• No results found

DEEL 2: PROFIEL VAN DE SCHULDENAAR

2.2 Inkomen schuldenaar

126. In tabel 12 wordt een overzicht gegeven van het inkomen van de schuldenaar in de procedure van de collectieve schuldenregeling. In het onderzoek wordt rekening gehouden met het inkomen van de schuldenaar zoals vermeld in het verzoekschrift. Op grond van artikel 1675/4, § 2, 7° Ger.W. is de schuldenaar verplicht om een gedetailleerde staat en raming van de baten en lasten van het vermogen op te nemen in het verzoekschrift.

127. Om een relevante indeling van het inkomen te maken, werden volgende criteria gebruikt: het bedrag van het leefloon, het bedrag van de armoederisicogrens en het bedrag van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen. Voor elk van deze bedragen werd gekeken naar het laagst mogelijke bedrag. Zo werd bij het leefloon gekeken naar het leefloon categorie 1 bij samenwonenden en bij de armoederisicogrens werd gekeken naar het bedrag voor een alleenstaande. Om de grenzen te bepalen werd gebruikt gemaakt van cijfers die in 2018 van toepassing waren, aangezien het in het onderzoek gaat om dossiers die in 2018 zijn afgesloten. Opgemerkt moet worden dat enkel het bedrag van het leefloon verhoogd is.174 Het bedrag van de armoederisicogrens en het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen komt in mei 2020 nog steeds neer op hetzelfde bedrag.

173 J. DE BOEVERE, B. DE GROOTE, P. EVERAERT EN S. VOET, “Collectieve schuldenregeling: profielonderzoek van personen in de procedure van collectieve schuldenregeling”, P&B 2017, afl.3, (102) 104.

Tabel 12: Inkomen schuldenaar INKOMEN

SCHULDENAAR

Collectieve schuldenregelingen Arbeidsrechtbank Gent, afdeling Gent

Aantal (n=300) % € 0 – € 593,13 euro175 18 6,00 % € 593,13 – € 1.187176 115 38,33 % € 1.187,01 – € 1.593,81177 85 28,33 % € 1.593,82 – € 2.000 41 13,67 % € 2.001 – € 2.500 18 6,00 % > € 2.500 23 7,67 % Gemiddeld inkomen € 1.417,54

Mediaan van het inkomen €1.234,83

128. Uit tabel 12 blijkt dat het inkomen van een schuldenaar in de collectieve schuldenregeling gemiddeld 1.417,54 euro bedraagt. De mediaan bedraagt 1.234,83 euro. Dit komt ongeveer overeen met de mediaan bepaald in een onderzoek van het Observatorium van Krediet en Schuldenlast uit 2013 waarin het mediaan totaal inkomen tussen de 1.350 en 1.410 euro ligt.178 129. Het leefloon categorie 1 wordt bepaald op 593,13 euro.179 Uit het onderzoek blijkt dat 6,00 % van de schuldenaren deze grens niet bereikt. Hieruit kan worden afgeleid dat zij geen recht hebben op een leefloon of deze gewoon niet aanvragen. 0,67 % van de schuldenaren heeft zelf geen enkele vorm van inkomen. Mogelijke verklaringen hiervoor kunnen zijn dat de schuldenaar het recht op leefloon heeft verloren doordat hij bijvoorbeeld zijn verblijfsrecht heeft verloren.180 Indien de schuldenaar het recht op leefloon niet heeft aangevraagd, dan kan dit enerzijds zijn uit onwetendheid of anderzijds kan de schuldenaar ervoor kiezen afhankelijk te zijn van het inkomen van een ander persoon zoals zijn partner of een vriend.

175 Leefloon categorie 1 vanaf 1 juli 2018.

176 Armoederisicogrens sinds 2018 (geldt in mei 2020 nog altijd).

177 Gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen sinds 1 september 2018 (geldt in mei 2020 nog altijd).

178 C. JEANMART, Huishoudens die een beroep doen op een advocaat-schuldbemiddelaar: wat zijn hun kenmerken?, Colloqium van het Observatorium voor Krediet en Schuldenlast van 5 december 2013, 8.

179 Omz.Vl 1 maart 2020 inzake de aanpassing van de bedragen die tot de federale wetgeving met betrekking tot het maatschappelijk welzijn behoren, https://www.mi-is.be/nl/wetgeving/omzendbrief-inzake-de-aanpassing-van-de- bedragen-die-tot-de-federale-wetgeving-met-2.

