• No results found

4. Beeldfragmenten ter introductie en explicatie van onderwerp

4.3 Sancties bij niet-reageren of ontwijken

Uit het theoretisch kader bleek dat binnen interviews normaliter sancties volgen wanneer een geïnterviewde, dus ook politici, niet ingaan op vragen of deze zelfs openlijk ontwijken. Aannemelijk is dat dit bij vragen gebaseerd op beelden enkel sterker zal zijn. Immers, als vragen gebaseerd zijn op informatie uit het beeldfragment, waar zowel de gespreksdeelnemers (interviewer en geïnterviewde politicus) en het studiopubliek enerzijds en de tv-kijker anderzijds kennis van heeft kunnen nemen, ontneemt hem dit een grond om niet te antwoorden.

Dat politici dit niet-reageren ook dan evenwel nog steeds proberen, blijkt uit het al eerder aangehaalde gesprek met Mirjam Sterk, vicefractievoorzitter van het CDA. Zij is te gast in de uitzending van Pauw en Witteman de dag nadat Leers er zat. Het gaat dan over dat interview met Leers. De interviewers laten eerst een fragment uit de uitzending van een dag ervoor zien: Leers

38

geeft daarin aan dat Rutte contact met hem opgenomen had en hem verzocht had te praten met Wilders over mogelijke onenigheid tussen de twee. Uit de still hieronder blijkt dat het fragment, ook na het vertonen ervan, nog letterlijk aanwezig is in de studio op een scherm – niemand kan er omheen:

Het fragment eindigt met de uitspraak van Leers, waarin deze Rutte aanhaalt: ‘Ga praten want er zit een misverstand er zit in ieder geval onduidelijkheid en dat doe ik dan’. Witteman stelt vervolgens de vraag aan Sterk of Leers dit wel had moeten doen. Moest hij er wel zo zwaar aan moet tillen, hij wist toch wat Wilders bedoelde?

Fragment 15a. PW.11.10.2011 4.52-5.20

S: Nou ja. Ik stel in ieder geval vast dat de klankkleur van de heer Leers een hele andere is dan die van de heer Wilders en dat ik me bij die eerste klankkleur me meer thuis voel dan bij de tweede je af en toe de klankkleuren bij elkaar moet houden van bedoelen we nog wel hetzelfde volgens mij kan er maar een conclusie zijn dat we gewoon wel hetzelfde bedoelen

W:--> ja klankkleur is een leuk woord maar ik weet niet precies wat u er mee bedoelt want de vraag was vindt u ook niet dat Rutte heel goed had kunnen zeggen tegen Wilders zeg daar ga ik ECHT niet meneer Leers voor op het matje roepen

Sterk geeft geen antwoord op de vraag en wordt daarvoor door Witteman gesanctioneerd: hij herhaalt de vraag nogmaals, na eerst impliciet aangegeven te hebben dat ‘leuke woorden’ niet afdoende zijn. De noodzaak tot het ingaan op de beelden wordt vergroot, doordat de Sterk al kijkend en luisterend naar die beelden aan het (kijkers)publiek getoond wordt. Dat weet dus dat de politica de informatie uit de beelden tot zich genomen heeft, geen kennisachterstand heeft en derhalve ook geen acceptabele reden heeft niet op de vraag in te gaan. Merk op dat dit de inzet van beeld hier precies de functie heeft zoals in paragraaf 2.3 geschetst: doordat hij aan zowel de gespreksdeelnemers als aan de tv-kijkers getoond wordt, hebben zij allen hetzelfde informatie en dus een gelijk speelveld, waarin ze informatie al dan niet als ‘wapen’ gebruiken kunnen.

Sterk ziet de (mogelijke) onenigheid tussen het kabinet en gedoogpartner niet alleen als onjuist, ook ziet ze het onderwerp liever in het geheel niet besproken. Ze benadrukt dat Wilders en het kabinet

39

wel degelijk op lijn liggen en dat zulke zaken uitzonderlijk zijn: ze staan hetzelfde beleid voor. In het volgende fragment blijkt dat interviewer Pauw hier niet mee akkoord gaat (-->), waarbij hij expliciet teruggrijpt op het beeld dat is ontstaan – hier ook weer letterlijk op te vatten, als uitvloeisel van het vertoonde beeldfragment.

