• No results found

SCHULDEISERS EN HUN SCHULDVORDERING(EN)

66. In het eerste deel van de masterproef wordt dieper ingegaan op de schuldeisers en hun schuldvordering(en). De schuldeiser vormt één van de drie belangrijke actoren binnen de procedure van de collectieve schuldenregeling. In deel 1 wordt in het eerste hoofdstuk een theoretische toelichting gegeven betreffende de positie van de schuldeiser binnen de procedure van de collectieve schuldenregeling (1). In de volgende hoofdstukken worden de resultaten van het onderzoek besproken. In hoofdstuk twee volgt een toelichting van de resultaten uit het onderzoek betreffende de totale schuldenlast (2). In hoofdstuk drie worden de resultaten besproken aangaande het aantal schuldeisers en hun schuldvorderingen (3). Hoofdstuk vier omvat een bespreking van de resultaten betreffende de aard van de schulden (4). Daarna worden in hoofdstuk vijf de resultaten besproken betreffende de terugbetaling van de schuldeisers (5). Tot slot word door middel van een korte conclusie de positie van de schuldeiser bepaald na onderzoek op de arbeidsrechtbank Gent, afdeling Gent (6).

67. Bij de bespreking van het eerste deel van de masterproef, wordt een overzicht gegeven van de resultaten van het onderzoek op de Arbeidsrechtbank Gent, afdeling Gent. Elk hoofdstuk begint met een toelichting betreffende de onderzochte gegevens. Daarna wordt een overzicht gegeven van de totalen, de spreiding en gemiddelden van de gegevens. Om de gegevens overzichtelijk weer te geven, worden de onderzoeksresultaten telkens door middel van een tabel weergegeven waarbij er onder elke tabel een bespreking volgt van de resultaten, met daarna een vergelijking met andere onderzoeken. De onderzoeken die in dit deel worden behandeld zijn:

- Het Onderzoeksrapport opgesteld door het SAM omtrent budget-en/of schuldhulpverlening in 2018.103 (Verder: het onderzoek van het SAM uit 2018)

- Het statistisch verslag uit 2019 opgesteld door het NBB met de belangrijkste statistieken binnen de Centrale voor Kredieten aan Particulieren.104 (Verder: het statistisch verslag van 2019 van het NBB)

- Het profielonderzoek uit 2017 omtrent personen in de procedure van collectieve schuldenregeling.105 (Verder: het reeds eerder gevoerde profielonderzoek op de arbeidsrechtbank Gent, afdeling Gent uit 2017)

103 STEUNPUNT MENS EN SAMENLEVING, Onderzoeksrapport: cijfer-en profielgegevens van de Vlaamse huishoudens in budget-en/of schuldhulpverlening anno 2018, februari 2019, http://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1501024, 1.

104 NATIONALE BANK VAN BELGIË, Statistieken 2019, januari 2020,

www.nbb.be/doc/cr/ccp/publications/bro_ckpstat2019n_23012020.pdf, 1.

105 J. DE BOEVERE, B. DE GROOTE, P. EVERAERT EN S. VOET, “Collectieve schuldenregeling: profielonderzoek van personen in de procedure van collectieve schuldenregeling”, P&B 2017, afl.3, (102) 103.

1 Positie van de schuldeisers in de procedure van de collectieve

schuldenregeling

68. Om een procedure tot collectieve schuldenregeling op te starten, moet de schuldenaar een eenzijdig verzoekschrift neerleggen op de griffie van de territoriaal bevoegde arbeidsrechtbank.106 Het verzoekschrift is eenzijdig waardoor enkel de schuldenaar partij is en een tegenpartij afwezig is.107 Het verzoekschrift vereist wel dat de schuldenaar, op grond van artikel 1675/4, § 2, 9° Ger.W., de identiteitsgegevens van al zijn schuldeisers opneemt. De schuldenaar heeft dus de verplichting om al zijn schuldeisers op te sporen en deze op te nemen in het verzoekschrift. 108

