• No results found

DEEL 3: SCHULDBEMIDDELAAR

5.5 Verloning schuldbemiddelaar

5.5.3 Gevolgen discrepanties

248. Deze grote verschillen, inzake de prijs van een dossier en de verloning voor de schuldbemiddelaar, merkten ook de schuldbemiddelingsrechters op. Momenteel wordt in de arbeidsrechtbank Gent, afdeling Gent een steekproef gehouden waarbij de schuldbemiddelingsrechters nagaan hoeveel een gemiddeld dossiers per jaar kost en hoe elke schuldbemiddelaar zich verhoudt tot dat gemiddelde. Op basis hiervan kunnen schuldbemiddelaars die zich systematisch boven dat gemiddelde bevinden, worden gesensibiliseerd.369

6

Conclusie

249. De positie van de schuldbemiddelaar kan na onderzoek op de arbeidsrechtbank Gent, afdeling Gent als volgt worden omschreven: De schuldbemiddelaar is een advocaat met een uitgebreid takenpakket waarbij het opstellen van de aanzuiveringsregeling en de opvolging van de schuldenaar van essentieel belang zijn. In ruil voor de geleverde diensten ontvangt de schuldbemiddelaar een vergoeding in de vorm van ereloon of emolumenten en een vergoeding voor de gemaakte kosten. Een gemiddelde kosten- en ereloonstaat van een schuldbemiddelaar bedraagt per dossier 6.379,62 euro.

Eindbesluit

250. De opzet van deze masterproef was om een antwoord te bieden op drie centrale onderzoeksvragen:

1) Wat is de positie van de schuldeiser en wat zijn de kenmerken van diens schuldvordering(en) binnen de procedure van de collectieve schuldenregeling?

2) Wat is het profiel van de schuldena(a)r(en) in de procedure van collectieve schuldenregeling?

3) Wat is de positie van de schuldbemiddelaar en wat is de verloning van een dossier voor de schuldbemiddelaar ingevolge de procedure van collectieve schuldenregeling?

251. Aan de hand van het onderzoek op de arbeidsrechtbank Gent, afdeling Gent en een literatuurstudie aangevuld met een interview met een schuldbemiddelingsrechter van de arbeidsrechtbank Gent, afdeling Gent kon op bovenstaande onderzoeksvragen een antwoord worden gegeven.

252. In deel 1 werd de schuldeiser en zijn schuldvordering(en) onder de loep genomen. Op basis van de verzamelde gegevens uit de dossiers van de arbeidsrechtbank Gent, afdeling Gent kunnen er verschillende vaststellingen worden genomen. Ten eerste kon betreffende de schuldenlast worden besloten dat de schuldenaren in de collectieve schuldenregeling een veel grotere schuldenlast hebben dan personen die op een andere manier aan schuldhulpverlening doen. Een schuldenlast boven de 20.000 euro was dan ook geen uitzondering, maar eerder de norm. Ook op het vlak van het aantal schuldeisers kon worden vastgesteld dat het aantal hoger ligt dan bij een andere manier van schuldhulpverlening. Een schuldenaar in de collectieve schuldenregeling heeft steeds een relatief hoog aantal schuldeisers met een gemiddelde van twaalf schuldeisers. In principe is volgens de wettelijke vereisten één schuldeiser voldoende, maar het aantal zal toch zeker een rol spelen bij het al dan niet aanvragen van een procedure tot collectieve schuldenregeling. Aangaande schuldsoorten kan worden geoordeeld dat het vooral gaat om gezondheidsschulden, schulden ten aanzien van het openbaar bestuur en schulden ten aanzien van financiële instellingen. Als laatste kan in dit onderdeel worden besloten dat bij een dossier in collectieve schuldenregeling slechts de helft van de schulden worden terugbetaald na afloop van de procedure.

