Klik op de werkbalk op Plakken om een kopie van het onderdeel naar het huidige werkblad te plakken

U kunt het onderdeel ook plakken door op CTRL+V te drukken.

Als u het gekopieerde onderdeel naar een ander werkblad wilt plakken, gaat u eerst naar het gewenste werkblad en plakt u het onderdeel vervolgens.

Het gekopieerde onderdeel wordt onder of rechts van bestaande onderdelen in het werkblad toegevoegd.

13.11 Ongedaan maken en Opnieuw

Analysis omvat meerdere niveaus voor de actie Ongedaan maken. Daardoor kunt u wijzigingen in een werkruimte, in omgekeerde volgorde, ongedaan maken, totdat de werkruimte weer in de gewenste toestand verkeert.

U kunt al uw wijzigingen ook met één stap ongedaan maken door de oorspronkelijke status die de werkruimte bij het openen had, te herstellen, zelfs als u de werkruimte na het openen hebt opgeslagen.

Met de functie Opnieuw kunt u een ongedaan gemaakte actie opnieuw uitvoeren. Als u bijvoorbeeld een onderdeel verplaatst of het formaat ervan wijzigt en de nieuwe positie u niet bevalt, kunt u op Ongedaan maken klikken om het onderdeel weer naar de oorspronkelijke positie te verplaatsen. Als u vervolgens van gedachten verandert, kunt u op Opnieuw klikken om de meest recente wijziging te herstellen. Met Opnieuw wordt de actie Wijzigingen negeren niet ongedaan gemaakt.

• Als u een actie ongedaan wilt maken, klikt u op Ongedaan maken op de werkbalk.

De eerste keer dat u op de knop klikt, wordt de meest recente wijziging in de werkruimte ongedaan gemaakt. Elke volgende keer dat u op de knop klikt, wordt de volgende, meest recente wijziging ongedaan gemaakt.

• Klik op de werkbalk op de knop Wijzigingen negeren om alle wijzigingen ongedaan te maken en de oorspronkelijke werkruimte te herstellen.

• Als u een ongedaan gemaakte wijziging opnieuw wilt aanbrengen, klikt u op Opnieuw op de werkbalk.

De knoppen Ongedaan maken en Opnieuw zijn niet beschikbaar als er niets ongedaan kan worden gemaakt of opnieuw kan worden uitgevoerd, of als u een onomkeerbare wijziging hebt aangebracht.

Opmerking:

• U kunt acties alleen in achterwaartse volgorde ongedaan maken of herhalen, te beginnen met de meest recente. U kunt een actie niet ongedaan maken zonder acties die recenter zijn, ook ongedaan te maken.

• Met de verwijdering van een gegevensbron of werkblad wordt de geschiedenis van Ongedaan maken en Opnieuw gewist.

Verwante onderwerpen

•De knop Ongedaan maken

Weergaveattributen

Weergaveattributen zijn eigenschappen van leden waarmee een alternatieve manier wordt geboden voor de categorisering van leden. Attributen voor een producthiërarchie kunnen bijvoorbeeld kleur, fabrikant, hoofdletter/kleine letter en land van herkomst bevatten.

Opmerking:

Weergaveattributen zijn alleen beschikbaar voor SAP BW-gegevensbronnen.

U kunt weergaveattributen aan uw analyse toevoegen om extra informatie te geven over de leden in de kruistabel. U kunt ook sorteren op weergaveattribuut.

Voorbeeld:

Anne werkt voor een filmdistributeur en heeft haar producthiërarchie uitgevouwen om de beschikbare films van haar bedrijf weer te geven. Anne heeft ook weergaveattributen toegevoegd die voor haar weergave aan deze hiërarchie gekoppeld zijn. Anne past een alfanumerieke sortering toe op het weergaveattribuut Filmclassificatie om zo de films te identificeren die geschikt zijn voor verkoop door een supermarktketen.

Standaardweergaveattributen wordt vetgedrukt weergegeven in de verkenner van metagegevens.

Opmerking:

• Als u een weergaveattribuut toevoegt aan het venster "Indeling" terwijl er geen hiërarchie van de gekoppelde dimensie in het venster "Indeling" aanwezig is, wordt naast het weergaveattribuut ook de standaardhiërarchie voor deze dimensie toegevoegd.

• De eerste keer dat u een hiërarchie of weergaveattribuut toevoegt aan de rij- of kolomas, worden de standaardweergaveattributen ook toegevoegd.

14.1 Weergaveattributen toevoegen of verwijderen

• Als u weergaveattributen wilt toevoegen, sleept u deze uit de metagegevensverkenner naar het venster "Indeling" of naar de rij- of kolomas van de kruistabel.

Als u de attributen wilt verwijderen, sleept u deze uit het venster "Indeling" of de kruistabel.

U kunt ook met de rechtermuisknop op een hiërarchie klikken in het venster "Indeling" of in de kruistabel, naar Attributen wijzen en weergaveattributen selecteren of deselecteren.

Opmerking:

Wanneer u verschillende weergave-attributen toevoegt aan de rij-as, zijn sommige gegevens of metagegevens mogelijk niet zichtbaar in het analysevenster. U kunt de metagegevens- en gegevensvensters op een andere plaats zetten door het scheidingsteken tussen de vensters te verslepen of de schuifbalken onder aan het venster te gebruiken.

14.2 Filteren met weergaveattributen

De eerste keer dat u een hiërarchie filtert op lid, worden de weergaveattributen in de kruistabel bij die hiërarchie ook in het deelvenster "Filter" weergegeven. Met de knop Weergave in het deelvenster

"Filter" kunt u andere weergaveattributen toevoegen aan het deelvenster "Filter" of momenteel weergegeven attributen verwijderen. Weergaveattributen kunnen nuttig zijn bij het filteren op leden.

Opmerking:

• Wanneer u daarna diezelfde hiërarchie op lid filtert, worden de vorige instellingen voor weergaveattributen in het deelvenster "Filter" onthouden.

• De weergaveattributen die u toevoegt aan het deelvenster "Filter" worden niet automatisch toegevoegd aan de kruistabel. Als u weergaveattributen wilt toevoegen aan de kruistabel, sleept u ze vanuit de metagegevensverkenner naar de kruistabel.

Voorbeeld:

Uw kruistabel bevat de hiërarchie Producten en toont ook het weergaveattribuut “Land van herkomst”

dat gekoppeld is aan die hiërarchie. In het deelvenster "Filter" kunt u de hiërarchie Producten op lid filteren. Het weergaveattribuut “Land van herkomst” wordt ook in het deelvenster "Filter" weergegeven.

Voor uw analyse bent u alleen geïnteresseerd in roodgekleurde producten, dus voegt u het

weergaveattribuut “Kleur” toe aan het deelvenster "Filter". Nu kunt u alle rode leden selecteren in het deelvenster "Filter".

Verwante onderwerpen

•Filteren op lid