69. Pas nadat het verzoek van de schuldenaar toelaatbaar is verklaard door de schuldbemiddelingsrechter worden deze schuldeisers hierover in kennis gesteld. Ze krijgen daarbij de mogelijkheid om, uiterlijk een maand na toezending van de beschikking van toelaatbaarheid, aangifte te doen van hun schuldvordering.109 Op grond van artikel 52 Ger.W. start de termijn van één maand te lopen vanaf de dag na de toezending.110 Indien de schuldeiser niet binnen deze termijn aangifte doet van zijn schuldvordering, brengt de schuldbemiddelaar hem daarvan op de hoogte, conform artikel 1675/9, § 3 Ger.W. De schuldeiser krijgt hierna nog een termijn van vijftien dagen om alsnog aangifte te doen. Indien dit niet gebeurt, wordt de schuldeiser geacht afstand te doen van zijn schuldvordering en verliest hij zijn recht om zijn schuldvordering te verhalen op de schuldenaar in de collectieve schuldenregeling. De schuldeiser kan dit recht enkel herwinnen bij afwijzing of herroeping van de aanzuiveringsregeling.111

70. Anders dan in het faillissementsrecht, geschiedt de aangifte van de schuldvordering in handen van de schuldbemiddelaar en niet op de griffie van de rechtbank. Deze aangifte kan ofwel door middel van een ter post aangetekende brief met ontvangstbericht, ofwel door aangifte van de schuldvordering op het kantoor van de schuldbemiddelaar, waarbij de schuldbemiddelaar een

106 Art. 1675/4, § 1 Ger.W.; C. BEDORET EN J. HUBIN, Le règlement des dettes, Bruxelles, Larcier, 2013, 224.

107 Art. 1027 – 1034 Ger.W.; S. RUTTEN, D. SCHEERS, P. THIRIAR EN B. VANLERBERGHE, Handboek gerechtelijk recht (vijfde editie), Mortsel, Intersentia, 2019, 102.

108 B. DE GROOTE EN S. VAN BREE, “Invorderingsproblematiek en collectieve schuldenregeling: actualia 2010” in D. BLOMMAERT, S. BRIJS, B. DE GROOTE EN B. VOLDERS (eds.), Invordering tegen particulieren, Herentals, Knops Publishing, 2012, (47) 103.

109 Art. 1675/9, § 2 Ger.W.

110 S. DE COSTER, “Art. 1675/9 Ger.W.” in X, Gerechtelijk recht. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van

rechtspraak en rechtsleer, afl. 46, Mechelen, Kluwer, 1999, (145) 158.

111 Art. 1675, § 3 Ger.W.; S. DE COSTER, “Art. 1675/9 Ger.W.” in X, Gerechtelijk recht. Artikelsgewijze commentaar met

ontvangstbericht dagtekent en ondertekent.112 De schuldeiser mag slechts één aangifte doen, ook als hij meerdere schuldvorderingen heeft. Indien dit het geval is, moet hij alle schuldvorderingen bundelen en één samenvattende schuldvordering indienen.113

71. Als de termijn is verstreken en alle schuldeisers die aangifte hebben gedaan, gekend zijn, kan een minnelijke aanzuiveringsregeling worden opgemaakt. Hierin worden alle schuldeisers, die aangifte hebben gedaan met hun schuldvorderingen, opgenomen.114 Van het beginsel van gelijkheid van de schuldeisers kan, zoals eerder vermeld, in de minnelijke aanzuiveringsregeling worden afgeweken.115 Daarom is het van belang dat alle partijen, inclusief de schuldeisers, instemmen met het ontwerp van de minnelijke aanzuiveringsregeling.116 Zij hebben een termijn van twee maand om bezwaar in te dienen tegen het ontwerp van de aanzuiveringsregeling.117 Indien er geen overeenkomst over een minnelijke aanzuiveringsregeling kan worden bereikt, binnen de zes maanden vanaf de aanwijzing van de schuldbemiddelaar, kan een gerechtelijke aanzuiveringsregeling worden opgemaakt door de schuldbemiddelingsrechter met eerbiediging van de gelijkheid onder de schuldeisers.118

2

Totaalbedrag van de schulden

72. In het onderzoek op arbeidsrechtbank Gent, afdeling Gent werd per dossier de totale schuldenlast nagegaan van de schuldenaar. Dit vormt het totale bedrag van alle schuldvorderingen zoals opgenomen in de aanzuiveringsregeling.

73. Bij de onderzochte dossiers lagen de vastgestelde totaalbedragen heel ver uiteen, waarbij de laagste schuldenlast neerkwam op een bedrag van 3.076,79 euro en de hoogste schuldenlast neerkwam op een bedrag van 444.913,98 euro. De gemiddelde schuldenlast bedraagt hierbij 44.375,25 euro.

112 S. DE COSTER, “Art. 1675/9 Ger.W.” in X, Gerechtelijk recht. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van

rechtspraak en rechtsleer, afl. 46, Mechelen, Kluwer, 1999, (145) 159.