253. In deel 2 werd onderzoek gevoerd naar het profiel van de schuldena(a)r(en) in de procedure van collectieve schuldenregeling. Op basis van persoonlijke- en beroepsgerelateerde kenmerken en de schuldoorzaken werd een profiel opgesteld van de schuldenaar. Op vlak van persoonlijke

kenmerken werd het geslacht, de leeftijd, de burgerlijke staat, het aantal kinderen, de afkomst en het aantal schuldenaar-verzoekers nagegaan. Hieruit kon worden geconcludeerd dat het vooral om individuele verzoeken gaat door mannen van middelbare leeftijd met een Belgische afkomst. Het aantal kinderen vormt hierbij geen risicofactor. Op het vlak van de beroepsgerelateerde kenmerken kan worden geconcludeerd dat vooral personen uit de niet-actieve beroepsbevolking een procedure tot collectieve schuldenregeling aanvragen. Daarbij ligt het gemiddeld loon van 1/417,54 euro juist onder de grens van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen, maar toch boven het bedrag van het leefloon en de armoederisicogrens. De doorslaggevende schuldoorzaak vormde de situatie waarbij de schuldenaar een opeenstapeling aan schulden het hoofd niet meer kan bieden.

254. In het laatste deel werd de schuldbemiddelaar onder de loep genomen. Als eerste werd nagegaan wat de meest voorkomende hoedanigheid is van de schuldbemiddelaar. Uit het onderzoek kon worden afgeleid dat dit vooral advocaten betreft en in mindere mate OCMW’s. Daarna volgde een uitgebreide omschrijving van het takenpakket van de schuldbemiddelaar dat bestaat uit de inzage van elektronische databanken, het bepalen van het leefgeld van de schuldenaar, het opmaken van de aanzuiveringsregeling, het opvolgen en begeleiden van de schuldenaar en het afsluiten van de procedure. Vooral het opstellen van de aanzuiveringsregeling en het opvolgen van de schuldenaar zijn hierbij essentieel om als schuldbemiddelaar de procedure van de collectieve schuldenregeling tot een goed einde te brengen. Tot slot werd nagegaan hoe de schuldbemiddelaar werd vergoed in het kader van de procedure. Op basis van het ereloon-KB heeft de schuldbemiddelaar recht op een ereloon, in het geval hij een advocaat is, of op emolumenten, in het geval hij een vertegenwoordiger is van het OCMW. Daarnaast wordt de schuldbemiddelaar ook vergoed voor zijn gemaakte kosten tijdens de procedure. Uit de resultaten van het onderzoek kon worden afgeleid dat de bedragen, van zowel het ereloon/emolumenten en de kosten, heel ver uit elkaar liggen. Deze grote verschillen zijn afhankelijk van verschillende criteria zoals het aantal schuldeisers en de specifieke manier waarop de schuldbemiddelaar te werk gaat. Het doel is dan ook om in de toekomst het ereloon-KB te vervangen door een meer uniforme regeling waarbij de schuldbemiddelaar een vergoeding krijgt per behandelend dossier. In elk geval blijkt uit de onderzoeksresultaten dat een gemiddelde kosten- en ereloonstaat 6.379,62 euro bedraagt.

255. Uit de masterproef kan worden besloten dat de procedure van de collectieve schuldenregeling van groot belang is voor onze maatschappij. Voor velen kan de procedure een laatste redmiddel vormen. Uit de masterproef kan wel worden geoordeeld dat er nog bepaalde kritiekpunten zijn omtrent de procedure zoals de te algemene wijze waarop de wet collectieve

schuldenregeling is geformuleerd, de te lage toegekende leefgelden aan de schuldena(a)r(en) en de nood aan een meer uniforme regeling ter vervanging van het ereloon-KB.

Bibliografie

1

Wetgeving

1.1 Voorbereidende documenten

- Wetsontwerp betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen, Parl.St. Kamer 1996-97, nr. 1073/1 – 1074/1.

- Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de collectieve schuldenregeling betreft, Parl.St. Kamer 2011-12, nr. 53-1410/007.

1.2 Wetgeving

- Burgerlijk wetboek, BS 3 september 1807. - Grondwet, BS 17 februari 2994.

- Gerechtelijk Wetboek, BS 30 oktober 1967.

- Hypotheekwet 16 december 1851, BS 22 december 1851.

- Koninklijk besluit 18 december 1998 houdende vaststelling van de regels en barema's tot bepaling van het ereloon, de emolumenten en de kosten van de schuldbemiddelaar, BS 31 december 1998.

- Omz.Vl 1 maart 2020 inzake de aanpassing van de bedragen die tot de federale wetgeving met betrekking tot het maatschappelijk welzijn behoren, https://www.mi- is.be/nl/wetgeving/omzendbrief-inzake-de-aanpassing-van-de-bedragen-die-tot-de- federale-wetgeving-met-2.