Fragment 15b. PW.11.10.2011 6.14-7.09

S: En volgens mij moeten we het ook niet groter maken dan het is. Nogmaals het zijn gewoon twee verschillende mensen ze hebben hun eigen klankkleuren maar ze staan wel voor hetzelfde beleid. P: Maar die twee verschillende mensen, het komt allemaal zo kinderachtig over Als de een zich ergert

aan de ander in dit geval Wilders aan Leers waarom belt hij dan zelf niet even met Leers waarom gaat hij dan eerst naar de bovenmeester en gaat dan tegen de bovenmeester Rutte zeggen zegt u

alstublieft dat Leers mij moet bellen want ik ben het hier niet mee eens

S: Ja ik weet ook niet hoe dat gegaan is ik moet zeggen ik vind het eerlijk gezegd ook niet zo ontzettend [ interessant ik we] hebben gewoon afspraken met elkaar gemaakt

P:--> [maar het beeld is] Wilders knipt met z’n vingers de minister-president zegt je hebt gelijk ik ga ze even op de vingers tikken die tikt een CDA’er op de vingers en die doet daarna z’n excuus

S: nou volgens mij heb ik vandaag de heer Leers in de Tweede Kamer horen zeggen euh wat er precies staat ook in het regeerakkoord het staat volgens mij ook in een lijn ook met het

-->> artikel waar het gister begrijp ik ik heb het zelf gister niet gezien ik was aan het werk maar waar het over ging en dat is volgens mij ook waar de heer Wilders zijn euh zich eigenlijk in kan herkennen

Uit paragraaf 4.1 is al gebleken dat interviewers het tonen van beelden, hetzij bewegend hetzij stilstaand, gebruiken voor het introduceren van een onderwerp. Daarmee stellen ze als het ware de agenda van het interview (tijdelijk) vast. De ruimte voor de geïnterviewde om zich hieraan te onttrekken is zeer beperkt, zo blijkt uit dit voorbeeld van Sterk. Ook als hij of zij het fragment niet eerder gezien heeft, kan (eigenlijk: moet) hij er, net als het publiek, terplekke notie van nemen en wordt hij geacht erop te reageren – zoals hierboven te zien bij Sterk (-->>). Deze noodzaak wordt in casu door de interviewer geëxpliceerd, wanneer hij over ‘het beeld’ spreekt dat bestaat: iedereen heeft van dat beeldfragment kennis kunnen nemen. Binnen de discussie kan hij hier ook

later op teruggrijpen om respons te verkrijgen van de geïnterviewde. Als die geïnterviewde die respons niet geeft, kan het publiek tot de conclusie komen dat de politicus wat te verbergen heeft – wat wel het laatste gewenste resultaat voor de politicus is. Of, een ander mogelijke negatieve consequentie, het kan gaan twijfelen aan de competentie van de politicus en/of de validiteit van het beleid dat hij voorstaat. In dit geval zou het kunnen denken: Sterk is uitgenodigd te praten over ‘haar’ minister Leers, maar heeft niet eens de moeite genomen het gesprek van de dag ervoor (terug te) kijken, waarin over zijn functioneren gesproken werd.

Een volgend voorbeeld waaruit blijkt dat het niet-ingaan op een vraag die is gebaseerd op getoonde beelden gesanctioneerd wordt is te vinden in het volgende fragment. Minister van Binnenlandse Zaken Spies (CDA) wordt geïnterviewd over woningcorporatie Vestia, de grootste huisbaas van Nederland. De interviewers tonen een bewegend beeldfragment met achtergrondinformatie. Daarin wordt vrij omstandig verteld dat Vestia in grote financiële problemen was gekomen omdat ze op rentestijging gegokt had, waardoor ze onderpand bij een bank moest storten die ze niet had. Directeur Eric Staal, met een salaris van een halve ton de best verdienende directeur in zijn branche, moest wegens dit wanbeleid weg, maar kreeg bij vertrek wel een bedrag van drie-en-een-half

40

miljoen mee om zijn pensioengat te vullen. Parlementariërs in het filmpje spreken van een ‘grof schandaal’ en noemen geld door ‘meneer Dief Staal vergokt’. Het beeldfragment wordt allereerst vertoond met het oog op de niet-geratificeerde deelnemers aan het gesprek, met name de tv-kijker. Immers, de minister zowel als de interviewers zullen op de hoogte van de problemen zijn, terwijl zij niet weten of dit voor de kijker geldt.