113 R. PLAEKE, Collectieve schuldenregeling, Mortsel, Intersentia, 2017, 35. 114 Art. 1675/10 - 1675/11 Ger.W.

115 Supra 18 - 19, nr. 55. 116 Art. 1675/10 Ger.W.

117 N. CLIJMANS, B. MAES, S. VAN SCHEL EN P. VANLERBERGHE, Gerechtelijk privaatrecht… na de hervorming van 2017 – 2019, Brugge, Die Keure, 2019, 468.

Tabel 1: Totaalbedrag schulden

TOTAALBEDRAG SCHULDEN Collectieve schuldenregelingen Arbeidsrechtbank Gent, afdeling Gent

Onderzoek SAM 2018119 Aantal (n=300) % % < € 5.000 9 3,00 % 33,03 % € 5 001 - € 10.000 26 8,67 % 21,13 % €10.001 - €20.000 64 21,33 % 22,02 % > €20.000 201 67,00 % 23,82 % Gemiddelde schuldenlast € 44.375, 25

74. In bovenstaande tabel wordt de spreiding weergegeven van het totaalbedrag van de schulden. Als er wordt gekeken naar de totale schuldenlast, vastgesteld in het onderzoek op de arbeidsrechtbank Gent, afdeling Gent, dan zien we grote discrepanties met het onderzoek van het SAM uit 2018. Bij de collectieve schuldenregeling hebben 67,00 % van de dossiers een schuldenlast die hoger ligt dan 20.000 euro, terwijl dit bij het onderzoek van het SAM uit 2018 slechts 23,82 % is. Dit wijst er op dat meestal schuldenaren met een hoge schuldenlast beroep gaan doen op de collectieve schuldenregeling. Zoals eerder vermeld vormt de procedure van de collectieve schuldenregeling een ultimum remedium en wordt het pas aangewend indien geen andere manier van schuldhulpverlening meer mogelijk is om de financiële situatie van de schuldenaar te herstellen. 120 Een te hoge schuldenlast kan hier deel van uit maken en vormt dan ook een belangrijke factor om als schuldenaar al dan niet te beslissen om een verzoek tot collectieve schuldenregeling in te dienen. Dossiers met een schuldenlast onder de 5.000 euro komen quasi uitzonderlijk voor. Een verklaring hiervoor is dat schuldenaren met een kleiner bedrag aan schulden eerst andere manieren van schuldhulpverlening gaan hanteren.

75. In het onderzoek van het SAM uit 2018 liggen de cijfers veel meer gespreid en heeft meer dan de helft (54,16 %) van de schuldenaren een schuldenlast onder de 10.000 euro. Dit in tegenstelling tot het onderzoek bij arbeidsrechtbank Gent, afdeling Gent waar de cijfers veel minder zijn gespreid. Een mogelijk oorzaak hiervoor is dat het SAM in het algemeen gaat

119 STEUNPUNT MENS EN SAMENLEVING, Onderzoeksrapport: cijfer-en profielgegevens van de Vlaamse huishoudens in budget-en/of schuldhulpverlening anno 2018, februari 2019, http://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1501024, 29.

onderzoeken en zich dus niet enkel focust op de schuldenlast van personen in de collectieve schuldenregeling. Personen met een overmatige schuldenlast die zich niet bevinden in de collectieve schuldenregeling hebben een lagere schuldenlast dan personen die zich wel bevinden in de procedure van de collectieve schuldenregeling.121

3

Aantal schuldvorderingen

76. Per dossier werd in het onderzoek op de Arbeidsrechtbank Gent, afdeling Gent het aantal schuldeisers met hun schuldvordering(en) nagegaan. Hierbij werden de schuldeisers opgenomen zoals bepaald in de aanzuiveringsregeling.

77. In het kader van het onderzoek werd een onderscheid gemaakt tussen de schuldvorderingen van ondernemingen en schuldvorderingen die voortkomen uit leningen van vrienden en/of familie. In totaal werden 3.511 schuldvorderingen opgenomen, waarbij 3.169 schuldvorderingen van ondernemingen en 342 schuldvorderingen van vrienden en/of familie.

