• No results found

Opvolging en begeleiding van de schuldenaar tijdens de procedure

DEEL 3: SCHULDBEMIDDELAAR

2.4 Opvolging en begeleiding van de schuldenaar tijdens de procedure

De functie van de schuldbemiddelaar in het kader van opvolging en begeleiding van de schuldenaar is heel omvattend. Zijn voornaamste taken in het kader van de opvolging en begeleiding omvatten:

- Het betalen van de schuldeisers met de gelden op de rubriekrekening. - Het opstellen van een (jaarlijks) verslag voor de schuldbemiddelingsrechter.

2.4.1 Betalen schuldeisers met gelden rubriekrekening

.2.4.1.1 Rubriekrekening

196. De schuldbemiddelaar moet, krachtens artikel 1675/9, § 1, 4° Ger.W., iedere betaling van de schuldenaar, vanaf ontvangst van de beschikking, op een door de schuldbemiddelaar daartoe geopende rekening storten. Op deze rekening, in de praktijk de rubriekrekening genaamd, worden alle betalingen aan de schuldenaar gestort.

283 Supra 70 - 71, nr. 189 – 190.

284 B.DE GROOTE EN S. VAN BREE, “Actualia collectieve schuldenregeling 2012-2013. Analyse van recente wijzigingen aan het wetgevend kader van de procedure van collectieve schuldenregeling”, CBR Jaarboek 2012-2013, (233) 274. 285 Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de collectieve schuldenregeling betreft, Parl.St. Kamer 2011-12, nr. 53-1410/007, 22.

286 Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de collectieve schuldenregeling betreft, Parl.St. Kamer 2011-12, nr. 53-1410/007, 22.

197. De rubriekrekening wordt enkel door de schuldbemiddelaar beheerd. Dit vormt een verregaande beperking voor de schuldenaar aangezien hij zelf geen verrichtingen kan uitvoeren met de gelden op deze geblokkeerde rekening.287 Enkel over het leefgeld, die de schuldenaar ontvangt van de schuldbemiddelaar, kan de schuldenaar vrij beschikken om zijn noodzakelijke kosten mee te betalen. In het wetsvoorstel van 2012 werd voorgesteld om de rubriekrekening gezamenlijk door de schuldbemiddelaar en schuldenaar te beheren, maar dit is volgens de wetgever in strijd met de basisprincipes van de collectieve schuldenregeling. 288 Bij gezamenlijk beheer is volgens de wetgever het risico op fraude en misbruik van de rubriekrekening door de schuldenaar te groot.289 In het kader van deze verregaande beperking is de wetgever hierin tegemoet gekomen door de jaarlijkse verplichting voor de schuldbemiddelaar om een jaarverslag met een overzichtstaat van alle verrichtingen op de rubriekrekening neer te leggen.290

.2.4.1.2 Betaling

198. Met de gelden op de rubriekrekening gaat de schuldbemiddelaar op zijn beurt de schuldeisers van de schuldenaar gaan betalen zoals bepaald in de aanzuiveringsregeling. Van belang is dat bij de eerste uitbetaling van de schuldeiser een begeleidende brief wordt gevoegd betreffende de uitbetaling met onder andere de data van de verdere uitbetalingen en het bedrag.291

199. In de aanzuiveringsregeling wordt op voorhand berekend welk bedrag precies zal toekomen aan de verschillende schuldeisers. In het kader van de afbetaling gelden twee mogelijke systemen waaruit de schuldbemiddelaar kan kiezen, namelijk: het systeem waarbij de schuldbemiddelaar gebruik maakt van vaste periodieke bedragen om de schuldeisers te betalen of het systeem waarbij het bedrag variabel is afhankelijk van de inkomsten van de schuldenaar. 292

287 J. CAPUOZZO, Naar een betere bijstand van personen met overmatige schuldenlast in de CSR, 23 april 2012, https://jura.kluwer.be/secure/documentview.aspx?id=kl1552037&state=changed.