130. Het volgende criterium voor de indeling van het loon is de armoederisicogrens. Dit bedrag van 1.187 euro, voor een alleenstaande, bepaalt de grens wanneer een persoon risico heeft op armoede. Dit bedrag komt neer op 60,00 % van het mediaan beschikbaar gezinsinkomen op nationaal niveau.181 Uit het onderzoek blijkt dat het inkomen van 38,33 % van de schuldenaren hoger ligt dan de grens van het leefloon, maar alsnog lager ligt dan de armoederisicogrens. In totaal zit dus 44,33% van de schuldenaren onder de armoederisicogrens. Een mogelijke verklaring hiervoor kan zijn door het grote aantal schuldenaren die een leefloon ontvangen. 182 Indien deze persoon ook nog eens alleenstaand is, wat ook vaak voorkomt binnen de procedure, dan bevindt hij zich automatisch onder de armoederisicogrens.183

131. Een laatste grens die in overweging wordt genomen, is het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen. Dit bedraagt 1.593,81 euro. In totaal bevindt 28,33 % van de schuldenaren zich boven de armoederisicogrens, maar situeert hun inkomen onder het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen. In totaal bevindt het inkomen van 72,66 % van de schuldenaren onder het bedrag van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen. Mogelijke verklaringen hiervoor kunnen zijn dat dit hier gaat om personen met een vervangingsinkomen lager dan het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen. Daarnaast kan dit ook gaan om personen die niet voltijds werken en dus een lager loon ontvangen. Als laatste kan het ook voorkomen dat de schuldenaar werkt in omstandigheden waarbij de werkgever zich niet houdt aan het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen.

132. Als laatste bevindt het inkomen van 13,67 % van de schuldenaren boven het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen, maar toch onder de grens van 2.000 euro. De overige 13,37 % van de schuldenaren heeft een inkomen van meer dan 2.000 euro. In principe kan met een inkomen hoger dan 2.000 euro de meest noodzakelijke kosten worden betaald. Mogelijke oorzaken voor het ontstaan van een overmatige schuldenlast kunnen overconsumptie, overkreditering en een slecht beheer van de inkomsten zijn.

181 VLAAMSE OVERHEID, Bevolking onder de armoededrempel, https://www.statistiekvlaanderen.be/nl/bevolking- onder-de-armoededrempel (consultatie 29 april 2020).

182 Supra 47, nr. 124. 183 Supra 42, nr. 110.

3

Schuldoorzaken

133. In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de oorzaken die aan de basis liggen voor het opstarten van de procedure van de collectieve schuldenregeling. De schuldenaar heeft op grond van art. 1675/4, § 2, 12° Ger.W. de plicht om in zijn verzoekschrift ‘de redenen van de onmogelijkheid om zijn schulden terug te betalen’ op te sommen.

134. Schuldbemiddelaars, hulpverleners, advocaten en magistraten die te maken krijgen met personen met een overmatige schuldenlast merken vaak op dat de oorzaak van de schuldenproblemen niet eenduidig zijn. Vaak zijn ze een combinatie van schuldoorzaken waarbij niet duidelijk is wat nu de precieze oorzaak is.184 In het onderzoek op de arbeidsrechtbank Gent, afdeling Gent werd diezelfde bevinding gemaakt. In de verzoekschriften van de onderzochte dossiers, werd bij de schuldoorzaak meestal een samenloop van omstandigheden omschreven. Voor de efficiëntie van het onderzoek werd, zoals eerder vermeld, enkel de meest doorslaggevende reden opgenomen.185

135. In het kader van het onderzoek werden dertien mogelijke schuldoorzaken opgenomen waaronder elk dossier kon worden gekwalificeerd. Elk van deze schuldoorzaken vormden de doorslaggevende reden voor de overmatige schuldenlast. In tabel 12 wordt een overzicht gegeven van de dertien schuldoorzaken en de daarbij horende frequentie in aantal en percentage.

184 M. EL-OMARI, “Collectieve schuldenregeling: ultimum remedium voor consumenten met schuldenproblemen”,

DCCR 2018, alf. 3, (69) 137.

Tabel 13: Doorslaggevende schuldoorzaak schuldenaar

DOORSLAGGEVENDE SCHULDOORZAAK SCHULDENAAR

Collectieve schuldenregelingen Arbeidsrechtbank Gent, afdeling Gent

Aantal (n=300) %

Opeenstapeling van Schulden 100 33,33 %

Ziekte, ongeval of zwangerschap 60 20,00 %

Scheiding, einde relatie of overlijden partner of echtgenoot

35 11,67 %

Één grote schuld 25 8,33 %

Ontslag, verlies job of geen job 18 6,00 %

Schulden van of door partner 13 4,33 %

Drugs of alcohol 13 4,33 %

Te veel kredieten aangegaan 12 4,00 %

Eerder faillissement 11 3,67 %

Nieuwe poging tot CSR 6 2,00 %

Schulden van of door kinderen of andere familieleden

3 1,00 %

Loonbeslag door werkgever 3 1,00 %

Gevangenis of veroordeling 1 0,33 %

136. Uit tabel 13 blijkt dat ‘de opeenstapeling van de schulden’ de meest frequente schuldoorzaak was, met 33,33 %. Het grote aantal schuldeisers kan voor de schuldenaar een drijfveer vormen om een verzoek tot collectieve schuldenregeling in te dienen. Door het ondervinden van druk vanuit alle kanten, om de vele schulden te betalen, kan het zijn dat de schuldenaar geen andere uitweg meer ziet dan het opstarten van een procedure. Enkel door de indiening van een verzoek worden de middelen van tenuitvoerlegging geschorst.186

