• No results found

U kunt ook een bestaande werkruimte openen vanuit het tabblad "Documenten" in het BI-startpunt.

Als u geen verificatiereferenties hoeft in te voeren voor de gegevensbronnen die worden gebruikt voor het huidige werkblad van de werkruimte, wordt de werkruimte geopend in het huidige werkblad.

Als uw verificatiereferenties zijn vereist voor een of meer van de gegevensbronnen die voor het huidige werkblad worden gebruikt, wordt u gevraagd naar uw aanmeldingsreferenties. Typ uw referenties en klik op OK om u aan te melden bij elke gegevensbron. Of, als u meer dan één gegevensbron hebt en u zich met dezelfde aanmeldingsreferenties wilt aanmelden bij alle gegevensbronnen in het huidige werkblad, selecteert u 'Pas deze referenties toe voor alle gegevensbronnen op hetzelfde werkblad' voordat u op OK klikt.

ZieUitgeschakelde gegevensbronverbindingenof raadpleeg de systeembeheerder als de verificatie mislukt. Uw referenties zijn mogelijk niet correct opgegeven in de Central Management Console of de OLAP-server is off line.

Opmerking:

Wanneer u andere werkbladen in de werkruimte opent, wordt u mogelijk opnieuw gevraagd naar uw referenties als onderdelen op deze werkbladen zijn gekoppeld aan andere gegevensbronnen waarvoor verificatie is vereist.

3. Als de werkruimte SAP BW- of SAP HANA-gegevensbronnen bevat die aanwijzingen hebben, wordt het dialoogvenster "Aanwijzingen" geopend. Selecteer waarden voor de aanwijzingen.

Voor meer informatie over SAP BW-aanwijzingen raadpleegt uAanwijzingen voor SAP BW-gegevensbronnen. Voor meer informatie over SAP BW-aanwijzingen raadpleegt uSAP HANA-gegevensbronnen.

Analyses

In Analysis maakt u verbinding met een gegevensbron en gebruikt u vervolgens de beschikbare analysefuncties om nuttige informatie uit uw gegevens op te halen.

U definieert een analyse door een kruistabel te vullen met gegevens. Kies eerst de hiërarchieën die u aan de rij- en kolomassen van de kruistabel en aan het achtergrondfilter wilt toevoegen. Vervolgens kunt u de analyse uitbreiden en verfijnen via de vele functies in Analysis.

U kunt desgewenst ook een analyse definiëren met een diagramonderdeel.

Verwante onderwerpen

•Gegevens toevoegen aan een diagram

•Naslaginformatie over het kruistabelonderdeel

•Diagrammen

4.1 Beschrijving van analyses en visuele onderdelen

Analyses

Met een analyse wordt een specifieke subset gedefinieerd van gegevens uit de OLAP-kubus die u wilt analyseren. Deze subset van gegevens wordt vaak een 'segment' genoemd omdat deze een

tweedimensionaal 'segment' van een multidimensionale kubus vertegenwoordigt. Als u bijvoorbeeld gegevens in een verkoopkubus wilt analyseren, kunt u een analyse definiëren voor de winkelkosten per jaar.

Als u een analyse wilt definiëren, geeft u de meetwaarden en hiërarchieën op die u wilt opnemen. U kunt dit doen door de hiërarchieën of leden die u wilt analyseren, toe te voegen aan het kruistabel- of diagramonderdeel. In het voorgaande voorbeeld zijn Winkelkosten en Jaar de twee hiërarchieën waarmee u deze analyse definieert.

Hoewel Analysis-werkruimten meerdere werkbladen kunnen bevatten, is een analyse slechts op één werkblad geldig. Een analyse op werkblad 1 heeft daarom geen invloed op de inhoud van werkblad 2.

Het is van belang om te weten dat de gegevensstructuur en -waarden in de analyse worden opgeslagen, maar dat de gegevens in de kruistabel- en diagramonderdelen worden weergegeven.

Visuele onderdelen

U kunt een analyse weergeven in verschillende typen visuele onderdelen, bijvoorbeeld een kruistabel of een horizontaal staafdiagram.

Een kruistabel en een diagram die bij dezelfde analyse horen, zijn in feite aan elkaar gekoppeld, omdat hierin dezelfde set kubusgegevens wordt weergegeven. Als u de analyse in het ene visuele onderdeel wijzigt, wordt dezelfde actie uitgevoerd in alle gekoppelde onderdelen. Als u bijvoorbeeld een landenlid wilt uitvouwen om gegevens voor de bijbehorende provincies in het kruistabelonderdeel weer te geven, worden alle gekoppelde diagrammen ook bijgewerkt om gegevens voor de provincies weer te geven.