288 Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de collectieve schuldenregeling betreft. Parl. St. Kamer 2011-12, 1410/007, 92.

289 X, “Collectieve schuldenregeling”, NJW 2012, afl. 262, (324) 324.

290 Art. 1675/17, § 3, lid 2 Ger.W.; Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de collectieve schuldenregeling betreft. Parl. St. Kamer 2011-12, 1410/007, 92.

291 E. VAN ACKER, C. VERBEKE EN B. WYLLEMAN, Praktische gids voor schuldbemiddelaars, Mechelen, Kluwer, 2013, 222.

292 E. VAN ACKER, C. VERBEKE EN B. WYLLEMAN, Praktische gids voor schuldbemiddelaars, Mechelen, Kluwer, 2013, 222 – 223.

2.4.2 Verslag over de stand en evolutie van de procedure

200. Eens de aanzuiveringsregeling is neergelegd en de schuldbemiddelingsrechter hieromtrent een beschikking van toelaatbaarheid uitspreekt, is het de taak van de schuldbemiddelaar om de schuldenaar op te volgen en te begeleiden. Hierbij stelt de schuldbemiddelaar, op grond van artikel 1675/17, § 3, lid 2 Ger.W., een gedetailleerd verslag op over de stand en evolutie van de financiële situatie van de schuldenaar in de procedure.293 Hij doet dit in de volgende drie gevallen: jaarlijks, telkens wanneer de schuldbemiddelingsrechter erom verzoekt en op het einde van de aanzuiveringsreling.294 In de praktijk wordt gesproken van een ‘jaarlijks verslag’ en desgevallend een ‘eindverslag’.

201. De inhoud van de verslag omvat een beschrijving van de stand van de procedure, de gedane verrichtingen van de schuldbemiddelaar, de geactualiseerde sociale en financiële toestand en toekomstperspectieven van de schuldenaar, de stand van de bemiddelingsrekening en alle overige nuttige inlichtingen die schuldbemiddelaar dienstig acht. Daarnaast neemt de schuldbemiddelaar twee documenten op als bijlage in het verslag. Dit gaat om een overzicht van de bemiddelingsrekening en de kosten- en ereloonstaat.295 Telkens als de schuldbemiddelaar het verslag opstelt en neerlegt op de griffie, moet hij een kopie toesturen aan de schuldenaar zodoende hij voldoende ingelicht en betrokken is bij de procedure. 296

202. Bovenstaande verplichting voor de schuldbemiddelaar werd, zoals eerder vermeld, bij de wetswijziging van 2012 ingevoegd in artikel 1675/9, § 1, 4° Ger.W. De reden voor deze wetswijziging was om enerzijds de transparantie van de procedure te bevorderen en anderzijds de motivatie van de schuldenaar te bevorderen. De schuldenaar heeft hierbij de verplichting om de schuldenaar doorlopend te informeren over de rekening, de verrichtingen en het saldo ervan.297 Indien de schuldbemiddelaar deze verplichting niet naleeft kan deze bestraft worden door hun deontologisch orgaan of door de arbeidsrechtbank.298

293 E. VAN ACKER, C. VERBEKE EN B. WYLLEMAN, Praktische gids voor schuldbemiddelaars, Mechelen, Kluwer, 2013, 225.

294 X, “Collectieve schuldenregeling”, NJW 2012, afl. 262, (324) 324.

295 E. VAN ACKER, C. VERBEKE EN B. WYLLEMAN, Praktische gids voor schuldbemiddelaars, Mechelen, Kluwer, 2013, 228.

296 X, “Collectieve schuldenregeling”, NJW 2012, afl. 262, (324) 325.

297 B.DE GROOTE EN S. VAN BREE, “Actualia collectieve schuldenregeling 2012-2013. Analyse van recente wijzigingen aan het wetgevend kader van de procedure van collectieve schuldenregeling”, CBR Jaarboek 2012-2013, (233) 241 – 242.