Tabel 2: Aantal schuldeisers per dossier

AANTAL SCHULDEISERS PER DOSSIER Onderzoek arbeidsrechtbank Gent, afdeling Gent

Aantal (n=300) % < 5 26 8,67 % 5 – 10 107 35,67 % 11 – 15 95 31,67 % 16 – 20 41 13,67 % 21 – 25 17 5,67 % 26 – 30 9 3,00 % > 30 5 1,67 %

Gemiddeld aantal schuldeisers 12

Mediaan van het aantal schuldeisers 11

121 STEUNPUNT MENS EN SAMENLEVING, Onderzoeksrapport: cijfer-en profielgegevens van de Vlaamse huishoudens in budget-en/of schuldhulpverlening anno 2018, februari 2019, http://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1501024, 29.

78. In tabel 2 valt het op dat de meeste schuldenaren tussen de vijf en vijftien schuldeisers hebben. Het gemiddeld aantal schuldeisers per dossier komt hierbij neer op twaalf. In tabel 2 zijn een aantal uitschieters op te merken waarbij iets meer dan 10,00 % van de schuldenaren meer dan 21 schuldeisers hebben.

79. In principe is één schuld voldoende om toegelaten te worden tot de procedure. Er is namelijk geen wettelijke vereiste inzake het aantal schuldeisers in de procedure van de collectieve schuldenregeling. 122 Het aantal schuldeisers kan wel een indicatie vormen om de ernst van de situatie van de schuldenaar in te schatten. In het onderzoek werd dit ook duidelijk aangezien de schuldoorzaak ‘opeenstapeling van schulden’, wat dus wijst op een groot aantal schuldeisers, in 33,33 % van de gevallen de meest doorslaggevende schuldoorzaak vormt om een verzoek tot collectieve schuldenregeling in te dienen. Het hoge aantal schuldeisers kan de druk om een verzoek tot collectieve schuldenregeling in te roepen verhogen.123 In het reeds eerder gevoerde profielonderzoek op de arbeidsrechtbank Gent, afdeling Gent uit 2017 werd besloten dat een hoog aantal schuldeisers een hogere totale schuldenlast met zich meebrengt.124

80. De Nationale Bank van België haalt in het statistisch verslag van 2019 aan dat er een duidelijk verband is tussen het aantal achterstallige kredieten van een kredietnemer en de mate waarin deze een beroep doet op de procedure van de collectieve schuldenregeling. In 2019 zat 9,90 % van de personen met één betalingsachterstand in de collectieve schuldenregeling, terwijl 40,50 % van de personen met vijf of meer betalingsachterstanden in de collectieve schuldenregeling zat. De problematiek van de overmatige schuldenlast uit zich niet enkel tot achterstallige kredieten, maar ook door betalingsmoeilijkheden ten aanzien van de gezondheidszorg, EGW, telefoon, huur, belastingen, etc.125

81. Als we de resultaten uit het onderzoek op de arbeidsrechtbank Gent, afdeling Gent vergelijken met het onderzoek van het SAM uit 2018 dan kan worden besloten dat het aantal schuldeisers veel hoger ligt in de procedure van de collectieve schuldenregeling dan bij de algemene cijfers van personen met een overmatige schuldenlast. Daar werd de mediaan

122 S. DE COSTER, “Art. 1675/2 Ger.W.” in X, Gerechtelijk recht. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van

rechtspraak en rechtsleer, afl. 43, Mechelen, Kluwer, 1999, (127) 133.

123 Infra 52, nr. 136.

124 J. DE BOEVERE, B. DE GROOTE, P. EVERAERT EN S. VOET, “Collectieve schuldenregeling: profielonderzoek van personen in de procedure van collectieve schuldenregeling”, P&B 2017, afl.3, (102) 105.

125 NATIONALE BANK VAN BELGIË, Statistieken 2019, januari 2020,

vastgesteld op zeven schuldeisers per dossier, terwijl dit voor de collectieve schuldenregeling op elf ligt.126

4

Economische activiteit van de schuldeiser

82. In het onderzoek op de arbeidsrechtbank Gent, afdeling Gent is er, zoals eerder vermeld, per schuldeiser nagegaan welke economische activiteit deze uitgeoefent aan de hand van de NACEBEL-code.127 Op basis van deze gegevens, terug te vinden op de website van de Kruispuntbank van Ondernemingen, kan een duidelijk overzicht worden gegeven van alle mogelijke schuldsoorten. Hierbij wordt ook nagegaan welke sectoren het meest voorkomen in het kader van een procedure binnen de collectieve schuldenregeling.

126 STEUNPUNT MENS EN SAMENLEVING, Onderzoeksrapport: cijfer-en profielgegevens van de Vlaamse huishoudens in budget-en/of schuldhulpverlening anno 2018, februari 2019, http://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1501024, 32.