Vervolgens ligt de functie van het beeld er ook hier weer in dat het onderwerp ermee geagendeerd wordt en daar vervolgens een vraag over gesteld wordt.

Fragment 16a. PW.09.03.2012 38.13-38.24

W: Een GROF schandaal zei één van de Kamerleden. Bent u het daar mee eens? S: Het salaris is inderdaad VEEL te hoog

W:--> Een GROF schandaal, bent u het daar mee eens?

Hoewel Spies de vraag niet ontwijkt, zoals Sterk deed, beantwoordt ze de gesloten (want ja/nee-)vraag indirect. De interviewer herhaalt hierop zijn vraag, waarmee hij aangeeft geen genoegen te nemen met de meer neutrale omschrijving van de minister over het gedrag van de directeur. Let wel: dit kan hij makkelijk doen, daar hij de negatieve omschrijving waarop hij zijn vraag baseert letterlijk overgenomen heeft van getoonde beelden. Niet alleen behoudt de interviewer door deze quotering zijn neutraliteit – zoals in de vorige paragraaf vastgesteld. De getoonde beelden zijn daarenboven een contextueel gegeven geworden (Harris 1991: 93), die niet alleen inperken wat kan gebeuren maar ook duidelijke grenzen stelt aan hoe wat gebeurd geïnterpreteerd kan worden. In casu betekent dat hier dat de uitspraak van Spies als zou het salaris ‘te hoog’ zijn, hoewel ze strikt genomen niet vraagontwijkend is wél als zodanig opgevat wordt – voor alles ook door de tv-kijker. Spies heeft een goede reden de woorden ‘grof schandaal’ niet over te nemen, omdat deze bezwaarlijk ministeriabel te noemen zijn. Anders gesteld: ze accepteert de woorden van de interviewer niet (Kampf en Shifman 2010: 256), die zouden er maar voor kunnen zorgen dat ze (negatief) op haar afstralen - alsof ze een persoon is die zichzelf slecht in bedwang kan houden. Ze houdt zo rekening met haar eigen ‘face’, één van de drie door Bull e.a. (1996) onderscheide ‘gezichten’ die beschermd moeten worden. Zoals vastgesteld in het theoretisch kader zijn dit hun eigen gezicht, dat van de partij én dat van significante anderen, waaronder bijvoorbeeld het electoraat, kiezers en leden van hun eigen partij vallen.

Evenwel komt Spies niet onder een nieuwe reactie uit, daar de vraag letterlijk aan haar herhaald is. Interessant is dat ze al anticipeert op het doorvragen van de interviewers, ze moet glimlachen en kijkt naar beneden voor ze aan haar antwoord begint: een duidelijk teken dat ze beseft dat wat ze zegt (en ook weer gaat zeggen) niet is wat interviewers willen horen, namelijk zware woorden die nieuwswaardige feiten opleveren.

41

Ditmaal geeft ze echter wel een meer direct antwoord, binnen de door de interviewer gestelde parameters:

Fragment 16b. PW.09.03.2012 38.24-38.54

S: Euh, ik heb euh eerder andere woorden gebruikt, ik vind het salaris ongepast. Ik vind ECHT dat dit soort afspraken niet thuis horen in de sociale euh huursector en dat maakt ook dat we een wetsvoorstel hebben gemaakt waarin de euh de norm euh de inkomens van directeuren van corporaties aan een maximum euh worden gebonden. GeLUKkig is dat wetsvoorstel door de tweede kamer aanvaard[ en ik hoop voor ]

W:--> [dus DAT kan niet meer gebeuren ]

S:-->> nieuwe situaties kan dit NIET meer gebeuren. Dan hebben we gewoon een wettelijk maximum voor dit soort directeuren van corporaties.

