zo heb ik tante eens bij mijn vader gezien’, zei ze, zijn mond
ontwijkend, ‘in de kamer bij de kachel, op een avond dat ik nog even daar moest zijn
en zij dachten dat ik al lang sliep. Ze schrokken ontzettend en m'n vader vloekte me
de deur uit’.
‘Waren ze bloot?’
‘Zij had alleen haar hemd aan, maar hij was zowat helemaal aangekleed. Maar ze
deden het echt zo! Ze zagen vuurrood en hijgden als paarden. Tante is zo'n rare.
Soms is ze aldoor aanhalig en dan geeft pa haar soms een mep en roept: “Jet, hou
nou op!” Het is nogal gehorig bij ons’.
‘Jaja, en toch zouden ze meer dan woest zijn als ze ons eens verrasten.... Ach,
laten we daar niet aan denken’. Hij drukte zijn lippen op de hare en schoof enige tijd
later haar benen van zijn schouders. Zonder zijn lippen weg te nemen tilde hij haar
op de armleuning van de stoel en draaide haar lichaam zo, dat haar voeten bijna de
vloer raakten en haar linkerschouder tegen de rugleuning van de stoel steunde. Terwijl
hij over haar en de zijkant van de stoel gebogen stond en haar armen om zijn hals
gekneld zaten, trok hij op de tast zijn broek uit. Toen nam hij haar rechterbovenbeen
tussen zijn benen en drukte zijn schoot krachtig tegen de hare. Hij boog zijn
bovenlichaam wat terug, trok haar hemdje met beide handen over haar hoofd en
begon wild haar borstjes te aaien. Zijn blik viel op haar lippen, die zacht trilden. Zij
hield haar ogen gesloten en maakte kreunende geluidjes. Plotseling sloeg zij haar
ogen op en keek hem aan met een blik, waarin zoveel aanhankelijkheid, bewondering
en geluksgevoel lag, dat er een floers voor zijn ogen kwam. Haar armen gleden weer
om zijn hals en drukten zijn mond op de hare. Haar tong zocht de zijne. Onbewust
duwde haar schoot tegen de bewegingen van de zijne in. Haar armen gleden langs
zijn lichaam omlaag, streelden langs zijn bovenbenen over het korte onderbroekje
en knelden daarna stevig om zijn middel. Toen zijn liefkozingen wilder werden,
verslapte de druk van haar armen en haar benen schoven verder van elkaar. Hij
voelde, dat zij heel zacht en willoos werd, op een wijze die hem opwond als nooit
te voren. Zijn handen gleden van haar borstjes en zijn armen omknelden haar rug en
lendenen in een laatste, wilde vervoering, die hen beiden intens doortrilde. Na het
hoogtepunt duurde het geruime tijd, voor de laatste natrillingen waren weggeëbd.
Hij hief langzaam zijn gezicht van het hare omhoog en keek naar haar. Zij zuchtte
enige malen diep en haar oogleden trilden.
‘Het was geweldiger dan ooit.... Bob, wat was dat?’ Zij sloeg
langzaam haar ogen op. ‘Dat was geen spoortreintje!’
‘Dit was wat de boerenkindertjes met elkaar doen.... alleen dan meestal helemaal
met alles aan. Ze noemen het vadertje en moedertje. Ik heb het voor mezelf
buikje-wrijven genoemd. Vond jij het ook fijn? Heb ik je geen pijn gedaan?’
‘Dit was vliegtuigje! Ik zweefde heel, heel ver weg en het tintelde tot in m'n vingers
en tenen. O, Bob, wat knap, wat ontzettend fijn. Ik geloof, dat je niet wild genoeg
kunt doen. Vind je me een gek meisje?’ Zij omklemde hem nog eens stevig.
‘Afschuwelijk heerlijk gek. Geloof je me als ik zeg, dat Steinway dit niet kan
geven?’
‘Ja, Bob’.
‘Fijn. Zullen we nog even in de stoel gaan zitten uitblazen? Wat hang je hier mooi
hè? We mogen wel schoon ondergoed aandoen; ik heb je natgesproeid geloof ik’.
‘Geeft niks hoor, al dreven we weg. Dit mag je de hele dag door doen. Oòòò....’.
Zij kroop tevreden zuchtend op zijn schoot, met één arm om zijn hals en opgetrokken
knieën.
‘Zeg.... hoe oud zijn die boerenkinderen die dit doen?’
‘Een jaar of tien, twaalf. Jij denkt nu wel, dat ze in de stad zo bij zijn, maar volgens
mij genieten ze er hier meer van. Bij jullie zijn geen schuren en hooibergen en bermen
met boog gras. Ik zeg niet, dat die kinderen er zó van genieten als wij, maar ze doen
het ook, stilletjes natuurlijk’.
‘Het lijkt op het-echt-doen, vind je ook niet? Kun jij je voorstellen, dat het nog
maar een week geleden is, dat je voor het eerst spoortreintje met me speelde?’
‘Onbegrijpelijk’, verzuchtte hij.
‘En dat de mensen dit nou niet goed vinden hè’, zei ze, toen ze een poosje stil
hadden gezeten. ‘Gekke mensen. Ik heb me nog nooit zo heerlijk gevoeld’.
‘Mmm’. Hij keek op zijn horloge. ‘Jammer, dat het zo gauw voorbij was’.
‘Ja, nou! Moeten we ons al aankleden?’
‘Nog een paar minuten, denk ik. Zeg.... denk je nog een beetje, dat je te jong bent
voor deze spelletjes?’
In document
Han B. Aalberse, De liefde van Bob en Daphne · dbnl
(pagina 142-145)