- Omz.Vl. 23 april 1999 betreffende de wet op collectieve schuldenregeling – instellingen

voor schuldbemiddeling,

http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/change_lg.pl?language=nl&la=N&cn=199904233 6&table_name=wet.

- Uitvoeringsbesluit: Koninklijk Besluit 18 december 1998 houdende vaststelling van de regels en barema’s tot bepaling van het ereloon, de emolumenten en de kosten van de schuldbemiddelaar (BS 18.12.1998), BS 22 januari 1998.

- Wetboek economisch recht, BS 29 maart 2013.

- Wet 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, BS 5 september 2018.

- Wet 15 april 2018 houdende hervorming van het ondernemingsrecht, BS 27 april 2018. - Wet 24 juli 1996 houdende de regeling tot erkenning van de instellingen voor

schuldbemiddeling in de Vlaamse Gemeenschap, BS 5 oktober 1996.

- Wet 29 mei houdende oprichting van een centraal bestand van berichten van beslag, delegatie, overdracht, collectieve schuldenregeling en protest, BS 9 augustus 2000.

- Wet 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, BS 31 juli 2002 - Wet 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van

verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen, BS 31 juli 1998. - Wet 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, BS 5

augustus 1976.

2

Rechtspraak

- Antwerpen 11 januari 2006, RW 2007-08, 1115-1117, noot DIRIX, E. - Arbh. Gent, afd. Brugge 18 maart 2011, onuitg.

- Beslagr. Brussel 15 juni 2000, RW 2000-2001, vol. 64, nr. 29, 1108. - Beslagr. Luik 25 april 2002, Jaarboek Kredietrecht 2002, 346. - Cass. (1e k.) 21 juni 2007, Arr.Cass. 2007, afl. 6-7-8, 1406. - Cass. (1e k.) 15 januari 2010, Arr.Cass. 2010, afl. 1, 183. - Cass. 5 januari 2015, Rev.not.be., 2014, 316, noot D.S. - Cass. 12 februari 2018, P&B 2018, afl. 3, 115.

- GwH 14 februari 2008, nr. 14/2008.

- Luik 7 januari 2003, JLMB 2003, afl. 11, 486, noot DE LEVAL, G.

3

Rechtsleer

3.1 Boeken

- ADRIAENS, D., COENE, D., LEERMAN, W., VAN DER STRATE, I. EN VERBEKE, P, Praktisch handboek voor het OCMW-recht, Brugge, Die Keure, 2013, 634 p.

- BEDORET, C. EN HUBIN, J., Le règlement des dettes, Bruxelles, Larcier, 2013, 408 p.

- BRIJS, S. EN LINDEMANS, R., De gevolgen van collectieve insolventieprocedures voor de executierechten van individuele schuldeisers, Herentals, Knops Publishing, 2015, 230 p. - BYTTEBIER, K. EN GESQUIERE, M., Insolventierecht algemene beginselen, Gent, Story

- CLIJMANS, N., MAES, B., VAN SCHELEN, S. EN VANLERBERGHE, P., Gerechtelijk privaatrecht… na de hervorming van 2017 – 2019, Brugge, Die Keure, 2019, 528 p.

- DAUW, P., Burgerlijk procesrecht (vierde editie), Mortsel, Intersentia, 2018, 570 p.

- FRANSIS, R., GRUYAERT, D., LINDEMANS, G., SAGAERT, V., STORME, M.E, EN VANROYE, J., Themis 94 – insolventie-en beslagrecht, Brugge, Die Keure, 2015, 132 p.

- PLAEKE, R., Collectieve schuldenregeling, Mortsel, Intersentia, 2017, 182 p.

- RUTTEN, S., SCHEERS, D., THIRIAR, P. EN VANLERBERGHE, B., Handboek gerechtelijk recht (vijfde editie) - gebonden editie, Mortsel, Intersentia, 2019, 969 p.

- SIMOENS, D., Handboek OCMW-dienstverlening, Brugge, Die Keure, 2009, 909 p.

- VAN ACKER, E. EN VERBEKE, C., Duiding bij collectieve schuldenregeling, Brussel, Larcier, 2015, 4717 p.