83. In tabel 3 wordt de economische activiteit van de schuldeisers ingedeeld in 21 secties, voorgesteld door de letters A tot en met U. Elke letter stelt een economische sector voor waaronder elke economische activiteit van de schuldeiser kan worden gekwalificeerd.

Tabel 3: Indeling schuldeisers naar economische activiteit

ECONOMISCHE ACTIVITEIT SCHULDEISER Aantal

(n=300) % Landbouw, bosbouw en visserij (A) 0 0,0 %

Winning van delfstoffen (B) 0 0,0 %

Industrie (C) 11 0,35 %

Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht (D) 287 9,06 %

Distributie van water, afval-en afvalwaterbeheer en sanering (E) 122 3,85 %

Bouwnijverheid (F) 16 0,50 %

Groot-en detailhandel; reparatie van auto's en motorfietsen (G) 132 4,17 %

Vervoer en opslag (H) 37 1,17 %

Verschaffen van accommodatie en maaltijden (I) 5 0,16 %

Informatie en communicatie (J) 226 7,13 %

Financiële activiteiten en verzekeringen (K) 592 18,68 %

Exploitatie van handel in onroerend goed (L) 53 1,67 %

Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten (M) 145 4,58 %

Administratieve en ondersteunende diensten (N) 180 5,68 %

Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen (O) 963 30,39 %

Onderwijs (P) 46 1,45 %

Menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening (Q) 305 9,62 %

Kunst, amusement en recreatie (R) 6 0,19 %

Overige diensten (S) 42 1,33 %

Huishoudens als werkgever; niet-gedefirentieerde productie van goederen en diensten door huishoudens voor eigen gebruik (T)

0 0,00 %

84. In tabel 3 valt op te merken dat de economische activiteit van de meeste schuldeisers zich bevindt in de sector van het ‘openbaar bestuur, defensie en sociale verzekeringen’, namelijk in 30,39 % van de gevallen. Dit gaat dan over onder andere ziekenfondsen (CM, Liberale Mutualiteit en Bond Moyson), federale overheidsdiensten en OCMW’s. Een mogelijke verklaring voor het hoge aantal schuldvorderingen in deze sector, en meer specifiek bij de ziekenfondsen, is dat vele schuldenaren een ziekte als doorslaggevende schuldoorzaak hebben. Uit het onderzoek blijkt dan ook dat in 20,00 % van de gevallen een ziekte, ongeval of zwangerschap de oorzaak van de overmatige schuldenlast vormt.128 Het hoge aantal schuldvorderingen bij het OCMW kan het gevolg zijn doordat de collectieve schuldenregeling een ultimum remedium vormt en de schuldenaar reeds beroep heeft moeten doen op hulpverlenende instanties zoals het OCMW voor onder andere budgetbegeleiding, budgetbeheer of schuldbemiddeling.129

85. De sector inzake ‘financiële activiteiten en verzekeringen’ vormt een sector waar ook vele schuldenaren schulden bij hebben. De sector vertegenwoordigt namelijk 18,68 % van de schuldvorderingen. Hiervan situeert het overgrote deel, namelijk 90,00 %, van de schuldvorderingen binnen deze sector in de afdeling ‘financiële dienstverlening’. In slechts een klein deel van de gevallen, de overige 10,00 %, situeert de schuldvordering zich in de afdeling ‘verzekeringen’. Het hoge aantal schuldvordering in deze sector is mogelijks doordat schuldenaren vaak impulsief nieuwe kredieten aangaan bij banken zonder na te denken over hun specifieke kredietwaardigheid. Uit het onderzoek valt ook af te leiden dat het aangaan van te veel kredieten en leningen een factor kan zijn om een verzoek tot collectieve schuldenregeling in te dienen. Daarnaast vormt in 8,33 % van de gevallen één grote lening de schuldoorzaak. In de meeste gevallen gaat dit om een hypothecaire lening bij de aankoop van een woning.130

86. Op de derde plaats staat de sector van de ‘menselijke gezondheidszorg en de maatschappelijke dienstverlening’ met 9,62 % van het totale aantal schuldvorderingen. Onder deze sectie valt de menselijke gezondheidszorg en de maatschappelijke dienstverlening. Aangezien in deze sector vooral ziekenhuizen schuldeisers zijn, namelijk in 95,82 % van de gevallen, situeren de schuldvorderingen binnen deze sector zich vooral in de afdeling ‘menselijke gezondheidszorg’. Zoals reeds vermeld, hebben vele schuldenaren een slechte gezondheid waardoor een bezoek aan het vaak ziekenhuis onvermijdelijk wordt.131