137. Een volgende schuldoorzaak die in vele dossiers terugkwam, was ‘ziekte, ongeval of zwangerschap’. In 20,00 % van de dossiers vormde dit de doorslaggevende schuldoorzaak. Onder

ziekte wordt zowel de fysieke ziekte als de psychische ziekte verstaan. In vele gevallen lag een depressie dan ook aan de basis voor de overmatige schuldenlast. Een ziekte of ongeval kan er toe leiden dat er meer kosten moeten worden gemaakt door enerzijds de extra dokter- en ziekenhuisbezoeken en anderzijds de kosten voor een behandeling of geneesmiddelen. Daarnaast is het mogelijk dat door de ziekte het inkomen gedeeltelijk of zelf volledig wegvalt en wordt vervangen door een ziekte-en invaliditeitsuitkering.

138. ‘Een echtscheiding, het beëindigen van een relatie of het overlijden van een partner of echtgenoot’ kwam ook vaak terug in de dossiers als doorslaggevende schuldoorzaak. In 11,67 % van de dossiers diende de schuldenaar een verzoekschrift in tot collectieve schuldenregeling kort nadat de partner of echtgenoot wegviel. Doordat een persoon alleen komt te staan, kan dit enerzijds leiden tot het wegvallen van een belangrijk deel aan inkomsten en anderzijds kan het verlies van een partner of echtgenoot leiden tot verdriet en eventueel zelf psychische problemen wat ook weer extra kosten met zich meebrengt.187

139. Verder vormde in 8,33 % van de dossiers ‘het niet meer kunnen afbetalen van een grote lening’, meer specifiek de hypothecaire lening, de doorslaggevende reden voor de schuldenaar om een verzoek tot collectieve schuldenregeling in te dienen. Aangezien een hypothecaire lening toch wel een grote hap uit het budget vormt, komt het vaak voor dat schuldenaren deze niet meer kunnen betalen door hun beperkt inkomen. Achterstallen in het kader van de hypothecaire lening vormt dus zeker geen uitzondering in het kader van collectieve schuldenregeling. Hiermee gepaard gaande, vormt het aangaan van te veel kredieten in 4,00 % van de dossiers de doorslaggevende schuldoorzaak. Het aangaan van een krediet vormt voor velen een kleine drempel. Onder andere door de stagnerende koopkracht, de lage rentevoeten en de drang tot consumeren zorgen ervoor dat het aangaan van een krediet aantrekkelijk is. Vooral mensen met een klein inkomen gaan snel overgaan tot het aangaan van verschillende kredieten.188

140. ‘Ontslag, verlies van de job of het niet hebben van een job’ vormde in 6,00 % van de dossiers de doorslaggevende schuldoorzaak. Doordat de schuldenaar zijn belangrijkste en meestal enige bron van inkomen verliest, kan dit leiden tot het indienen van een verzoek tot collectieve schuldenregeling.

187 Supra 42, nr. 111.

188 D. MOINEAUX EN Y. WERBROUCK, De toekomstige uitdagingen voor magistraten, Colloqium van het Observatorium voor Krediet en Schuldenlast van 22 november 2018, (25) 29.

141. De overige schuldoorzaken kwamen in minder dan 5,00 % van de dossiers voor, namelijk: ‘schulden van of door de partner’ (4,33 %), ‘drugs en/of alcohol’ (4,33%), ‘een eerder faillissement van de vennootschap de schuldenaar dat nadien ook invloed heeft op de privé van de schuldenaar’ (3,67 %), ‘nieuwe poging vijf jaar nadat een eerdere procedure van collectieve schuldenregeling is mislukt’ (2,00 %), ‘schulden door of van de kinderen en/of andere familieleden’ (1,0 %), ‘loonbeslag door de werkgever van de schuldenaar’ (1,00 %) of ‘gevangenschap of een veroordeling die ervoor zorgde dat de schuldenaar een overmatige schuldenlast had’ (0,33 %).

4

Conclusie

142. Het profiel van de schuldenaar dat kan worden opgemaakt aan de hand van de resultaten van het gevoerde onderzoek op de arbeidsrechtbank Gent, afdeling Gent kan als volgt worden omschreven: De schuldenaar in de collectieve schuldenregeling is een niet-actieve alleenstaande man met een Belgische afkomst van gemiddeld 40 jaar oud met een inkomen van 1.417,54 euro. Het aantal kinderen vormt hierbij geen risicofactor. Daarnaast vormt een opeenstapeling aan schulden de doorslaggevende schuldoorzaak.