- VAN ACKER, E., VERBEKE, C. EN WYLLEMAN, B., Praktische gids voor schuldbemiddelaars, Mechelen, Kluwer, 2013, 535 p.

3.2 Bijdrages in verzamelwerken

- BRIJS, S., “Naar een centraal elektronisch bestand van beslagberichten”, in DIRIX, E. EN TAELMAN, P. (eds.), Beslag- en executierecht. Naar een collectief beslagrecht, Antwerpen, Intersentia Rechtswetenschappen, 2001, 1-41.

- BROECKX, K. EN DE GROOTE, B., “Collectieve schuldenregeling in de praktijk” in DIRIX, E., Beslag-en executierecht, Mortsel, Intersentia, 2003, 159 – 234.

- DE COSTER, S., “Art. 1675/2 Ger.W.” in X, Gerechtelijk recht. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, afl. 43, Mechelen, Kluwer, 1999, losbl., 23 p. - DE COSTER, S.,“Art. 1675/9 Ger.W.” in X, Gerechtelijk recht. Artikelsgewijze commentaar

met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, afl. 46, Mechelen, Kluwer, 1999, losbl., 26 p. - DE GROOTE, B. EN VAN BREE, S., “Invorderingsproblematiek en collectieve

schuldenregeling: actualia 2010” in Blommaert, D., Brijs, S., De Groote, B. en Volders, B. (eds.), Invordering tegen particulieren, Herentals, Knops Publishing, 2012, 47-119.

- DE WILDE, A., “Collectieve schuldenregeling en zekerheden” in Voorrechten en hypotheken. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer Rechtswetenschappen, 2019, losbl., 33 p.

- SCHIFFINO, G., “Le règlement collectif de dettes” in X, Droit judiciaire. Commentaire pratique, XII.3 – 1 – XII.3 – 36.

3.3 Bijdrages in tijdschriften

- BRUNEEL, B., DE GROOTE, B. EN EVERAERT, P., “De winstgevendheid van de collectieve schuldenregeling voor de schuldbemiddelaar: een studie met Time-Driven Activity-based Costing (deel 1: model)”, P&B 2013, vol. 3, 94-114.

- BROECKX, K., DE GROOTE, B. EN VOET, S., “Grondige revisie van de collectieve schuldenregeling”, TPR 2007, afl. 3, 1547 – 1649.

- CORNELIS, I., PEETERS, N., STORMS, B. EN VAN THIELEN, L., “RECHTSLEER: Referentiebudgetten in collectieve schuldenregeling: naar een objectieve toekenning van een menswaardig leefgeld ”, TIBR 2020, nr. 1, 3 - 12.

- DE BOEVERE, J., DE GROOTE, B., EVERAERT, P. EN VOET, S., “Collectieve schuldenregeling: profielonderzoek van personen in de procedure van collectieve schuldenregeling”, P&B 2017, afl.3, 102 – 117.

- DE GROOTE, B. EN VAN BREE, S., “Actualia collectieve schuldenregeling 2012-2013. Analyse van recente wijzigingen aan het wetgevend kader van de procedure van collectieve schuldenregeling”, CBR Jaarboek 2012-2013, 233-291.

- DE GROOTE, B., “Arbeidsgerechten moeten niet alle schulden kwijtschelden bij collectieve schuldenregeling”, De Juristenkrant 2016, afl. 336, 4.

- DE GROOTE, B. EN VOET, S., “Schuldsanering voor particulieren in België: Beschouwingen bij tien jaar collectieve schuldenregeling”, TSAR 2009, vol. 3, 502-515.

- DE GROOTE, B., “Verkenning van de collectieve schuldenregeling”, DCCR 2006, nr. 4, 5 – 62.

- DEGROS, A., “Le Fichier central des avis de saisie, de délégation, de cession, de règlement collectif de dettes et de protêt: terra incognita pour les entreprises?”, Ors. 2014, liv. 2, 14 – 28.

- DIRIX, E., “Overzicht van rechtspraak. Beslag en collectieve schuldenregeling”, TPR 2002, afl. 2, 1291 – 1324.

- EL-OMARI, M., “Collectieve schuldenregeling: ultimum remedium voor consumenten met schuldenproblemen”, DCCR 2018, alf. 3, 69-131.