128 Infra 53, nr. 137. 129 Supra 9, nr. 28. 130 Infra 53, nr. 139. 131 Infra 53, nr. 137.

87. Verder speelt ook de sector van ‘productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht’ met 9,06 % van de schuldvorderingen een belangrijke rol als schuldeiser voor schuldenaren in de collectieve schuldenregeling. Dit gaat onder andere over netbeheerders van elektriciteit en aardgas, energieproducenten en elektriciteitsleveranciers. Het gebruik van elektriciteit, gas en stroom vormt voor de schuldenaar een maandelijkse vaste kost die hoog kan oplopen.

88. De overige sectoren waar tevens een aanzienlijk deel van de schuldvorderingen te vinden zijn:

- De sector ‘informatie en communicatie’ met 7,13 % van alle schuldvorderingen. Bijna elke schuldenaar bezit een GSM, televisie en computer. Dit vormt een extra kost en kan vaak leiden tot schulden. Hieronder vallen voornamelijk telecommunicatiebedrijven (97,44 %). - De sector ‘administratieve en ondersteunende diensten’ met 5,68 % van het totaal aantal

schuldvorderingen. Hieronder vallen vooral incassobureaus. Dit valt logisch te verklaren aangezien deze bureaus achterstallige bedragen gaan vorderen. Schuldenaren die zich in de collectieve schuldenregeling bevinden, hebben reeds een lange weg afgelegd vooraleer ze in de procedure zijn beland. Deze weg gaat gepaard met verzoeken tot inning van schuldvorderingen van de incassobureaus in opdracht van de schuldeiser die een schuldvordering heeft op de schuldenaar.

- De sector ‘vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten’ vertegenwoordigt 4,58 % van de schuldvorderingen. Vooral de afdeling ‘rechtskundige en boekhoudkundige dienstverlening’, waaronder advocaten en gerechtsdeurwaarders vallen, komt hier aan bod, namelijk in 92,41 % van de schuldvorderingen binnen deze sector. Deze kunnen enerzijds optreden om bijstand te verlenen aan de schuldenaar of anderzijds om bijstand te verlenen aan de tegenpartij.

89. Bovenstaande resultaten kunnen worden vergeleken met het onderzoek gevoerd door het SAM. In dat onderzoek werd een onderscheid gemaakt tussen kredietschulden, dagdagelijkse schulden, schulden ten aanzien van overheden en overige schulden. De drie meest voorkomende schuldsoorten bij opstart van de dossiers zijn hier nutsvoorzieningen, gezondheidsschulden en telecomschulden.132 Als we dit vergelijken met de resultaten van het gevoerde onderzoek op de Arbeidsrechtbank Gent, afdeling Gent dan loopt dit ongeveer gelijk. De schulden uit nutsvoorzieningen staan in het onderzoek op de vierde plaats met 9,06 % en vormen dus ook een

132 STEUNPUNT MENS EN SAMENLEVING, Onderzoeksrapport: cijfer-en profielgegevens van de Vlaamse huishoudens

in budget-en/of schuldhulpverlening anno 2018, februari 2019, http://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1501024,

belangrijke rol. De gezondheidsschulden staan op de tweede plaats en de telecomschulden op de vijfde plaats. Hieruit kan worden afgeleid dat de schuldsoorten die zich voordoen binnen de collectieve schuldenregeling gelijkaardig zijn met de schuldsoorten die zich voordoen bij personen met overmatige schuldenlast in het algemeen.

5

Terugbetaling aan de schuldeisers

90. In het onderzoek op Arbeidsrechtbank Gent, afdeling Gent werd per dossier het terugbetalingspercentage nagegaan. Het terugbetalingspercentage geeft weer welk percentage van de totale schuldenlast werd voldaan. Aan de hand van de totale schuldenlast opgenomen in de aanzuiveringsregeling en het totale terugbetaalde bedrag weergegeven in het eindverslag van de schuldbemiddelaar kon het terugbetalingspercentage worden berekend.133

91. In de praktijk worden in ongeveer alle minnelijke aanzuiveringsregelingen een gedeeltelijke kwijtschelding voorzien. Op zijn minst wordt gezorgd voor kwijtschelding van interesten en kosten, waardoor de schuldenaar enkel nog de schuld in hoofdsom moet betalen. De kans op een volledige terugbetaling van de schulden, inclusief de kosten en interesten is dus relatief klein. Hierbij valt