Spies verscherpt hier haar kritiek: naast ‘te hoog’ uit ze nu ook dat ze het salaris ‘ongepast’ vindt – een woord met een duidelijkere negatieve connotatie, die al dichter tegen de term ‘grof schandaal’ aanligt, zonder deze letterlijk te gebruiken. Met deze veroordeling houdt ze rekening met het ‘gezicht’ van de bevolking, het electoraat, door een uitermate negatief gewaardeerd persoon niet te steunen (Bull e.a. 1996: 277). Op subtiele wijze heeft de minister zo antwoord op de vraag gegeven, zonder (al te) ontwijkend over te komen maar ook zonder woorden te gebruiken die niet bij haar functie passen óf waar ze later spijt van krijgt. Immers: schandalen vragen er om aangepakt te worden, iets wat in dit geval helemaal niet mogelijk is - bij ongepast gedrag gaat dit veel minder op. Spies begint hierna aan haar eigen agenda, namelijk over de maatregelen die ze wil nemen om dergelijke beloningen in de toekomst te voorkomen. Op deze wijze probeert ze het interview te gebruiken om voordeel te slaan uit de mogelijkheid haar imago te verbeteren, namelijk door over te komen als daadkrachtige bewindsvrouw. De interviewer onderbreekt haar (-->) om zijn eerder ingezette vraagsequentie te beëindigen: hij vraag of ‘dat’, doelend op het salaris dat ook door de minister afgekeurd werd, daarmee uitgesloten is. Merk op dat hij met het bevestigende antwoord

42

zijn doel, het ontlokken van nieuws aan de politicus, bereikt heeft: het grove schandaal waarover gesproken werd, wordt voor de toekomst door de bewindsvrouw uitgesloten.

Uit zowel de interviews met Leers (in paragraaf 4.1), Sterk als ook Spies, blijkt dat het tonen van beeldfragmenten en daarop teruggrijpen in vragen (let op de combinatie van beelden en verbale informatie – typisch voor multimodaliteit!) voor de geïnterviewde confronterend te noemen is. Ontwijken van op getoonde beelden gebaseerde vragen wordt daarbij gesanctioneerd – geïnterviewden komen hier niet mee weg. Dit maakt dat beelden een bruikbaar instrument voor interviewers zijn om reacties te ontlokken op nieuwsthema’s, precies datgene waar het interview voor opgezet is.

Een laatste voorbeeld van het straffen van niet-reageren op beeldfragmenten wordt toegepast bij het eerder beschreven interview met Sterk en geschiedt als volgt. Na de insinuatie van interviewer Pauw dat Wilders ‘met z’n handen in z’n zakken van alles kan roepen, waar iedereen min of meer achteraan loopt’, wordt Sterk geacht te reageren. Ze stelt in ieder geval blij te zijn ‘met de goede samenwerking in dit kabinet’, zeker ten opzichte van de slechte sfeer in het vorige kabinet. Hierop haalt Pauw twee tweets aan, die om beurten ook op het scherm in de studio verschijnen.

Fragment 17. PW.11.10.201 14.15-15.27

P: Maar mag ik dan twee tweets voorlezen van Geert Wilders euh euh met in het achterhoofd de opmerking die u net maakte: de goede sfeer

Leers wil asielzoekers sneller woning toewijzen. Als dat ten koste van Henk en Ingrid gaat die dan langer op wachtlijst moeten staan NO WAY!

Leers bezigt CDA onzinteksten over immigratie. Beetje dom. Maar PVV rekent hard af op nakomen afspraken en resultaten

Je kunt niet zeggen van euh de sfeer was is goed

S:-->> Maar we zijn niet met de PVV in zee gegaan omdat we zo’n goeie sfeer met de PVV hadden. Ik bedoel laten we eerlijk zijn we zijn ook niet naïef we wisten wat voor partij het was we waren ook niet de eerste die stonden te springen om in een kabinet te stappen er waren een heleboel opties die niet doorgingen en uiteindelijk zagen we wel die teller van die belasting of euh staatsschuld oplopen achthondertien euro per seconde op het moment en euh dan kun je d’r voor kiezen om te denken van