- GREVEN, T., “Collectieve schuldenregeling: de ene schuld is de andere niet”, Juristenkrant 2015, afl. 316, 15.

- PEETERS, N. EN WERBROUCK, Y., “Alles kan beter, ook in de collectieve schuldenregeling”, TIBR 2019, afl. 2, 35-36.

- STORMS, E., “Opinies: Spanningen en uitdagingen na 20 jaar collectieve schuldenregeling”, TIBR 2018, nr. 0, 11-12.

- VAN CAMPENHOUT, J., “OPINIES: 20 jaar collectieve schuldenregeling: een stand van zaken. Over visies en tendensen. Tussen perceptie en desinformatie”, TIBR 2018, nr. 0, 12- 29.

- VANDERHAEGHEN, A., “Gelijkheid van schuldeisers”, NJW 2009, afl. 2004, 508.

- WERBROUCK, Y., “RECHTSLEER: Twintig jaar collectieve schuldenregeling en de uitdagingen voor de toekomst”, TIBR 2019, nr. 2, 3 – 9.

- X, “Collectieve schuldenregeling”, NJW 2012, afl. 262, 324 – 325.

3.4 Andere

- X, Centraal register collectieve schuldenregelingen komt eraan (art. 83-90 en 108 Potpourri IV), 2 februari 2017, https://jura.kluwer.be/secure/documentview.aspx?id=kl2085854. - J. CAPUOZZO, Naar een betere bijstand van personen met overmatige schuldenlast in de

CSR, 23 april 2012,

https://jura.kluwer.be/secure/documentview.aspx?id=kl1552037&state=changed.

4

Online bronnen en artikels

- CEBUD, Melisa, https://www.cebud.be/melisa.

- CEBUD, Referentiebudgetten voor een menswaardig leven, https://www.cebud.be/referentiebudgetten.

- CEBUD, Schuldenvrij: op weg naar financiële redzaamheid, www.financieelredzaam.be. - COLLEGE VAN HOVEN EN RECHTBANKEN, De jaarlijkse statistieken van de hoven en de

rechtbanken, 2017, https://www.rechtbanken-

tribunaux.be/sites/default/files/college/files/pub_2018_artt_nl.pdf, 88p.

- DEBROISE, A., DHEYGERE, E., JEANMART, C. EN THIBAUT, S., Tussen succes, afhaken en hervallen. De CSR: enkele cijfers, enkele ervaringen?, Colloqium van het Observatorium voor Krediet en Schuldenlast van 22 november 2018, 14 – 24.

- DEROOSE, D., De link tussen CSR en maatschappelijk werk, Colloqium van het Observatorium voor Krediet en Schuldenlast van 22 november 2018, 52 – 56.

- FOD ECONOMIE, Bevolking per burgerlijke staat,

https://statbel.fgov.be/nl/themas/bevolking/structuur-van-de-bevolking#panel-14 (consultatie 29 april 2020).

- FOD ECONOMIE, Bevolking per leeftijd, https://statbel.fgov.be/nl/themas/bevolking/structuur-van-de-bevolking#figures

(consultatie 29 april 2020).

- FOD ECONOMIE, Risico op armoede of sociale uitsluiting, https://statbel.fgov.be/nl/themas/huishoudens/armoede-en-

levensomstandigheden/risico-op-armoede-sociale-uitsluiting (consultatie 29 april 2020). - FOD ECONOMIE, Structuur van de bevolking volgens geboorteland,

https://statbel.fgov.be/nl/themas/bevolking/structuur-van-de-bevolking#figures (consultatie 29 april 2020).

- FOD ECONOMIE, Werkgelegenheid en werkloosheid,

https://statbel.fgov.be/nl/themas/werk-opleiding/arbeidsmarkt/werkgelegenheid-en- werkloosheid#figures (consultatie 29 april 2020).

- INCOUL, D., Mening van schuldeisers, Colloqium van het Observatorium voor Krediet en Schuldenlast van 22 november 2018, 66 – 75.

- JEANMART, C., Huishoudens die een beroep doen op een advocaat-schuldbemiddelaar: wat zijn hun kenmerken?, Colloqium van het Observatorium voor Krediet en Schuldenlast van 5 december 2013, 16 p.

- JEANMART, C., Registratie van de CSR: nut, beperkingen en bescherming van persoonsgegevens, Colloqium van het Observatorium voor Krediet en Schuldenlast van 22 november 2018, 76 – 85.