Wanneer u een nieuw kruistabel- of diagramonderdeel als subanalyse aan een werkblad toevoegt, wordt het toegevoegde onderdeel aan de actieve analyse gekoppeld. U kunt ook een kruistabel als een nieuwe analyse toevoegen.

Wanneer hiërarchieën of leden aan een onderdeel zijn toegevoegd, worden de analyse en de visuele onderdelen aan de gegevensbron gekoppeld. U kunt geen leden uit een andere gegevensbron aan dit onderdeel toevoegen.

Verwante onderwerpen

•Subanalyses

•Algemene informatie over OLAP

4.2 Een nieuwe analyse definiëren

1. Selecteer in het venster "Gegevens" de hiërarchie die u aan de eerste as in de kruistabel wilt toevoegen.

In plaats van de hele hiërarchie, kunt u ook maar één of meer hiërarchieniveaus selecteren.

2. Sleep de hiërarchie van het venster Gegevens naar het venster "Indeling":

• Sleep de geselecteerde hiërarchie naar het gebied "Rijen" om deze hiërarchie aan de rijen van de kruistabel toe te voegen.

• Sleep de geselecteerde hiërarchie naar het gebied "Kolommen" om deze hiërarchie aan de kolommen van de kruistabel toe te voegen.

• Sleep de hiërarchie naar het gebied "Achtergrond"filter om de hiërarchie aan het achtergrondfilter van de kruistabel toe te voegen.

• Als u leden van een meetwaardendimensie in een kruistabel plaatst, kunt u deze ook slepen naar het hoofdraster van het kruistabelonderdeel.

U kunt de kruistabel ook vullen met gegevens door gebruik te maken van de knoppen boven de metagegevensverkenner in het venster Gegevens. Selecteer eerst een onderdeel in het

analysevenster en klik op een van de volgende knoppen om de hiërarchieën aan de kruistabel toe te voegen:

Klik op Toevoegen aan kolommen om de geselecteerde hiërarchie toe te voegen aan de kolommen in de kruistabel.

Klik op Toevoegen aan achtergrondfilter om de geselecteerde hiërarchie toe te voegen aan het achtergrondfilter.

3. Herhaal stap 2 voor de overige kruistabelassen.

Tip:

Tijdens het definiëren van uw analyse, wilt u mogelijk het automatisch bijwerken van de opmaak uitschakelen. Wanneer automatisch bijwerken is ingeschakeld, worden de kruistabel- en

diagramonderdelen bijgewerkt terwijl u elke hiërarchie aan het venster "Indeling" toevoegt, wat tot korte vertragingen leidt. Klik op Automatisch bijwerken op de werkbalk om het automatisch bijwerken uit te schakelen.

Opmerking:

• U kunt leden uit dezelfde hiërarchie niet aan twee verschillende assen toevoegen.

• Wanneer u een hiërarchie op een as plaatst, wordt het standaardlid automatisch geselecteerd.

• bij SAP BW-gegevensbronnen sluiten hiërarchieën die tot dezelfde dimensie behoren elkaar uit.

Neem bijvoorbeeld een kubus die een dimensie Klant bevat die twee hiërarchieën bevat: Land_1 en Land_2. U kunt niet Land_1 op de rij-as en Land_2 in het achtergrondfilter van dezelfde analyse opgeven.

4.3 Analyses wijzigen

U kunt een analyse op verschillende manieren wijzigen:

• Filters voor de hiërarchieën toepassen of wijzigen.

• Sorteerbewerkingen, conditionele opmaak en andere functies van de werkbalk toepassen.

• Voeg nieuwe hiërarchieën uit dezelfde gegevensbron toe aan het venster "Opmaak", verplaats hiërarchieën tussen assen of verwijder hiërarchieën uit het venster "Opmaak".

Verwante onderwerpen

•Filteren op lid

•Naslaginformatie over de werkbalk

•Bovenliggende leden uitvouwen en samenvouwen

4.3.1 Het venster "Opmaak" gebruiken om een analyse te wijzigen

1. Selecteer in het venster "Gegevens" de hiërarchie die u aan de eerste as in de kruistabel of het diagram wilt toevoegen.

In plaats van de hele hiërarchie, kunt u ook maar één of meer hiërarchieniveaus selecteren.

2. Sleep de hiërarchie van het venster Gegevens naar de juiste as in het venster "Indeling".

U kunt ervoor kiezen de bestaande hiërarchie te vervangen of de nieuwe hiërarchie in de bestaande te nesten.