- KENNISINSTITUUT VOOR VROUWENGESCHIEDENIS EN EMANCIPATIE, Vrouwen en financiën, augustus 2012, https://cdn.atria.nl/epublications/IAV_B00107463.pdf, 69 p. - MOINEAUX, D. EN WERBROUCK, Y., De toekomstige uitdagingen voor magistraten,

Colloqium van het Observatorium voor Krediet en Schuldenlast van 22 november 2018, 25 – 39.

- MY FAMILY, KU LEUVEN EN BLOG MAMA BAAS, Hoeveel kost mijn kind nu echt, 2018, https://www.myfamily.be/wp-

content/uploads/pdf/MYFAMILY_Rapport_wat_kost_een_kind.pdf, 18 p.

- NATIONALE BANK VAN BELGIË, Centraal aanspreekpunt (CAP), 2020, https://www.nbb.be/nl/kredietcentrales/centraal-aanspreekpunt (consultatie 30 april 2020).

- NATIONALE BANK VAN BELGIË, Kerncijfers van de centrale van kredieten aan particulieren, maart 2020, https://www.nbb.be/doc/cr/ccp/publications/kerncijfers_ckp_nl.pdf, 6 p. - NATIONALE BANK VAN BELGIË, Statistieken 2019, januari 2020,

www.nbb.be/doc/cr/ccp/publications/bro_ckpstat2019n_23012020.pdf, 74 p.

- STEUNPUNT MENS EN SAMENLEVING, Onderzoeksrapport: cijfer-en profielgegevens van de Vlaamse huishoudens in budget-en/of schuldhulpverlening anno 2018, februari 2019, http://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1501024, 69 p.

- VERBEKE, K., Brood op afbetaling collectieve schuldenregeling, 23 januari 2017, https://www.apache.be/2017/01/23/brood-op-afbetaling-collectieve-schuldenregeling- in-belgie/?fbclid=IwAR3Jx_-n--

BxRwud3Rjqd0FnezNKRKRTYrI2hon1Gf6T6jCdgHXofaP31d0.

- VLAAMS CENTRUM SCHULDENLAST, Onderzoeksrapport. Cijfer- en profielgegevens van de Vlaamse huishoudens in budget- en/of schuldhulpverlening anno 2015, februari 2016, https://www.vlaamscentrumschuldenlast.be/uploads/documentenbank/d4071f553b128 1c8a61c3dcadb50845a.pdf, 72 p.

5

Overige

Bijlagen

2

Bijlage 2: Vertrouwelijkheidsclausule

Ondergetekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag worden geraadpleegd en/of gereproduceerd voor persoonlijk gebruik. Het gebruik van deze masterproef valt onder de bepalingen van het auteursrecht en bronvermelding is steeds noodzakelijk.

3 Bijlage 3: Codeboek

1. Nummer

= uniek nummer voor elk dossier van de collectieve schuldenregeling

2. Rolnummer

= nummering van het dossier gehanteerd door de arbeidsrechtbank

3. Identiteit

= familienaam en voornaam van de persoon in de collectieve schuldenregeling

4. Geslacht

= Geslacht van de persoon in de collectieve schuldenregeling

Man 1

Vrouw 2

5. Aantal schuldenaar-verzoekers

Alleen 1

6. Geboortedatum

= Datum geboorte van degene in de collectieve schuldenregeling

7. Leeftijd

= Leeftijd van de schuldenaar in de collectieve schuldenregeling op de dag van de start van de procedure

Formule: =AFRONDEN.BENEDEN.WISK(($Q3-$G3)/365)

8. Geboorteland

= Land waar de persoon in de collectieve schuldenregeling is geboren

9. Burgerlijke staat

= Rechtstoestand van de persoon in de collectieve schuldenregeling ten aanzien van zijn rechts- en handelingsbevoegdheid Gehuwd 1 Alleenstaande 2 Samenwonende 3 Gescheiden 4 Weduwe/weduwenaar 5

10. Kinderen

= Het aantal kinderen van de persoon in collectieve schuldenregeling

11. Reden

= De hoofdreden waarom de persoon in de schulden is geraakt

Scheiding, einde relatie, overlijden partner 1

Schulden van de kinderen/familie 2

Schulden van of door de partner 3

1 grote schuld die net afgelost werd 4

Opeenstapeling van schulden 5

Te veel kredieten/leningen aangegaan 6

Ziekte (psychisch of fysiek), ongeval, zwangerschap 7

Drugs, alcohol 8

Verlies job, ontslag, geen job 9

Loonbeslag 10

Eerder faillissement van de vennootschap 11

Nieuwe poging vijf jaar na mislukte CSR 12

Gevangenis of veroordeling 13

Opmerking: Dit omvat de voornaamste reden waarom de persoon in collectieve schuldenregeling zit. Meestal is het een samenloop van redenen, maar enkel de hoofdreden wordt vermeld.

12. Beroep

= Vermelding of de persoon in de collectieve schuldenregeling al dan niet een beroep beoefent (bij indiening van het verzoekschrift)

Nee 0

Ja 1

13. Specificatie beroepsbezigheid

= Omvat het specifieke beroep of de reden waarom de persoon niet werkt

Werkloos 1 Invalide 2 Gepensioneerde 3 Arbeider 4 Bediende 5 Gevangene 6 14. Inkomen

= Maandelijks inkomen van de persoon in collectieve schuldenregeling

15. Soort regeling

= De soort regeling op basis waarvan de aanzuiveringsregeling is opgemaakt

Minnelijke aanzuiveringsregeling 0 Gerechtelijke aanzuiveringsregeling 1

16. Start CSR

= De datum waarop de schuldbemiddelingsrechter toelating verleent van de schuldenaar tot de collectieve schuldenregeling

(Opmerking: omvat de datum van de beschikking tot toelaatbaarheid)

17. Einde CSR

= De datum waarop de schuldbemiddelingsrechter het vonnis uitspreekt dat de collectieve schuldenregeling afsluit

(Opm: datum vonnis einde collectieve schuldenregeling)

18. Duur regeling

= De tijd dat de persoon in de collectieve schuldenregeling zit, dat wil zeggen vanaf de beschikking tot toelaatbaarheid tot het vonnis dat het einde van de collectieve schuldenregeling uitspreekt

(Opmerking: wordt afgerond tot één cijfer na de komma om overzichtelijk te blijven)

19. Aantal schuldeisers

= Het aantal personen dat een vordering heeft op de persoon die in de collectieve schuldenregeling zit

20. Totale schuldenlast

= Het totale bedrag van de schulden die de persoon in de collectieve schuldenregeling heeft ten opzichte van zijn schuldeisers.

21. Terugbetaald bedrag

= Het totale bedrag dat de persoon in de collectieve schuldenregeling uiteindelijk heeft terugbetaald na het afsluiten van de procedure tot collectieve schuldenregeling.

22. Terugbetalingspercentage

= Percentage van de schulden die terugbetaald zijn ten opzichte van de totale schuldenlast

23. Kosten schuldbemiddelaar

= Het totaal van de kosten dat de schuldbemiddelaar maakt in het kader van de collectieve schuldenregeling

(Opmerking: in het tweede werkblad staan de kosten vermeld per jaar waarna die dan worden opgeteld voor de gehele procedure -> het bedrag vermeld is dus de som van hetgeen vermeld in het tweede werkblad)

24. Ereloon schuldbemiddelaar

= Het totale ereloon van de schuldbemiddelaar gedurende de gehele procedure van de collectieve schuldenregeling

(Opmerking: in het tweede werkblad staat het overzicht van het ereloon an de schuldbemiddelaar per jaar - > het bedrag vermeld is dus de som van hetgeen vermeld in het tweede werkblad)

25. Totaal schuldbemiddelaar

= Het totaal van de ereloon-en kostenstaat

(Opmerking: in het tweede werkblad staat het overzicht van de kosten en het ereloon van de schuldbemiddelaar per jaar -> het bedrag vermeld is dus de som van hetgeen vermeld in het tweede werkblad)

4 Bijlage 4: onderzoek

- Het onderzoek werd volledig opgenomen in een excelsheet met verschillende datasets. - Dit wordt in een aparte bijlage toegevoegd per e-mail.

5

Bijlage 5: Interview schuldbemiddelingsrechter 20 april 2020

- Het interview werd door de corona-omstandigheden uitgevoerd per mail.