Sleep de geselecteerde hiërarchie naar de bestaande hiërarchie om deze te vervangen. De bestaande hiërarchie wordt gemarkeerd. Wanneer u de muisknop loslaat, wordt de bestaande hiërarchie in de kruistabel of het diagram vervangen door de geselecteerde hiërarchie.

Als u de geselecteerde hiërarchie in de bestaande hiërarchie wilt nesten in de kruistabel, sleept u de geselecteerde hiërarchie naar een positie boven of onder de bestaande hiërarchie. Deze techniek wordt gebruikt om complexe analyses te maken. ZieHiërarchieën nesten om complexe analyses te makenvoor meer informatie.

U kunt de kruistabel ook vullen met gegevens door gebruik te maken van de knoppen boven de metagegevensverkenner in het venster Gegevens. Selecteer eerst een onderdeel in het

analysevenster en klik op een van de volgende knoppen om de hiërarchie aan de kruistabel toe te voegen:

Toevoegen aan rijen

Toevoegen aan kolommen

Toevoegen aan achtergrondfilter

3. Herhaal stap 2 voor de overige kruistabel- of diagramassen.

• Wanneer u een hiërarchie op een rij- of kolomas of in het achtergrondfilter plaatst, wordt het standaardlid automatisch geselecteerd. Als u met Microsoft Analysis Services werkt, kunt u het standaardlid instellen op de OLAP-server. Voor andere OLAP-bronnen is het standaardlid het eerste lid in het bovenste niveau van de hiërarchie.

• Als u een hiërarchie toevoegt aan een analyse waarin dezelfde hiërarchie al voorkomt, worden sorteerbewerkingen, filters en voorwaardelijke opmaken die eerder op de hiërarchie zijn toegepast, verwijderd.

4.4 Analyses toevoegen

Wanneer u een werkruimte maakt en verbinding maakt met een gegevensbron, wordt één analyse gemaakt, die is gekoppeld aan die gegevensbron. Voor sommige analyses hebt u slechts één analyse nodig, maar in andere gevallen moet u mogelijk meerdere analyses toevoegen, bijvoorbeeld als u twee verschillende gegevenssets wilt vergelijken op één werkblad.

Analyses kunnen op verschillende manieren worden toegevoegd:

• Een kruistabel toevoegen aan het werkblad. Standaard wordt met het toevoegen van een nieuwe kruistabel een nieuwe analyse gemaakt. De nieuwe analyse wordt verbonden met de gegevensbron die op dat moment in het venster "Gegevens" is geselecteerd.

• Een nieuwe gegevensbron toevoegen aan de werkruimte en vervolgens een kruistabel toevoegen aan het werkblad. De nieuwe analyse wordt verbonden met de nieuwe gegevensbron.

• Nog een kruistabel- of diagramonderdeel aan het werkblad toevoegen als een subanalyse. De subanalyse is gekoppeld aan de originele analyse, maar u kunt het nieuwe onderdeel ook loskoppelen van de orginele analyse om zo een aparte analyse te maken.

Nadat u analyses hebt toegevoegd, kunt u deze definiëren door hiërarchieën en leden aan de kruistabellen of diagrammen toe te voegen.

Verwante onderwerpen

•Subanalyses

•De koppeling met een subanalyse opheffen

4.4.1 Een analyse aan een werkblad toevoegen

Selecteer op de werkbalk de optie "Invoegen" en klik vervolgens op de knop Kruistabel invoegen om een analyse aan het huidige werkblad toe te voegen.

De nieuwe analyse is verbonden met de momenteel geselecteerde gegevensbron en wordt toegevoegd aan het venster "Overzicht" met een automatisch toegewezen naam.

Opmerking:

U kunt de kruistabel ook toevoegen als een subanalyse door op de pijl naast de knop Kruistabel invoegen te klikken.

4.5 Hiërarchieën nesten om complexe analyses te maken

OLAP-kubussen kunnen veel hiërarchieën bevatten. Wanneer u gegevens uit meerdere hiërarchieën in uw analyse wilt opnemen, kunt u deze nesten.

“Hiërarchieën nesten” betekent dat twee of meer hiërarchieën op dezelfde as wordt geplaatst. Mogelijk wilt u bijvoorbeeld de verkoopcijfers over verschillende boekjaren van verschillende geografische locaties bekijken. U kunt de hiërarchieën Boekdatum en Geografie op één as nesten.

Verwante onderwerpen

•Hiërarchieën nesten

4.6 Analyses verwijderen

U kunt een analyse die niet langer wordt gebruikt en alle bijbehorende diagram- en kruistabelonderdelen verwijderen.

4.6.1 Een analyse verwijderen

1. Selecteer de analyse in het venster "Overzicht".